DSV_Strongs(i)
2
H8085 H8798
Hoort
H2450
, gij wijzen
H4405
, mijn woorden
H3045 H8802
, en gij verstandigen
H238 H8685
, neigt de oren naar mij.
3
H3588
Want
H241
het oor
H974 H8799
proeft
H4405
de woorden
H2441
, gelijk het gehemelte
H398 H8800
de spijze
H2938 H8799
smaakt.
4
H977 H8799
Laat ons kiezen
H4941
voor ons, wat recht
H3045 H8799
is; laat ons kennen
H4100
onder ons wat
H2896
goed is.
5
H3588
Want
H347
Job
H559 H8804
heeft gezegd
H6663 H8804
: Ik ben rechtvaardig
H410
, en God
H4941
heeft mijn recht
H5493 H8689
weggenomen.
6
H3576 H8762
Ik moet liegen
H5921
in
H4941
mijn recht
H2671
; mijn pijl
H605 H8803
is smartelijk
H1097
zonder
H6588
overtreding.
7
H4310
Wat
H1397
man
H347
is er, gelijk Job
H8354 H0
? Hij drinkt
H3933
de bespotting
H8354 H8799
in
H4325
als water;
8
H732 H8804
En gaat over weg
H2274
in gezelschap
H5973
met
H6466 H8802
de werkers
H205
der ongerechtigheid
H3212 H8800
, en wandelt
H5973
met
H7562
goddeloze
H582
lieden.
9
H3588
Want
H559 H8804
hij heeft gezegd
H5532 H8799
: Het baat
H1397
een man
H3808
niet
H7521 H8800
, als hij welbehagen heeft
H5973
aan
H430
God.
10
H3651
Daarom
H582
, gij, lieden
H3824
van verstand
H8085 H8798
, hoort
H2486
naar mij: Verre zij
H410
God
H4480
van
H7562
goddeloosheid
H7706
, en de Almachtige
H4480
van
H5766
onrecht!
11
H3588
Want
H6467
[naar] het werk
H120
des mensen
H7999 H8762
vergeldt Hij
H376
hem, en naar eens ieders
H734
weg
H4672 H8686
doet Hij het hem vinden.
12
H637
Ook
H551
waarlijk
H410
, God
H7561 H0
handelt
H3808
niet
H7561 H8686
goddelooslijk
H7706
, en de Almachtige
H5791 H8762
verkeert
H4941
het recht
H3808
niet.
13
H4310
Wie
H6485 H8804
heeft Hem gesteld
H5921
over
H776
de aarde
H4310
, en wie
H3605
heeft de ganse
H8398
wereld
H7760 H8804
geschikt?
14
H518
Indien
H3820
Hij Zijn hart
H413
tegen
H7760 H8799
hem zette
H7307
, Zijn geest
H5397
en Zijn adem
H5921
zou Hij tot
H622 H8799
Zich vergaderen;
15
H3605
Alle
H1320
vlees
H3162
zou tegelijk
H1478 H8799
den geest geven
H120
, en de mens
H5921
zou tot
H6083
stof
H7725 H8799
wederkeren.
16
H518
Zo
H998
er dan verstand
H8085 H8798
[bij] [u] is, hoor
H2063
dit
H238 H8685
; neig de oren
H6963
tot de stem
H4405
mijner woorden.
17
H637
Zou Hij ook
H4941
, Die het recht
H8130 H8802
haat
H2280 H8799
, [den] [gewonde] verbinden
H518
,
H3524
en zoudt gij den zeer
H6662
Rechtvaardige
H7561 H8686
verdoemen?
18
H4428
Zou men tot een koning
H559 H8800
zeggen
H1100
: Gij Belial
H413
; tot
H5081
de prinsen
H7563
: Gij goddelozen!
19
H834
[Hoe] [dan] [tot] [Dien], Die
H6440
het aangezicht
H8269
der vorsten
H3808
niet
H5375 H8804
aanneemt
H7771
, en den rijke
H6440
voor
H1800
den arme
H3808
niet
H5234 H8765
kent
H3588
? Want
H3605
zij zijn allen
H3027
Zijner handen
H4639
werk.
