DSV_Strongs(i)
2
H3117
Op den dag
H259
der eerste
H2320
maand
H7223
, [te] [weten] op den eersten
H4908
der maand, zult gij den tabernakel
H168
, de tent
H4150
der samenkomst
H6965 H8686
, oprichten.
3
H8033
En gij zult aldaar
H7760 H8804
zetten
H727
de ark
H5715
der getuigenis
H727
; en gij zult de ark
H6532
met den voorhang
H5526 H8804
bedekken.
4
H7979
Daarna zult gij de tafel
H935 H8689
daarin brengen
H6186 H8804
, en gij zult schikken
H6187
wat daarop te schikken
H4501
is; gij zult ook den kandelaar
H935 H8689
daarin brengen
H5216
, en zijn lampen
H5927 H8689
aansteken.
5
H2091
En gij zult het gouden
H4196
altaar
H7004
ten reukwerk
H6440
voor
H727
de ark
H5715
der getuigenis
H5414 H8804
zetten
H4539
; dan zult gij het deksel
H6607
van de deur
H4908
des tabernakels
H7760 H8804
ophangen.
6
H4196
Gij zult ook het altaar
H5930
des brandoffers
H5414 H8804
zetten
H6440
voor
H6607
de deur
H4908
van den tabernakel
H168
, van de tent
H4150
der samenkomst.
7
H3595
En gij zult het wasvat
H5414 H8804
zetten
H168
tussen de tent
H4150
der samenkomst
H4196
, en tussen het altaar
H4325
; en gij zult water
H5414 H8804
daar [in] doen.
8
H2691
Daarna zult gij den voorhof
H5439
rondom
H7760 H8804
zetten
H4539
, en gij zult het deksel
H5414 H8804
ophangen
H8179
aan de poort
H2691
des voorhofs.
9
H4888 H8081
Dan zult gij de zalfolie
H3947 H8804
nemen
H4886 H8804
en zalven
H4908
den tabernakel
H6942 H8765
, en al wat daarin is; en gij zult dezelven heiligen
H3627
, met al zijn gereedschap
H6944
, en het zal een heiligheid zijn.
10
H4196
Gij zult ook het altaar
H5930
des brandoffers
H4886 H8804
zalven
H3627
, en al zijn gereedschap
H4196
; en gij zult het altaar
H6942 H8765
heiligen
H4196
, en het altaar
H6944
zal heiligheid
H6944
der heiligheden zijn.
11
H3595
Dan zult gij het wasvat
H4886 H8804
zalven
H3653
, en deszelfs voet
H6942 H8765
; en gij zult het heiligen.
12
H175
Gij zult ook Aaron
H1121
en zijn zonen
H7126 H8689
doen naderen
H6607
, tot de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H4325
; en gij zult hen met water
H7364 H8804
wassen.
13
H175
En gij zult Aaron
H6944
de heilige
H899
klederen
H3847 H8689
aantrekken
H4886 H8804
; en gij zult hem zalven
H6942 H8765
, en hem heiligen
H3547 H8765
, dat hij Mij het priesterambt bediene.
14
H1121
Gij zult ook zijn zonen
H7126 H8686
doen naderen
H3801
, en zult hun de rokken
H3847 H8689
aantrekken.
15
H4886 H8804
En gij zult hen zalven
H1
, gelijk als gij hun vader
H4886 H8804
zult gezalfd hebben
H3547 H8765
, dat zij Mij het priesterambt bedienen
H4888
. En het zal geschieden, dat hun hun zalving
H5769
zal zijn tot een eeuwig
H3550
priesterdom
H1755
bij hun geslachten.
16
H4872
Mozes
H6213 H8799
nu deed
H3068
het naar alles, wat hem de HEERE
H6680 H8765
geboden had
H6213 H8804
; alzo deed hij.
17
H7223
En het geschiedde in de eerste
H2320
maand
H8145
, in het tweede
H8141
jaar
H259
, op den eersten
H2320
der maand
H4908
, dat de tabernakel
H6965 H8717
opgericht werd.
18
H4872
Want Mozes
H6965 H8686
richtte
H4908
den tabernakel
H5414 H8799
op, en zette
H134
zijn voeten
H7760 H8799
, en stelde
H7175
zijn berderen
H5414 H8799
, en zette
H1280
zijn richelen
H6965 H8686
daaraan, en hij richtte
H5982
deszelfs pilaren op.
