Deuteronomy 28:1-68

DSV_Strongs(i)
  1 H6963 En het zal geschieden, indien gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8800 , vlijtiglijk H8085 H8799 zult gehoorzamen H8104 H8800 , waarnemende H6213 H8800 te doen H4687 al Zijn geboden H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede H3068 , zo zal de HEERE H430 , uw God H5945 , u hoog H5414 H8804 zetten H1471 boven alle volken H776 der aarde.
  2 H1293 En al deze zegeningen H935 H8804 zullen over u komen H5381 H8689 , en u aantreffen H6963 , wanneer gij der stem H3068 des HEEREN H430 uws Gods H8085 H8799 , zult gehoorzaam zijn.
  3 H1288 H8803 Gezegend H5892 zult gij zijn in de stad H1288 H8803 , en gezegend H7704 zult gij zijn in het veld.
  4 H1288 H8803 Gezegend H6529 zal zijn de vrucht H990 uws buiks H6529 , en de vrucht H127 uws lands H6529 , en de vrucht H929 uwer beesten H7698 , de voortzetting H504 uwer koeien H6251 , en de kudden H6629 van uw klein vee.
  5 H1288 H8803 Gezegend H2935 zal zijn uw korf H4863 , en uw baktrog.
  6 H1288 H8803 Gezegend H935 H8800 zult gij zijn in uw ingaan H1288 H8803 , gezegend H3318 H8800 zult gij zijn in uw uitgaan.
  7 H3068 De HEERE H5414 H8799 zal geven H341 H8802 uw vijanden H6965 H8801 , die tegen u opstaan H5062 H8737 , geslagen H6440 voor uw aangezicht H259 ; door een H1870 weg H3318 H8799 zullen zij tot u uittrekken H7651 , maar door zeven H1870 wegen H6440 zullen zij voor uw aangezicht H5127 H8799 vlieden.
  8 H3068 De HEERE H1293 zal den zegen H6680 H8762 gebieden H618 , dat Hij met u zij in uw schuren H3027 , en in alles, waaraan gij uw hand H4916 slaat H1288 H8765 ; en Hij zal u zegenen H776 in het land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , geven zal.
  9 H3068 De HEERE H6918 zal u Zichzelven tot een heilig H5971 volk H6965 H8686 bevestigen H7650 H8738 , gelijk als Hij u gezworen heeft H4687 , wanneer gij de geboden H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8104 H8799 , zult houden H1870 , en in Zijn wegen H1980 H8804 wandelen.
  10 H5971 En alle volken H776 der aarde H7200 H8804 zullen zien H8034 , dat de Naam H3068 des HEEREN H7121 H8738 over u genoemd is H3372 H8804 , en zij zullen voor u vrezen.
  11 H3068 En de HEERE H3498 H8689 zal u doen overvloeien H2896 aan goed H6529 , in de vrucht H990 uws buiks H6529 , en in de vrucht H929 uwer beesten H6529 , en in de vrucht H127 uws lands H127 ; op het land H3068 , dat de HEERE H1 uw vaderen H7650 H8738 gezworen heeft H5414 H8800 u te zullen geven.
  12 H3068 De HEERE H6605 H8799 zal u opendoen H2896 Zijn goeden H214 schat H8064 , den hemel H776 , om aan uw land H4306 regen H5414 H8800 te geven H6256 te zijner tijd H1288 H8763 , en om te zegenen H4639 al het werk H3027 uwer hand H7227 ; en gij zult aan vele H1471 volken H3867 H8689 lenen H3867 H8799 , maar gij zult niet ontlenen.
  13 H3068 En de HEERE H7218 zal u tot een hoofd H5414 H8804 maken H2180 , en niet tot een staart H4605 , en gij zult alleenlijk boven H4295 zijn, en niet onder H8085 H8799 zijn; wanneer gij horen zult H4687 naar de geboden H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede H8104 H8800 te houden H6213 H8800 en te doen;
  14 H5493 H8799 En gij niet afwijken zult H1697 van al de woorden H3117 , die ik ulieden heden H6680 H8764 gebiede H3225 , ter rechter H8040 [hand] of ter linkerhand H312 , dat gij andere H430 goden H310 H3212 H8800 nawandelt H5647 H8800 , om hen te dienen.
