Genesis 3:7-8

DSV_Strongs(i)
  7 H8147 Toen werden hun beider H5869 ogen H6491 H8735 geopend H1992 , en zij H3045 H8799 werden gewaar H3588 , dat H1992 zij H5903 naakt H8609 H0 [waren]; en zij hechtten H8384 H5929 vijgeboombladeren H8609 H8799 samen H6213 H8799 , en maakten H2290 zich schorten.
  8 H8085 H8799 En zij hoorden H6963 de stem H3068 van den HEERE H430 God H1980 H8693 , wandelende H1588 in den hof H7307 , aan den wind H3117 des daags H2244 H8691 . Toen verborg zich H120 Adam H802 en zijn vrouw H4480 voor H6440 het aangezicht H3068 van den HEERE H430 God H8432 , in het midden H6086 van het geboomte H1588 des hofs.