Jeremiah 12

DSV_Strongs(i)
  1 H6662 Gij zoudt rechtvaardig H3068 zijn, o HEERE H7378 H8799 ! wanneer ik tegen U zou twisten H4941 ; ik zal nochtans [van] [Uw] oordelen H1696 H8762 met U spreken H7563 ; waarom is der goddelozen H1870 weg H6743 H8804 voorspoedig H7951 H8804 , [waarom] hebben zij rust H899 , allen, die trouwelooslijk H898 H8802 trouweloosheid bedrijven?
  2 H5193 H8804 Gij hebt ze geplant H8327 H8776 , zij zijn ook ingeworteld H3212 H8799 , zij gaan voort H6213 H8804 , ook dragen zij H6529 vrucht H7138 ; Gij zijt [wel] nabij H6310 in hun mond H7350 , maar verre H3629 van hun nieren.
  3 H3068 Maar Gij, o HEERE H3045 H8804 ! kent H7200 H8799 mij, Gij ziet H974 H8804 mij, en proeft H3820 mijn hart H5423 H8685 , [dat] [het] met U is. Ruk ze uit H6629 als schapen H2878 ter slachting H6942 H8685 , en heilig H3117 ze tot den dag H2028 der doding.
  4 H776 Hoe lang zal het land H56 H8799 treuren H6212 , en het kruid H7704 des gansen velds H3001 H8799 verdorren H7451 ? Vanwege de boosheid H3427 H8802 dergenen, die daarin wonen H5595 H8804 , vergaan H929 de beesten H5775 en het gevogelte H559 H8804 ; dewijl zij zeggen H7200 H8799 : Hij ziet H319 ons einde niet.
  5 H7323 H8804 Als gij loopt H7273 met de voetgangers H3811 H8686 , zo maken zij u moede H8474 H8807 ; hoe zult gij u dan mengen H5483 met de paarden H982 H8802 ? Zo gij [alleenlijk] vertrouwt H776 in een land H7965 van vrede H6213 H8799 , hoe zult gij het dan maken H1347 in de verheffing H3383 van de Jordaan?
  6 H251 Want ook uw broeders H1 en uws vaders H1004 huis H898 H8804 , ook diezelve handelen trouwelooslijk H7121 H8804 tegen u; ook diezelve roepen H4392 u met volle H310 [stem] achterna H539 H8686 ; geloof H2896 hen niet, wanneer zij vriendelijk H1696 H8762 tot u spreken.
  7 H1004 Ik heb Mijn huis H5800 H8804 verlaten H5159 , Ik heb Mijn erfenis H5203 H8804 laten varen H3033 ; Ik heb de beminde H5315 Mijner ziel H3709 in de hand H341 H8802 harer vijanden H5414 H8804 gegeven.
  8 H5159 Mijn erfenis H738 is Mij geworden als een leeuw H3293 in het woud H6963 ; zij heeft haar stem H5414 H8804 tegen Mij verheven H8130 H8804 , daarom heb Ik haar gehaat.
  9 H5159 Mijn erfenis H6641 is Mij een gesprenkelde H5861 vogel H5861 ; de vogelen H5439 zijn rondom H3212 H8798 tegen haar; komt aan H622 H8798 , verzamelt H2416 , al gij gedierte H7704 des velds H857 H8685 , komt H402 om te eten!
  10 H7227 Veel H7462 H8802 herders H3754 hebben Mijn wijngaard H7843 H8765 verdorven H2513 , zij hebben Mijn akker H947 H8790 vertreden H2532 ; zij hebben Mijn gewensten H2513 akker H5414 H8804 gesteld H8077 tot een woeste H4057 wildernis.
  11 H7760 H8804 Men heeft hem gesteld H8076 tot een woestheid H8077 , verwoest H56 H8804 zijnde treurt hij H776 tot Mij; het ganse land H8074 H8738 is verwoest H376 , omdat er niemand H3820 is, die het ter harte H7760 H8802 neemt.
  12 H8205 Op alle hoge plaatsen H4057 in de woestijn H7703 H8802 zijn verstoorders H935 H8804 gekomen H2719 ; want het zwaard H3068 des HEEREN H398 H8802 verteert H7097 van het [ene] einde H776 des lands H7097 tot aan het [andere] einde H776 des lands H7965 ; er is geen vrede H1320 voor enig vlees.
  13 H2406 Zij hebben tarwe H2232 H8804 gezaaid H6975 , maar doornen H7114 H8804 gemaaid H2470 H8738 ; zij hebben zich gepijnigd H3276 H8686 , [maar] niet gevorderd H954 H8804 ; wordt alzo beschaamd H8393 vanwege ulieder inkomsten H2740 , vanwege de hittigheid H639 van den toorn H3068 des HEEREN.
  14 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H7451 : Aangaande al Mijn boze H7934 naburen H5159 , die Mijn erfenis H5060 H8802 aanroeren H5971 , dewelke Ik Mijn volke H3478 Israel H5157 H8689 erfelijk gegeven heb H127 ; ziet, Ik zal hen uit hun land H5428 H8802 uitrukken H1004 , maar het huis H3063 van Juda H8432 zal Ik uit hunlieder midden H5428 H8799 uitrukken.
  15 H310 En het zal geschieden, nadat H5428 H8800 Ik hen zal uitgerukt hebben H7725 H8799 , zo zal Ik wederkeren H7355 H8765 , en Mij hunner ontfermen H7725 H8689 ; en Ik zal hen wederbrengen H376 , een iegelijk H5159 tot zijn erfenis H376 , en een iegelijk H776 tot zijn land.
  16 H1870 En het zal geschieden, indien zij de wegen H5971 Mijns volks H3925 H8800 vlijtiglijk H3925 H8799 zullen leren H7650 H8736 , zwerende H8034 bij Mijn Naam H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H5971 ! gelijk als zij Mijn volk H3925 H8765 geleerd hebben H7650 H8736 te zweren H1168 bij Baal H8432 , zo zullen zij in het midden H5971 Mijns volks H1129 H8738 gebouwd worden.
  17 H8085 H8799 Maar indien zij niet zullen horen H1471 , zo zal Ik diezelve natie H5428 H8800 ten enenmale H5428 H8804 uitrukken H6 H8763 en verdoen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.