Ezekiel 24:11-13

DSV_Strongs(i)
  11 H5975 H8687 Stel H7386 hem daarna ledig H1513 op zijn kolen H3179 H8799 , opdat hij heet worde H5178 , en zijn roest H2787 H8804 verbrande H2932 , en zijn onreinigheid H8432 in het midden H5413 H8738 van hem versmelte H2457 , zijn schuim H8552 H8799 verteerd worde.
  12 H8383 [Met] ijdelheden H3811 H8689 heeft zij [Mij] moede gemaakt H7227 ; nog is haar overvloedig H2457 schuim H3318 H8799 van haar niet uitgegaan H2457 ; haar schuim H784 [moet] in het vuur.
  13 H2932 In uw onreinigheid H2154 is schandelijkheid H2891 H8765 , omdat Ik u gereinigd heb H2891 H8804 , en gij niet gereinigd zijt H2932 , zo zult gij van uw onreinigheid H2891 H8799 niet meer gereinigd worden H2534 , totdat Ik Mijn grimmigheid H5117 H8687 op u zal hebben doen rusten.