DSV_Strongs(i)
1
H727
Als nu de ark
H3068
des HEEREN
H7651
zeven
H2320
maanden
H7704
in het land
H6430
der Filistijnen
H1961 H8799
geweest was,
2
H7121 H8799
Zo riepen
H6430
de Filistijnen
H3548
de priesters
H7080 H8802
en de waarzeggers
H559 H8800
, zeggende
H4100
: Wat
H727
zullen wij met de ark
H3068
des HEEREN
H6213 H8799
doen
H3045 H8685
? Laat ons weten
H4100
, waarmede
H4725
wij ze aan haar plaats
H7971 H8762
zenden zullen.
3
H559 H8799
Zij dan zeiden
H518
: Indien
H727
gij de ark
H430
des Gods
H3478
van Israel
H7971 H8764
wegzendt
H7971 H8762
, zendt
H853
haar
H408
niet
H7387
ledig
H3588
weg, maar
H7725 H8686
vergeldt
H7725 H8687
Hem ganselijk
H817
een schuldoffer
H227
; dan
H7495 H8735
zult gij genezen worden
H3045 H8738
, en ulieden zal bekend worden
H4100
, waarom
H3027
Zijn hand
H4480
van
H3808
u niet
H5493 H8799
afwijkt.
4
H559 H8799
Toen zeiden zij
H4100
: Welk
H817
is dat schuldoffer
H834
, dat
H7725 H8686
wij Hem vergelden zullen
H559 H8799
? En zij zeiden
H2568
: Vijf
H2091
gouden
H2914 H8675 H6076
spenen
H2568
, en vijf
H2091
gouden
H5909
muizen
H4557
, naar het getal
H5633
van de vorsten
H6430
der Filistijnen
H3588
; want
H259
het is enerlei
H4046
plaag
H3605
over u allen
H5633
, en over uw vorsten.
5
H6213 H8804
Zo maakt
H6754
dan beelden
H2914 H8675 H6076
uwer spenen
H6754
, en beelden
H5909
uwer muizen
H776
, die het land
H7843 H8688
verderven
H5414 H8804
, en geeft
H430
den God
H3478
van Israel
H3519
de eer
H194
; misschien
H3027
zal Hij Zijn hand
H7043 H8686
verlichten
H4480
van
H5921
over
H4480
ulieden, en van
H5921
over
H430
uw god
H4480
, en van
H5921
over
H776
uw land.
6
H4100
Waarom
H3824
toch zoudt gijlieden uw hart
H3513 H8762
verzwaren
H834
, gelijk
H4714
de Egyptenaars
H6547
en Farao
H3820
hun hart
H3513 H8765
verzwaard hebben
H3808
? Hebben zij niet
H834
, toen
H5953 H8694
Hij [wonderlijk] met hen gehandeld had
H7971 H8762
, hen laten trekken
H3212 H8799
, dat zij heengingen?
7
H6258
Nu dan
H3947 H8798
, neemt
H6213 H8798
en maakt
H259
een
H2319
nieuwen
H5699
wagen
H8147
, en twee
H5763 H8802
zogende
H6510
koeien
H5921
, op
H834
dewelke
H3808
geen
H5923
juk
H5927 H8804
gekomen is
H631 H8804
; spant
H6510
de koeien
H5699
aan den wagen
H7725 H8689
, en brengt
H1121
haar kalveren
H4480
van
H310
achter
H1004
haar weder naar huis.
8
H3947 H8804
Neemt
H727
dan de ark
H3068
des HEEREN
H5414 H8804
, en zet
H853
ze
H5699
op den wagen
H7760 H8799
, en legt
H2091
de gouden
H3627
kleinoden
H834
, die
H817
gij Hem ten schuldoffer
H7725 H8689
vergelden zult
H712
, in een koffertje
H4480
aan
H6654
haar zijde
H7971 H0
; en zendt
H853
ze
H7971 H8765
weg
H1980 H8804
, dat zij heenga.
9
H7200 H8804
Ziet dan toe
H518
, indien
H1931
zij
H1870
den weg
H1366
van haar landpale
H5927 H8799
opgaat
H1053
naar Beth-semes
H2063
, zo heeft Hij ons dit
H1419
groot
H7451
kwaad
H6213 H8804
gedaan
H518
; maar zo
H3808
niet
H3045 H8804
, zo zullen wij weten
H3588
, dat
H3027
Zijn hand
H3808
ons niet
H5060 H8804
geraakt heeft
H1931
; het
H4745
is ons een toeval
H1961 H8804
geweest.
