Jeremiah 27

DSV_Strongs(i)
  1 H7225 In het begin H4467 des koninkrijks H3079 van Jojakim H1121 , zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H1697 , geschiedde dit woord H3414 tot Jeremia H3068 , van den HEERE H559 H8800 , zeggende:
  2 H559 H8804 Alzo zeide H3068 de HEERE H6213 H8798 tot mij: Maak H4147 u banden H4133 en jukken H5414 H8804 , en doe H6677 die aan uw hals.
  3 H7971 H8765 En zend H4428 ze tot den koning H123 van Edom H4428 , en tot den koning H4124 van Moab H4428 , en tot den koning H1121 der kinderen H5983 Ammons H4428 , en tot den koning H6865 van Tyrus H4428 , en tot den koning H6721 van Sidon H3027 ; door de hand H4397 der boden H3389 , die te Jeruzalem H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H935 H8802 , komen.
  4 H6680 H8765 En beveel H113 hun aan hun heren H559 H8800 te zeggen H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H113 : Zo zult gij tot uw heren H559 H8799 zeggen:
  5 H6213 H8804 Ik heb gemaakt H776 de aarde H120 , den mens H929 en het vee H6440 , die op H776 den aardbodem H1419 zijn, door Mijn grote H3581 kracht H5186 H8803 , en door Mijn uitgestrekten H2220 arm H5414 H8804 , en Ik geef H3474 H8804 ze aan welken het recht is H5869 in Mijn ogen.
  6 H776 En nu, Ik heb al deze landen H5414 H8804 gegeven H3027 in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5650 , Mijn knecht H2416 ; zelfs ook het gedierte H7704 des velds H5414 H8804 heb Ik hem gegeven H5647 H8800 , om hem te dienen.
  7 H1471 En alle volken H1121 zullen hem, en zijn zoon H1121 , en zijns zoons H1121 zoon H5647 H8804 dienen H6256 , totdat ook de tijd H776 zijns eigenen lands H935 H8800 kome H7227 ; dan zullen zich machtige H1471 volken H1419 en grote H4428 koningen H5647 H8804 van hem doen dienen.
  8 H1471 En het zal geschieden, het volk H4467 en het koninkrijk H5019 , dat hem, Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5647 H8799 , niet zal dienen H6677 , en dat zijn hals H5414 H8799 niet zal geven H5923 onder het juk H4428 des konings H894 van Babel H1471 ; over datzelve volk H5002 H8803 zal Ik, spreekt H3068 de HEERE H6485 H8799 , bezoeking doen H2719 door het zwaard H7458 , en door den honger H1698 , en door de pestilentie H8552 H8800 , totdat Ik ze zal verteerd hebben H3027 door zijn hand.
  9 H8085 H8799 Gijlieden dan, hoort H5030 niet naar uw profeten H7080 H8802 , en naar uw waarzeggers H2472 , en naar uw dromers H6049 H8781 , en naar uw guichelaars H3786 , en naar uw tovenaars H559 H8802 , dewelke tot u spreken H559 H8800 , zeggende H4428 : Gij zult den koning H894 van Babel H5647 H8799 niet dienen.
  10 H5012 H8737 Want zij profeteren H8267 u valsheid H7368 H0 , om u verre H127 uit uw land H7368 H8687 te brengen H5080 H8689 , en dat Ik u uitstote H6 H8804 , en gij omkomt.
  11 H1471 Maar het volk H6677 , dat zijn hals H935 H8686 zal brengen H5923 onder het juk H4428 des konings H894 van Babel H5647 H8804 , en hem dienen H127 , datzelve zal Ik in zijn land H3240 H8689 laten H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5647 H8804 , en het zal dat bouwen H3427 H8804 en daarin wonen.
  12 H1696 H8765 Daarna sprak ik H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H1697 , naar al deze woorden H559 H8800 , zeggende H935 H8685 : Brengt H6677 uw halzen H5923 onder het juk H4428 des konings H894 van Babel H5647 H8798 , en dient H5971 hem en zijn volk H2421 H8798 , zo zult gij leven.
  13 H4191 H8799 Waarom zoudt gij sterven H5971 , gij en uw volk H2719 door het zwaard H7458 , door den honger H1698 en door de pestilentie H3068 , gelijk als de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H1471 van het volk H4428 , dat den koning H894 van Babel H5647 H8799 niet zal dienen.
  14 H8085 H8799 Hoort H1697 dan niet naar de woorden H5030 der profeten H559 H8802 , die tot u spreken H559 H8800 , zeggende H4428 : Gij zult den koning H894 van Babel H5647 H8799 niet dienen H5012 H8737 ; want zij profeteren H8267 u valsheid.
  15 H7971 H8804 Want Ik heb ze niet gezonden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5012 H8737 , en zij profeteren H8267 valselijk H8034 in Mijn Naam H5080 H8687 ; opdat Ik u uitstote H6 H8804 , en gij omkomt H5030 , gij en de profeten H5012 H8737 , die u profeteren.
  16 H1696 H8765 Ook sprak ik H3548 tot de priesteren H5971 , en tot dit ganse volk H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H8085 H8799 : Hoort H1697 niet naar de woorden H5030 uwer profeten H5012 H8737 , die u profeteren H559 H8800 , zeggende H3627 : Ziet, de vaten H3068 van des HEEREN H1004 huis H4120 zullen nu haast H894 uit Babel H7725 H8716 wedergebracht worden H5012 H8737 ; want zij profeteren H8267 u valsheid.
  17 H8085 H8799 Hoort H5647 H8798 niet naar hen, [maar] dient H4428 den koning H894 van Babel H2421 H8798 , zo zult gijlieden leven H5892 ; waarom zou deze stad H2723 [tot] een woestheid worden?
  18 H5030 Maar zo zij profeten H3068 zijn, en zo des HEEREN H1697 woord H3426 bij hen is H3068 , laat hen nu bij den HEERE H6635 der heirscharen H6293 H8799 voorbidden H3627 , opdat de vaten H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H1004 , en in het huis H4428 des konings H3063 van Juda H3389 , en te Jeruzalem H3498 H8737 zijn overgebleven H894 , niet naar Babel H935 H8804 komen.
  19 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H5982 , van de pilaren H3220 , en van de zee H4350 , en van de stellingen H3499 , en van het overige H3627 der vaten H5892 , die in deze stad H3498 H8737 zijn overgebleven.
  20 H5019 Die Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H3947 H8804 , niet heeft weggenomen H3204 , als hij Jechonia H1121 , den zoon H3079 van Jojakim H4428 , koning H3063 van Juda H3389 , van Jeruzalem H894 , naar Babel H1540 H8687 gevankelijk wegvoerde H2715 , mitsgaders al de edelen H3063 van Juda H3389 en Jeruzalem;
  21 H559 H8804 Ja, zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H3627 , van de vaten H1004 , die [in] het huis H3068 des HEEREN H1004 , en in het huis H4428 des konings H3063 van Juda H3389 , en te Jeruzalem H3498 H8737 zijn overgebleven:
  22 H894 Naar Babel H935 H8714 zullen zij gebracht worden H3117 , en aldaar zullen zij zijn, tot den dag H6485 H8800 toe, dat Ik ze bezoeken zal H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5927 H8689 ; dan zal Ik ze opvoeren H7725 H8689 , en zal ze wederbrengen H4725 tot deze plaats.