  15 H6963 Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8799 , niet zult gehoorzaam zijn H8104 H8800 , om waar te nemen H6213 H8800 , dat gij doet H4687 al Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede H7045 ; zo zullen al deze vloeken H935 H8804 over u komen H5381 H8689 , en u treffen.
  16 H779 H8803 Vervloekt H5892 zult gij zijn in de stad H779 H8803 , en vervloekt H7704 zult gij zijn in het veld.
  17 H779 H8803 Vervloekt H2935 zal zijn uw korf H4863 , en uw baktrog.
  18 H779 H8803 Vervloekt H6529 zal zijn de vrucht H990 uws buiks H6529 , en de vrucht H127 uws lands H7698 , de voortzetting H504 uwer koeien H6251 , en de kudden H6629 van uw klein vee.
  19 H779 H8803 Vervloekt H935 H8800 zult gij zijn in uw ingaan H779 H8803 , en vervloekt H3318 H8800 zult gij zijn in uw uitgaan.
  20 H3068 De HEERE H7971 H8762 zal onder u zenden H3994 den vloek H4103 , de verstoring H4045 en het verderf H3027 , in alles, waaraan gij uw hand H4916 slaat H6213 H8799 , dat gij doen zult H8045 H8736 ; totdat gij verdelgd wordt H4118 , en totdat gij haastelijk H6 H8800 omkomt H6440 , vanwege H7455 de boosheid H4611 uwer werken H5800 H8804 , waarmede gij Mij verlaten hebt.
  21 H3068 De HEERE H1698 zal u de pestilentie H1692 H8686 doen aankleven H3615 H8763 , totdat Hij u verdoe H127 van het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  22 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7829 met tering H6920 , en met koorts H1816 , en met vurigheid H2746 , en met hitte H2719 , en met droogte H7711 , en met brandkoren H3420 , en met honigdauw H7291 H8804 , die u vervolgen zullen H6 H8800 , totdat gij omkomt.
  23 H8064 En uw hemel H7218 , die boven uw hoofd H5178 is, zal koper H776 zijn, en de aarde H1270 , die onder u is, zal ijzer zijn.
  24 H3068 De HEERE H80 , uw God, zal pulver H6083 en stof H4306 tot regen H776 uws lands H5414 H8799 geven H8064 ; van den hemel H3381 H8799 zal het op u nederdalen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  25 H3068 De HEERE H5062 H8737 zal u geslagen H5414 H8799 geven H6440 voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H259 ; door een H1870 weg H3318 H8799 zult gij tot hem uittrekken H7651 , en door zeven H1870 wegen H6440 zult gij voor zijn aangezicht H5127 H8799 vlieden H4467 ; en gij zult van alle koninkrijken H776 der aarde H2189 beroerd worden.
  26 H5038 En uw dood lichaam H5775 zal aan alle gevogelte H8064 des hemels H929 , en aan de beesten H776 der aarde H3978 tot spijze H2729 H8688 zijn; en niemand zal ze afschrikken.
  27 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7822 met zweren H4714 van Egypte H2914 H8675 H6076 , en met spenen H1618 , en met droge schurft H2775 , en met krauwsel H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden.
  28 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7697 met onzinnigheid H5788 , en met blindheid H8541 , en met verbaasdheid H3824 des harten;
  29 H6672 Dat gij op den middag H4959 H8764 zult omtasten H5787 , gelijk als een blinde H4959 H8762 omtast H653 in het donkere H1870 , en uw wegen H6743 H8686 niet zult voorspoedig maken H6231 H8803 ; maar gij zult alleenlijk verdrukt H1497 H8803 en beroofd zijn H3117 alle dagen H3467 H8688 , en er zal geen verlosser zijn.
