Genesis 49:3-27

DSV_Strongs(i)
  3 H7205 Ruben H859 ! gij H1060 zijt mijn eerstgeborene H3581 , mijn kracht H7225 , en het begin H202 mijner macht H3499 ; de voortreffelijkste H7613 in hoogheid H3499 , en de voortreffelijkste H5794 in sterkte!
  4 H6349 Snelle afloop H4325 als der wateren H3498 H0 , gij zult de voortreffelijkste H408 niet H3498 H8686 zijn H3588 ! want H1 gij hebt uws vaders H4904 leger H5927 H8804 beklommen H227 ; toen H2490 H8765 hebt gij [het] geschonden H3326 ; hij heeft mijn bed H5927 H8804 beklommen!
  5 H8095 Simeon H3878 en Levi H251 zijn gebroeders H4380 ! hun handelingen H3627 zijn werktuigen H2555 van geweld!
  6 H5315 Mijn ziel H935 H8799 kome H408 niet H5475 in hun verborgen raad H3519 ; mijn eer H408 worde niet H3161 H8799 verenigd H6951 met hun vergadering H3588 ! want H639 in hun toorn H376 hebben zij de mannen H2026 H8804 doodgeslagen H7522 , en in hun moedwil H7794 hebben zij de ossen H6131 H8765 weggerukt.
  7 H779 H8803 Vervloekt zij H639 hun toorn H3588 , want H5794 hij is heftig H5678 ; en hun verbolgenheid H3588 , want H7185 H8804 zij is hard H2505 H8762 ! ik zal hen verdelen H3290 onder Jakob H6327 H8686 , en zal hen verstrooien H3478 onder Israel.
  8 H3063 Juda H859 ! gij H251 zijt het, u zullen uw broeders H3034 H8686 loven H3027 ; uw hand H6203 zal zijn op den nek H341 H8802 uwer vijanden H1 ; voor u zullen zich uws vaders H1121 zonen H7812 H8691 nederbuigen.
  9 H3063 Juda H738 H1482 is een leeuwenwelp H4480 ! gij zijt van H2964 den roof H5927 H8804 opgeklommen H1121 , mijn zoon H3766 H8804 ! Hij kromt zich H7257 H8804 , hij legt zich neder H738 als een leeuw H3833 , en als een oude leeuw H4310 ; wie H6965 H8686 zal hem doen opstaan?
  10 H7626 De schepter H4480 zal van H3063 Juda H3808 niet H5493 H8799 wijken H2710 H8781 , noch de wetgever H4480 van H996 tussen H7272 zijn voeten H5704 H3588 , totdat H7886 Silo H935 H8799 komt H5971 , en Denzelven zullen de volken H3349 gehoorzaam zijn.
  11 H631 H8802 Hij bindt H5895 zijn jongen ezel H1612 aan den wijnstok H1121 , en het veulen H860 zijner ezelin H8321 aan den edelsten wijnstok H3526 H8765 ; hij wast H3830 zijn kleed H3196 in den wijn H5497 , en zijn mantel H1818 H6025 in wijndruivenbloed.
  12 H2447 Hij is roodachtig H5869 van ogen H4480 door H3196 den wijn H3836 , en wit H8127 van tanden H4480 door H2461 de melk.
  13 H2074 Zebulon H2348 zal aan de haven H3220 der zeeen H7931 H8799 wonen H1931 , en hij H2348 zal aan de haven H591 der schepen H3411 wezen; en zijn zijde H5921 zal zijn naar H6721 Sidon.
  14 H3485 Issaschar H1634 is een sterk H2543 gebeende ezel H7257 H8802 , nederliggende H996 tussen H4942 twee pakken.
  15 H4496 Toen hij de rust H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 zij goed H776 was, en het land H3588 , dat H5276 H8804 het lustig was H5186 H8799 , zo boog hij H7926 zijn schouder H5445 H8800 om te dragen H1961 H8799 , en was H5647 H8802 dienende H4522 onder cijns.
  16 H1835 Dan H5971 zal zijn volk H1777 H8799 richten H259 , als een H7626 der stammen H3478 Israels.
  17 H1835 Dan H5175 zal een slang H1961 H8799 zijn H5921 aan H1870 den weg H8207 , een adderslang H5921 nevens H734 het pad H5391 H8802 , bijtende H5483 des paards H6119 verzenen H7392 H8802 , dat zijn rijder H268 achterover H5307 H8799 valle.
  18 H3444 Op uw zaligheid H6960 H8765 wacht ik H3068 , HEERE!
  19 H1410 Aangaande Gad H1416 , een bende H1464 H8799 zal hem aanvallen H1931 ; maar hij H1464 H8799 zal [haar] aanvallen H6119 in het einde.
  20 H4480 Van H836 Aser H3899 , zijn brood H8082 zal vet H1931 zijn; en hij H4428 zal koninklijke H4574 lekkernijen H5414 H8799 leveren.
  21 H5321 Nafthali H7971 H8803 is een losgelaten H355 hinde H5414 H8802 ; hij geeft H8233 schone H561 woorden.
  22 H3130 Jozef H6509 H8802 is een vruchtbare H1121 tak H6509 H8802 , een vruchtbare H1121 tak H5921 aan H5869 een fontein H1323 ; elk der takken H6805 H8804 loopt H5921 over H7791 den muur.
  23 H1167 H2671 De schutters H4843 H8762 hebben hem wel bitterheid aangedaan H7232 H8804 , en beschoten H7852 H8799 , en hem gehaat;
  24 H7198 Maar zijn boog H386 is in stijvigheid H3427 H8799 gebleven H2220 , en de armen H3027 zijner handen H6339 H8799 zijn gesterkt geworden H4480 , door H3027 de handen H46 van den Machtige H3290 Jakobs H4480 H8033 ; daarvan H7462 H8802 is hij een herder H68 , een steen H3478 Israels;
  25 H4480 Van H1 uws vaders H410 God H5826 H8799 , Die u zal helpen H854 , en van H7706 den Almachtige H1288 H8762 , Die u zal zegenen H1293 , met zegeningen H8064 des hemels H4480 van H5920 boven H1293 , met zegeningen H8415 des afgronds H8478 , die daaronder H7257 H8802 ligt H1293 , met zegeningen H7699 der borsten H7356 en der baarmoeder!
  26 H1293 De zegeningen H1 uws vaders H1396 H8804 H5921 gaan te boven H1293 de zegeningen H2029 H8802 mijner voorvaderen H5704 , tot aan H8379 het einde H5769 van de eeuwige H1389 heuvelen H1961 H8799 ; die zullen zijn H7218 op het hoofd H3130 van Jozef H6936 , en op den hoofdschedel H5139 des afgezonderden H251 zijner broederen!
  27 H1144 Benjamin H2061 zal [als] een wolf H2963 H8799 verscheuren H1242 ; des morgens H5706 zal hij roof H398 H8799 eten H6153 , en des avonds H7998 zal hij buit H2505 H8762 uitdelen.