DSV_Strongs(i)
1
H4430
De koning
H5020
Nebukadnezar
H3606
aan alle
H5972
volken
H524
, natien
H3961
en tongen
H3606
, die op den gansen
H772
aardbodem
H1753 H8748
wonen
H8001
: uw vrede
H7680 H8748
worde vermenigvuldigd!
2
H8232 H8754
Het behaagt
H6925
mij
H2324 H8682
te verkondigen
H852
de tekenen
H8540
en wonderen
H5943
, die de allerhoogste
H426
God
H5974
aan mij
H5648 H8754
gedaan heeft.
3
H4101
Hoe
H7260
groot
H852
zijn Zijn tekenen
H4101
! en hoe
H8624
machtig
H8540
Zijn wonderen
H4437
! Zijn Rijk
H5957
is een eeuwig
H4437
Rijk
H7985
, en Zijn heerschappij
H5974
is van
H1859
geslacht
H1859
tot geslacht.
4
H576
Ik
H5020
, Nebukadnezar
H7954 H8752
, gerust
H1934 H8754
zijnde
H1005
in mijn huis
H1965
, en in mijn paleis
H7487
groenende,
5
H2370 H8754
Zag
H2493
een droom
H1763 H8741
, die mij vervaarde
H2031
, en de gedachten
H5922
, die ik op
H4903
mijn bed
H2376
had, en de gezichten
H7217
mijns hoofds
H927 H8792
beroerden mij.
6
H2942
Daarom is er een bevel
H4481
van mij
H7761 H8752
gesteld
H6925
, dat men voor
H5954 H8682
mij zou inbrengen
H3606
al
H2445
de wijzen
H895
van Babel
H6591
, opdat zij mij de uitlegging
H2493
van dien droom
H3046 H8681
zouden bekend maken.
7
H116
Toen
H5954 H8750
kwamen
H2749
in de tovenaars
H826
, de sterrekijkers
H3779
, de Chaldeen
H1505 H8750
en de waarzeggers
H576
; en ik
H560 H8750
zeide
H2493
den droom
H6925
voor
H3046 H0
hen; maar zij maakten
H6591
mij zijn uitlegging
H3809
niet
H3046 H8683
bekend;
8
H5705
Totdat
H318
ten laatste
H1841
Daniel
H6925
voor mij
H5922
inkwam
H8036
, wiens naam
H1096
Beltsazar
H8036
is, naar den naam
H426
mijns gods
H7308
, in wien ook de geest
H6922
der heilige
H426
goden
H560 H8754
is; en ik vertelde
H2493
den droom
H6925
voor hem, [zeggende]:
9
H1096
Beltsazar
H7229
, gij overste
H2749
der tovenaars
H576
! dewijl ik
H3046 H8754
weet
H7308
, dat de geest
H6922
der heilige
H426
goden
H3606 H3809
in u is, en geen
H7328
verborgenheid
H598 H8750
u zwaar is
H560 H8747
, zo zeg
H2376
de gezichten
H2493
mijns drooms
H2370 H8754
, dien ik gezien heb
H6591
, te weten zijn uitlegging.
10
H2376
De gezichten
H7217
nu mijns hoofds
H5922
op
H4903
mijn leger
H1934 H8754 H2370 H8751
waren [deze]: Ik zag
H431
, en ziet
H363
, er was een boom
H1459
in het midden
H772
der aarde
H7314
, en zijn hoogte
H7690
was groot.
11
H363
De boom
H7236 H8754
werd groot
H8631 H8754
en sterk
H7314
; en zijn hoogte
H4291 H8748
reikte
H8065
aan den hemel
H2379
, en hij werd gezien
H5491
tot aan het einde
H3606
der ganse
H772
aarde;
12
H6074
Zijn loof
H8209
was schoon
H4
, en zijn vruchten
H7690
vele
H4203
, en er was spijze
H3606
aan dezelve voor allen
H8460
; onder
H2927 H0
hem vond
H2423
het gedierte
H1251
des velds
H2927 H8681
schaduw
H6853
, en de vogelen
H8065
des hemels
H1753 H8748
woonden
H6056
in zijn takken
H3606
, en alle
H1321
vlees
H4481
werd daarvan
H2110 H8729
gevoed.