20
H7281
In een ogenblik
H4191 H8799
sterven zij
H2676 H3915
; zelfs ter middernacht
H5971
wordt een volk
H1607 H8792
geschud
H5674 H8799
, dat het doorga
H47
; en de machtige
H5493 H8686
wordt weggenomen
H3808
zonder
H3027
hand.
21
H3588
Want
H5869
Zijn ogen
H5921
zijn op
H376
ieders
H1870
wegen
H7200 H8799
, en Hij ziet
H3605
al
H6806
zijn treden.
22
H369
Er is geen
H2822
duisternis
H369
, en er is geen
H6757
schaduw des doods
H8033
, dat aldaar
H6466 H8802
de werkers
H205
der ongerechtigheid
H5641 H8736
zich verbergen mochten.
23
H3588
Gewisselijk
H7760 H8799
, Hij legt
H376
den mens
H3808
niet
H5921
te veel op
H413
, dat hij tegen
H410
God
H4941
in het gericht
H1980 H8800
zou mogen treden.
24
H7489 H8799
Hij vermorzelt
H3524
de geweldigen
H3808
, dat men het niet
H2714
doorzoeken
H5975 H8686
kan, en stelt
H312
anderen
H8478
in hun plaats.
25
H3651
Daarom
H4566
[dat] Hij hun werken
H5234 H8686
kent
H2015 H0
, zo keert Hij
H3915
hen des nachts
H2015 H8804
om
H1792 H8691
, en zij worden verbrijzeld.
26
H5606 H8804
Hij klopt
H8478
hen samen als
H7563
goddelozen
H4725
, in een plaats
H7200 H8802
, [waar] aanschouwers zijn;
27
H5921 H3651
Daarom
H834
dat
H4480
zij van
H310
achter
H5493 H8804
Hem afgeweken zijn
H3605 H3808
, en geen
H1870
Zijner wegen
H7919 H8689
verstaan hebben;
28
H5921
Opdat Hij op
H6818
hem het geroep
H1800
des armen
H935 H8687
brenge
H6818
, en het geroep
H6041
der ellendigen
H8085 H8799
verhore.
29
H1931
Als Hij
H8252 H8686
stilt
H4310
, wie
H7561 H8686
zal dan beroeren
H6440
? Als Hij het aangezicht
H5641 H8686
verbergt
H4310
, wie
H7789 H8799
zal Hem dan aanschouwen
H5921
, zowel voor
H1471
een volk
H120
, als voor een mens
H3162
alleen?
30
H2611
Opdat de huichelachtige
H120
mens
H4480
niet
H4427 H8800
[meer] regere
H4480
, [en] geen
H4170 H0
strikken
H5971
des volks
H4170
zijn.
31
H3588
Zekerlijk
H413
heeft hij tot
H410
God
H559 H8736
gezegd
H5375 H8804
: Ik heb [Uw] [straf] verdragen
H3808
, ik zal het niet
H2254 H8799
verderven.
32
H1107
Behalve
H2372 H8799
[wat] ik zie
H3384 H8685
, leer
H589
Gij
H518
mij;
H5766
heb ik onrecht
H6466 H8804
gewrocht
H3808
, ik zal het niet
H3254 H8686
meer doen.
33
H4480 H5973
Zal het van
H7999 H8762
u zijn, hoe Hij iets vergelden zal
H3588
, dewijl
H3988 H8804
gij [Hem] versmaadt
H3588
?
H589
Zoudt gij
H977 H8799
dan verkiezen
H3808
, en niet
H589
ik
H4100
? Wat
H3045 H8804
weet gij
H1696 H8761
dan? Spreek.
34
H582
De lieden
H3824
van verstand
H559 H8799
zullen met mij zeggen
H2450
, en een wijs
H1397
man
H8085 H8802
zal naar mij horen:
35
H347
[Dat] Job
H3808
niet
H1847
met wetenschap
H1696 H8762
gesproken heeft
H1697
, en zijn woorden
H3808
niet
H7919 H8687
met kloek verstand geweest zijn.