Nehemiah 2

DSV_Strongs(i)
  1 H1961 H8799 Toen geschiedde H2320 het in de maand H5212 Nisan H6242 , in het twintigste H8141 jaar H4428 van den koning H783 Arthahsasta H3196 , [als] [er] wijn H6440 voor zijn aangezicht H3196 was, dat ik den wijn H5375 H8799 opnam H5414 H8799 , en gaf H4428 [hem] den koning H3808 ; nu was ik nooit H7451 treurig H1961 H8804 geweest H6440 voor zijn aangezicht.
  2 H559 H8799 Zo zeide H4428 de koning H4069 tot mij: Waarom H6440 is uw aangezicht H7451 treurig H859 , zo gij H369 H0 toch niet H2470 H8802 krank H369 zijt H2088 ? Dit H369 is niet H3588 H518 dan H7455 treurigheid H3820 des harten H3372 H8799 . Toen vreesde ik H7235 H8687 gans H3966 zeer.
  3 H559 H8799 En ik zeide H4428 tot de koning H4428 : De koning H2421 H8799 leve H5769 in eeuwigheid H4069 ! Hoe H6440 zou mijn aangezicht H3808 niet H3415 H8799 treurig zijn H834 , daar H5892 de stad H1004 , de plaats H6913 der begrafenissen H1 mijner vaderen H2720 , woest H8179 is, en haar poorten H784 met vuur H398 H8795 verteerd zijn?
  4 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H5921 H4100 tot mij: Wat H1245 H8764 verzoekt H859 gij H2088 nu H6419 H8691 ? Toen bad ik H413 tot H430 God H8064 van den hemel.
  5 H559 H8799 En ik zeide H4428 tot den koning H518 : Zo H4428 het den koning H2895 H8804 H5921 goeddunkt H518 , en zo H5650 uw knecht H6440 voor uw aangezicht H3190 H8799 aangenaam is H834 , dat H7971 H8799 gij mij zendt H413 naar H3063 Juda H413 , naar H5892 de stad H6913 der begrafenissen H1 mijner vaderen H1129 H8799 , dat ik ze bouwe.
  6 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H7694 tot mij, daar de koningin H681 nevens H3427 H8802 hem zat H5704 : Hoe H4970 lang H4109 zal uw reis H1961 H8799 wezen H4970 , en wanneer H7725 H8799 zult gij wederkomen H3190 H8799 H6440 ? En het behaagde H4428 den koning H7971 H8799 , dat hij mij zond H2165 , als ik hem zekeren tijd H5414 H8799 gesteld had.
  7 H559 H8799 Voorts zeide ik H4428 tot den koning H518 : Zo H4428 het den koning H2895 H8804 H5921 goeddunkt H107 , dat men mij brieven H5414 H8799 geve H5921 aan H6346 de landvoogden H5676 aan gene zijde H5104 der rivier H834 , dat H5674 H8686 zij mij overgeleiden H5704 H834 , totdat H413 ik in H3063 Juda H935 H8799 zal gekomen zijn;
  8 H107 Ook een brief H413 aan H623 Asaf H8104 H8802 , den bewaarder H6508 van den lusthof H834 , denwelken H4428 de koning H6086 heeft, dat hij mij hout H5414 H8799 geve H7136 H8763 om te zolderen H8179 de poorten H1002 van het paleis H834 , dat H1004 aan het huis H2346 H5892 is, en tot den stadsmuur H1004 , en tot het huis H834 H413 , waar H935 H8799 ik intrekken zal H4428 . En de koning H5414 H8799 gaf H2896 ze mij, naar de goede H3027 hand H430 mijns Gods H5921 over mij.
  9 H935 H8799 Toen kwam ik H413 tot H6346 de landvoogden H5676 aan gene zijde H5104 der rivier H5414 H8799 , en gaf H107 hun de brieven H4428 des konings H4428 . En de koning H8269 had oversten H2428 des heirs H6571 en ruiteren H5973 met H7971 H8799 mij gezonden.
  10 H5571 Toen nu Sanballat H2772 , de Horoniet H2900 , en Tobia H5984 , de Ammonietische H5650 knecht H8085 H8799 [dat] hoorden H3415 H8799 , mishaagde het H1419 hun met groot H7451 mishagen H834 , dat H120 er een mens H935 H8804 gekomen was H2896 , om wat goeds H1245 H8763 te zoeken H1121 voor de kinderen H3478 Israels.
