Jeremiah 2

DSV_Strongs(i)
  1 H3068 En des HEEREN H1697 woord H559 H8800 geschiedde tot mij, zeggende:
  2 H1980 H8800 Ga H7121 H8804 en roep H241 voor de oren H3389 van Jeruzalem H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H2142 H8804 : Ik gedenk H2617 der weldadigheid H5271 uwer jeugd H160 , der liefde H3623 uwer ondertrouw H3212 H8800 H310 , toen gij Mij nawandeldet H4057 in de woestijn H2232 H8803 , in onbezaaid H776 land.
  3 H3478 Israel H3068 was den HEERE H6944 een heiligheid H7225 , de eerstelingen H8393 Zijner inkomste H398 H8802 ; allen, die hem opaten H816 H8799 , werden voor schuldig gehouden H7451 ; kwaad H935 H8799 kwam H5002 H8803 hun over, spreekt H3068 de HEERE.
  4 H8085 H8798 Hoort H3068 des HEEREN H1697 woord H1004 , gij huis H3290 van Jakob H4940 , en alle geslachten H1004 van het huis H3478 Israels!
  5 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H5766 : Wat voor onrecht H1 hebben uw vaders H4672 H8804 aan Mij gevonden H7368 H8804 , dat zij verre van Mij geweken zijn H1892 , en hebben de ijdelheid H3212 H8799 H310 nagewandeld H1891 H8799 , en zij zijn ijdel geworden?
  6 H559 H8804 En zeiden H3068 niet: Waar is de HEERE H5927 H8688 , Die ons opvoerde H776 H4714 uit Egypteland H3212 H8688 , Die ons leidde H4057 in de woestijn H776 , in een land H6160 van wildernissen H7745 en kuilen H776 , in een land H6723 van dorheid H6757 en schaduw des doods H776 , in een land H376 , waar niemand H5674 H8804 doorging H120 , en waar geen mens H3427 H8804 woonde?
  7 H935 H8686 En Ik bracht H3759 u in een vruchtbaar H776 land H6529 , om de vrucht H2898 van hetzelve en het goede H398 H8800 er van te eten H935 H8799 ; maar toen gij daarin kwaamt H2930 H8762 , verontreinigdet gij H776 Mijn land H7760 H8804 , en steldet H5159 Mijn erfenis H8441 tot een gruwel.
  8 H3548 De priesters H559 H8804 zeiden H3068 niet: Waar is de HEERE H8451 ? en die de wet H8610 H8802 handelden H3045 H8804 , kenden H7462 H8802 Mij niet; en de herders H6586 H8804 overtraden H5030 tegen Mij; en de profeten H5012 H8738 profeteerden H1168 door Baal H1980 H8804 , en H310 wandelden [naar H3276 H8686 ] [dingen], [die] geen nut doen.
  9 H7378 H8799 Daarom zal Ik nog met ulieden twisten H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H1121 H1121 ; ja, met uw kindskinderen H7378 H8799 zal Ik twisten.
  10 H5674 H8798 Want, gaat over H339 in de eilanden H3794 der Chitteers H7200 H8798 , en ziet toe H7971 H8798 , en zendt H6938 [naar] Kedar H995 H0 , en merkt H3966 er wel H995 H8708 op H7200 H8798 ; en ziet, of diesgelijks geschied zij?
  11 H1471 Heeft ook een volk H430 de goden H3235 H8689 veranderd H430 , hoewel dezelve geen goden H5971 zijn? Nochtans heeft Mijn volk H3519 zijn Eer H4171 H8689 veranderd H3276 H8686 in [hetgeen] geen nut doet.
  12 H8074 H8798 Ontzet u H8064 hierover, gij hemelen H8175 H8798 , en zijt verschrikt H3966 , wordt zeer H2717 H8798 woest H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  13 H5971 Want Mijn volk H8147 heeft twee H7451 boosheden H6213 H8804 gedaan H4726 ; Mij, den Springader H2416 des levenden H4325 waters H5800 H8804 , hebben zij verlaten H877 , om zichzelven bakken H2672 H8800 uit te houwen H7665 H8737 , gebroken H877 bakken H4325 , die geen water H3557 H8686 houden.
