Ezekiel 28

DSV_Strongs(i)
  1 H3068 Voorts geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  2 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 ! zeg H5057 tot den vorst H6865 van Tyrus H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3820 : Omdat uw hart H1361 H8804 zich verheft H559 H8799 en zegt H410 : Ik ben God H3427 H8804 , ik zit H430 in Godes H4186 stoel H3820 , in het hart H3220 der zeeen H120 ! daar gij een mens H410 en geen God H5414 H8799 zijt, stelt gij H3820 nochtans uw hart H430 , als Gods H3820 hart.
  3 H2450 Zie, gij zijt wijzer H1840 dan Daniel H5640 H8803 ; zij hebben niets toegeslotens H6004 H8804 voor u verborgen.
  4 H2451 Door uw wijsheid H8394 en door uw verstand H2428 , hebt gij vermogen H6213 H8804 voor u verkregen H2091 ; ja, gij hebt goud H3701 en zilver H6213 H8799 verkregen H214 in uw schatten.
  5 H7230 Door de grootheid H2451 uwer wijsheid H7404 in uw koophandel H2428 hebt gij uw vermogen H7235 H8689 vermeerderd H3824 , en uw hart H1361 H8799 verheft zich H2428 vanwege uw vermogen.
  6 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3820 alzo: Omdat gij uw hart H5414 H8800 gesteld hebt H430 als Gods H3824 hart;
  7 H2114 H8801 Daarom zie, Ik zal vreemden H935 H8688 over u brengen H6184 , de tirannigste H1471 der heidenen H2719 ; die zullen hun zwaarden H7324 H8689 uittrekken H3308 over de schoonheid H2451 uwer wijsheid H3314 , en zullen uw glans H2490 H8765 ontheiligen.
  8 H7845 Ter groeve H3381 H8686 zullen zij u doen nederdalen H4191 H8804 ; en gij zult sterven H4463 den dood H2491 eens verslagenen H3820 in het hart H3220 der zeeen.
  9 H559 H8800 Zult gij [dan] enigszins H6440 , voor het aangezicht H2026 H8802 uws doodslagers H559 H8799 , zeggen H430 : Ik ben God H120 ? daar gij een mens H410 zijt en geen God H3027 , in de hand H2490 H8764 desgenen, die u verslaat?
  10 H4194 Gij zult den dood H6189 der onbesnedenen H4191 H8799 sterven H3027 ; door de hand H2114 H8801 der vreemden H1696 H8765 ; want Ik heb het gesproken H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  11 H3068 Wijders geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  12 H1121 H120 Mensenkind H5375 H0 ! hef H7015 een klaaglied H5375 H8798 op H4428 over den koning H6865 van Tyrus H559 H8804 , en zeg H559 H8804 tot hem: Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H2856 H8802 : Gij verzegelaar H8508 der som H4392 , vol H2451 van wijsheid H3632 en volmaakt H3308 in schoonheid!
  13 H5731 Gij waart in Eden H430 , Gods H1588 hof H3368 ; alle kostelijk H68 gesteente H4540 was uw deksel H124 , sardisstenen H6357 , topazen H3095 en diamanten H8658 , turkooizen H7718 , sardonixstenen H3471 en jaspisstenen H5601 , saffieren H5306 , robijnen H1304 , en smaragden H2091 , en goud H4399 ; het werk H8596 uwer trommelen H5345 en uwer pijpen H3117 was bij u; ten dage H1254 H8736 als gij geschapen werdt H3559 H8797 , waren zij bereid.
  14 H4473 Gij waart een gezalfde H5526 H8802 , overdekkende H3742 cherub H5414 H8804 ; en Ik had u [alzo] gezet H430 ; gij waart op Gods H6944 heiligen H2022 berg H1980 H8694 ; gij wandeldet H8432 in het midden H784 der vurige H68 stenen.
  15 H8549 Gij waart volkomen H1870 in uw wegen H3117 , van den dag H1254 H8736 af, dat gij geschapen zijt H5766 , totdat er ongerechtigheid H4672 H8738 in u gevonden is.
