Proverbs 11:3-6

DSV(i) 3 De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheden der trouwelozen verstoort hen. 4 Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood. 5 De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar de goddeloze valt door zijn goddeloosheid. 6 De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in hun verkeerdheid.