Hosea 14

DSV_Strongs(i)
  1 H7725 [014:2] Bekeer H3478 u, o Israel H3068 ! tot den HEERE H430 , uw God H3782 , toe; want gij zijt gevallen H5771 om uw ongerechtigheid.
  2 H3947 [014:3] Neem H1697 [deze] woorden H7725 met u, en bekeer H3068 u tot den HEERE H559 ; zeg H5375 tot Hem: Neem weg H5771 alle ongerechtigheid H3947 , en geef H2896 het goede H7999 , zo zullen wij betalen H6499 de varren H8193 onzer lippen.
  3 H804 [014:4] Assur H3467 zal ons niet behouden H7392 , wij zullen niet rijden H5483 op paarden H4639 , en tot het werk H3027 onzer handen H559 niet meer zeggen H430 : Gij zijt onze God H3490 . Immers zal een wees H7355 bij U ontfermd worden.
  4 H4878 [014:5] Ik zal hunlieder afkering H7495 genezen H5071 , Ik zal hen vrijwilliglijk H157 liefhebben H639 ; want Mijn toorn H7725 is van hem gekeerd.
  5 H3478 [014:6] Ik zal Israel H2919 zijn als de dauw H6524 ; hij zal bloeien H7799 als de lelie H8328 , en hij zal zijn wortelen H5221 uitslaan H3844 als de Libanon.
  6 H3127 [014:7] Zijn scheuten H3212 zullen zich uitspreiden H1935 , en zijn heerlijkheid H2132 zal zijn als des olijfbooms H7381 , en hij zal een reuk H3844 hebben als de Libanon.
  7 H7725 [014:8] Zij zullen wederkeren H3427 , zittende H6738 onder zijn schaduw H2421 ; zij zullen ten leven voortbrengen H1715 [als] koren H6524 , en bloeien H1612 als de wijnstok H2143 ; zijn gedachtenis H3196 zal zijn als de wijn H3844 van Libanon.
  8 H669 [014:9] Efraim H6091 ! wat heb Ik meer met de afgoden H6030 te doen? Ik heb [hem] verhoord H7789 , en zal op hem zien H7488 ; Ik zal [hem] zijn als een groenende H1265 denneboom H6529 ; uw vrucht H4672 is uit Mij gevonden.
  9 H2450 [014:10] Wie is wijs H995 ? die versta H995 deze dingen; [wie] is verstandig H3045 ? die bekenne H3068 ze; want des HEEREN H1870 wegen H3477 zijn recht H6662 , en de rechtvaardigen H3212 zullen daarin wandelen H6586 , maar de overtreders H3782 zullen daarin vallen.