Jeremiah 25

DSV_Strongs(i)
  1 H1697 Het woord H3414 , dat tot Jeremia H5971 geschied is over het ganse volk H3063 van Juda H7243 , in het vierde H8141 jaar H3079 van Jojakim H1121 , zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H7224 (dit was het eerste H8141 jaar H5019 van Nebukadnezar H4428 , koning H894 van Babel);
  2 H5030 Hetwelk de profeet H3414 Jeremia H1696 H8765 gesproken heeft H5971 tot het ganse volk H3063 van Juda H3427 H8802 , en tot al de inwoners H3389 van Jeruzalem H559 H8800 , zeggende:
  3 H7969 H6240 Van het dertiende H8141 jaar H2977 van Josia H1121 , den zoon H526 van Amon H4428 , den koning H3063 van Juda H3117 , tot op dezen dag H7969 toe (dit is het drie H6242 en twintigste H8141 jaar H1697 ) is het woord H3068 des HEEREN H1696 H8762 tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken H7925 H8687 , vroeg op zijnde H1696 H8763 en sprekende H8085 H8804 , maar gij hebt niet gehoord.
  4 H3068 Ook heeft de HEERE H7971 H8804 tot u gezonden H5650 al Zijn knechten H5030 , de profeten H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 en zendende H8085 H8804 (maar gij hebt niet gehoord H241 , noch uw oor H5186 H8689 geneigd H8085 H8800 om te horen);
  5 H559 H8800 Zeggende H7725 H8798 : Bekeert u H376 toch, een iegelijk H7451 van zijn bozen H1870 weg H7455 , en van de boosheid H4611 uwer handelingen H3427 H8798 , en woont H127 in het land H3068 , dat de HEERE H1 u en uw vaderen H5414 H8804 gegeven heeft H5769 , van eeuw H5704 tot H5769 in eeuw;
  6 H3212 H8799 En wandelt H312 andere H430 goden H310 niet na H5647 H8800 , om die te dienen H7812 H8692 , en u voor die neder te buigen H3707 H8686 ; en vertoornt H3027 Mij niet door uwer handen H4639 werk H7489 H8686 , opdat Ik u geen kwaad doe.
  7 H8085 H8804 Maar gij hebt naar Mij niet gehoord H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3707 H8687 ; opdat gij Mij vertoorndet H4639 door het werk H3027 uwer handen H7451 , u zelven ten kwade.
  8 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H1697 : Omdat gij Mijn woorden H8085 H8804 niet hebt gehoord;
  9 H7971 H8802 Ziet, Ik zal zenden H3947 H8804 , en nemen H4940 alle geslachten H6828 van het noorden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5019 ; en tot Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5650 , Mijn knecht H935 H8689 ; en zal ze brengen H776 over dit land H3427 H8802 , en over de inwoners H1471 van hetzelve, en over al deze volken H5439 rondom H2763 H8689 ; en Ik zal ze verbannen H7760 H8804 , en zal ze stellen H8047 tot een ontzetting H8322 , en tot een aanfluiting H5769 , en tot eeuwige H2723 woestheden.
  10 H6 H8689 En Ik zal van hen doen vergaan H6963 de stem H8342 der vrolijkheid H6963 en de stem H8057 der vreugde H6963 , de stem H2860 des bruidegoms H6963 en de stem H3618 der bruid H6963 , het geluid H7347 der molens H216 en het licht H5216 der lamp.
  11 H776 En dit ganse land H2723 zal worden tot een woestheid H8047 , tot een ontzetting H1471 ; en deze volken H4428 zullen den koning H894 van Babel H5647 H8804 dienen H7657 zeventig H8141 jaren.
  12 H7657 Maar het zal geschieden, als de zeventig H8141 jaren H4390 H8800 vervuld zijn H4428 , [dan] zal Ik over den koning H894 van Babel H1471 , en over dat volk H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5771 , hun ongerechtigheid H6485 H8799 bezoeken H776 , mitsgaders over het land H3778 der Chaldeen H7760 H8804 , en zal dat stellen H5769 tot eeuwige H8077 verwoestingen.
