Daniel 4

DSV_Strongs(i)
  1 H4430 De koning H5020 Nebukadnezar H3606 aan alle H5972 volken H524 , natien H3961 en tongen H3606 , die op den gansen H772 aardbodem H1753 H8748 wonen H8001 : uw vrede H7680 H8748 worde vermenigvuldigd!
  2 H8232 H8754 Het behaagt H6925 mij H2324 H8682 te verkondigen H852 de tekenen H8540 en wonderen H5943 , die de allerhoogste H426 God H5974 aan mij H5648 H8754 gedaan heeft.
  3 H4101 Hoe H7260 groot H852 zijn Zijn tekenen H4101 ! en hoe H8624 machtig H8540 Zijn wonderen H4437 ! Zijn Rijk H5957 is een eeuwig H4437 Rijk H7985 , en Zijn heerschappij H5974 is van H1859 geslacht H1859 tot geslacht.
  4 H576 Ik H5020 , Nebukadnezar H7954 H8752 , gerust H1934 H8754 zijnde H1005 in mijn huis H1965 , en in mijn paleis H7487 groenende,
  5 H2370 H8754 Zag H2493 een droom H1763 H8741 , die mij vervaarde H2031 , en de gedachten H5922 , die ik op H4903 mijn bed H2376 had, en de gezichten H7217 mijns hoofds H927 H8792 beroerden mij.
  6 H2942 Daarom is er een bevel H4481 van mij H7761 H8752 gesteld H6925 , dat men voor H5954 H8682 mij zou inbrengen H3606 al H2445 de wijzen H895 van Babel H6591 , opdat zij mij de uitlegging H2493 van dien droom H3046 H8681 zouden bekend maken.
  7 H116 Toen H5954 H8750 kwamen H2749 in de tovenaars H826 , de sterrekijkers H3779 , de Chaldeen H1505 H8750 en de waarzeggers H576 ; en ik H560 H8750 zeide H2493 den droom H6925 voor H3046 H0 hen; maar zij maakten H6591 mij zijn uitlegging H3809 niet H3046 H8683 bekend;
  8 H5705 Totdat H318 ten laatste H1841 Daniel H6925 voor mij H5922 inkwam H8036 , wiens naam H1096 Beltsazar H8036 is, naar den naam H426 mijns gods H7308 , in wien ook de geest H6922 der heilige H426 goden H560 H8754 is; en ik vertelde H2493 den droom H6925 voor hem, [zeggende]:
  9 H1096 Beltsazar H7229 , gij overste H2749 der tovenaars H576 ! dewijl ik H3046 H8754 weet H7308 , dat de geest H6922 der heilige H426 goden H3606 H3809 in u is, en geen H7328 verborgenheid H598 H8750 u zwaar is H560 H8747 , zo zeg H2376 de gezichten H2493 mijns drooms H2370 H8754 , dien ik gezien heb H6591 , te weten zijn uitlegging.
  10 H2376 De gezichten H7217 nu mijns hoofds H5922 op H4903 mijn leger H1934 H8754 H2370 H8751 waren [deze]: Ik zag H431 , en ziet H363 , er was een boom H1459 in het midden H772 der aarde H7314 , en zijn hoogte H7690 was groot.
  11 H363 De boom H7236 H8754 werd groot H8631 H8754 en sterk H7314 ; en zijn hoogte H4291 H8748 reikte H8065 aan den hemel H2379 , en hij werd gezien H5491 tot aan het einde H3606 der ganse H772 aarde;
  12 H6074 Zijn loof H8209 was schoon H4 , en zijn vruchten H7690 vele H4203 , en er was spijze H3606 aan dezelve voor allen H8460 ; onder H2927 H0 hem vond H2423 het gedierte H1251 des velds H2927 H8681 schaduw H6853 , en de vogelen H8065 des hemels H1753 H8748 woonden H6056 in zijn takken H3606 , en alle H1321 vlees H4481 werd daarvan H2110 H8729 gevoed.
