DSV_Strongs(i)
1
H559 H8799
En Hij zeide
H1121 H120
tot mij: Mensenkind
H5975 H8798
, sta
H7272
op uw voeten
H1696 H8762
, en Ik zal met u spreken.
2
H935 H8799
Zo kwam
H1696 H8765
in mij, als Hij tot mij sprak
H7307
, de Geest
H5975 H8686
, Die mij stelde
H7272
op mijn voeten
H8085 H8799
; en ik hoorde
H1696 H8693
Dien, Die tot mij sprak.
3
H559 H8799
En Hij zeide
H1121 H120
tot mij: Mensenkind
H7971 H8802
! Ik zend
H1121
u tot de kinderen
H3478
Israels
H4775 H8802
, tot de rebellerende
H1471
volken
H4775 H8804
, die tegen Mij gerebelleerd hebben
H1
; zij en hun vaderen
H6586 H8804
hebben overtreden
H6106
tegen Mij tot op dezen zelven
H3117
huidigen dag.
4
H1121
En deze kinderen
H7186
zijn hard
H6440
van aangezicht
H2389
, en stijf
H3820
van hart
H7971 H8802
; Ik zend
H559 H8804
u tot hen, en gij zult tot hen zeggen
H559 H8804
: Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE!
5
H8085 H8799
En zij, hetzij dat zij het horen zullen
H2308 H8799
, of hetzij dat zij het laten zullen
H4805
(want zij zijn een wederspannig
H1004
huis
H3045 H8804
), zo zullen zij weten
H5030
, dat een profeet
H8432
in het midden van hen geweest is.
6
H1121 H120
En gij, mensenkind
H3372 H8799
! vrees
H3372 H8799
niet voor hen, en vrees
H1697
niet voor hun woorden
H5621
, hoewel wederwilligen
H5544
en doornen
H6137
bij u zijn, en gij bij schorpioenen
H3427 H8802
woont
H3372 H8799
; vrees
H1697
voor hun woorden
H2865 H8735
niet, en ontzet u
H6440
niet voor hun aangezicht
H4805
, want zij zijn een wederspannig
H1004
huis.
7
H1697
Maar gij zult Mijn woorden
H1696 H8765
tot hen spreken
H8085 H8799
, hetzij dat zij horen zullen
H2308 H8799
, of hetzij dat zij het laten zullen
H4805
; want zij zijn wederspannig.
8
H1121 H120
Doch gij, mensenkind
H8085 H8798
, hoor
H1696 H8764
hetgeen Ik tot u spreek
H1961 H8799
; wees gij
H4805
niet wederspannig
H4805
, gelijk dat wederspannig
H1004
huis
H6475 H8798
; open
H6310
uw mond
H398 H8798
, en eet
H5414 H8802
, wat Ik u geef.