Ezekiel 15

DSV_Strongs(i)
  1 H3068 En des HEEREN H1697 woord H559 H8800 geschiedde tot mij, zeggende:
  2 H1121 H120 Mensenkind H6086 , wat is het hout H1612 des wijnstoks H6086 meer dan alle hout H2156 , [of] de wijnrank H6086 [meer] [dan] dat onder het hout H3293 eens wouds is?
  3 H6086 Wordt daarvan hout H3947 H8714 genomen H4399 , om een stuk werk H6213 H8800 te maken H3947 H8799 ? Neemt men H3489 daarvan een pin H3627 , om enig vat H8518 H8800 daaraan te hangen?
  4 H784 Ziet, het wordt aan het vuur H5414 H8738 overgegeven H402 , opdat het verteerd worde H784 ; het vuur H398 H8804 verteert H8147 beide H7098 zijn einden H8432 , en zijn middelste H2787 H8737 wordt verbrand H6743 H8799 ; zou het deugen H4399 tot een stuk werks?
  5 H8549 Ziet, toen het geheel H4399 was, werd het tot geen stuk werks H6213 H8735 gemaakt H784 ; hoeveel te min als het vuur H398 H8804 dat verteerd heeft H2787 H8735 , zodat het verbrand is H4399 , zal het dan nog tot een stuk werks H6213 H8738 gemaakt worden?
  6 H559 H8804 Daarom, alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6086 : Gelijk als het hout H1612 des wijnstoks H6086 is onder het hout H3293 des wouds H784 , hetwelk Ik aan het vuur H5414 H8804 overgeef H402 , opdat het verteerd worde H3427 H8802 , alzo zal Ik de inwoners H3389 van Jeruzalem H5414 H8804 overgeven.
  7 H6440 Want Ik zal Mijn aangezicht H5414 H8804 tegen hen zetten H784 ; als zij van het [ene] vuur H3318 H8804 uitgaan H784 , zal het [andere] vuur H398 H8799 hen verteren H3045 H8804 ; en gij zult weten H3068 , dat Ik de HEERE H6440 ben, als Ik Mijn aangezicht H7760 H8800 tegen hen gesteld zal hebben.
  8 H776 En Ik zal het land H8077 woest H5414 H8804 maken H4604 , omdat zij zwaarlijk H4603 H8804 overtreden hebben H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.