13
H1934 H8754 H2370 H8751
Ik zag
H2376
[verder] in de gezichten
H7217
mijns hoofds
H5922
, op
H4903
mijn leger
H431
; en ziet
H5894
, een wachter
H6922
, namelijk een heilige
H5182 H8750
, kwam af
H4481
van
H8065
den hemel,
14
H7123 H8751
Roepende
H2429
met kracht
H3652
, en aldus
H560 H8750
zeggende
H1414 H0
: Houwt
H363
dien boom
H1414
af
H7113 H8745
, en kapt
H6056
zijn takken
H5426 H8680
af; stroopt
H6074
zijn loof
H921 H8745
af, en verstrooit
H4
zijn vruchten
H2423
, dat de dieren
H4481
van
H8479
onder
H5111 H8748
hem wegzwerven
H6853
, en de vogelen
H4481
van
H6056
zijn takken;
15
H1297
Doch
H7662 H8747
laat
H6136
den stam
H8330
[met] zijn wortelen
H772
in de aarde
H6523
, en met een ijzeren
H5174
en koperen
H613
band
H1883
in het tedere gras
H1251
des velds
H2920
; en laat hem in den dauw
H8065
des hemels
H6647 H8721
nat gemaakt worden
H2508
, en zijn deel
H5974
zij met
H2423
het gedierte
H6211
in het kruid
H772
der aarde.
16
H3825
Zijn hart
H8133 H8741
worde veranderd
H4481
, dat het geens
H606
mensen
H2423
[hart] meer zij, en hem worde eens beesten
H3825
hart
H3052 H8725
gegeven
H7655
, en laat zeven
H5732
tijden
H5922
over
H2499
hem voorbijgaan.
17
H6600
Deze zaak
H1510
is in het besluit
H5894
der wachters
H7595
, en deze begeerte
H3983
is in het woord
H6922
der heiligen
H5705 H1701
; opdat
H2417
de levenden
H3046 H8748
bekennen
H5943
, dat de Allerhoogste
H7990
heerschappij heeft
H4437
over de koninkrijken
H606
der mensen
H5415 H8748
, en geeft
H4479
ze aan wien
H6634 H8748
Hij wil
H6966 H8681
, ja, zet
H5922
daarover
H8215
den laagste
H606
onder de mensen.
18
H1836
Dezen
H2493
droom
H576
heb ik
H4430
, koning
H5020
Nebukadnezar
H2370 H8754
gezien
H607
; gij
H1096
nu, Beltsazar
H560 H8747
! zeg
H6591
de uitlegging
H6903
van dien, dewijl
H3606
al
H2445
de wijzen
H4437
mijns koninkrijks
H6591
mij de uitlegging
H3809
niet
H3202 H8750
hebben kunnen
H3046 H8682
bekend maken
H607
; maar gij
H3546 H8751
kunt
H7308
wel, dewijl de geest
H6922
der heilige
H426
goden in u is.
19
H116
Toen
H8075 H8733
ontzette zich
H1841
Daniel
H8036
, wiens naam
H1096
Beltsazar
H2298
is, bij een
H8160
uur
H7476
lang, en zijn gedachten
H927 H8792
beroerden
H4430
hem. De koning
H6032 H8750
antwoordde
H560 H8750
en zeide
H1096
: Beltsazar
H2493
! laat u de droom
H6591
en zijn uitlegging
H409
niet
H927 H8792
beroeren
H1096
. Beltsazar
H6032 H8750
antwoordde
H560 H8750
en zeide
H4756
: Mijn heer
H2493
! de droom
H8131 H8750
[wedervare] uw hateren
H6591
, en zijn uitlegging
H6146
uw wederpartijders!