  13 H1934 H8754 H2370 H8751 Ik zag H2376 [verder] in de gezichten H7217 mijns hoofds H5922 , op H4903 mijn leger H431 ; en ziet H5894 , een wachter H6922 , namelijk een heilige H5182 H8750 , kwam af H4481 van H8065 den hemel,
  14 H7123 H8751 Roepende H2429 met kracht H3652 , en aldus H560 H8750 zeggende H1414 H0 : Houwt H363 dien boom H1414 af H7113 H8745 , en kapt H6056 zijn takken H5426 H8680 af; stroopt H6074 zijn loof H921 H8745 af, en verstrooit H4 zijn vruchten H2423 , dat de dieren H4481 van H8479 onder H5111 H8748 hem wegzwerven H6853 , en de vogelen H4481 van H6056 zijn takken;
  15 H1297 Doch H7662 H8747 laat H6136 den stam H8330 [met] zijn wortelen H772 in de aarde H6523 , en met een ijzeren H5174 en koperen H613 band H1883 in het tedere gras H1251 des velds H2920 ; en laat hem in den dauw H8065 des hemels H6647 H8721 nat gemaakt worden H2508 , en zijn deel H5974 zij met H2423 het gedierte H6211 in het kruid H772 der aarde.
  16 H3825 Zijn hart H8133 H8741 worde veranderd H4481 , dat het geens H606 mensen H2423 [hart] meer zij, en hem worde eens beesten H3825 hart H3052 H8725 gegeven H7655 , en laat zeven H5732 tijden H5922 over H2499 hem voorbijgaan.
  17 H6600 Deze zaak H1510 is in het besluit H5894 der wachters H7595 , en deze begeerte H3983 is in het woord H6922 der heiligen H5705 H1701 ; opdat H2417 de levenden H3046 H8748 bekennen H5943 , dat de Allerhoogste H7990 heerschappij heeft H4437 over de koninkrijken H606 der mensen H5415 H8748 , en geeft H4479 ze aan wien H6634 H8748 Hij wil H6966 H8681 , ja, zet H5922 daarover H8215 den laagste H606 onder de mensen.
  18 H1836 Dezen H2493 droom H576 heb ik H4430 , koning H5020 Nebukadnezar H2370 H8754 gezien H607 ; gij H1096 nu, Beltsazar H560 H8747 ! zeg H6591 de uitlegging H6903 van dien, dewijl H3606 al H2445 de wijzen H4437 mijns koninkrijks H6591 mij de uitlegging H3809 niet H3202 H8750 hebben kunnen H3046 H8682 bekend maken H607 ; maar gij H3546 H8751 kunt H7308 wel, dewijl de geest H6922 der heilige H426 goden in u is.
  19 H116 Toen H8075 H8733 ontzette zich H1841 Daniel H8036 , wiens naam H1096 Beltsazar H2298 is, bij een H8160 uur H7476 lang, en zijn gedachten H927 H8792 beroerden H4430 hem. De koning H6032 H8750 antwoordde H560 H8750 en zeide H1096 : Beltsazar H2493 ! laat u de droom H6591 en zijn uitlegging H409 niet H927 H8792 beroeren H1096 . Beltsazar H6032 H8750 antwoordde H560 H8750 en zeide H4756 : Mijn heer H2493 ! de droom H8131 H8750 [wedervare] uw hateren H6591 , en zijn uitlegging H6146 uw wederpartijders!
