2 Chronicles 32

DSV_Strongs(i)
  1 H310 Na H428 deze H1697 geschiedenissen H571 en derzelver bevestiging H935 H8804 , kwam H5576 Sanherib H4428 , de koning H804 van Assyrie H935 H8799 , en toog H3063 in Juda H2583 H8799 , en legerde zich H5921 tegen H1219 H8803 de vaste H5892 steden H559 H8799 , en dacht H413 ze tot H1234 H8800 zich af te scheuren.
  2 H3169 Jehizkia H7200 H8799 nu ziende H3588 , dat H5576 Sanherib H935 H8804 kwam H6440 , en zijn aangezicht H4421 was tot den krijg H5921 tegen H3389 Jeruzalem;
  3 H3289 H8735 Zo hield hij raad H5973 met H8269 zijn vorsten H1368 en zijn helden H4325 H5869 , om de fonteinwateren H5640 H8800 te stoppen H834 , die H4480 H2351 buiten H5892 de stad H5826 H8799 waren; en zij hielpen hem.
  4 H7227 Want veel H5971 volks H6908 H8735 werd vergaderd H3605 , dat al H4599 de fonteinen H5640 H8799 stopte H5158 , mitsgaders de beek H8432 , die door het midden H776 des lands H7857 H8802 henenvloeide H559 H8800 , zeggende H4100 : Waarom H4428 zouden de koningen H804 van Assyrie H935 H8799 komen H7227 , en veel H4325 waters H4672 H8804 vinden?
  5 H2388 H8691 Zo versterkte hij zich H1129 H8799 , en bouwde H3605 den gehelen H2346 muur H6555 H8803 op, die gebroken was H5927 H8686 , dien hij optrok H5921 tot aan H4026 de torens H312 , met een anderen H2346 muur H2351 daarbuiten H2388 H8762 , en hij versterkte H4407 Millo H5892 [in] de stad H1732 Davids H6213 H8799 ; en hij maakte H7973 geweer H4043 en schilden H7230 in menigte.
  6 H5414 H8799 En hij stelde H8269 H4421 krijgsoversten H5921 over H5971 het volk H6908 H8799 , en hij vergaderde H413 hen tot H413 zich in H7339 de straat H8179 H5892 der stadspoort H1696 H8762 , en sprak H5921 naar H3824 hun hart H559 H8800 , zeggende:
  7 H2388 H8798 Zijt sterk H553 H8798 , en hebt een goeden moed H3372 H8799 , vreest H408 niet H2865 H8735 , en ontzet u H408 niet H4480 , voor H6440 het aangezicht H4428 des konings H804 van Assyrie H4480 , noch voor H6440 het aangezicht H3605 der ganse H1995 menigte H834 , die H5973 met H3588 hem is; want H5973 met H7227 ons is er meer H4480 , dan H5973 met hem.
  8 H5973 Met H1320 hem is een vleselijke H2220 arm H5973 , maar met H3068 ons is de HEERE H430 , onze God H5826 H8800 , om ons te helpen H4421 , en om onze krijgen H3898 H8736 te krijgen H5971 . En het volk H5564 H8735 steunde H5921 op H1697 de woorden H3169 van Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda.
  9 H310 Na H2088 dezen H7971 H8804 zond H5576 Sanherib H4428 , de koning H804 van Assyrie H5650 , zijn knechten H3389 naar Jeruzalem H1931 , (doch hij zelf H5921 was voor H3923 Lachis H3605 , en al H4475 zijn heerschappij H5973 met H5921 hem) tot H3169 Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda H5921 , en tot H3605 het ganse H3063 Juda H834 , dat H3389 te Jeruzalem H559 H8800 was, zeggende:
  10 H559 [H8804] Zo zegt H5576 Sanherib, H4428 de koning H804 van Assyrië: H982 [H8802] Waarom vertrouwt gij, H3389 dat gij te Jeruzalem H3427 [H8802] blijft H4692 in de vesting?
  11 H5496 H0 Ruit H853 u H3169 Jehizkia H3808 niet H5496 H8688 op H853 , dat hij u H5414 H8800 overgeve H7458 , om door honger H6772 en door dorst H4191 H8800 te sterven H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H430 , onze God H4480 , zal ons uit H3709 de hand H4428 des konings H804 van Assyrie H5337 H8686 redden?
