DSV_Strongs(i)
1
H3808
Heeft niet
H582
de mens
H6635
een strijd
H5921
op
H776
de aarde
H3117
, en zijn zijn dagen
H3117
niet als de dagen
H7916
des dagloners?
2
H5650
Gelijk de dienstknecht
H7602 H8799
hijgt
H6738
naar de schaduw
H7916
, en gelijk de dagloner
H6960 H8762
verwacht
H6467
zijn werkloon;
3
H3651
Alzo
H3391
zijn mij maanden
H7723
der ijdelheid
H5157 H8717
ten erve geworden
H3915
, en nachten
H5999
der moeite
H4487 H8765
zijn mij voorbereid.
4
H518
Als
H7901 H8804
ik te slapen lig
H559 H8804
, dan zeg ik
H4970
: Wanneer
H6965 H8799
zal ik opstaan
H6153
, en Hij den avond
H4059
afgemeten hebben
H7646 H8804
? En ik word zat
H5076
van woelingen
H5704
tot aan
H5399
den schemertijd.
5
H1320
Mijn vlees
H7415
is met het gewormte
H1487
en met het gruis
H6083
des stofs
H3847 H8804
bekleed
H5785
; mijn huid
H7280 H8804
is gekliefd
H3988 H8735
en verachtelijk geworden.
6
H3117
Mijn dagen
H7043 H8804
zijn lichter geweest
H4480
dan
H708
een weversspoel
H3615 H8799
, en zijn vergaan
H657
zonder
H8615
verwachting.
7
H2142 H8798
Gedenk
H3588
, dat
H2416
mijn leven
H7307
een wind
H5869
is; mijn oog
H3808
zal niet
H7725 H8799
wederkomen
H2896
, om het goede
H7200 H8800
te zien.
8
H5869
Het oog
H7210
desgenen, die mij [nu] ziet
H3808
, zal mij niet
H7789 H8799
zien
H5869
; uw ogen
H369
zullen op mij zijn; maar ik zal niet [meer] zijn.
9
H6051
Een wolk
H3615 H8804
vergaat
H3212 H8799
en vaart henen
H3651
; alzo
H7585
die in het graf
H3381 H8802
daalt
H3808
, zal niet
H5927 H8799
[weder] opkomen.
10
H3808
Hij zal niet
H7725 H8799
meer wederkeren
H1004
tot zijn huis
H4725
, en zijn plaats
H3808
zal hem niet
H5750
meer
H5234 H8686
kennen.
11
H589
Zo zal ik
H1571
ook
H6310
mijn mond
H3808
niet
H2820 H8799
wederhouden
H1696 H8762
, ik zal spreken
H6862
in benauwdheid
H7307
mijns geestes
H7878 H8799
; ik zal klagen
H4751
in bitterheid
H5315
mijner ziel.
12
H589
Ben ik
H3220
dan een zee
H518
, of
H8577
walvis
H3588
, dat
H5921
Gij om
H4929
mij wachten
H7760 H8799
zet?
13
H3588
Wanneer
H559 H8804
ik zeg
H6210
: Mijn bedstede
H5162 H8762
zal mij vertroosten
H4904
, mijn leger
H4480
zal van
H7879
mijn klacht
H5375 H8799
[wat] wegnemen;
14
H2865 H8765
Dan ontzet Gij
H2472
mij met dromen
H4480
, en door
H2384
gezichten
H1204 H8762
verschrikt Gij mij;
15
H5315
Zodat mijn ziel
H4267
de verworging
H977 H8799
kiest
H4194
; den dood
H4480
meer dan
H6106
mijn beenderen.
16
H3988 H8804
Ik versmaad
H5769
ze, ik zal toch in der eeuwigheid
H3808
niet
H2421 H8799
leven
H2308 H8798
; houd op
H4480
van
H3588
mij, want
H3117
mijn dagen
H1892
zijn ijdelheid.
17
H4100
Wat
H582
is de mens
H3588
, dat
H1431 H8762
Gij hem groot acht
H3588
, en dat
H3820
Gij Uw hart
H413
op
H7896 H8799
hem zet?
18
H6485 H8799
En dat Gij hem bezoekt
H1242
in elken morgenstond
H7281
; dat Gij hem in elken ogenblik
H974 H8799
beproeft?
19
H4100
Hoe lang
H8159 H0
keert Gij U
H3808
niet
H8159 H8799
af
H4480
van
H7503 H0
mij, [en] laat
H3808
niet
H7503 H8686
van mij af
H5704
, totdat
H7536
ik mijn speeksel
H1104 H8800
inzwelge?