  16 H7230 Door de veelheid H7404 uws koophandels H8432 hebben zij het midden H2555 van u met geweld H4390 H8804 vervuld H2398 H8799 , en gij hebt gezondigd H2490 H8762 ; daarom zal Ik u ontheiligen H430 van Gods H2022 berg H5526 H8802 , en zal u, gij overdekkende H3742 cherub H6 H8762 ! verdoen H8432 uit het midden H784 der vurige H68 stenen!
  17 H3820 Uw hart H1361 H8804 verheft zich H3308 over uw schoonheid H2451 ; gij hebt uw wijsheid H7843 H8765 bedorven H5921 , vanwege H3314 uw glans H776 ; Ik heb u op de aarde H7993 H8689 henengeworpen H6440 , Ik heb u voor het aangezicht H4428 der koningen H5414 H8804 gesteld H7200 H8800 , om op u te zien.
  18 H7230 Vanwege de veelheid H5771 uwer ongerechtigheden H5766 , door het onrecht H7404 uws koophandels H4720 , hebt gij uw heiligdommen H2490 H8765 ontheiligd H784 ; daarom heb Ik een vuur H8432 uit het midden H3318 H8686 van u doen voortkomen H398 H8804 , dat u heeft verteerd H5414 H8799 , en Ik heb u gemaakt H665 tot as H776 op de aarde H5869 , voor de ogen H7200 H8802 van al degenen, die u zien.
  19 H3045 H8802 Allen, die u kennen H5971 onder de volken H8074 H8804 , zijn over u ontzet H1091 ; gij zijt een grote schrik H369 geworden, en zult er niet [meer] zijn H5704 tot H5769 in eeuwigheid.
  20 H3068 Wijders geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  21 H1121 H120 Mensenkind H7760 H8798 ! zet H6440 uw aangezicht H6721 tegen Sidon H5012 H8734 , en profeteer tegen haar,
  22 H559 H8804 En zeg H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6721 : Zie, Ik [wil] aan u, o Sidon H8432 ! en zal in het midden H3513 H8738 van u verheerlijkt worden H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE H8201 ben, als Ik gerichten H6213 H8800 in haar zal hebben geoefend H6942 H8738 , en in haar geheiligd zal zijn.
  23 H1698 Want Ik zal de pestilentie H7971 H8765 in haar zenden H1818 , en bloed H2351 op haar straten H2491 , en de verslagenen H5307 H8768 zullen vallen H8432 in het midden H2719 van haar, door het zwaard H5439 , [dat] tegen haar zal zijn van rondom H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.
  24 H1004 En het huis H3478 Israels H3992 H8688 zal geen smartenden H5544 doorn H3510 H8688 noch wee doende H6975 distel H5439 meer hebben, van allen, die rondom H7590 H8801 hen zijn, die henlieden beroven H3045 H8804 ; en zij zullen weten H136 , dat Ik de Heere H3069 HEERE ben.
  25 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1004 : Als Ik het huis H3478 Israels H6908 H8763 zal vergaderd hebben H5971 uit de volken H6327 H8738 , onder dewelke zij verstrooid zijn H5869 , en Ik onder hen voor de ogen H1471 der heidenen H6942 H8738 zal geheiligd zijn H127 , dan zullen zij in hun land H3427 H8804 wonen H5650 , dat Ik aan Mijn knecht H3290 , aan Jakob H5414 H8804 gegeven heb.
  26 H983 En zij zullen daarin zeker H3427 H8804 wonen H1004 , en huizen H1129 H8804 bouwen H3754 , en wijngaarden H5193 H8804 planten H983 ; ja, zij zullen zeker H3427 H8804 wonen H8201 ; als Ik gerichten H6213 H8800 zal hebben geoefend H7590 H8801 tegen allen, die henlieden beroofd hebben H5439 , van degenen, die rondom H3045 H8804 hen zijn; en zij zullen weten H3068 dat Ik, de HEERE H430 , hunlieder God ben.