  12 H3808 Heeft niet H1931 dezelfde H3169 Jehizkia H1116 Zijn hoogten H4196 en Zijn altaren H5493 H8689 weggenomen H3063 , en tot Juda H3389 en tot Jeruzalem H559 H8799 gesproken H559 H8800 , zeggende H6440 : Voor H259 het enige H4196 altaar H7812 H8691 zult gij u nederbuigen H5921 , en daarop H6999 H8686 roken?
  13 H3045 H8799 Weet gij H3808 niet H4100 , wat H589 ik H6213 H8804 gedaan heb H1 , en mijn vaderen H3605 aan alle H5971 volken H776 der landen H430 ? Hebben de goden H1471 van de natien H776 dier landen H776 hun land H3201 H8800 enigszins H3201 H8804 kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 mijn hand?
  14 H4310 Wie H3605 is er onder alle H430 goden H428 derzelver H1471 natien H834 , dewelke H1 mijn vaders H2763 H8689 verbannen hebben H834 , die H5971 zijn volk H3201 H8804 heeft kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 mijn hand H3588 , dat H430 uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H3201 H8799 zou kunnen H5337 H8687 redden?
  15 H6258 Nu dan H2396 , dat Jehizkia H853 ulieden H408 niet H5377 H8686 bedriege H853 , en dat hij u H2063 op zulk een wijze H408 niet H5496 H8686 opruie H539 H8686 , en gelooft H408 hem niet H3588 ; want H3808 H3605 geen H433 god H3605 van enige H1471 natie H4467 en koninkrijk H5971 heeft zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H1 en mijner vaderen H3027 hand H3201 H8799 kunnen H5337 H8687 redden H637 H3588 ; hoeveel H3808 te min H430 zal uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8686 kunnen redden?
  16 H1696 H8765 Daartoe spraken H5650 zijn knechten H5750 nog meer H5921 tegen H430 God H3068 , den HEERE H5921 , en tegen H5650 Zijn knecht H3169 Jehizkia.
  17 H3789 H8804 Ook schreef hij H5612 brieven H3068 , om den HEERE H430 den God H3478 Israels H2778 H8763 , te honen H5921 en om tegen H559 H8800 Hem te spreken H559 H8800 , zeggende H430 : Gelijk de goden H1471 van de natien H776 der landen H834 , die H5971 hun volk H3027 uit mijn hand H3808 niet H5337 H8689 gered hebben H3651 , alzo H430 zal de God H3169 van Jehizkia H5971 Zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H3808 niet H5337 H8686 redden.
  18 H7121 H8799 En zij riepen H1419 met luider H6963 stem H3066 , in het Joods H5921 , tegen H5971 het volk H3389 van Jeruzalem H834 , dat H5921 op H2346 den muur H3372 H8763 was, om die bevreesd te maken H926 H8763 en die te beroeren H4616 , opdat H5892 zij de stad H3920 H8799 mochten innemen.
  19 H1696 H8762 En zij spraken H413 van H430 den God H3389 van Jeruzalem H5921 , als van H430 de goden H5971 der volkeren H776 der aarde H4639 , een werk H3027 H120 van mensenhanden.
  20 H4428 Maar de koning H3169 Jehizkia H5030 en de profeet H3470 Jesaja H1121 , de zoon H531 van Amoz H6419 H8691 , baden H5921 H2063 daartegen H2199 H8799 , en zij riepen H8064 naar den hemel.
  21 H3068 En de HEERE H7971 H8799 zond H4397 een engel H3605 , die alle H2428 strijdbare H1368 helden H5057 , en vorsten H8269 , en oversten H4264 in het leger H4428 des konings H804 van Assyrie H3582 H8686 verdelgde H1322 . Zo is hij met schaamte H6440 des aangezichts H776 in zijn land H7725 H8799 wedergekeerd H1004 ; en als hij in het huis H430 zijns gods H935 H8799 ingegaan was H5307 H8689 , zo velden H8033 hem daar H2719 met het zwaard H4578 , die uit zijn lijf H3329 voortgekomen waren.
