Exodus 7

DSV_Strongs(i)
  1 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H7200 H8798 : Zie H430 , Ik heb u [tot] een God H5414 H8804 gezet H6547 over Farao H175 ; en Aaron H251 , uw broeder H5030 , zal uw profeet zijn.
  2 H1696 H8762 Gij zult spreken H6680 H8762 alles, wat Ik u gebieden zal H175 ; en Aaron H251 , uw broeder H6547 , zal tot Farao H1696 H8762 spreken H1121 , dat hij de kinderen H3478 Israels H776 uit zijn land H7971 H8765 trekken laat.
  3 H6547 Doch Ik zal Farao's H3820 hart H7185 H8686 verharden H226 ; en Ik zal Mijn tekenen H4159 en Mijn wonderheden H776 H4714 in Egypteland H7235 H8689 vermenigvuldigen.
  4 H6547 Farao H8085 H8799 nu zal naar ulieden niet horen H3027 , en Ik zal Mijn hand H4714 aan Egypte H5414 H8804 leggen H3318 H8689 , en voeren H6635 Mijn heiren H5971 , Mijn volk H1121 , de kinderen H3478 Israels H776 H4714 , uit Egypteland H1419 , door grote H8201 gerichten.
  5 H4714 Dan zullen de Egyptenaars H3045 H8804 weten H3068 , dat Ik de HEERE H3027 ben, wanneer Ik Mijn hand H4714 over Egypte H5186 H8800 uitstrekke H1121 , en de kinderen H3478 Israels H8432 uit het midden H3318 H8689 van hen uitleide.
  6 H6213 H8799 Toen deed H4872 Mozes H175 en Aaron H3068 , als hun de HEERE H6680 H8765 geboden had H6213 H8804 , alzo deden zij.
  7 H4872 En Mozes H8084 was tachtig H8141 jaar H1121 oud H175 , en Aaron H7969 was drie H8084 en tachtig H8141 jaar H1121 oud H6547 , toen zij tot Farao H1696 H8763 spraken.
  8 H3068 En de HEERE H559 H8799 sprak H4872 tot Mozes H175 en tot Aaron H559 H8800 , zeggende:
  9 H6547 Wanneer Farao H1696 H8762 tot ulieden spreken zal H559 H8800 , zeggende H5414 H8798 : Doet H4159 een wonderteken H175 voor ulieden; zo zult gij tot Aaron H559 H8804 zeggen H3947 H8798 : Neem H4294 uw staf H7993 H8685 , en werp H6547 [hem] voor Farao's H6440 aangezicht H8577 neder; hij zal tot een draak worden.
  10 H935 H8799 Toen ging H4872 Mozes H175 en Aaron H6547 tot Farao H6213 H8799 henen in, en deden H3068 alzo, gelijk de HEERE H6680 H8765 geboden had H175 ; en Aaron H7993 H8686 wierp H4294 zijn staf H6547 neder voor Farao's H6440 aangezicht H6440 , en voor het aangezicht H5650 zijner knechten H8577 ; en hij werd tot een draak.
  11 H6547 Farao H7121 H8799 nu riep H2450 ook de wijzen H3784 H8764 en de guichelaars H4714 ; en de Egyptische H2748 tovenaars H6213 H8799 deden H3651 ook alzo H3858 met hun bezweringen.
  12 H376 Want een iegelijk H7993 H8686 wierp H4294 zijn staf H8577 neder, en zij werden tot draken H175 ; maar Aarons H4294 staf H1104 H8799 verslond H4294 hun staven.
  13 H6547 Doch Farao's H3820 hart H2388 H8799 verstokte H8085 H8804 , zodat hij naar hen niet hoorde H3068 , gelijk de HEERE H1696 H8765 gesproken had.
  14 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H6547 : Farao's H3820 hart H3515 is zwaar H3985 H8765 ; hij weigert H5971 het volk H7971 H8763 te laten trekken.