19
H6566 H8799
En hij spreidde
H168
de tent
H4908
uit over den tabernakel
H7760 H8799
, en hij zette
H4372
het deksel
H168
der tent
H4605
daar bovenop
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
aan Mozes
H6680 H8765
geboden had.
20
H3947 H8799
Voorts nam hij
H5414 H8799
, en leide
H5715
de getuigenis
H727
in de ark
H7760 H8799
, en deed
H905
de handbomen
H727
aan de ark
H5414 H8799
, en hij zette
H3727
het verzoendeksel
H4605
boven
H727
op de ark.
21
H935 H8686
En hij bracht
H727
de ark
H4908
in den tabernakel
H7760 H8799
, en hij hing
H6532
den voorhang
H4539
van het deksel
H5526 H8686
op, en bedekte
H727
de ark
H5715
der getuigenis
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
aan Mozes
H6680 H8765
geboden had.
22
H5414 H8799
Hij zette
H7979
ook de tafel
H168
in de tent
H4150
der samenkomst
H3409
, aan de zijde
H4908
des tabernakels
H6828
tegen het noorden
H2351
, buiten
H6532
den voorhang.
23
H6187
En hij schikte
H3899
daarop het brood
H6186 H8799
in orde
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
aan Mozes
H6680 H8765
geboden had.
24
H7760 H8799
Hij zette
H4501
ook den kandelaar
H168
in de tent
H4150
der samenkomst
H5227
, recht over
H7979
de tafel
H3409
, aan de zijde
H4908
des tabernakels
H5045
, zuidwaarts.
25
H5927 H0
En hij stak
H5216
de lampen
H5927 H8686
aan
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
aan Mozes
H6680 H8765
geboden had.
26
H7760 H8799
En hij zette
H2091
het gouden
H4196
altaar
H168
in de tent
H4150
der samenkomst
H6440
, voor
H6532
den voorhang.
27
H6999 H8686
En hij stak daarop aan
H7004
reukwerk
H5561
van welriekende specerijen
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
aan Mozes
H6680 H8765
geboden had.
29
H7760 H8804
En hij zette
H4196
het altaar
H5930
des brandoffers
H6607
aan de deur
H4908
des tabernakels
H168
, van de tent
H4150
der samenkomst
H5927 H8686
; en hij offerde
H5930
daarop brandoffer
H4503
, en spijsoffer
H3068
, gelijk de HEERE
H4872
aan Mozes
H6680 H8765
geboden had.
30
H7760 H8799
Hij zette
H3595
ook het wasvat
H168
tussen de tent
H4150
der samenkomst
H4196
, en tussen het altaar
H5414 H8799
; en hij deed
H4325
water
H7364 H8800
daarin om te wassen.
31
H4872
En Mozes
H175
en Aaron
H1121
, en zijn zonen
H7364 H8804
wiesen
H3027
daaruit hun handen
H7272
en hun voeten.
32
H935 H8800
Als zij ingingen
H168
tot de tent
H4150
der samenkomst
H4196
, en als zij tot het altaar
H7126 H8800
naderden
H7364 H8799
, zo wiesen zij zich
H3068
zich, gelijk als de HEERE
H4872
aan Mozes
H6680 H8765
geboden had.
33
H6965 H8686
Hij richtte
H2691
ook den voorhof
H5439
op, rondom
H4908
den tabernakel
H4196
en het altaar
H5414 H8799
, en hij hing
H4539
het deksel
H8179
van de poort
H2691
des voorhofs
H3615 H8762
op. Alzo voleindigde
H4872
Mozes
H4399
het werk.
34
H3680 H8762
Toen bedekte
H6051
de wolk
H168
de tent
H4150
der samenkomst
H3519
; en de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H4390 H8804
vervulde
H4908
den tabernakel.
35
H4872
Zodat Mozes
H3201 H8804
niet kon
H935 H8800
ingaan
H168
in de tent
H4150
der samenkomst
H6051
, dewijl de wolk
H7931 H8804
daarop bleef
H3519
, en de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H4908
den tabernakel
H4390 H8804
vervulde.
36
H6051
Als nu de wolk
H5927 H8736
opgeheven werd
H5921
van boven
H4908
den tabernakel
H5265 H8799
, zo reisden
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H4550
voort in al hun reizen.