Exodus 40

DSV_Strongs(i)
  1 H1696 H8762 Verder sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  2 H3117 Op den dag H259 der eerste H2320 maand H7223 , [te] [weten] op den eersten H4908 der maand, zult gij den tabernakel H168 , de tent H4150 der samenkomst H6965 H8686 , oprichten.
  3 H8033 En gij zult aldaar H7760 H8804 zetten H727 de ark H5715 der getuigenis H727 ; en gij zult de ark H6532 met den voorhang H5526 H8804 bedekken.
  4 H7979 Daarna zult gij de tafel H935 H8689 daarin brengen H6186 H8804 , en gij zult schikken H6187 wat daarop te schikken H4501 is; gij zult ook den kandelaar H935 H8689 daarin brengen H5216 , en zijn lampen H5927 H8689 aansteken.
  5 H2091 En gij zult het gouden H4196 altaar H7004 ten reukwerk H6440 voor H727 de ark H5715 der getuigenis H5414 H8804 zetten H4539 ; dan zult gij het deksel H6607 van de deur H4908 des tabernakels H7760 H8804 ophangen.
  6 H4196 Gij zult ook het altaar H5930 des brandoffers H5414 H8804 zetten H6440 voor H6607 de deur H4908 van den tabernakel H168 , van de tent H4150 der samenkomst.
  7 H3595 En gij zult het wasvat H5414 H8804 zetten H168 tussen de tent H4150 der samenkomst H4196 , en tussen het altaar H4325 ; en gij zult water H5414 H8804 daar [in] doen.
  8 H2691 Daarna zult gij den voorhof H5439 rondom H7760 H8804 zetten H4539 , en gij zult het deksel H5414 H8804 ophangen H8179 aan de poort H2691 des voorhofs.
  9 H4888 H8081 Dan zult gij de zalfolie H3947 H8804 nemen H4886 H8804 en zalven H4908 den tabernakel H6942 H8765 , en al wat daarin is; en gij zult dezelven heiligen H3627 , met al zijn gereedschap H6944 , en het zal een heiligheid zijn.
  10 H4196 Gij zult ook het altaar H5930 des brandoffers H4886 H8804 zalven H3627 , en al zijn gereedschap H4196 ; en gij zult het altaar H6942 H8765 heiligen H4196 , en het altaar H6944 zal heiligheid H6944 der heiligheden zijn.
  11 H3595 Dan zult gij het wasvat H4886 H8804 zalven H3653 , en deszelfs voet H6942 H8765 ; en gij zult het heiligen.
  12 H175 Gij zult ook Aaron H1121 en zijn zonen H7126 H8689 doen naderen H6607 , tot de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H4325 ; en gij zult hen met water H7364 H8804 wassen.
  13 H175 En gij zult Aaron H6944 de heilige H899 klederen H3847 H8689 aantrekken H4886 H8804 ; en gij zult hem zalven H6942 H8765 , en hem heiligen H3547 H8765 , dat hij Mij het priesterambt bediene.
  14 H1121 Gij zult ook zijn zonen H7126 H8686 doen naderen H3801 , en zult hun de rokken H3847 H8689 aantrekken.
  15 H4886 H8804 En gij zult hen zalven H1 , gelijk als gij hun vader H4886 H8804 zult gezalfd hebben H3547 H8765 , dat zij Mij het priesterambt bedienen H4888 . En het zal geschieden, dat hun hun zalving H5769 zal zijn tot een eeuwig H3550 priesterdom H1755 bij hun geslachten.
  16 H4872 Mozes H6213 H8799 nu deed H3068 het naar alles, wat hem de HEERE H6680 H8765 geboden had H6213 H8804 ; alzo deed hij.
  17 H7223 En het geschiedde in de eerste H2320 maand H8145 , in het tweede H8141 jaar H259 , op den eersten H2320 der maand H4908 , dat de tabernakel H6965 H8717 opgericht werd.
  18 H4872 Want Mozes H6965 H8686 richtte H4908 den tabernakel H5414 H8799 op, en zette H134 zijn voeten H7760 H8799 , en stelde H7175 zijn berderen H5414 H8799 , en zette H1280 zijn richelen H6965 H8686 daaraan, en hij richtte H5982 deszelfs pilaren op.
  19 H6566 H8799 En hij spreidde H168 de tent H4908 uit over den tabernakel H7760 H8799 , en hij zette H4372 het deksel H168 der tent H4605 daar bovenop H3068 , gelijk als de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had.