20
H363
De boom
H2370 H8754
, dien gij gezien hebt
H7236 H8754
, die groot
H8631 H8754
en sterk geworden was
H7314
, en wiens hoogte
H8065
tot aan den hemel
H4291 H8748
reikte
H3606
, en die over het ganse
H772
aardrijk
H2379
gezien werd;
21
H6074
En wiens loof
H8209
schoon
H4
, en wiens vruchten
H7690
vele
H4203
waren, en waar spijze
H3606
aan was voor allen
H8460
, onder
H2423
wien het gedierte
H1251
des velds
H1753 H8748
woonde
H6056
, en in wiens takken
H6853
de vogelen
H8065
des hemels
H7932 H8748
nestelden;
22
H607
Dat zijt gij
H4430
, o koning
H7236 H8754
! die groot
H8631 H8748
en sterk zijt geworden
H7238
; want uw grootheid
H7236 H8754
is zo gewassen
H4291 H8754
, dat zij reikt
H8065
aan den hemel
H7985
, en uw heerschappij
H5491
aan het einde
H772
des aardrijks.
23
H4430
Dat nu de koning
H5894
, een wachter
H6922
, namelijk een heilige
H2370 H8754
gezien heeft
H4481
, van
H8065
den hemel
H5182 H8750
afkomende
H560 H8750
, die zeide
H1414 H0
: Houwt
H363
dezen boom
H1414
af
H2255 H8740
, en verderft
H1297
hem; doch
H7662 H8747
laat
H6136
den stam
H8330
[met] zijn wortelen
H772
in de aarde
H6523
, en met een ijzeren
H5174
en koperen
H613
band
H1883
in het tedere gras
H1251
des velds
H2920
, en in de dauw
H8065
des hemels
H6647 H8721
nat gemaakt worden
H2508
, en dat zijn deel
H5974
zij met
H2423
het gedierte
H1251
des velds
H5705
, totdat
H7655
er zeven
H5732
tijden
H5922
over
H2499
hem voorbijgaan;
24
H1836
Dit
H6591
is de beduiding
H4430
, o koning
H1932
! en dit
H1510
is een besluit
H5943
des Allerhoogsten
H5922
, hetwelk over
H4756
mijn heer
H4430
, den koning
H4291 H8754
, komen zal:
25
H4481
Te weten, men zal u van
H606
de mensen
H2957 H8751
verstoten
H5974
, en met
H2423
het gedierte
H1251
des velds
H4070
zal uw woning
H1934 H8748
zijn
H6211
, en men zal u het kruid
H8450
, als den ossen
H2939 H8748
, te smaken geven
H2920
; en gij zult van den dauw
H8065
des hemels
H6647 H8743
nat gemaakt worden
H7655
, en er zullen zeven
H5732
tijden
H5922
over
H2499
u voorbijgaan
H5705
, totdat
H3046 H8748
gij bekent
H5943
, dat de Allerhoogste
H7990
heerschappij heeft
H4437
over de koninkrijken
H606
der mensen
H5415 H8748
, en geeft
H4479
ze, wien
H6634 H8748
Hij wil.
26
H560 H8754
Dat er ook gezegd is
H6136
, dat men den stam
H8330
[met] de wortelen
H363
van dien boom
H7662 H8749
laten zou
H4437
; uw koninkrijk
H7011
zal u bestendig zijn
H4481
, nadat
H3046 H8748
gij zult bekend hebben
H8065
, dat de Hemel
H7990
heerst.
27
H3861
Daarom
H4430
, o koning
H4431
! laat mijn raad
H5922
u
H8232 H8748
behagen
H6562 H0
, en breek
H2408
uw zonden
H6562 H8747
af
H6665
door gerechtigheid
H5758
, en uw ongerechtigheden
H2604 H8749
door genade te bewijzen
H6033 H8750
aan de ellendigen
H2006
, of
H754
er verlenging
H7963
van uw vrede
H1934 H8748
mocht wezen.
29
H7118
[Want] op het einde
H8648 H6236
van twaalf
H3393
maanden
H5922
, [toen] hij op
H4437
het koninklijk
H1965
paleis
H895
van Babel
H1934 H8754 H1981 H8750
wandelde,
30
H6032 H8750
Sprak
H4430
de koning
H560 H8750
, en zeide
H1932 H1668
: Is dit
H3809
niet
H7229
het grote
H895
Babel
H576
, dat ik
H1124 H8754
gebouwd heb
H1005
tot een huis
H4437
des koninkrijks
H8632
, door de sterkte
H2632
mijner macht
H3367
, en ter ere
H1923
mijner heerlijkheid!