  13 H776 En Ik zal over dat land H935 H8689 brengen H1697 al Mijn woorden H1696 H8765 , die Ik daarover gesproken heb H5612 ; al wat in dit boek H3789 H8803 geschreven is H3414 , wat Jeremia H5012 H8738 geprofeteerd heeft H1471 over al deze volken.
  14 H5647 H8804 Want van hen zullen zich doen dienen H7227 , die ook machtige H1471 volken H1419 en grote H4428 koningen H7999 H8765 zijn; alzo zal Ik hun vergelden H6467 naar hun doen H4639 , en naar het werk H3027 hunner handen.
  15 H3068 Want alzo heeft de HEERE H430 , de God H3478 Israels H559 H8804 , tot mij gezegd H3947 H8798 : Neem H3563 dezen beker H3196 des wijns H2534 der grimmigheid H3027 van Mijn hand H8248 H8689 , en geef dien te drinken H1471 al den volken H7971 H8802 , tot welke Ik u zende;
  16 H8354 H8804 Dat zij drinken H1607 H8707 , en beven H1984 H8703 , en dol worden H6440 , vanwege H2719 het zwaard H7971 H8802 , dat Ik onder hen zal zenden.
  17 H3947 H8799 En ik nam H3563 den beker H3068 van des HEEREN H3027 hand H8248 H8686 , en ik gaf te drinken H1471 al den volken H3068 , tot welke de HEERE H7971 H8804 mij gezonden had;
  18 H3389 [Namelijk] Jeruzalem H5892 en de steden H3063 van Juda H4428 , en haar koningen H8269 , en haar vorsten H5414 H8800 ; om die te stellen H2723 tot een woestheid H8047 , tot een ontzetting H8322 , tot een aanfluiting H7045 en tot een vloek H3117 , gelijk het is te dezen dage;
  19 H6547 Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H5650 , en zijn knechten H8269 , en zijn vorsten H5971 , en al zijn volk;
  20 H6153 En den gansen gemengden H4428 hoop, en allen koningen H776 des lands H5780 van Uz H4428 ; en allen koningen H6430 van der Filistijnen H776 land H831 , en Askelon H5804 , en Gaza H6138 , en Ekron H7611 , en het overblijfsel H795 van Asdod;
  21 H123 Edom H4124 , en Moab H1121 , en den kinderen H5983 Ammons;
  22 H4428 En allen koningen H6865 van Tyrus H4428 , en allen koningen H6721 van Sidon H4428 ; en den koningen H339 der eilanden H5676 , die aan gene zijde H3220 der zee zijn.
  23 H1719 Dedan H8485 , en Thema H938 , en Buz H6285 , en allen, die aan de hoeken H7112 H8803 afgekort zijn;
  24 H4428 En allen koningen H6152 van Arabie H4428 ; en allen koningen H6153 des gemengden hoops H4057 , die in de woestijn H7931 H8802 wonen;
  25 H4428 En allen koningen H2174 van Zimri H4428 , en allen koningen H5867 van Elam H4428 , en allen koningen H4074 van Medie;
  26 H4428 En allen koningen H6828 van het noorden H7138 , die nabij H7350 en die verre H376 zijn, den een H251 met den anderen H4467 ; ja, allen koninkrijken H776 der aarde H6440 , die op H127 den aardbodem H4428 zijn. En de koning H8347 van Sesach H310 zal na H8354 H8799 hen drinken.
  27 H559 H8804 Gij zult dan tot hen zeggen H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H8354 H8798 : Drinkt H7937 H8798 , en wordt dronken H7006 H8798 , en spuwt H5307 H8798 , en valt neder H6965 H8799 , dat gij niet weder opstaat H6440 , vanwege H2719 het zwaard H7971 H8802 , dat Ik onder u zal zenden.
