Exodus 31

DSV_Strongs(i)
  1 H1696 H8762 Daarna sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  2 H7200 H8798 Zie H8034 , Ik heb met name H7121 H8804 geroepen H1212 Bezaleel H1121 , den zoon H221 van Uri H1121 , den zoon H2354 van Hur H4294 , van den stam H3063 van Juda.
  3 H4390 H8762 En Ik heb hem vervuld H7307 met den Geest H430 Gods H2451 , met wijsheid H8394 , en met verstand H1847 , en met wetenschap H4399 , namelijk in alle handwerk;
  4 H2803 H8800 Om te bedenken H4284 vernuftigen arbeid H6213 H8800 ; te werken H2091 in goud H3701 , en in zilver H5178 , en in koper,
  5 H2799 H68 En in kunstige steensnijding H4390 H8763 , om in te zetten H2799 H6086 , en in kunstige houtsnijding H6213 H8800 , om te werken H4399 in alle handwerk.
  6 H5414 H8804 En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd H171 Aholiab H1121 , den zoon H294 van Ahisamach H4294 , van den stam H1835 van Dan H3820 ; en in het hart H2450 van een iegelijk, die wijs H3820 van hart H2451 is, heb Ik wijsheid H5414 H8804 gegeven H6213 H8804 ; en zij zullen maken H6680 H8765 al wat Ik u geboden heb.
  7 H168 [Namelijk] de tent H4150 der samenkomst H727 , en de ark H5715 der getuigenis H3727 , en het verzoendeksel H3627 , dat daarop zal zijn, en al het gereedschap H168 der tent;
  8 H7979 En de tafel H3627 , met haar gereedschap H2889 ; en den louteren H4501 kandelaar H3627 , met al zijn gereedschap H4196 H7004 ; en het reukaltaar;
  9 H5930 Ook des brandoffers H4196 altaar H3627 , met al zijn gereedschap H3595 ; en het wasvat H3653 met zijn voet;
  10 H899 H8278 En de ambtsklederen H6944 , en de heilige H899 klederen H3548 van den priester H175 Aaron H899 , en de klederen H1121 van zijn zonen H3547 H8763 , om het priesterambt te bedienen;
  11 H4888 H8081 Ook de zalfolie H7004 , en het reukwerk H5561 van welriekende specerijen H6944 voor het heiligdom H6680 H8765 ; naar alles, wat Ik u geboden heb H6213 H8799 , zullen zij het maken.
  12 H559 H8799 Verder sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  13 H1696 H8761 Gij nu, spreek H1121 tot de kinderen H3478 Israels H559 H8800 , zeggende H389 : Gij zult evenwel H7676 mijn sabbatten H8104 H8799 onderhouden H226 ; want dit is een teken H1755 tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten H3045 H8800 ; opdat men wete H3068 , dat Ik de HEERE H6942 H8764 ben, Die u heilige.
  14 H8104 H8804 Onderhoudt H7676 dan den sabbat H6944 , dewijl hij ulieden heilig H2490 H8764 is! Wie hem ontheiligt H4191 H8800 , zal zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H4399 ; want een ieder, die op denzelven [enig] werk H6213 H8802 doet H5315 , die ziel H3772 H8738 zal uitgeroeid worden H7130 uit het midden H5971 harer volken.
  15 H8337 Zes H3117 dagen H4399 zal men het werk H6213 H8735 doen H7637 ; doch op den zevenden H7676 dag is den sabbat H7677 der rust H6944 , een heiligheid H3068 des HEEREN H7676 H3117 ! Wie op den sabbatdag H4399 arbeid H6213 H8802 doet H4191 H8800 , zal zekerlijk H4191 H8714 gedood worden.
  16 H1121 Dat dan de kinderen H3478 Israels H7676 den sabbat H8104 H8804 houden H7676 , den sabbat H6213 H8800 onderhoudende H1755 in hun geslachten H5769 , tot een eeuwig H1285 verbond.
  17 H1121 Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen H3478 Israels H226 een teken H5769 in eeuwigheid H3068 zijn; dewijl de HEERE H8337 , in zes H3117 dagen H8064 , den hemel H776 en de aarde H6213 H8804 gemaakt H7637 , en op den zevenden H3117 dag H7673 H8804 gerust H5314 H8735 en Zich verkwikt heeft.
  18 H5414 H8799 En Hij gaf H4872 aan Mozes H2022 , als Hij met hem op den berg H5514 Sinai H1696 H8763 te spreken H3615 H8763 geeindigd had H8147 , de twee H3871 tafelen H5715 der getuigenis H3871 , tafelen H68 van steen H3789 H8803 , beschreven H676 met den vinger H430 Gods.