Jeremiah 25:15-19

DSV_Strongs(i)
  15 H3068 Want alzo heeft de HEERE H430 , de God H3478 Israels H559 H8804 , tot mij gezegd H3947 H8798 : Neem H3563 dezen beker H3196 des wijns H2534 der grimmigheid H3027 van Mijn hand H8248 H8689 , en geef dien te drinken H1471 al den volken H7971 H8802 , tot welke Ik u zende;
  16 H8354 H8804 Dat zij drinken H1607 H8707 , en beven H1984 H8703 , en dol worden H6440 , vanwege H2719 het zwaard H7971 H8802 , dat Ik onder hen zal zenden.
  17 H3947 H8799 En ik nam H3563 den beker H3068 van des HEEREN H3027 hand H8248 H8686 , en ik gaf te drinken H1471 al den volken H3068 , tot welke de HEERE H7971 H8804 mij gezonden had;
  18 H3389 [Namelijk] Jeruzalem H5892 en de steden H3063 van Juda H4428 , en haar koningen H8269 , en haar vorsten H5414 H8800 ; om die te stellen H2723 tot een woestheid H8047 , tot een ontzetting H8322 , tot een aanfluiting H7045 en tot een vloek H3117 , gelijk het is te dezen dage;
  19 H6547 Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H5650 , en zijn knechten H8269 , en zijn vorsten H5971 , en al zijn volk;