2 Chronicles 7 Als nu Salomo voleind had te bidden , zo daalde het vuur van den hemel , en verteerde het brandoffer en de slachtofferen ; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde het huis.

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

1 H8010 Als nu Salomo H3615 H8763 voleind had H6419 H8692 te bidden H3381 H8804 , zo daalde H784 het vuur H4480 van H8064 den hemel H398 H8799 , en verteerde H5930 het brandoffer H2077 en de slachtofferen H3519 ; en de heerlijkheid H3068 des HEEREN H4390 H8804 vervulde H1004 het huis.

2 H3548 En de priesters H3201 H8804 konden H3808 niet H935 H8800 ingaan H413 in H1004 het huis H3068 des HEEREN H3588 ; want H3519 de heerlijkheid H3068 des HEEREN H1004 had het huis H3068 des HEEREN H4390 H8804 vervuld.

3 H3605 En als al H1121 de kinderen H3478 Israels H784 dat vuur H7200 H8802 zagen H3381 H8800 afdalen H3519 , en de heerlijkheid H3068 des HEEREN H5921 over H1004 het huis H3766 H8799 , zo bukten zij H639 met hun aangezichten H776 ter aarde H5921 op H7531 den vloer H7812 H8691 , en aanbaden H3034 H8687 en loofden H3068 den HEERE H3588 , dat H2896 Hij goedig H3588 is, dat H2617 Zijn weldadigheid H5769 is tot in eeuwigheid.

4 H4428 De koning H3605 nu en al H5971 het volk H2076 H8802 offerden H2077 slachtofferen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.

5 H4428 En de koning H8010 Salomo H2076 H8799 offerde H2077 slachtofferen H1241 van runderen H8147 , twee H6242 en twintig H505 duizend H6629 , en van schapen H3967 , honderd H6242 en twintig H505 duizend H4428 . Alzo hebben de koning H3605 en het ganse H5971 volk H1004 het huis H430 Gods H2596 H8799 ingewijd.

6 H5975 H8802 Ook stonden H3548 de priesters H5921 in H4931 hun wachten H3881 , en de Levieten H7892 met de muzikale H3627 instrumenten H3068 des HEEREN H834 , die H4428 de koning H1732 David H6213 H8804 gemaakt had H3068 , om den HEERE H3034 H8687 te loven H3588 , dat H2617 Zijn weldadigheid H5769 is in eeuwigheid H1732 , als David H3027 door hun dienst H1984 H8763 [Hem] prees H3548 ; en de priesters H2690 H8688 H8675 H2690 H8764 trompetten H5048 tegen H3605 hen over, en gans H3478 Israel H5975 H8802 stond.

7 H8010 En Salomo H6942 H8762 heiligde H8432 het middelste H2691 des voorhofs H834 , hetwelk H6440 voor H1004 het huis H3068 des HEEREN H3588 was, dewijl H8033 hij daar H5930 de brandofferen H2459 en het vette H8002 der dankofferen H6213 H8804 bereid had H3588 ; want H5178 het koperen H4196 altaar H834 , dat H8010 Salomo H6213 H8804 gemaakt had H3201 H8804 , kon H5930 het brandoffer H4503 , en het spijsoffer H2459 , en het vette H3808 niet H3557 H8687 vatten.

8 H8010 Salomo H6213 H8799 hield H1931 ook ter zelfder H6256 tijd H2282 het feest H7651 zeven H3117 dagen H3605 , en gans H3478 Israel H5973 met H3966 hem, een zeer H1419 grote H6951 gemeente H4480 , van H935 H8800 den ingang H2574 af van Hamath H5704 , tot H5158 de rivier H4714 van Egypte.

9 H8066 En ten achtsten H3117 dage H6213 H8799 hielden zij H6116 een verbodsdag H3588 ; want H6213 H8804 zij hielden H2598 de inwijding H4196 des altaars H7651 zeven H3117 dagen H2282 , en het feest H7651 zeven H3117 dagen.

10 H7969 Doch op den drie H6242 en twintigsten H3117 dag H7637 der zevende H2320 maand H5971 H0 liet hij H5971 het volk H7971 H8765 gaan H168 tot hun hutten H8056 , blijde H2896 H3820 en goedsmoeds H5921 over H2896 het goede H834 , dat H3068 de HEERE H1732 aan David H8010 en Salomo H5971 , en Zijn volk H3478 Israel H6213 H8804 gedaan had.

11 H3615 H8762 Alzo volbracht H8010 Salomo H1004 het huis H3068 des HEEREN H1004 , en het huis H4428 des konings H3605 ; en al H5921 wat in H8010 Salomo's H3820 hart H935 H8802 gekomen was H1004 , om in het huis H3068 des HEEREN H1004 en in zijn huis H6213 H8800 te maken H6743 H8689 , richtte hij voorspoedig uit.