  14 H3478 Is dan Israel H5650 een knecht H3211 , of is hij een ingeborene H1004 des huizes H4069 ? Waarom H957 is hij [dan] ten roof geworden?
  15 H3715 De jonge leeuwen H7580 H8799 hebben over hem gebruld H6963 , zij hebben hun stem H5414 H8804 verheven H776 ; en zij hebben zijn land H7896 H8799 gezet H8047 in verwoesting H5892 ; zijn steden H3341 H8738 zijn verbrand H3427 H8802 , dat er niemand in woont.
  16 H1121 Ook hebben u de kinderen H5297 van Nof H8471 en Tachpanhes H6936 den schedel H7462 H8799 afgeweid.
  17 H6213 H8799 Doet gij H3068 dit niet zelven, [doordien] gij den HEERE H430 , uw God H5800 H8800 , verlaat H6256 , ten tijde H1870 als Hij u op den weg H3212 H8688 leidt?
  18 H1870 En nu, wat hebt gij te doen met den weg H4714 van Egypte H4325 , om de wateren H7883 van Sihor H8354 H8800 te drinken H1870 ? En wat hebt gij te doen met den weg H804 van Assur H4325 , om de wateren H5104 der rivier H8354 H8800 te drinken?
  19 H7451 Uw boosheid H3256 H8762 zal u kastijden H4878 , en uw afkeringen H3198 H8686 zullen u straffen H3045 H8798 ; weet H7200 H8798 dan en ziet H7451 , dat het kwaad H4751 en bitter H3068 is, dat gij den HEERE H430 , uw God H5800 H8800 , verlaat H6345 , en Mijn vreze H5002 H8803 niet bij u is, spreekt H136 de Heere H3069 , de HEERE H6635 der heirscharen.
  20 H5769 Als Ik van ouds H5923 uw juk H7665 H8804 verbroken H4147 , [en] uw banden H5423 H8765 verscheurd had H559 H8799 , zo zeidet gij H5674 H8799 H8675 H5647 H8799 : Ik zal niet dienen H1364 ; maar op allen hogen H1389 heuvel H7488 en onder allen groenen H6086 boom H6808 H8802 loopt gij om H2181 H8802 , hoererende.
  21 H5193 H8804 Ik had u toch geplant H8321 , een edelen wijnstok H571 , een geheel getrouw H2233 zaad H2015 H8738 ; hoe zijt gij Mij dan veranderd H5494 [in] verbasterde ranken H5237 van een vreemden H1612 wijnstok?
  22 H3526 H8762 Want, al wiest gij u H5427 met salpeter H7235 H8686 , en naamt u veel H1287 zeep H5771 , zo is [toch] uw ongerechtigheid H6440 voor Mijn aangezicht H3799 H8737 getekend H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  23 H559 H8799 Hoe zegt gij H2930 H8738 : Ik ben niet verontreinigd H1168 , ik heb de Baals H1980 H8804 H310 niet nagewandeld H7200 H8798 ? Zie H1870 uw weg H1516 in het dal H3045 H8798 , ken H6213 H8804 , wat gij gedaan hebt H7031 , gij lichte, snelle H1072 kemelin H1870 , die haar wegen H8308 H8764 verdraait!
  24 H6501 Zij is een woudezelin H3928 , gewend H4057 in de woestijn H185 , naar den lust H5315 harer ziel H7602 H8804 schept zij H7307 den wind H8385 , wie zou haar ontmoeting H7725 H8686 afkeren H1245 H8764 ? Allen, die haar zoeken H3286 H8799 , zullen niet moede worden H2320 , in haar maand H4672 H8799 zullen zij haar vinden.
