Job 22

DSV_Strongs(i)
  1 H6030 H8799 Toen antwoordde H464 Elifaz H8489 , de Themaniet H559 H8799 , en zeide:
  2 H1397 Zal ook een man H410 Gode H5532 H8799 voordelig zijn H3588 ? Maar H5921 voor H7919 H8688 zichzelven zal de verstandige H5532 H8799 voordelig zijn.
  3 H7706 Is het voor den Almachtige H2656 nuttigheid H3588 , dat H6663 H8799 gij rechtvaardig zijt H518 ; of H1215 gewin H3588 , dat H1870 gij uw wegen H8552 H8686 volmaakt?
  4 H4480 Is het om H3374 uw vreze H3198 H8686 , dat Hij u bestraft H5973 , dat Hij met H4941 u in het gericht H935 H8799 komt?
  5 H3808 Is niet H7451 uw boosheid H7227 groot H5771 , en uwer ongerechtigheden H369 geen H7093 einde?
  6 H3588 Want H251 gij hebt uw broederen H2600 zonder oorzaak H2254 H8799 pand afgenomen H899 , en de klederen H6174 der naakten H6584 H8686 hebt gij uitgetogen.
  7 H5889 Den moede H3808 hebt gij geen H4325 water H8248 H8686 te drinken gegeven H4480 , en van H7457 den hongerige H3899 hebt gij het brood H4513 H8799 onthouden.
  8 H376 Maar was er een man H2220 van geweld H776 , voor dien was het land H5375 H8803 , en een aanzienlijk H6440 persoon H3427 H8799 woonde daarin.
  9 H490 De weduwen H7387 hebt gij ledig H7971 H8765 weggezonden H2220 , en de armen H3490 der wezen H1792 H8792 zijn verbrijzeld.
  10 H5921 H3651 Daarom H6341 zijn strikken H5439 rondom H6343 u, en vervaardheid H6597 heeft u haastelijk H926 H8762 beroerd.
  11 H176 Of H7200 H8799 gij ziet H2822 de duisternis H3808 niet H4325 , en des water H8229 overvloed H3680 H8762 bedekt u.
  12 H3808 Is niet H433 God H1363 [in] de hoogte H8064 der hemelen H7200 H8798 ? Zie H7218 toch het opperste H3556 der sterren H3588 aan, dat H7311 H8804 zij verheven zijn.
  13 H559 H8804 Daarom zegt gij H4100 : Wat H3045 H8804 weet H410 er God H6205 van? Zal Hij door de donkerheid H8199 H8799 oordelen?
  14 H5645 De wolken H5643 zijn Hem een verberging H3808 , dat Hij niet H7200 H8799 ziet H1980 H8691 ; en Hij bewandelt H2329 den omgang H8064 der hemelen.
  15 H734 Hebt gij het pad H5769 der eeuw H8104 H8799 waargenomen H834 , dat H205 de ongerechtige H4962 lieden H1869 H8804 betreden hebben?
  16 H834 Die H7059 H8795 rimpelachtig gemaakt zijn H6256 , als het de tijd H3808 niet H5104 was; een vloed H3247 is [over] hun grond H3332 H8714 uitgestort;
  17 H559 H8802 Die zeiden H410 tot God H5493 H8798 : Wijk H4480 van H4100 ons! En wat H7706 had de Almachtige H3926 hun H6466 H8799 gedaan?
  18 H1931 Hij H1004 had immers hun huizen H2896 met goed H4390 H8765 gevuld H6098 ; daarom is de raad H7563 der goddelozen H7368 H8804 verre H4480 van mij.
  19 H6662 De rechtvaardigen H7200 H8799 zagen H8055 H8799 het, en waren blijde H5355 , en de onschuldige H3932 H8799 bespotte H3926 hen;
  20 H518 Dewijl H7009 onze stand H3808 niet H3582 H8738 verdelgd is H784 , maar het vuur H3499 hun overblijfsel H398 H8804 verteerd heeft.
  21 H5532 H8685 Gewen u H4994 toch H5973 aan H7999 H8798 Hem, en heb vrede H2896 ; daardoor zal u het goede H935 H8799 overkomen.
  22 H3947 H8798 Ontvang H4994 toch H8451 de wet H6310 uit Zijn mond H7760 H8798 , en leg H561 Zijn redenen H3824 in uw hart.
  23 H518 Zo H7725 H8799 gij u bekeert H5704 tot H7706 den Almachtige H1129 H8735 , gij zult gebouwd worden H7368 H0 ; doe H5766 het onrecht H7368 H8686 verre H4480 van H168 uw tenten.
  24 H1220 Dan zult gij het goud H5921 op H6083 het stof H7896 H8800 leggen H211 , en het [goud] [van] Ofir H6697 bij den rotssteen H5158 der beken;
  25 H7706 Ja, de Almachtige H1220 zal uw overvloedig goud H1961 H8804 zijn H8443 , en uw krachtig H3701 zilver zijn;
  26 H3588 Want H227 dan H5921 zult gij u over H7706 den Almachtige H6026 H8691 verlustigen H413 , en gij zult tot H433 God H6440 uw aangezicht H5375 H8799 opheffen.
  27 H413 Gij zult tot H6279 H8686 Hem ernstiglijk bidden H8085 H8799 , en Hij zal u verhoren H5088 ; en gij zult uw geloften H7999 H8762 betalen.
  28 H562 Als gij een zaak H1504 H8799 besluit H6965 H8799 , zo zal zij u bestendig zijn H5921 ; en op H1870 uw wegen H216 zal het licht H5050 H8804 schijnen.
  29 H3588 Als H8213 H8689 men [iemand] vernederen zal H559 H8799 , en gij zeggen zult H1466 : Het zij verhoging H7807 ; dan zal [God] den nederige H5869 van ogen H3467 H8686 behouden.
  30 H4422 H8762 [Ja], Hij zal dien bevrijden H336 , die niet H5355 onschuldig H4422 H8738 is, want hij wordt bevrijd H1252 door de zuiverheid H3709 uwer handen.