  11 H935 H8799 En ik kwam H413 te H3389 Jeruzalem H1961 H8799 , en was H8033 daar H7969 drie H3117 dagen.
  12 H6965 H0 Daarna maakte ik mij H3915 des nachts H6965 H8799 op H589 , ik H4592 H4592 en weinig H582 mannen H5973 met H5046 H0 mij, en ik gaf H120 geen mens H5046 H8689 te kennen H4100 , wat H430 mijn God H413 in H3820 mijn hart H5414 H8802 gegeven had H3389 , om aan Jeruzalem H6213 H8800 te doen H369 ; en er was geen H929 dier H5973 met H3588 H518 mij, dan H929 het dier H834 , waarop H589 ik H7392 H8802 reed.
  13 H3318 H8799 En ik trok uit H3915 bij nacht H8179 H1516 door de Dalpoort H413 H6440 , en voorbij H8577 H5869 H8677 H5886 de Drakenfontein H413 , en naar H830 H8179 de Mistpoort H1961 H8799 H7663 H8802 H8675 H7665 H8799 , en ik brak H2346 aan de muren H3389 van Jeruzalem H834 , dewelke H6555 H8803 verscheurd waren H8179 , en haar poorten H784 met vuur H398 H8795 verteerd.
  14 H5674 H8799 En ik ging voort H413 naar H8179 H5869 de Fonteinpoort H413 , en naar H4428 des konings H1295 vijver H369 ; doch daar was geen H4725 plaats H929 voor het dier H8478 , om onder H5674 H8800 mij voort te gaan.
  15 H1961 H8799 H5927 H8802 Toen ging ik op H3915 , des nachts H5158 , door de beek H1961 H8799 H7663 H8802 H8675 H7665 H8799 , en ik brak H2346 aan den muur H7725 H8799 ; en ik keerde weder H935 H8799 , en kwam in H8179 H1516 door de Dalpoort H7725 H8799 ; alzo keerde ik wederom.
  16 H5461 En de overheden H3045 H8804 wisten H3808 niet H575 , waar H1980 H8804 ik heengegaan was H4100 , en wat H589 ik H6213 H8802 deed H5704 ; want ik had tot H3651 nog H3064 toe den Joden H3548 , en den priesteren H2715 , en den edelen H5461 , en overheden H3499 , en den anderen H4399 , die het werk H6213 H8802 deden H3808 , niets H5046 H8689 te kennen gegeven.
  17 H559 H8799 Toen zeide ik H413 tot H859 hen: Gijlieden H7200 H8802 ziet H7451 de ellende H834 , waarin H587 wij H834 zijn, dat H3389 Jeruzalem H2720 woest H8179 is, en haar poorten H784 met vuur H3341 H8738 verbrand zijn H3212 H8798 ; komt H3389 , en laat ons Jeruzalems H2346 muur H1129 H8799 opbouwen H3808 ; opdat wij niet H5750 meer H2781 een versmaadheid H1961 H8799 zijn.
  18 H5046 H8686 En ik gaf hun te kennen H3027 de hand H430 mijns Gods H834 H1931 , Die H2896 goed H5921 over H637 mij geweest was, als ook H1697 de woorden H4428 des konings H834 , die H559 H8804 hij tot mij gesproken had H559 H8799 . Toen zeiden zij H6965 H8799 : Laat ons op zijn H1129 H8804 , dat wij bouwen H2388 H8762 ; en zij sterkten H3027 hun handen H2896 ten goede.
  19 H5571 Als nu Sanballat H2772 , de Horoniet H2900 , en Tobia H5984 , de Ammonietische H5650 knecht H1654 , en Gesem H6163 , de Arabier H8085 H8799 , dit hoorden H3932 H8686 , zo bespotten zij H959 H8799 H5921 ons, en verachtten H559 H8799 ons; en zij zeiden H4100 : Wat H2088 is dit H1697 voor een ding H834 , dat H859 gijlieden H6213 H8802 doet H859 ? Wilt gijlieden H5921 tegen H4428 den koning H4775 H8802 rebelleren?
  20 H7725 H8686 Toen gaf ik H853 hun H1697 tot antwoord H559 H8799 , en zeide H430 tot hen: God H8064 van den hemel H1931 , Die H6743 H8686 zal het ons doen gelukken H587 , en wij H5650 , Zijn knechten H6965 H8799 , zullen ons opmaken H1129 H8804 en bouwen H369 ; maar gijlieden hebt geen H2506 deel H6666 , noch gerechtigheid H2146 , noch gedachtenis H3389 in Jeruzalem.