DSV_Strongs(i)
1
H6662
Gij zoudt rechtvaardig
H3068
zijn, o HEERE
H7378 H8799
! wanneer ik tegen U zou twisten
H4941
; ik zal nochtans [van] [Uw] oordelen
H1696 H8762
met U spreken
H7563
; waarom is der goddelozen
H1870
weg
H6743 H8804
voorspoedig
H7951 H8804
, [waarom] hebben zij rust
H899
, allen, die trouwelooslijk
H898 H8802
trouweloosheid bedrijven?
2
H5193 H8804
Gij hebt ze geplant
H8327 H8776
, zij zijn ook ingeworteld
H3212 H8799
, zij gaan voort
H6213 H8804
, ook dragen zij
H6529
vrucht
H7138
; Gij zijt [wel] nabij
H6310
in hun mond
H7350
, maar verre
H3629
van hun nieren.
3
H3068
Maar Gij, o HEERE
H3045 H8804
! kent
H7200 H8799
mij, Gij ziet
H974 H8804
mij, en proeft
H3820
mijn hart
H5423 H8685
, [dat] [het] met U is. Ruk ze uit
H6629
als schapen
H2878
ter slachting
H6942 H8685
, en heilig
H3117
ze tot den dag
H2028
der doding.
4
H776
Hoe lang zal het land
H56 H8799
treuren
H6212
, en het kruid
H7704
des gansen velds
H3001 H8799
verdorren
H7451
? Vanwege de boosheid
H3427 H8802
dergenen, die daarin wonen
H5595 H8804
, vergaan
H929
de beesten
H5775
en het gevogelte
H559 H8804
; dewijl zij zeggen
H7200 H8799
: Hij ziet
H319
ons einde niet.
5
H7323 H8804
Als gij loopt
H7273
met de voetgangers
H3811 H8686
, zo maken zij u moede
H8474 H8807
; hoe zult gij u dan mengen
H5483
met de paarden
H982 H8802
? Zo gij [alleenlijk] vertrouwt
H776
in een land
H7965
van vrede
H6213 H8799
, hoe zult gij het dan maken
H1347
in de verheffing
H3383
van de Jordaan?
6
H251
Want ook uw broeders
H1
en uws vaders
H1004
huis
H898 H8804
, ook diezelve handelen trouwelooslijk
H7121 H8804
tegen u; ook diezelve roepen
H4392
u met volle
H310
[stem] achterna
H539 H8686
; geloof
H2896
hen niet, wanneer zij vriendelijk
H1696 H8762
tot u spreken.
7
H1004
Ik heb Mijn huis
H5800 H8804
verlaten
H5159
, Ik heb Mijn erfenis
H5203 H8804
laten varen
H3033
; Ik heb de beminde
H5315
Mijner ziel
H3709
in de hand
H341 H8802
harer vijanden
H5414 H8804
gegeven.
8
H5159
Mijn erfenis
H738
is Mij geworden als een leeuw
H3293
in het woud
H6963
; zij heeft haar stem
H5414 H8804
tegen Mij verheven
H8130 H8804
, daarom heb Ik haar gehaat.
9
H5159
Mijn erfenis
H6641
is Mij een gesprenkelde
H5861
vogel
H5861
; de vogelen
H5439
zijn rondom
H3212 H8798
tegen haar; komt aan
H622 H8798
, verzamelt
H2416
, al gij gedierte
H7704
des velds
H857 H8685
, komt
H402
om te eten!
10
H7227
Veel
H7462 H8802
herders
H3754
hebben Mijn wijngaard
H7843 H8765
verdorven
H2513
, zij hebben Mijn akker
H947 H8790
vertreden
H2532
; zij hebben Mijn gewensten
H2513
akker
H5414 H8804
gesteld
H8077
tot een woeste
H4057
wildernis.
11
H7760 H8804
Men heeft hem gesteld
H8076
tot een woestheid
H8077
, verwoest
H56 H8804
zijnde treurt hij
H776
tot Mij; het ganse land
H8074 H8738
is verwoest
H376
, omdat er niemand
H3820
is, die het ter harte
H7760 H8802
neemt.
12
H8205
Op alle hoge plaatsen
H4057
in de woestijn
H7703 H8802
zijn verstoorders
H935 H8804
gekomen
H2719
; want het zwaard
H3068
des HEEREN
H398 H8802
verteert
H7097
van het [ene] einde
H776
des lands
H7097
tot aan het [andere] einde
H776
des lands
H7965
; er is geen vrede
H1320
voor enig vlees.
13
H2406
Zij hebben tarwe
H2232 H8804
gezaaid
H6975
, maar doornen
H7114 H8804
gemaaid
H2470 H8738
; zij hebben zich gepijnigd
H3276 H8686
, [maar] niet gevorderd
H954 H8804
; wordt alzo beschaamd
H8393
vanwege ulieder inkomsten
H2740
, vanwege de hittigheid
H639
van den toorn
H3068
des HEEREN.
14
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H7451
: Aangaande al Mijn boze
H7934
naburen
H5159
, die Mijn erfenis
H5060 H8802
aanroeren
H5971
, dewelke Ik Mijn volke
H3478
Israel
H5157 H8689
erfelijk gegeven heb
H127
; ziet, Ik zal hen uit hun land
H5428 H8802
uitrukken
H1004
, maar het huis
H3063
van Juda
H8432
zal Ik uit hunlieder midden
H5428 H8799
uitrukken.
15
H310
En het zal geschieden, nadat
H5428 H8800
Ik hen zal uitgerukt hebben
H7725 H8799
, zo zal Ik wederkeren
H7355 H8765
, en Mij hunner ontfermen
H7725 H8689
; en Ik zal hen wederbrengen
H376
, een iegelijk
H5159
tot zijn erfenis
H376
, en een iegelijk
H776
tot zijn land.
16
H1870
En het zal geschieden, indien zij de wegen
H5971
Mijns volks
H3925 H8800
vlijtiglijk
H3925 H8799
zullen leren
H7650 H8736
, zwerende
H8034
bij Mijn Naam
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H5971
! gelijk als zij Mijn volk
H3925 H8765
geleerd hebben
H7650 H8736
te zweren
H1168
bij Baal
H8432
, zo zullen zij in het midden
H5971
Mijns volks
H1129 H8738
gebouwd worden.