  30 H802 Gij zult een vrouw H781 H8762 ondertrouwen H312 H376 , maar een ander H7901 H8799 H8675 H7693 H8799 zal haar beslapen H1004 ; een huis H1129 H8799 zult gij bouwen H3427 H8799 , maar daarin niet wonen H3754 ; een wijngaard H5193 H8799 zult gij planten H2490 H8762 , maar dien niet gemeen maken.
  31 H7794 Uw os H5869 zal voor uw ogen H2873 H8803 geslacht worden H398 H8799 , maar gij zult daarvan niet eten H2543 ; uw ezel H6440 zal van voor uw aangezicht H1497 H8803 geroofd worden H7725 H8799 , en tot u niet wederkeren H6629 ; uw klein vee H341 H8802 zal aan uw vijanden H5414 H8803 gegeven worden H3467 H8688 , en voor u zal geen verlosser zijn.
  32 H1121 Uw zonen H1323 en uw dochteren H312 zullen aan een ander H5971 volk H5414 H8803 gegeven worden H5869 , dat het uw ogen H7200 H8802 aanzien H3616 , en naar hen bezwijken H3117 den gansen dag H410 ; maar het zal in het vermogen H3027 uwer hand niet zijn.
  33 H6529 De vrucht H127 van uw land H3018 en al uw arbeid H5971 zal een volk H398 H8799 eten H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H3117 ; en gij zult alle dagen H6231 H8803 alleenlijk verdrukt H7533 H8803 en gepletterd zijn.
  34 H7696 H8794 En gij zult onzinnig zijn H4758 , vanwege het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  35 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7451 met boze H7822 zweren H1290 , aan de knieen H7785 en aan de benen H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden H3709 H7272 , van uw voetzool H6936 af tot aan uw schedel.
  36 H3068 De HEERE H4428 zal u, mitsgaders uw koning H6965 H8686 , dien gij over u zult gesteld hebben H3212 H8686 , doen gaan H1471 tot een volk H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaderen H5647 H8804 ; en aldaar zult gij dienen H312 andere H430 goden H6086 , hout H68 en steen.
  37 H8047 En gij zult zijn tot een schrik H4912 , tot een spreekwoord H8148 en tot een spotrede H5971 , onder al de volken H3068 , waarheen u de HEERE H5090 H8762 leiden zal.
  38 H7227 Gij zult veel H2233 zaads H7704 op den akker H3318 H8686 uitbrengen H4592 , maar gij zult weinig H622 H8799 inzamelen H697 ; want de sprinkhaan H2628 H8799 zal het verteren.
  39 H3754 Wijngaarden H5193 H8799 zult gij planten H5647 H8804 , en bouwen H3196 , maar gij zult geen wijn H8354 H8799 drinken H103 H8799 , noch iets vergaderen H8438 ; want de worm H398 H8799 zal het afeten.
  40 H2132 Olijfbomen H1366 zult gij hebben in al uw landpalen H8081 , maar gij zult u met olie H5480 H8799 niet zalven H2132 ; want uw olijfboom H5394 H8799 zal [zijn] [vrucht] afwerpen.
  41 H1121 Zonen H1323 en dochteren H3205 H8686 zult gij gewinnen H7628 , maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis H3212 H8799 gaan.
  42 H6086 Al uw geboomte H6529 , en de vrucht H127 uws lands H6767 zal het boos gewormte H3423 H8762 erfelijk bezitten.
  43 H1616 De vreemdeling H7130 , die in het midden H4605 van u is, zal hoog H4605 , hoog H5927 H8799 boven u opklimmen H4295 ; en gij zult laag H4295 , laag H3381 H8799 nederdalen.
  44 H3867 H8686 Hij zal u lenen H3867 H8686 , maar gij zult hem niet lenen H7218 ; hij zal tot een hoofd H2180 zijn, en gij zult tot een staart zijn.