  20 H363 De boom H2370 H8754 , dien gij gezien hebt H7236 H8754 , die groot H8631 H8754 en sterk geworden was H7314 , en wiens hoogte H8065 tot aan den hemel H4291 H8748 reikte H3606 , en die over het ganse H772 aardrijk H2379 gezien werd;
  21 H6074 En wiens loof H8209 schoon H4 , en wiens vruchten H7690 vele H4203 waren, en waar spijze H3606 aan was voor allen H8460 , onder H2423 wien het gedierte H1251 des velds H1753 H8748 woonde H6056 , en in wiens takken H6853 de vogelen H8065 des hemels H7932 H8748 nestelden;
  22 H607 Dat zijt gij H4430 , o koning H7236 H8754 ! die groot H8631 H8748 en sterk zijt geworden H7238 ; want uw grootheid H7236 H8754 is zo gewassen H4291 H8754 , dat zij reikt H8065 aan den hemel H7985 , en uw heerschappij H5491 aan het einde H772 des aardrijks.
  23 H4430 Dat nu de koning H5894 , een wachter H6922 , namelijk een heilige H2370 H8754 gezien heeft H4481 , van H8065 den hemel H5182 H8750 afkomende H560 H8750 , die zeide H1414 H0 : Houwt H363 dezen boom H1414 af H2255 H8740 , en verderft H1297 hem; doch H7662 H8747 laat H6136 den stam H8330 [met] zijn wortelen H772 in de aarde H6523 , en met een ijzeren H5174 en koperen H613 band H1883 in het tedere gras H1251 des velds H2920 , en in de dauw H8065 des hemels H6647 H8721 nat gemaakt worden H2508 , en dat zijn deel H5974 zij met H2423 het gedierte H1251 des velds H5705 , totdat H7655 er zeven H5732 tijden H5922 over H2499 hem voorbijgaan;
  24 H1836 Dit H6591 is de beduiding H4430 , o koning H1932 ! en dit H1510 is een besluit H5943 des Allerhoogsten H5922 , hetwelk over H4756 mijn heer H4430 , den koning H4291 H8754 , komen zal:
  25 H4481 Te weten, men zal u van H606 de mensen H2957 H8751 verstoten H5974 , en met H2423 het gedierte H1251 des velds H4070 zal uw woning H1934 H8748 zijn H6211 , en men zal u het kruid H8450 , als den ossen H2939 H8748 , te smaken geven H2920 ; en gij zult van den dauw H8065 des hemels H6647 H8743 nat gemaakt worden H7655 , en er zullen zeven H5732 tijden H5922 over H2499 u voorbijgaan H5705 , totdat H3046 H8748 gij bekent H5943 , dat de Allerhoogste H7990 heerschappij heeft H4437 over de koninkrijken H606 der mensen H5415 H8748 , en geeft H4479 ze, wien H6634 H8748 Hij wil.
  26 H560 H8754 Dat er ook gezegd is H6136 , dat men den stam H8330 [met] de wortelen H363 van dien boom H7662 H8749 laten zou H4437 ; uw koninkrijk H7011 zal u bestendig zijn H4481 , nadat H3046 H8748 gij zult bekend hebben H8065 , dat de Hemel H7990 heerst.
  27 H3861 Daarom H4430 , o koning H4431 ! laat mijn raad H5922 u H8232 H8748 behagen H6562 H0 , en breek H2408 uw zonden H6562 H8747 af H6665 door gerechtigheid H5758 , en uw ongerechtigheden H2604 H8749 door genade te bewijzen H6033 H8750 aan de ellendigen H2006 , of H754 er verlenging H7963 van uw vrede H1934 H8748 mocht wezen.
  28 H3606 Dit alles H4291 H8754 overkwam H5922 den H4430 koning H5020 Nebukadnezar.
  29 H7118 [Want] op het einde H8648 H6236 van twaalf H3393 maanden H5922 , [toen] hij op H4437 het koninklijk H1965 paleis H895 van Babel H1934 H8754 H1981 H8750 wandelde,
  30 H6032 H8750 Sprak H4430 de koning H560 H8750 , en zeide H1932 H1668 : Is dit H3809 niet H7229 het grote H895 Babel H576 , dat ik H1124 H8754 gebouwd heb H1005 tot een huis H4437 des koninkrijks H8632 , door de sterkte H2632 mijner macht H3367 , en ter ere H1923 mijner heerlijkheid!
