Jeremiah 17

DSV_Strongs(i)
  1 H2403 De zonde H3063 van Juda H3789 H8803 is geschreven H1270 met een ijzeren H5842 griffie H6856 , met de punt H8068 eens diamants H2790 H8803 ; gegraven H3871 in de tafel H3820 van hunlieder hart H7161 , en aan de hoornen H4196 uwer altaren;
  2 H1121 Gelijk hun kinderen H4196 hunner altaren H2142 H8800 gedenken H842 , en hunner bossen H7488 , bij het groen H6086 geboomte H1364 , op de hoge H1389 heuvelen.
  3 H2042 Ik zal Mijn berg H7704 met het veld H2428 , uw vermogen H214 [en] al uw schatten H957 ten roof H5414 H8799 geven H1116 , [mitsgaders] uw hoogten H2403 , om de zonde H1366 in al uw landpalen.
  4 H8058 H8804 Alzo zult gij aflaten H5159 (en dat om u zelven) van uw erfenis H5414 H8804 , die Ik u gegeven heb H341 H8802 , en Ik zal u uw vijanden H5647 H8689 doen dienen H776 in een land H3045 H8804 , dat gij niet kent H784 ; want gijlieden hebt een vuur H6919 H8804 aangestoken H639 in Mijn toorn H5704 , tot H5769 in eeuwigheid H3344 H8714 zal het branden.
  5 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H779 H8803 : Vervloekt H1397 is de man H120 , die op een mens H982 H8799 vertrouwt H1320 , en vlees H2220 [tot] zijn arm H7760 H8804 stelt H3820 , en wiens hart H3068 van den HEERE H5493 H8799 afwijkt!
  6 H6199 Want hij zal zijn als de heide H6160 in de wildernis H7200 H8799 , die het niet gevoelt H2896 , wanneer het goede H935 H8799 komt H7931 H8804 ; maar blijft H2788 [in] dorre plaatsen H4057 in de woestijn H4420 , [in] zout H3427 H8799 en onbewoond H776 land.
  7 H1288 H8803 Gezegend H1397 [daarentegen] is de man H3068 , die op den HEERE H982 H8799 vertrouwt H4009 , en wiens vertrouwen H3068 de HEERE is!
  8 H6086 Want hij zal zijn als een boom H4325 , die aan het water H8362 H8803 geplant is H8328 , en zijn wortelen H7971 H8762 uitschiet H3105 aan een rivier H7200 H8799 , en gevoelt H2527 het niet, wanneer er een hitte H935 H8799 komt H5929 , maar zijn loof H7488 blijft groen H8141 ; en in een jaar H1226 van droogte H1672 H8799 zorgt hij H4185 H8686 niet, en houdt niet op H6529 van vrucht H6213 H8800 te dragen.
  9 H6121 Arglistig H3820 is het hart H605 H8803 , meer dan enig ding, ja, dodelijk H3045 H8799 is het, wie zal het kennen?
  10 H3068 Ik, de HEERE H2713 H8802 , doorgrond H3820 het hart H974 H8802 , [en] proef H3629 de nieren H376 ; en dat, om een iegelijk H5414 H8800 te geven H1870 naar zijn wegen H6529 , naar de vrucht H4611 zijner handelingen.
  11 H7124 [Gelijk] een veldhoen H1716 H8804 [eieren] vergadert H3205 H8804 , maar broedt H6239 ze niet uit, [alzo] is hij, die rijkdom H6213 H8802 vergadert H4941 , doch niet met recht H2677 ; in de helft H3117 zijner dagen H5800 H8799 zal hij dien moeten verlaten H319 , en in zijn laatste H5036 een dwaas zijn.
  12 H3678 Een troon H3519 der heerlijkheid H4791 , een hoogheid H7223 van het eerste H4725 aan, is de plaats H4720 onzes heiligdoms.
  13 H3068 O HEERE H3478 , Israels H4723 Verwachting H5800 H8802 ! allen, die U verlaten H954 H8799 , zullen beschaamd worden H5493 H8803 H8676 H3249 ; en die van mij afwijken H776 , zullen in de aarde H3789 H8735 geschreven worden H5800 H8804 ; want zij verlaten H3068 den HEERE H4726 , den Springader H2416 des levenden H4325 waters.
  14 H7495 H8798 Genees H3068 mij, HEERE H7495 H8735 ! zo zal ik genezen worden H3467 H8685 , behoud H3467 H8735 mij, zo zal ik behouden worden H8416 ; want Gij zijt mijn Lof.
