DSV_Strongs(i)
10
H3068
Want de HEERE
H5258 H8804
heeft over ulieden uitgegoten
H7307
een geest
H8639
des diepen slaaps
H5869
, en Hij heeft uw ogen
H6105 H8762
toegesloten
H5030
; de profeten
H7218
, en uw hoofden
H2374
, [en] de zieners
H3680 H8765
heeft Hij verblind.
11
H2380
Daarom is ulieden alle gezicht
H1697
geworden als de woorden
H2856 H8803
van een verzegeld
H5612
boek
H5414 H8799
, hetwelk men geeft
H3045 H8802 H5612
aan een, die lezen kan
H559 H8800
, zeggende
H7121 H8798
: Lees
H559 H8804
toch dit; en hij zegt
H3201 H8799
: Ik kan
H2856 H8803
niet, want het is verzegeld.
12
H5414 H8738
Of men geeft
H5612
het boek
H3045 H8804 H5612
aan een, die niet lezen kan
H559 H8800
, zeggende
H7121 H8798
: Lees
H559 H8804
toch dit; en hij zegt
H3045 H8804 H5612
: Ik kan niet lezen.
13
H136
Want de Heere
H559 H8799
heeft gezegd
H3282
: Daarom dat
H5971
dit volk
H5066 H8738
[tot] [Mij] nadert
H6310
met zijn mond
H8193
, en zij Mij met hun lippen
H3513 H8765
eren
H3820
, doch hun hart
H7368 H8765
verre van Mij doen
H3374
; en hun vreze
H4687 H582
, [waarmede] [zij] Mij [vrezen], mensengeboden
H3925 H8794
zijn, die hun geleerd zijn;