  15 H3212 H8798 Ga heen H6547 tot Farao H1242 in den morgenstond H3318 H8802 ; zie, hij zal uitgaan H4325 naar het water H5324 H8738 toe, zo stel u H7125 H8800 tegen hem over H8193 aan den oever H2975 der rivier H4294 , en den staf H5175 , die in een slang H2015 H8738 is veranderd geweest H3027 , zult gij in uw hand H3947 H8799 nemen.
  16 H559 H8804 En gij zult tot hem zeggen H3068 : de HEERE H430 , de God H5680 der Hebreen H7971 H8804 , heeft mij tot u gezonden H559 H8800 , zeggende H5971 : Laat Mijn volk H7971 H8761 trekken H5647 H8799 , dat het Mij diene H4057 in de woestijn H3541 ; doch zie, gij hebt tot nu H8085 H8804 toe niet gehoord.
  17 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H3045 H8799 : Daaraan zult gij weten H3068 , dat Ik de HEERE H4294 ben; zie, ik zal met dezen staf H3027 , die in mijn hand H4325 is, op het water H2975 , dat in deze rivier H5221 H8688 is, slaan H1818 , en het zal in bloed H2015 H8738 veranderd worden.
  18 H1710 En de vis H2975 in de rivier H4191 H8799 zal sterven H2975 , zodat de rivier H887 H8804 zal stinken H4714 ; en de Egyptenaars H3811 H8738 zullen vermoeid worden H4325 , dat zij het water H2975 uit de rivier H8354 H8800 drinken mogen.
  19 H559 H8799 Verder zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8798 : zeg H175 tot Aaron H3947 H8798 : Neem H4294 uw staf H5186 H0 , en steek H3027 uw hand H5186 H8798 uit H4325 over de wateren H4714 der Egyptenaren H5104 , over hun stromen H2975 , over hun rivieren H98 , en over hun poelen H4723 , en over alle vergadering H4325 hunner wateren H1818 , dat zij bloed H1818 worden; en er zij bloed H776 H4714 in het ganse Egypteland H6086 , beide in houten H68 en in stenen [vaten].
  20 H4872 Mozes H175 nu en Aaron H6213 H8799 deden H3068 alzo, gelijk de HEERE H6680 H8765 geboden had H7311 H8686 ; en hij hief H4294 den staf H5221 H8686 op, en sloeg H4325 het water H2975 , dat in de rivier H5869 was, voor de ogen H6547 van Farao H5869 , en voor de ogen H5650 van zijn knechten H4325 ; en al het water H2975 in de rivier H1818 werd in bloed H2015 H8735 veranderd.
  21 H1710 En de vis H2975 , die in de rivier H4191 H8804 was, stierf H2975 ; en de rivier H887 H8799 stonk H4714 , zodat de Egyptenaars H4325 het water H2975 uit de rivier H8354 H8800 niet drinken H3201 H8804 konden H1818 ; en er was bloed H776 H4714 in het ganse Egypteland.
  22 H4714 Doch de Egyptische H2748 tovenaars H6213 H8799 deden H3909 [ook] alzo met hun bezweringen H6547 ; zodat Farao's H3820 hart H2388 H8799 verstokte H8085 H8804 , en hij hoorde H3068 naar hen niet, gelijk als de HEERE H1696 H8765 gesproken had.
  23 H6547 En Farao H6437 H8799 keerde zich om H935 H8799 , en ging H1004 naar zijn huis H7896 H8804 ; en hij zette H3820 zijn hart H2063 daar ook niet op.
  24 H4714 Doch alle Egyptenaars H2658 H8799 groeven H5439 rondom H2975 de rivier H4325 , om water H8354 H8800 te drinken H3201 H8804 ; want zij konden H4325 van het water H2975 der rivier H8354 H8800 niet drinken.
  25 H7651 Alzo werden zeven H3117 dagen H4390 H8735 vervuld H310 , nadat H3068 de HEERE H2975 de rivier H5221 H8687 geslagen had.