Proverbs 15

DSV_Strongs(i)
  1 H7390 Een zacht H4617 antwoord H7725 H8686 keert H2534 de grimmigheid H6089 af; maar een smartend H1697 woord H639 doet den toorn H5927 H8686 oprijzen.
  2 H3956 De tong H2450 der wijzen H3190 H0 maakt H1847 de wetenschap H3190 H8686 goed H6310 ; maar de mond H3684 der zotten H5042 H0 stort overvloediglijk H200 dwaasheid H5042 H8686 uit.
  3 H5869 De ogen H3068 des HEEREN H4725 zijn in alle plaatsen H6822 H8802 , beschouwende H7451 de kwaden H2896 en de goeden.
  4 H4832 De medicijn H3956 der tong H6086 is een boom H2416 des levens H5558 ; maar de verkeerdheid H7667 in dezelve is een breuk H7307 in den geest.
  5 H191 Een dwaas H4148 zal de tucht H1 zijns vaders H5006 H8799 versmaden H8433 ; maar die de bestraffing H8104 H8802 waarneemt H6191 H8686 , zal kloekzinniglijk handelen.
  6 H1004 [In] het huis H6662 des rechtvaardigen H7227 is een grote H2633 schat H7563 ; maar in des goddelozen H8393 inkomst H5916 H8737 is beroerte.
  7 H8193 De lippen H2450 der wijzen H1847 zullen de wetenschap H2219 H8762 uitstrooien H3820 ; maar het hart H3684 der zotten niet alzo.
  8 H2077 Het offer H7563 der goddelozen H3068 is den HEERE H8441 een gruwel H8605 ; maar het gebed H3477 der oprechten H7522 is Zijn welgevallen.
  9 H1870 De weg H7563 der goddelozen H3068 is den HEERE H8441 een gruwel H6666 ; maar dien, die de gerechtigheid H7291 H8764 najaagt H157 H8799 , zal Hij liefhebben.
  10 H4148 De tucht H7451 is onaangenaam H734 voor dengene die het pad H5800 H8802 verlaat H8433 ; [en] die de bestraffing H8130 H8802 haat H4191 H8799 , zal sterven.
  11 H7585 De hel H11 en het verderf H3068 zijn voor den HEERE H3826 ; hoeveel te meer de harten H120 van des mensen H1121 kinderen?
  12 H3887 H8801 De spotter H157 H8799 zal niet liefhebben H3198 H8687 , die hem bestraft H3212 H8799 ; hij zal niet gaan H2450 tot de wijzen.
  13 H8056 Een vrolijk H3820 hart H6440 zal het aangezicht H3190 H8686 blijde maken H6094 ; maar door de smart H3820 des harten H7307 wordt de geest H5218 verslagen.
  14 H995 H8737 Een verstandig H3820 hart H1847 zal de wetenschap H1245 H8762 opzoeken H6310 H8675 H6440 ; maar de mond H3684 der zotten H200 zal met dwaasheid H7462 H8799 gevoed worden.
  15 H3117 Al de dagen H6041 des bedrukten H7451 zijn kwaad H2896 ; maar een vrolijk H3820 hart H8548 is een gedurige H4960 maaltijd.
  16 H2896 Beter H4592 is weinig H3374 met de vreze H3068 des HEEREN H7227 , dan een grote H214 schat H4103 , en onrust daarbij.
  17 H2896 Beter H737 is een gerecht H3419 van groen moes H160 , waar ook liefde H75 H8803 is, dan een gemeste H7794 os H8135 , en haat daarbij.
  18 H2534 Een grimmig H376 man H4066 zal gekijf H1624 H8762 verwekken H750 H639 ; maar de lankmoedige H7379 zal den twist H8252 H8686 stillen.
  19 H1870 De weg H6102 des luiaards H4881 H2312 is als een doornheg H734 ; maar het pad H3477 der oprechten H5549 H8803 is welgebaand.
  20 H2450 Een wijs H1121 zoon H1 zal den vader H8055 H8762 verblijden H3684 ; maar een zot H120 mens H959 H8802 veracht H517 zijn moeder.
  21 H200 De dwaasheid H2638 H3820 is den verstandeloze H8057 blijdschap H376 ; maar een man H8394 van verstand H3474 H8762 zal recht H3212 H8800 wandelen.
  22 H4284 De gedachten H6565 H8687 worden vernietigd H5475 , als er geen raad H7230 is; maar door veelheid H3289 H8802 der raadslieden H6965 H8799 zal elkeen bestaan.
  23 H376 Een man H8057 heeft blijdschap H4617 in het antwoord H6310 zijns monds H2896 ; en hoe goed H1697 is een woord H6256 op zijn tijd!
  24 H734 De weg H2416 des levens H7919 H8688 is den verstandige H4605 naar boven H5493 H8800 ; opdat hij afwijke H7585 van de hel H4295 , beneden.
  25 H1004 Het huis H1343 der hovaardigen H3068 zal de HEERE H5255 H8799 afrukken H1366 ; maar de landpale H490 der weduwe H5324 H8686 zal Hij vastzetten.
  26 H7451 Des bozen H4284 gedachten H3068 zijn den HEERE H8441 een gruwel H2889 ; maar der reinen H5278 zijn liefelijke H561 redenen.
  27 H1215 Die gierigheid H1214 H8802 pleegt H5916 H8802 , beroert H1004 zijn huis H4979 ; maar die geschenken H8130 H8802 haat H2421 H8799 , zal leven.
  28 H3820 Het hart H6662 des rechtvaardigen H1897 H8799 bedenkt zich H6030 H8800 , om te antwoorden H6310 ; maar de mond H7563 der goddelozen H5042 H0 zal overvloediglijk H7451 kwade H5042 H8686 dingen uitstorten.
  29 H3068 De HEERE H7350 is ver H7563 van de goddelozen H8605 ; maar het gebed H6662 der rechtvaardigen H8085 H8799 zal Hij verhoren.
  30 H3974 Het licht H5869 der ogen H8055 H8762 verblijdt H3820 het hart H2896 ; een goed H8052 gerucht H1878 H0 maakt H6106 het gebeente H1878 H8762 vet.
  31 H241 Het oor H8433 , dat de bestraffing H2416 des levens H8085 H8802 hoort H7130 , zal in het midden H2450 der wijzen H3885 H8799 vernachten.
  32 H4148 Die de tucht H6544 H8802 verwerpt H3988 H8802 , die versmaadt H5315 zijn ziel H8433 ; maar die de bestraffing H8085 H8802 hoort H7069 H8802 , krijgt H3820 verstand.
  33 H3374 De vreze H3068 des HEEREN H4148 is de tucht H2451 der wijsheid H6038 ; en de nederigheid H6440 [gaat] voor H3519 de eer.