  31 H4406 Dit woord H5751 nog H4430 zijnde in des konings H6433 mond H5308 H8754 , viel H7032 er een stem H4481 uit H8065 den hemel H4430 : U, o koning H5020 Nebukadnezar H560 H8750 ! wordt gezegd H4437 : Het koninkrijk H4481 is van H5709 H8754 u gegaan.
  32 H4481 En men zal u van H606 de mensen H2957 H8751 verstoten H4070 , en uw woning H5974 zal bij H2423 de beesten H1251 des velds H6211 zijn; men zal u gras H2939 H8748 te smaken geven H8450 , als den ossen H7655 , en er zullen zeven H5732 tijden H5922 over H2499 u voorbijgaan H5705 , totdat H3046 H8748 gij bekent H5943 , dat de Allerhoogste H4437 over de koninkrijken H606 der mensen H7990 heerschappij heeft H5415 H8748 , en dat Hij ze geeft H4479 , aan wien H6634 H8748 Hij wil.
  33 H8160 Ter zelfder ure H4406 werd dat woord H5487 H8754 volbracht H5922 over H5020 Nebukadnezar H4481 , want hij werd uit H606 de mensen H2957 H8752 verstoten H399 H8748 , en hij at H6211 gras H8450 als de ossen H1655 , en zijn lichaam H2920 werd van den dauw H8065 des hemels H6647 H8721 nat gemaakt H5705 , totdat H8177 zijn haar H7236 H8754 wies H5403 als der arenden H2953 [vederen], en zijn nagelen H6853 als der vogelen.
  34 H7118 Ten einde H3118 dezer dagen H5191 H8754 nu, hief H576 ik H5020 , Nebukadnezar H5870 , mijn ogen H8065 op ten hemel H4486 , want mijn verstand H8421 H8748 kwam weer H5922 in mij H1289 H8745 ; en ik loofde H5943 den Allerhoogste H7624 H8745 , en ik prees H1922 H8745 en verheerlijkte H2417 H5957 den Eeuwiglevende H7985 , omdat Zijn heerschappij H5957 is een eeuwige H7985 heerschappij H4437 , en Zijn Koninkrijk H5974 is van H1859 geslacht H1859 tot geslacht;
  35 H3606 En al H1753 H8748 de inwoners H772 der aarde H3809 zijn als niets H2804 H8752 geacht H5648 H8751 , en Hij doet H6634 H8749 naar Zijn wil H2429 met het heir H8065 des hemels H1753 H8748 en de inwoners H772 der aarde H383 , en er is H3809 niemand H3028 , die Zijn hand H4223 H8741 afslaan H560 H8748 , of tot Hem zeggen H4101 kan: Wat H5648 H8754 doet Gij?
  36 H2166 Ter zelfder tijd H8421 H0 kwam H4486 mijn verstand H8421 H8748 weder H5922 in mij H8421 H0 ; ook kwam H3367 de heerlijkheid H4437 mijns koninkrijks H1923 , mijn majesteit H2122 en mijn glans H8421 H8748 weder H5922 op mij H1907 ; en mijn raadsheren H7261 en mijn geweldigen H1156 H8748 zochten H5922 mij H4437 , en ik werd in mijn koninkrijk H8627 H8717 bevestigd H3493 ; en mij werd groter H7238 heerlijkheid H3255 H8717 toegevoegd.
  37 H3705 Nu H7624 H8743 prijs H576 ik H5020 , Nebukadnezar H7313 H8751 , en verhoog H1922 H8743 , en verheerlijk H4430 den Koning H8065 des hemels H3606 , omdat al H4567 Zijn werken H7187 waarheid H735 , en Zijn paden H1780 gerichten H3202 H8750 zijn; en Hij is machtig H8214 H8682 te vernederen H1467 degenen, die in hoogmoed H1981 H8683 wandelen.