DSV_Strongs(i)
1
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H7200 H8798
: Zie
H430
, Ik heb u [tot] een God
H5414 H8804
gezet
H6547
over Farao
H175
; en Aaron
H251
, uw broeder
H5030
, zal uw profeet zijn.
2
H1696 H8762
Gij zult spreken
H6680 H8762
alles, wat Ik u gebieden zal
H175
; en Aaron
H251
, uw broeder
H6547
, zal tot Farao
H1696 H8762
spreken
H1121
, dat hij de kinderen
H3478
Israels
H776
uit zijn land
H7971 H8765
trekken laat.
3
H6547
Doch Ik zal Farao's
H3820
hart
H7185 H8686
verharden
H226
; en Ik zal Mijn tekenen
H4159
en Mijn wonderheden
H776 H4714
in Egypteland
H7235 H8689
vermenigvuldigen.
4
H6547
Farao
H8085 H8799
nu zal naar ulieden niet horen
H3027
, en Ik zal Mijn hand
H4714
aan Egypte
H5414 H8804
leggen
H3318 H8689
, en voeren
H6635
Mijn heiren
H5971
, Mijn volk
H1121
, de kinderen
H3478
Israels
H776 H4714
, uit Egypteland
H1419
, door grote
H8201
gerichten.
5
H4714
Dan zullen de Egyptenaars
H3045 H8804
weten
H3068
, dat Ik de HEERE
H3027
ben, wanneer Ik Mijn hand
H4714
over Egypte
H5186 H8800
uitstrekke
H1121
, en de kinderen
H3478
Israels
H8432
uit het midden
H3318 H8689
van hen uitleide.
6
H6213 H8799
Toen deed
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H3068
, als hun de HEERE
H6680 H8765
geboden had
H6213 H8804
, alzo deden zij.
7
H4872
En Mozes
H8084
was tachtig
H8141
jaar
H1121
oud
H175
, en Aaron
H7969
was drie
H8084
en tachtig
H8141
jaar
H1121
oud
H6547
, toen zij tot Farao
H1696 H8763
spraken.
9
H6547
Wanneer Farao
H1696 H8762
tot ulieden spreken zal
H559 H8800
, zeggende
H5414 H8798
: Doet
H4159
een wonderteken
H175
voor ulieden; zo zult gij tot Aaron
H559 H8804
zeggen
H3947 H8798
: Neem
H4294
uw staf
H7993 H8685
, en werp
H6547
[hem] voor Farao's
H6440
aangezicht
H8577
neder; hij zal tot een draak worden.
10
H935 H8799
Toen ging
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H6547
tot Farao
H6213 H8799
henen in, en deden
H3068
alzo, gelijk de HEERE
H6680 H8765
geboden had
H175
; en Aaron
H7993 H8686
wierp
H4294
zijn staf
H6547
neder voor Farao's
H6440
aangezicht
H6440
, en voor het aangezicht
H5650
zijner knechten
H8577
; en hij werd tot een draak.
11
H6547
Farao
H7121 H8799
nu riep
H2450
ook de wijzen
H3784 H8764
en de guichelaars
H4714
; en de Egyptische
H2748
tovenaars
H6213 H8799
deden
H3651
ook alzo
H3858
met hun bezweringen.
12
H376
Want een iegelijk
H7993 H8686
wierp
H4294
zijn staf
H8577
neder, en zij werden tot draken
H175
; maar Aarons
H4294
staf
H1104 H8799
verslond
H4294
hun staven.
13
H6547
Doch Farao's
H3820
hart
H2388 H8799
verstokte
H8085 H8804
, zodat hij naar hen niet hoorde
H3068
, gelijk de HEERE
H1696 H8765
gesproken had.
14
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H6547
: Farao's
H3820
hart
H3515
is zwaar
H3985 H8765
; hij weigert
H5971
het volk
H7971 H8763
te laten trekken.
15
H3212 H8798
Ga heen
H6547
tot Farao
H1242
in den morgenstond
H3318 H8802
; zie, hij zal uitgaan
H4325
naar het water
H5324 H8738
toe, zo stel u
H7125 H8800
tegen hem over
H8193
aan den oever
H2975
der rivier
H4294
, en den staf
H5175
, die in een slang
H2015 H8738
is veranderd geweest
H3027
, zult gij in uw hand
H3947 H8799
nemen.
16
H559 H8804
En gij zult tot hem zeggen
H3068
: de HEERE
H430
, de God
H5680
der Hebreen
H7971 H8804
, heeft mij tot u gezonden
H559 H8800
, zeggende
H5971
: Laat Mijn volk
H7971 H8761
trekken
H5647 H8799
, dat het Mij diene
H4057
in de woestijn
H3541
; doch zie, gij hebt tot nu
H8085 H8804
toe niet gehoord.
17
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H3045 H8799
: Daaraan zult gij weten
H3068
, dat Ik de HEERE
H4294
ben; zie, ik zal met dezen staf
H3027
, die in mijn hand
H4325
is, op het water
H2975
, dat in deze rivier
H5221 H8688
is, slaan
H1818
, en het zal in bloed
H2015 H8738
veranderd worden.
18
H1710
En de vis
H2975
in de rivier
H4191 H8799
zal sterven
H2975
, zodat de rivier
H887 H8804
zal stinken
H4714
; en de Egyptenaars
H3811 H8738
zullen vermoeid worden
H4325
, dat zij het water
H2975
uit de rivier
H8354 H8800
drinken mogen.
19
H559 H8799
Verder zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H559 H8798
: zeg
H175
tot Aaron
H3947 H8798
: Neem
H4294
uw staf
H5186 H0
, en steek
H3027
uw hand
H5186 H8798
uit
H4325
over de wateren
H4714
der Egyptenaren
H5104
, over hun stromen
H2975
, over hun rivieren
H98
, en over hun poelen
H4723
, en over alle vergadering
H4325
hunner wateren
H1818
, dat zij bloed
H1818
worden; en er zij bloed
H776 H4714
in het ganse Egypteland
H6086
, beide in houten
H68
en in stenen [vaten].
20
H4872
Mozes
H175
nu en Aaron
H6213 H8799
deden
H3068
alzo, gelijk de HEERE
H6680 H8765
geboden had
H7311 H8686
; en hij hief
H4294
den staf
H5221 H8686
op, en sloeg
H4325
het water
H2975
, dat in de rivier
H5869
was, voor de ogen
H6547
van Farao
H5869
, en voor de ogen
H5650
van zijn knechten
H4325
; en al het water
H2975
in de rivier
H1818
werd in bloed
H2015 H8735
veranderd.
21
H1710
En de vis
H2975
, die in de rivier
H4191 H8804
was, stierf
H2975
; en de rivier
H887 H8799
stonk
H4714
, zodat de Egyptenaars
H4325
het water
H2975
uit de rivier
H8354 H8800
niet drinken
H3201 H8804
konden
H1818
; en er was bloed
H776 H4714
in het ganse Egypteland.
22
H4714
Doch de Egyptische
H2748
tovenaars
H6213 H8799
deden
H3909
[ook] alzo met hun bezweringen
H6547
; zodat Farao's
H3820
hart
H2388 H8799
verstokte
H8085 H8804
, en hij hoorde
H3068
naar hen niet, gelijk als de HEERE
H1696 H8765
gesproken had.
23
H6547
En Farao
H6437 H8799
keerde zich om
H935 H8799
, en ging
H1004
naar zijn huis
H7896 H8804
; en hij zette
H3820
zijn hart
H2063
daar ook niet op.