2 Chronicles 10:16-19

DSV_Strongs(i)
  16 H3605 Toen het ganse H3478 volk Israel H7200 H8804 zag H3588 , dat H4428 de koning H3808 naar hen niet H8085 H8804 hoorde H7725 H8686 , zo antwoordde H5971 het volk H4428 den koning H559 H8800 , zeggende H4100 : Wat H2506 deel H1732 hebben wij aan David H3808 ? Ja, geen H5159 erve H1121 [hebben] [wij] aan den zoon H3448 van Isai H376 ; een ieder H168 naar uw tenten H3478 , o Israel H7200 H8798 ! Voorzie H6258 nu H1004 uw huis H1732 , o David H3212 H8799 ! Zo ging H3605 het ganse H3478 Israel H168 naar zijn tenten.
  17 H1121 Doch aangaande de kinderen H3478 van Israel H5892 , die in de steden H3063 van Juda H3427 H8802 woonden H5921 , over H4427 H8799 die regeerde H7346 Rehabeam ook.
  18 H7971 H8799 Toen zond H4428 de koning H7346 Rehabeam H1913 Hadoram H834 , die H5921 over H4522 de schatting H1121 was; en de kinderen H3478 Israels H7275 H8799 stenigden H68 hem met stenen H4191 H8799 , dat hij stierf H4428 ; maar de koning H7346 Rehabeam H553 H8694 verkloekte zich H4818 , om op een wagen H5927 H8800 te klimmen H3389 , dat hij naar Jeruzalem H5127 H8800 vluchtte.
  19 H6586 H0 Alzo vielen H3478 de Israelieten H1004 van het huis H1732 van David H6586 H8799 af H5704 , tot op H2088 dezen H3117 dag.