  25 H4513 H8798 Bedwing H7272 uw voet H3182 van ontschoeiing H1627 , en uw keel H6773 van dorst H559 H8799 ; maar gij zegt H2976 H8737 : Het is buiten hoop H157 H0 ; neen, want ik heb H2114 H8801 de vreemden H157 H8804 lief H310 , en die H3212 H8799 zal ik nawandelen!
  26 H1590 Gelijk een dief H1322 beschaamd wordt H4672 H8735 , wanneer hij gevonden wordt H1004 , alzo zijn die van het huis H3478 Israels H3001 H8689 beschaamd H4428 ; zij, hun koningen H8269 , hun vorsten H3548 , en hun priesters H5030 , en hun profeten;
  27 H6086 Die tot een hout H559 H8802 zeggen H1 : Gij zijt mijn vader H68 ; en tot een steen H3205 H8804 : Gij hebt mij gegenereerd H6437 H0 ; want zij keren H6203 Mij den nek H6437 H8804 toe H6440 , en niet het aangezicht H6256 ; maar ten tijde H7451 huns kwaads H559 H8799 zeggen zij H6965 H8798 : Sta op H3467 H8685 en verlos ons.
  28 H430 Waar zijn dan uw goden H6213 H8804 , die gij u gemaakt hebt H6965 H8799 ? Laat ze opstaan H6256 , of zij u ten tijde H7451 uws kwaads H3467 H8686 zullen verlossen H4557 ; want [naar] het getal H5892 uwer steden H430 zijn uw goden H3063 , o Juda!
  29 H7378 H8799 Waarom twist gij H6586 H8804 tegen Mij? Gij hebt allen tegen Mij overtreden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  30 H7723 Tevergeefs H1121 heb Ik uw kinderen H5221 H8689 geslagen H4148 ; zij hebben de tucht H3947 H8804 niet aangenomen H2719 ; ulieder zwaard H5030 heeft uw profeten H398 H8804 verteerd H7843 H8688 , als een verdervende H738 leeuw.
  31 H1755 O geslacht H7200 H8798 , aanmerkt [toch] gijlieden H3068 des HEEREN H1697 woord H3478 ! Ben Ik Israel H4057 een woestijn H776 geweest, of een land H3991 der uiterste donkerheid H559 H8804 ? Waarom zegt H5971 [dan] Mijn volk H7300 H8804 : Wij zijn heren H935 H8799 , wij zullen niet meer tot U komen?
  32 H7911 H8799 Vergeet H1330 ook een jonkvrouw H5716 haar versiersel H3618 , [of] een bruid H7196 haar bindselen H5971 ? Nochtans heeft Mijn volk H7911 H8804 Mij vergeten H3117 , dagen H4557 zonder getal.
  33 H3190 H0 Wat maakt gij H1870 uw weg H3190 H8686 goed H160 , daar gij boelering H1245 H8763 zoekt H7451 ? Waarom gij ook de booste H1870 [hoeren] uw wegen H3925 H8765 geleerd hebt.
  34 H1818 Ja, het bloed H5315 van de zielen H5355 der onschuldige H34 nooddruftigen H3671 is in uw zomen H4672 H8738 gevonden H4290 ; Ik heb dat niet met opgraven H4672 H8804 gevonden, maar aan alle die.
  35 H559 H8799 Nog zegt gij H5352 H8738 : Zeker, ik ben onschuldig H639 ; Zijn toorn H7725 H8804 is immers van mij afgekeerd H8199 H8737 . Ziet, Ik zal met u rechten H559 H8800 , omdat gij zegt H2398 H8804 : Ik heb niet gezondigd.
  36 H235 H8799 Wat reist gij H3966 veel H8138 H8763 uit, veranderende H1870 uw weg H4714 ? Gij zult ook van Egypte H954 H8799 beschaamd worden H804 , gelijk als gij van Assur H954 H8804 beschaamd zijt.
  37 H3318 H8799 Gij zult ook van hier uitgaan H3027 met uw handen H7218 op uw hoofd H3068 ; want de HEERE H4009 heeft al uw vertrouwen H3988 H8804 verworpen H6743 H8686 , zodat gij daarmede niet zult gedijen.