DSV_Strongs(i)
2
H1058 H8799
[Beth]. Zij weent
H1058 H8800
steeds
H3915
des nachts
H1832
, en haar tranen
H3895
[lopen] over haar kinnebakken
H5162 H8764
; zij heeft geen trooster
H157 H8802
onder al haar liefhebbers
H7453
; al haar vrienden
H898 H8804
hebben trouwelooslijk met haar gehandeld
H341 H8802
, zij zijn haar tot vijanden geworden.
3
H3063
[Gimel]. Juda
H1540 H8804
is in gevangenis gegaan
H6040
vanwege de ellende
H7230
, en vanwege de veelheid
H5656
der dienstbaarheid
H3427 H8804
; zij woont
H1471
onder de heidenen
H4672 H8804
, zij vindt
H4494
geen rust
H7291 H8802
; al haar vervolgers
H5381 H8689
achterhalen
H4712
ze tussen de engten.
4
H1870
[Daleth]. De wegen
H6726
Sions
H57
treuren
H4150
, omdat niemand op het feest
H935 H8802
komt
H8179
; al haar poorten
H8074 H8802
zijn woest
H3548
, haar priesters
H584 H8737
zuchten
H1330
: haar jonkvrouwen
H3013 H8737
zijn bedroefd
H4843 H8804
, en zij zelve is in bitterheid.
5
H6862
[He]. Haar tegenpartijders
H7218
zijn ten hoofd
H341 H8802
geworden, haar vijanden
H7951 H8804
zijn gerust
H3068
; omdat haar de HEERE
H3013 H8689
bedroefd heeft
H7230
, vanwege de veelheid
H6588
harer overtredingen
H5768
; haar kinderkens
H1980 H8804
gaan henen
H7628
[in] de gevangenis
H6440
voor het aangezicht
H6862
des tegenpartijders.
6
H1323
[Vau]. En van de dochter
H6726
Sions
H1926
is al haar sieraad
H3318 H8799
weggegaan
H8269
; haar vorsten
H354
zijn als de herten
H4829
, [die] geen weide
H4672 H8804
vinden
H3212 H0
, en zij gaan
H3581
krachteloos
H3212 H8799
henen
H6440
voor het aangezicht
H7291 H8802
des vervolgers.
7
H3389
[Zain]. Jeruzalem
H2142 H0
is
H3117
, [in] de dagen
H6040
harer ellende
H4788
en harer veelvuldige ballingschap
H2142 H8804
, indachtig
H4262
aan al haar gewenste dingen
H6924
, die zij van oude
H3117
dagen
H5971
af gehad heeft; dewijl haar volk
H3027
door de hand
H6862
des tegenpartijders
H5307 H8800
valt
H5826 H8802
, en zij geen helper heeft
H6862
; de tegenpartijders
H7200 H8804
zien haar aan
H7832 H8804
, zij spotten
H4868
met haar rustdagen.
8
H3389
[Cheth]. Jeruzalem
H2399
heeft zwaarlijk
H2398 H8804
gezondigd
H5206
, daarom is zij als een afgezonderde
H3513 H8764
[vrouw] geworden; allen, die haar eerden
H2107 H8689
, achten haar onwaard
H6172
, dewijl zij haar naaktheid
H7200 H8804
gezien hebben
H584 H8738
; zij zucht
H268
ook, en zij is achterwaarts
H7725 H8799
gekeerd.
9
H2932
[Teth]. Haar onreinheid
H7757
is in haar zomen
H2142 H8804
, zij heeft niet gedacht aan
H319
haar uiterste
H6382
, daarom is zij wonderbaarlijk
H3381 H8799
omlaag gedaald
H5162 H8764
; zij heeft geen trooster
H3068
. HEERE
H7200 H8798
, zie
H6040
mijn ellende
H341 H8802
aan, want de vijand
H1431 H8689
maakt zich groot.