  45 H7045 En al deze vloeken H935 H8804 zullen over u komen H7291 H8804 , en u vervolgen H5381 H8689 , en u treffen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam zult geweest zijn H8104 H8800 , om te houden H4687 Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H6680 H8765 , die Hij u geboden heeft.
  46 H226 En zij zullen onder u tot een teken H4159 , en tot een wonder H2233 zijn, ja, onder uw zaad H5704 tot H5769 in eeuwigheid.
  47 H3068 Omdat gij den HEERE H430 , uw God H5647 H8804 , niet gediend zult hebben H8057 met vrolijkheid H2898 en goedheid H3824 des harten H7230 , vanwege de veelheid van alles;
  48 H341 H8802 Zo zult gij uw vijanden H3068 , die de HEERE H7971 H8762 onder u zenden zal H5647 H8804 , dienen H7458 , in honger H6772 en in dorst H5903 , en in naaktheid H2640 , en in gebrek H1270 van alles; en Hij zal een ijzeren H5923 juk H6677 op uw hals H5414 H8804 leggen H8045 H8687 , totdat Hij u verdelge.
  49 H3068 De HEERE H1471 zal tegen u een volk H5375 H8799 verheffen H7350 van verre H7097 , van het einde H776 der aarde H5404 , gelijk als een arend H1675 H8799 vliegt H1471 ; een volk H3956 , welks spraak H8085 H8799 gij niet zult verstaan;
  50 H1471 Een volk H5794 , stijf H6440 van aangezicht H6440 , dat het aangezicht H2205 des ouden H5375 H8799 niet zal aannemen H5288 , noch den jonge H2603 H8799 genadig zijn.
  51 H6529 En het zal de vrucht H929 uwer beesten H6529 , en de vrucht H127 uws lands H398 H8804 opeten H8045 H8736 , totdat gij verdelgd zult zijn H1715 ; hetwelk u geen koren H8492 , most H3323 noch olie H7698 , voortzetting H504 uwer koeien H6251 noch kudden H6629 van uw klein vee H7604 H8686 zal overig laten H6 H8687 , totdat Hij u verdoe.
  52 H6887 H8689 En het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H1364 , totdat uw hoge H1219 H8803 en vaste H2346 muren H3381 H8800 nedervallen H2004 , op welke H982 H8802 gij vertrouwdet H776 in uw ganse land H6887 H8689 ; ja, het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H776 , in uw ganse land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven heeft.
  53 H398 H8804 En gij zult eten H6529 de vrucht H990 uws buiks H1320 , het vlees H1121 uwer zonen H1323 en uwer dochteren H3068 , die u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven zal hebben H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijanden H6693 H8686 u zullen benauwen.
  54 H376 Aangaande den man H7390 , die teder H3966 onder u, en die zeer H6028 wellustig H5869 geweest is, zijn oog H3415 H8799 zal kwaad H251 zijn tegen zijn broeder H802 , en tegen de huisvrouw H2436 zijns schoots H3499 , en tegen zijn overige H1121 zonen H3498 H8686 , die hij overgehouden zal hebben;
  55 H259 Dat hij niet aan een H5414 H8800 van die zal geven H1320 van het vlees H1121 zijner zonen H398 H8799 , die hij eten zal H7604 H8689 , omdat hij voor zich niets heeft overgehouden H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H8179 u in al uw poorten H6693 H8686 zal benauwen.
  56 H7390 Aangaande de tedere H6028 en wellustige H5254 H8765 [vrouw] onder u, die niet verzocht heeft H3709 H7272 haar voetzool H776 op de aarde H3322 H8687 te zetten H6026 H8692 , omdat zij zich wellustig H7391 en teder hield H5869 ; haar oog H3415 H8799 zal kwaad zijn H376 tegen den man H2436 haars schoots H1121 , en tegen haar zoon H1323 , en tegen haar dochter;
  57 H7988 En dat om haar nageboorte H7272 , die van tussen haar voeten H3318 H8802 uitgegaan zal zijn H1121 , en om haar zonen H3205 H8799 , die zij gebaard zal hebben H398 H8799 ; want zij zal hen eten H5643 in het verborgene H2640 , vermits gebrek H4692 van alles; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H6693 H8686 u zal benauwen H8179 in uw poorten.