  28 H3985 H8762 En het zal geschieden, wanneer zij weigeren zullen H3563 den beker H3027 van uw hand H3947 H8800 te nemen H8354 H8800 om te drinken H559 H8804 , dat gij tot hen zeggen zult H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H8354 H8800 : Gij zult zekerlijk H8354 H8799 drinken!
  29 H5892 Want ziet, in de stad H8034 , die naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is H2490 H8688 , begin Ik H7489 H8687 te plagen H5352 H8736 , en zoudt gij enigszins H5352 H8735 onschuldig gehouden worden H5352 H8736 ? Gij zult niet onschuldig worden gehouden H7121 H8802 ; want Ik roep H2719 het zwaard H3427 H8802 over alle inwoners H776 der aarde H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.
  30 H1697 Gij zult dan al deze woorden H5012 H8735 tot hen profeteren H559 H8804 , en gij zult tot hen zeggen H3068 : De HEERE H7580 H8799 zal brullen H4791 uit de hoogte H6963 , en Zijn stem H5414 H8799 verheffen H4583 uit de woning H6944 Zijner heiligheid H7580 H8800 ; Hij zal schrikkelijk H7580 H8799 brullen H5116 over Zijn woonstede H1959 ; Hij zal een vreugdegeschrei H1869 H8802 , als de [druiven] treders H6030 H8799 , uitroepen H3427 H8802 tegen alle inwoners H776 der aarde.
  31 H7588 Het geschal H935 H8804 zal komen H7097 tot aan het einde H776 der aarde H3068 ; want de HEERE H7379 heeft een twist H1471 met de volken H8199 H8737 , Hij zal gericht houden H1320 met alle vlees H7563 ; de goddelozen H2719 heeft Hij aan het zwaard H5414 H8804 overgegeven H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  32 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7451 : Ziet, een kwaad H3318 H8802 gaat er uit H1471 van volk H1471 tot volk H1419 . en een groot H5591 onweder H5782 H8735 zal er verwekt worden H3411 van de zijden H776 der aarde.
  33 H2491 En de verslagenen H3068 des HEEREN H3117 zullen te dien dage H7097 [liggen] van het [ene] einde H776 der aarde H7097 tot aan het [andere] einde H776 der aarde H5594 H8735 ; zij zullen niet beklaagd H622 H8735 , noch opgenomen H6912 H8735 , noch begraven worden H1828 ; tot mest H6440 op H127 den aardbodem zullen zij zijn.
  34 H3213 H8685 Huilt H7462 H8802 , gij herders H2199 H8798 ! en schreeuwt H6428 H8690 , en wentelt u H117 [in] [de] [as], gij heerlijken H6629 van de kudde H3117 ! want uw dagen H4390 H8804 zijn vervuld H2873 H8800 , dat men slachten zal H8600 , en van uw verstrooiingen H5307 H8804 , dan zult gij vervallen H2532 als een kostelijk H3627 vat.
  35 H4498 En de vlucht H6 H8804 zal vergaan H7462 H8802 van de herders H6413 , en de ontkoming H117 van de heerlijken H6629 der kudde.
  36 H6963 Er zal zijn een stem H6818 des geroeps H7462 H8802 der herderen H3215 , en een gehuil H117 der heerlijken H6629 van de kudde H3068 , omdat de HEERE H4830 hun weide H7703 H8802 verstoort.
  37 H4999 Want de landouwen H7965 des vredes H1826 H8738 zullen uitgeroeid worden H6440 , vanwege H2740 de hittigheid H639 des toorns H3068 des HEEREN.
  38 H3715 Hij heeft, als een jonge leeuw H5520 , Zijn hutte H5800 H8804 verlaten H776 ; want hunlieder land H8047 is geworden tot een verwoesting H6440 , vanwege H2740 de hittigheid H3238 H8802 des verdrukkers H6440 , ja, vanwege H2740 de hittigheid H639 Zijns toorns.