  22 H3467 H8686 Alzo verloste H3068 de HEERE H3169 Jehizkia H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H4480 , uit H3027 de hand H5576 van Sanherib H4428 , den koning H804 van Assyrie H4480 , en uit H3027 de hand H3605 van allen H5095 H8762 ; en Hij geleidde H5439 hen rondom H4480 heen.
  23 H7227 En velen H935 H8688 brachten H4503 geschenken H3068 tot den HEERE H3389 te Jeruzalem H4030 , en kostelijkheden H3169 tot Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda H4480 H310 H3651 , zodat hij daarna H5869 voor de ogen H3605 van alle H1471 heidenen H5375 H8735 verheven werd.
  24 H1992 In die H3117 dagen H2470 H0 werd H3169 Jehizkia H2470 H8804 krank H5704 tot H4191 H8800 stervens H6419 H8691 toe, en hij bad H413 tot H3068 den HEERE H559 H8799 , Die sprak H5414 H8804 tot hem, en Hij gaf H4159 hem een wonderteken.
  25 H3169 Maar Jehizkia H7725 H0 deed H3808 gene H7725 H8689 vergelding H1576 , naar de weldaad H5921 aan H3588 hem geschied, dewijl H3820 zijn hart H1361 H8804 verheven werd H1961 H8799 ; daarom werd H5921 over H5921 hem, en over H3063 Juda H3389 en Jeruzalem H7110 , een grote toornigheid.
  26 H3169 Doch Jehizkia H3665 H8735 verootmoedigde zich H1363 om de verheffing H3820 zijns harten H1931 , hij H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H7110 , zodat de grote toornigheid H3068 des HEEREN H5921 over H3808 hen niet H935 H8804 kwam H3117 in de dagen H3169 van Jehizkia.
  27 H3169 Jehizkia H1961 H8799 nu had H3966 zeer H7235 H8687 veel H6239 rijkdom H3519 en eer H6213 H8804 ; en hij maakte H214 zich schatkameren H3701 voor zilver H2091 en voor goud H3368 , en voor kostelijk H68 gesteente H1314 , en voor specerijen H4043 , en voor schilden H3605 , en voor alle H2532 begeerlijk H3627 gereedschap;
  28 H4543 Ook schathuizen H8393 voor de inkomsten H1715 van koren H8492 , en most H3323 , en olie H723 ; en stallen H3605 H929 voor allerlei H929 beesten H220 , en kooien H5739 voor de kudden.
  29 H5892 Daartoe had hij zich steden H6213 H8804 gemaakt H4735 , mitsgaders bezitting H6629 van schapen H1241 en runderen H7230 in menigte H3588 ; want H430 God H5414 H8804 gaf H3966 hem zeer H7227 grote H7399 have.
  30 H1931 H3169 Doch Jehizkia H5640 H8804 stopte H5945 H4161 ook den opperuitgang H4325 der wateren H1521 van Gihon H3474 H8762 , en leidde ze recht H4295 af beneden H4628 naar het westen H5892 der stad H1732 Davids H3169 ; want Jehizkia H6743 H8686 had voorspoed H3605 in al H4639 zijn werk.
  31 H3651 Maar het is alzo H3887 H8688 , als de gezanten H8269 der vorsten H894 van Babel H5921 , die tot H7971 H8764 hem gezonden hadden H1875 H8800 , om te vragen H4159 naar dat wonderteken H834 , dat H776 in het land H1961 H8804 geschied was H5800 H8804 , [bij] [hem] [waren], verliet H430 hem God H5254 H8763 , om hem te verzoeken H3045 H8800 , om te weten H3605 al H3824 [wat] in zijn hart was.
  32 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H3169 van Jehizkia H2617 , en zijn goeddadigheden H2009 , ziet H3789 H8803 , die zijn geschreven H2377 in het gezicht H5030 van den profeet H3470 Jesaja H1121 , den zoon H531 van Amoz H5921 , [en] in H5612 het boek H4428 der koningen H3063 van Juda H3478 en Israel.
  33 H3169 En Jehizkia H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8799 , en zij begroeven H4608 hem in het hoogste H6913 van de graven H1121 der zonen H1732 van David H6213 H0 ; daartoe deden H3695 gans H3063 Juda H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H3519 hem eer H6213 H8804 aan H4194 in zijn dood H1121 ; en zijn zoon H4519 Manasse H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.