  58 H8104 H8799 Indien gij niet zult waarnemen H6213 H8800 te doen H1697 al de woorden H8451 dezer wet H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven zijn H3372 H8800 , om te vrezen H3513 H8737 dezen heerlijken H3372 H8737 en vreselijken H8034 Naam H3068 , den HEERE H430 , uw God;
  59 H3068 Zo zal de HEERE H4347 uw plagen H6381 H8689 wonderlijk maken H4347 , mitsgaders de plagen H2233 van uw zaad H1419 ; het zullen grote H539 H8737 en gewisse H4347 plagen H7451 , en boze H539 H8737 en gewisse H2483 krankten zijn.
  60 H7725 H8689 En Hij zal op u doen keren H4064 alle kwalen H4714 van Egypte H6440 , voor H3025 H8804 dewelke gij gevreesd hebt H1692 H8804 , en zij zullen u aanhangen.
  61 H2483 Ook alle krankte H4347 , en alle plage H5612 , die in het boek H8451 dezer wet H3789 H8803 niet geschreven is H3068 , zal de HEERE H5927 H8686 over u doen komen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  62 H4592 En gij zult met weinige H4962 mensen H7604 H8738 overgelaten worden H834 , in plaats dat H3556 gij geweest zijt als de sterren H8064 des hemels H7230 in menigte H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam geweest zijt.
  63 H3068 En het zal geschieden, gelijk als de HEERE H7797 H8804 Zich over ulieden verblijdde H3190 H8687 , u goed doende H7235 H8687 en u vermenigvuldigende H3068 , alzo zal Zich de HEERE H7797 H8799 over u verblijden H6 H8687 , u verdoende H8045 H8687 en u verdelgende H5255 H8738 ; en gij zult uitgerukt worden H127 uit het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  64 H3068 En de HEERE H6327 H8689 zal u verstrooien H5971 onder alle volken H7097 , van het ene einde H776 der aarde H7097 tot aan het andere einde H312 der aarde; en aldaar zult gij andere H430 goden H5647 H8804 dienen H3045 H8804 , die gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaders H6086 , hout H68 en steen.
  65 H1992 Daartoe zult gij onder dezelve H1471 volken H7280 H8686 niet stil zijn H3709 H7272 , en uw voetzool H4494 zal geen rust H3068 hebben; want de HEERE H7268 zal u aldaar een bevend H3820 hart H5414 H8804 geven H3631 , en bezwijking H5869 der ogen H1671 , en mattigheid H5315 der ziel.
  66 H2416 En uw leven H5048 zal tegenover H8511 H8803 u hangen H3915 ; en gij zult nacht H3119 en dag H6342 H8804 schrikken H2416 , en gij zult van uw leven H539 H8686 niet zeker zijn.
  67 H1242 Des morgens H559 H8799 zult gij zeggen H4320 : Och H5414 H0 , dat H6153 het avond H5414 H8799 ware H6153 ; en des avonds H559 H8799 zult gij zeggen H4310 : Och H5414 H0 , dat H1242 het morgen H5414 H8799 ware H6343 ; vermits den schrik H3824 uws harten H6342 H8799 , waarmede gij zult verschrikt zijn H4758 , en vermits het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  68 H3068 En de HEERE H4714 zal u naar Egypte H7725 H8689 doen wederkeren H591 in schepen H1870 , door een weg H559 H8804 , waarvan ik u gezegd heb H3254 H8686 : Gij zult dien niet meer H7200 H8800 zien H341 H8802 ; en aldaar zult gij u aan uw vijanden H4376 H8694 willen verkopen H5650 tot dienstknechten H8198 en tot dienstmaagden H7069 H8802 ; maar er zal geen koper zijn.