12 H3068 En de HEERE H7200 H8735 H413 verscheen H8010 Salomo H3915 des nachts H559 H8799 , en Hij zeide H8605 tot hem: Ik heb uw gebed H8085 H8804 verhoord H2088 , en heb Mij deze H4725 plaats H977 H8804 verkoren H1004 H2077 tot een offerhuis.

13 H2005 Zo H8064 Ik den hemel H6113 H8799 toesluite H3808 , dat er geen H4306 regen H1961 H8799 zij H2005 , of zo H5921 Ik den H2284 sprinkhaan H6680 H8762 gebiede H776 , het land H398 H8800 te verteren H518 , of zo H1698 Ik pest H5971 onder Mijn volk H7971 H8762 zende;

14 H5971 En Mijn volk H5921 , over H834 dewelken H8034 Mijn Naam H7121 H8738 genoemd wordt H3665 H8735 , zich verootmoedigt H6419 H8691 en bidt H6440 , en zij Mijn aangezicht H1245 H8762 zoeken H7725 H8799 , en zich bekeren H4480 van H7451 hun boze H1870 wegen H589 ; zo zal Ik H4480 uit H8064 den hemel H8085 H8799 horen H2403 , en hun zonden H5545 H8799 vergeven H776 , en hun land H7495 H8799 genezen.

15 H6258 Nu H5869 zullen Mijn ogen H6605 H8803 open H1961 H8799 zijn H241 , en Mijn oren H7183 opmerkende H8605 op het gebed H2088 dezer H4725 plaats.

16 H6258 Want Ik heb nu H2088 dit H1004 huis H977 H8804 verkoren H6942 H8689 en geheiligd H8034 , opdat Mijn Naam H8033 daar H1961 H8800 zij H5704 tot in H5769 eeuwigheid H5869 en Mijn ogen H3820 en Mijn hart H8033 zullen daar H3605 te allen H3117 dage H1961 H8804 zijn.

17 H859 En u H518 aangaande, zo H6440 gij voor Mijn aangezicht H3212 H8799 wandelen zult H834 , gelijk als H1 uw vader H1732 David H1980 H8804 gewandeld heeft H6213 H8800 , en doen H3605 naar alles H834 , wat H6680 H8765 Ik u geboden heb H2706 , en Mijn inzettingen H4941 en Mijn rechten H8104 H8799 houden zult;

18 H3678 Zo zal Ik den troon H4438 uws koninkrijks H6965 H8689 bevestigen H834 , gelijk als H1 Ik [een] [verbond] met uw vader H1732 David H3772 H8804 gemaakt heb H559 H8800 , zeggende H3808 : Geen H376 man H3772 H8735 zal u afgesneden worden H3478 , die in Israel H4910 H8802 heerse.

19 H518 Maar zo H859 gijlieden H7725 H8799 u afkeren zult H2708 , en Mijn inzettingen H4687 en Mijn geboden H834 , die H6440 Ik voor uw aangezicht H5414 H8804 gegeven heb H5800 H8804 , verlaten H1980 H8804 , en henengaan H312 , en andere H430 goden H5647 H8804 dienen H7812 H8694 , en u voor die nederbuigen zult;

20 H5428 H8804 Zo zal Ik hen uitrukken H4480 H5921 uit H127 Mijn land H834 , dat H5414 H8804 Ik hun gegeven heb H2088 , en dit H1004 huis H834 , dat H8034 Ik Mijn Naam H6942 H8689 geheiligd heb H4480 H5921 , zal Ik van H6440 Mijn aangezicht H7993 H8686 wegwerpen H4912 , en zal het tot een spreekwoord H8148 en spotrede H3605 onder alle H5971 volken H5414 H8799 maken.

21 H2088 En dit H1004 huis H5945 , dat verheven H1961 H8804 zal geweest zijn H5921 , daarover H3605 zal zich een ieder H5674 H8802 , die voorbijgaat H8074 H8799 , ontzetten H559 H8804 , dat hij zal zeggen H4100 : Waarom H3068 heeft de HEERE H2063 aan dit H776 land H2088 en aan dit H1004 huis H3602 alzo H6213 H8804 gedaan?

22 H559 H8804 En men zal zeggen H5921 H834 : Omdat H3068 zij den HEERE H1 , hunner vaderen H430 God H5800 H8804 , verlaten hebben H834 , Die H4480 hen uit H776 H4714 Egypteland H3318 H8689 uitgevoerd had H312 , en hebben zich aan andere H430 goden H2388 H8686 gehouden H7812 H8691 , en zich voor dezelve nedergebogen H5647 H8799 , en hen gediend H5921 H3651 ; daarom H3605 heeft Hij al H2063 dat H7451 kwaad H5921 over H935 H8689 hen gebracht.