1 Chronicles 27:16-22

DSV(i) 16 Doch over de stammen van Israël waren dezen: over de Rubenieten was Eliëzer, de zoon van Zichri, voorganger; over de Simeonieten was Sefatja, de zoon van Maacha; 17 Over de Levieten was Hasabja, de zoon van Kemuël; over de Aäronieten was Zadok; 18 Over Juda was Elihu, uit de broederen van David; over Issaschar was Omri, de zoon van Michaël; 19 Over Zebulon was Jismaja, de zoon van Obadja; over Nafthali was Jerimoth, de zoon van Azriël; 20 Over de kinderen van Efraïm was Hosea, de zoon van Azazja; over den halven stam van Manasse was Joël, de zoon van Pedaja; 21 Over half Manasse, in Gilead, was Jiddo, de zoon van Zecharja; over Benjamin was Jaasiel, de zoon van Abner; 22 Over Dan was Azarel, de zoon van Jeroham. Dezen waren de oversten der stammen van Israël.