  20 H3947 H8799 Voorts nam hij H5414 H8799 , en leide H5715 de getuigenis H727 in de ark H7760 H8799 , en deed H905 de handbomen H727 aan de ark H5414 H8799 , en hij zette H3727 het verzoendeksel H4605 boven H727 op de ark.
  21 H935 H8686 En hij bracht H727 de ark H4908 in den tabernakel H7760 H8799 , en hij hing H6532 den voorhang H4539 van het deksel H5526 H8686 op, en bedekte H727 de ark H5715 der getuigenis H3068 , gelijk als de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had.
  22 H5414 H8799 Hij zette H7979 ook de tafel H168 in de tent H4150 der samenkomst H3409 , aan de zijde H4908 des tabernakels H6828 tegen het noorden H2351 , buiten H6532 den voorhang.
  23 H6187 En hij schikte H3899 daarop het brood H6186 H8799 in orde H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN H3068 , gelijk als de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had.
  24 H7760 H8799 Hij zette H4501 ook den kandelaar H168 in de tent H4150 der samenkomst H5227 , recht over H7979 de tafel H3409 , aan de zijde H4908 des tabernakels H5045 , zuidwaarts.
  25 H5927 H0 En hij stak H5216 de lampen H5927 H8686 aan H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H3068 , gelijk als de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had.
  26 H7760 H8799 En hij zette H2091 het gouden H4196 altaar H168 in de tent H4150 der samenkomst H6440 , voor H6532 den voorhang.
  27 H6999 H8686 En hij stak daarop aan H7004 reukwerk H5561 van welriekende specerijen H3068 , gelijk als de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had.
  28 H7760 H8799 Hij hing H4539 ook het deksel H6607 van de deur H4908 des tabernakels.
  29 H7760 H8804 En hij zette H4196 het altaar H5930 des brandoffers H6607 aan de deur H4908 des tabernakels H168 , van de tent H4150 der samenkomst H5927 H8686 ; en hij offerde H5930 daarop brandoffer H4503 , en spijsoffer H3068 , gelijk de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had.
  30 H7760 H8799 Hij zette H3595 ook het wasvat H168 tussen de tent H4150 der samenkomst H4196 , en tussen het altaar H5414 H8799 ; en hij deed H4325 water H7364 H8800 daarin om te wassen.
  31 H4872 En Mozes H175 en Aaron H1121 , en zijn zonen H7364 H8804 wiesen H3027 daaruit hun handen H7272 en hun voeten.
  32 H935 H8800 Als zij ingingen H168 tot de tent H4150 der samenkomst H4196 , en als zij tot het altaar H7126 H8800 naderden H7364 H8799 , zo wiesen zij zich H3068 zich, gelijk als de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had.
  33 H6965 H8686 Hij richtte H2691 ook den voorhof H5439 op, rondom H4908 den tabernakel H4196 en het altaar H5414 H8799 , en hij hing H4539 het deksel H8179 van de poort H2691 des voorhofs H3615 H8762 op. Alzo voleindigde H4872 Mozes H4399 het werk.
  34 H3680 H8762 Toen bedekte H6051 de wolk H168 de tent H4150 der samenkomst H3519 ; en de heerlijkheid H3068 des HEEREN H4390 H8804 vervulde H4908 den tabernakel.
  35 H4872 Zodat Mozes H3201 H8804 niet kon H935 H8800 ingaan H168 in de tent H4150 der samenkomst H6051 , dewijl de wolk H7931 H8804 daarop bleef H3519 , en de heerlijkheid H3068 des HEEREN H4908 den tabernakel H4390 H8804 vervulde.
  36 H6051 Als nu de wolk H5927 H8736 opgeheven werd H5921 van boven H4908 den tabernakel H5265 H8799 , zo reisden H1121 de kinderen H3478 Israels H4550 voort in al hun reizen.
  37 H6051 Maar als de wolk H5927 H8735 niet opgeheven werd H5265 H8799 , zo reisden zij H3117 niet tot op den dag H5927 H8736 , dat zij opgeheven werd.
  38 H6051 Want de wolk H3068 des HEEREN H4908 was op den tabernakel H3119 bij dag H784 , en het vuur H3915 was er bij nacht H5869 op, voor de ogen H1004 van het ganse huis H3478 Israels H4550 in al hun reizen.