Ezra 8:25-35

DSV_Strongs(i)
  25 H8254 H8799 En ik woog hun toe H3701 het zilver H2091 , en het goud H3627 , en de vaten H8641 , zijnde de offering H1004 van het huis H430 onzes Gods H4428 die de koning H3289 H8802 en zijn raadsheren H8269 , en zijn vorsten H3605 , en gans H3478 Israel H4672 H8737 , die er gevonden werden H7311 H8689 , geofferd hadden;
  26 H8254 H8799 Ik woog H5921 dan aan H3027 hun hand H8337 H3967 zeshonderd H2572 en vijftig H3603 talenten H3701 zilvers H3967 , en honderd H3701 zilveren H3627 vaten H3603 in talenten H2091 ; aan goud H3967 , honderd H3603 talenten;
  27 H6242 En twintig H2091 gouden H3713 bekers H505 , tot duizend H150 drachmen H8147 ; en twee H3627 vaten H6668 H8716 van blinkend H2896 goed H5178 koper H2532 , begeerlijk H2091 als goud.
  28 H559 H8799 En ik zeide H413 tot H859 hen: Gij H6944 zijt heilig H3068 den HEERE H3627 , en deze vaten H6944 zijn heilig H3701 ; ook dit zilver H2091 en dit goud H5071 , de vrijwillige gave H3068 , den HEERE H430 , den God H1 uwer vaderen.
  29 H8245 H8798 Waakt H8104 H8798 en bewaart H5704 het, totdat H8254 H8799 gij het opweegt H6440 , in tegenwoordigheid H8269 van de oversten H3548 der priesteren H3881 en Levieten H8269 , en der vorsten H1 der vaderen H3478 van Israel H3389 , te Jeruzalem H3957 , in de kameren H3068 van des HEEREN H1004 huis.
  30 H6901 H8765 Toen ontvingen H3548 de priesters H3881 en de Levieten H4948 het gewicht H3701 des zilvers H2091 en des gouds H3627 , en der vaten H935 H8687 , om te brengen H3389 te Jeruzalem H1004 , ten huize H430 onzes Gods.
  31 H5265 H8799 Alzo verreisden wij H4480 van H5104 de rivier H163 Ahava H8147 H6240 , op den twaalfden H7223 der eerste H2320 maand H3212 H8800 , om te gaan H3389 naar Jeruzalem H3027 ; en de hand H430 onzes Gods H1961 H8799 was H5921 over H5337 H8686 ons, en redde H4480 ons van H3709 de hand H341 H8802 des vijands H693 H8802 , en desgenen, die [ons] lagen leide H5921 op H1870 den weg.
  32 H935 H8799 En wij kwamen H3389 te Jeruzalem H3427 H8799 ; en wij bleven H8033 aldaar H7969 drie H3117 dagen.
  33 H7243 Op den vierden H3117 dag H8254 H8738 nu werd gewogen H3701 het zilver H2091 , en het goud H3627 , en de vaten H1004 , in het huis H430 onzes Gods H5921 , aan H3027 de hand H4822 van Meremoth H1121 , den zoon H223 van Uria H3548 , den priester H5973 , en met H499 hem Eleazar H1121 , de zoon H6372 van Pinehas H5973 ; en met H3107 hen Jozabad H1121 , de zoon H3442 van Jesua H5129 , en Noadja H1121 , de zoon H1131 van Binnui H3881 , de Levieten.
  34 H4557 Naar het getal H4948 en naar het gewicht H3605 van dat alles H3605 ; en het ganse H4948 gewicht H1931 werd ter zelfder H6256 tijd H3789 H8735 opgeschreven.
  35 H1121 H1473 [En] de weggevoerden H4480 , die uit H7628 de gevangenis H935 H8802 gekomen waren H7126 H8689 , offerden H430 den God H3478 Israels H5930 brandofferen H8147 H6240 ; twaalf H6499 varren H5921 voor H3605 gans H3478 Israel H8337 , zes H8673 en negentig H352 rammen H7651 , zeven H7657 en zeventig H3532 lammeren H8147 H6240 , twaalf H6842 bokken H2403 ten zondoffer H3605 ; alles H5930 ten brandoffer H3068 den HEERE.