  15 H559 H8802 Ziet, zij zeggen H1697 tot mij: Waar is het woord H3068 des HEEREN H935 H8799 ? Laat het nu komen!
  16 H213 H8804 Ik heb toch niet aangedrongen H7462 H8802 , meer dan een herder H310 achter H605 H8803 U [betaamde]; ook heb ik den dodelijken H3117 dag H183 H8694 niet begeerd H3045 H8804 , Gij weet H8193 [het]; wat uit mijn lippen H4161 is gegaan H5227 , is voor H6440 Uw aangezicht geweest.
  17 H4288 Wees Gij mij niet tot een verschrikking H4268 ; Gij zijt mijn Toevlucht H3117 ten dage H7451 des kwaads.
  18 H7291 H8802 Laat mijn vervolgers H954 H8799 beschaamd worden H954 H8799 , maar laat mij niet beschaamd worden H2865 H8735 ; laat hen verschrikt worden H2865 H8735 , maar laat mij niet verschrikt worden H935 H8687 ; breng H3117 over hen den dag H7451 des kwaads H7665 H8798 , en verbreek H4932 hen met een dubbele H7670 verbreking.
  19 H3068 Alzo heeft de HEERE H559 H8804 tot mij gezegd H1980 H8800 : Ga henen H5975 H8804 en sta H8179 in de poort H1121 van de kinderen H5971 des volks H4428 , door dewelke de koningen H3063 van Juda H935 H8799 ingaan H3318 H8799 , en door dewelke zij uitgaan H8179 , ja, in alle poorten H3389 van Jeruzalem;
  20 H559 H8804 En zeg H8085 H8798 tot hen: Hoort H3068 des HEEREN H1697 woord H4428 , gij koningen H3063 van Juda H3063 , en gans Juda H3427 H8802 , en alle inwoners H3389 van Jeruzalem H8179 , die door deze poorten H935 H8802 ingaat!
  21 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H8104 H8734 : Wacht u H5315 op uw zielen H5375 H8799 , en draagt H4853 geen last H7676 H3117 op den sabbatdag H935 H8689 , noch brengt H8179 in door de poorten H3389 van Jeruzalem.
  22 H4853 Ook zult gijlieden geen last H3318 H8686 uitvoeren H1004 uit uw huizen H7676 H3117 op den sabbatdag H4399 , noch enig werk H6213 H8799 doen H7676 H3117 ; maar gij zult den sabbatdag H6942 H8765 heiligen H1 , gelijk als Ik uw vaderen H6680 H8765 geboden heb.
  23 H8085 H8804 Maar zij hebben niet gehoord H241 , noch hun oor H5186 H8689 geneigd H6203 ; maar zij hebben hun nek H7185 H8686 verhard H8085 H8800 , om niet te horen H4148 , en om de tucht H3947 H8800 niet aan te nemen.
  24 H8085 H8800 Het zal dan geschieden, indien gij vlijtiglijk H8085 H8799 naar Mij zult horen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H4853 , dat gij geen last H8179 door de poorten H5892 dezer stad H7676 H3117 op den sabbatdag H935 H8687 inbrengt H7676 H3117 , en gij den sabbatdag H6942 H8763 heiligt H1115 , dat gij geen H4399 werk H6213 H8800 daarop doet;
  25 H8179 Zo zullen door de poorten H5892 dezer stad H935 H8804 ingaan H4428 koningen H8269 en vorsten H3427 H8802 , zittende H3678 op den troon H1732 van David H7392 H8802 , rijdende H7393 op wagenen H5483 en op paarden H8269 , zij en hun vorsten H376 , de mannen H3063 van Juda H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H5892 ; en deze stad H3427 H8804 zal bewoond worden H5769 in eeuwigheid.
  26 H935 H8804 En zij zullen komen H5892 uit de steden H3063 van Juda H5439 , en uit de plaatsen rondom H3389 Jeruzalem H776 , en uit het land H1144 van Benjamin H8219 , en uit de laagte H2022 , en van het gebergte H5045 , en van het zuiden H935 H8688 , aanbrengende H5930 brandoffer H2077 , en slachtoffer H4503 , en spijsoffer H3828 , en wierook H935 H8688 , en aanbrengende H8426 lofoffer H1004 , ten huize H3068 des HEEREN.
  27 H8085 H8799 Maar indien gij naar Mij niet zult horen H7676 H3117 , om den sabbatdag H6942 H8763 te heiligen H4853 , en om geen last H5375 H8800 te dragen H7676 H3117 als gij op den sabbatdag H8179 door de poorten H3389 van Jeruzalem H935 H8800 ingaat H784 ; zo zal Ik een vuur H8179 in haar poorten H3341 H8689 aansteken H759 , dat de paleizen H3389 van Jeruzalem H398 H8804 zal verteren H3518 H8799 , en niet worden uitgeblust.