10
H582
En die lieden
H6213 H8799
deden
H3651
alzo
H3947 H8799
, en namen
H8147
twee
H5763 H8802
zogende
H6510
koeien
H631 H8799
, en spanden
H5699
ze aan den wagen
H1121
, en haar kalveren
H3607 H8804
sloten zij
H1004
in huis.
11
H7760 H8799
En zij zetten
H727
de ark
H3068
des HEEREN
H413
op
H5699
den wagen
H712
, en het koffertje
H2091
met de gouden
H5909
muizen
H6754
, en de beelden
H2914
hunner spenen.
12
H6510
De koeien
H3474 H8799
nu gingen recht
H1870
in dien weg
H5921
, op
H1870
den weg
H1053
naar Beth-semes
H259
op een
H4546
straat
H1980 H8804
; zij gingen
H1980 H8800
steeds voort
H1600 H8800
, al loeiende
H5493 H8804
, en weken
H3808
noch
H3225
ter rechter
H8040
[hand] noch ter linkerhand
H5633
; en de vorsten
H6430
der Filistijnen
H1980 H8802
gingen
H310
achter
H5704
dezelve tot aan
H1366
de landpale
H1053
van Beth-semes.
13
H1053
En die van Beth-semes
H7114 H8802
maaiden
H2406 H7105
den tarweoogst
H6010
in het dal
H5869
, en als zij hun ogen
H5375 H8799
ophieven
H7200 H8799
, zagen zij
H727
de ark
H8055 H8799
en verblijdden zich
H7200 H8800
, als zij [die] zagen.
14
H5699
En de wagen
H935 H8802
kwam
H413
op
H7704
den akker
H3091
van Jozua
H1030
, den Beth-semiet
H8033
, en bleef daar
H5975 H8799
staande
H8033
; en daar
H1419
was een grote
H68
steen
H1234 H8762
, en zij kloofden
H6086
het hout
H5699
van den wagen
H5927 H8689
, en offerden
H6510
de koeien
H3068
den HEERE
H5930
ten brandoffer.
15
H3881
En de Levieten
H3381 H8689
namen
H727
de ark
H3068
des HEEREN
H712
af en het koffertje
H834
, dat
H854
daarbij
H834
was, waarin
H2091
de gouden
H3627
kleinoden
H7760 H8799
waren, en zetten
H413
ze op
H1419
dien groten
H68
steen
H582
; en die lieden
H1053
van Beth-semes
H5927 H8689
offerden
H5930
brandofferen
H2076 H8799
, en slachtten
H2077
slachtofferen
H3068
den HEERE
H1931
, op denzelven
H3117
dag.
16
H2568
En als de vijf
H5633
vorsten
H6430
der Filistijnen
H7200 H8804
zulks gezien hadden
H7725 H8799
, zo keerden zij weder
H1931
op denzelven
H3117
dag
H6138
naar Ekron.
17
H428
Dit
H2091
nu zijn de gouden
H2914
spenen
H834
, die
H6430
de Filistijnen
H3068
aan den HEERE
H817
ten schuldoffer
H7725 H8689
vergolden hebben
H795
: Voor Asdod
H259
een
H5804
voor Gaza
H259
een
H831
, voor Askelon
H259
een
H1661
, voor Gath
H259
een
H6138
, voor Ekron
H259
een.
18
H2091
Ook gouden
H5909
muizen
H4557
, naar het getal
H3605
van alle
H5892
steden
H6430
der Filistijnen
H2568
, onder de vijf
H5633
vorsten
H4480
, van
H4013
de vaste
H5892
steden
H5704
af tot aan
H6521 H3724
de landvlekken
H5704
; en tot aan
H59
Abel
H1419
, den groten
H5921
[steen], op
H834
denwelken
H727
zij de ark
H3068
des HEEREN
H3240 H8689
nedergesteld hadden
H5704
, die tot op
H2088
dezen
H3117
dag
H7704
is op den akker
H3091
van Jozua
H1030
, den Beth-semiet.
19
H5221 H8686
En [de] [Heere] sloeg
H376
onder die lieden
H1053
van Beth-semes
H3588
, omdat
H727
zij in de ark
H3068
des HEEREN
H7200 H8804
gezien hadden
H5221 H8686
; ja, Hij sloeg
H5971
van het volk
H7657
zeventig
H2572
mannen, [en] vijftig
H505
duizend
H582
mannen
H56 H0
. Toen bedreef
H5971
het volk
H56 H8691
rouw
H3588
, omdat
H3068
de HEERE
H1419
een groten
H4347
slag
H5971
onder het volk
H5221 H8689
geslagen had.