31
H4406
Dit woord
H5751
nog
H4430
zijnde in des konings
H6433
mond
H5308 H8754
, viel
H7032
er een stem
H4481
uit
H8065
den hemel
H4430
: U, o koning
H5020
Nebukadnezar
H560 H8750
! wordt gezegd
H4437
: Het koninkrijk
H4481
is van
H5709 H8754
u gegaan.
32
H4481
En men zal u van
H606
de mensen
H2957 H8751
verstoten
H4070
, en uw woning
H5974
zal bij
H2423
de beesten
H1251
des velds
H6211
zijn; men zal u gras
H2939 H8748
te smaken geven
H8450
, als den ossen
H7655
, en er zullen zeven
H5732
tijden
H5922
over
H2499
u voorbijgaan
H5705
, totdat
H3046 H8748
gij bekent
H5943
, dat de Allerhoogste
H4437
over de koninkrijken
H606
der mensen
H7990
heerschappij heeft
H5415 H8748
, en dat Hij ze geeft
H4479
, aan wien
H6634 H8748
Hij wil.
33
H8160
Ter zelfder ure
H4406
werd dat woord
H5487 H8754
volbracht
H5922
over
H5020
Nebukadnezar
H4481
, want hij werd uit
H606
de mensen
H2957 H8752
verstoten
H399 H8748
, en hij at
H6211
gras
H8450
als de ossen
H1655
, en zijn lichaam
H2920
werd van den dauw
H8065
des hemels
H6647 H8721
nat gemaakt
H5705
, totdat
H8177
zijn haar
H7236 H8754
wies
H5403
als der arenden
H2953
[vederen], en zijn nagelen
H6853
als der vogelen.
34
H7118
Ten einde
H3118
dezer dagen
H5191 H8754
nu, hief
H576
ik
H5020
, Nebukadnezar
H5870
, mijn ogen
H8065
op ten hemel
H4486
, want mijn verstand
H8421 H8748
kwam weer
H5922
in mij
H1289 H8745
; en ik loofde
H5943
den Allerhoogste
H7624 H8745
, en ik prees
H1922 H8745
en verheerlijkte
H2417 H5957
den Eeuwiglevende
H7985
, omdat Zijn heerschappij
H5957
is een eeuwige
H7985
heerschappij
H4437
, en Zijn Koninkrijk
H5974
is van
H1859
geslacht
H1859
tot geslacht;
35
H3606
En al
H1753 H8748
de inwoners
H772
der aarde
H3809
zijn als niets
H2804 H8752
geacht
H5648 H8751
, en Hij doet
H6634 H8749
naar Zijn wil
H2429
met het heir
H8065
des hemels
H1753 H8748
en de inwoners
H772
der aarde
H383
, en er is
H3809
niemand
H3028
, die Zijn hand
H4223 H8741
afslaan
H560 H8748
, of tot Hem zeggen
H4101
kan: Wat
H5648 H8754
doet Gij?
36
H2166
Ter zelfder tijd
H8421 H0
kwam
H4486
mijn verstand
H8421 H8748
weder
H5922
in mij
H8421 H0
; ook kwam
H3367
de heerlijkheid
H4437
mijns koninkrijks
H1923
, mijn majesteit
H2122
en mijn glans
H8421 H8748
weder
H5922
op mij
H1907
; en mijn raadsheren
H7261
en mijn geweldigen
H1156 H8748
zochten
H5922
mij
H4437
, en ik werd in mijn koninkrijk
H8627 H8717
bevestigd
H3493
; en mij werd groter
H7238
heerlijkheid
H3255 H8717
toegevoegd.
37
H3705
Nu
H7624 H8743
prijs
H576
ik
H5020
, Nebukadnezar
H7313 H8751
, en verhoog
H1922 H8743
, en verheerlijk
H4430
den Koning
H8065
des hemels
H3606
, omdat al
H4567
Zijn werken
H7187
waarheid
H735
, en Zijn paden
H1780
gerichten
H3202 H8750
zijn; en Hij is machtig
H8214 H8682
te vernederen
H1467
degenen, die in hoogmoed
H1981 H8683
wandelen.