DSV_Strongs(i)
1
H7065 H8762
Zijt niet nijdig
H7451
over de boze
H582
lieden
H183 H8691
, en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn.
2
H3820
Want hun hart
H1897 H8799
bedenkt
H7701
verwoesting
H8193
, en hun lippen
H1696 H8762
spreken
H5999
moeite.
3
H2451
Door wijsheid
H1004
wordt een huis
H1129 H8735
gebouwd
H8394
, en door verstandigheid
H3559 H8709
bevestigd;
4
H1847
En door wetenschap
H2315
worden de binnenkameren
H4390 H8735
vervuld
H3368
met alle kostelijk
H5273
en liefelijk
H1952
goed.
5
H2450
Een wijs
H1397
man
H5797
is sterk
H376
; en een man
H1847
van wetenschap
H553 H0
maakt
H3581
de kracht
H553 H8764
vast.
6
H8458
Want door wijze raadslagen
H4421
zult gij voor u den krijg
H6213 H8799
voeren
H7230
, en in de veelheid
H3289 H8802
der raadgevers
H8668
is de overwinning.
7
H2454
Alle wijsheid
H191
is voor den dwaze
H7311 H8802
te hoog
H8179
; hij zal in de poort
H6310
zijn mond
H6605 H8799
niet opendoen.
8
H2803 H8764
Die denkt
H7489 H8687
om kwaad te doen
H1167
, dien zal men een meester
H4209
van schandelijke verdichtselen
H7121 H8799
noemen.
9
H2154
De gedachte
H200
der dwaasheid
H2403
is zonde
H3887 H8801
; en een spotter
H120
is den mens
H8441
een gruwel.
10
H7503 H8694
Vertoont gij u slap
H3117
ten dage
H6869
der benauwdheid
H3581
, uw kracht
H6862
is nauw.
11
H5337 H8685
Red
H4194
degenen, die ter dood
H3947 H8803
gegrepen zijn
H4131 H8801
; want zij wankelen
H2027
ter doding
H2820 H8799
, zo gij u onthoudt.
12
H559 H8799
Wanneer gij zegt
H3045 H8804
: Ziet, wij weten
H3826
dat niet; zal Hij, Die de harten
H8505 H8802
weegt
H995 H8799
, [dat] niet merken
H5315
? En Die uwe ziel
H5341 H8802
gadeslaat
H3045 H8799
, zal Hij het niet weten
H120
? Want Hij zal den mens
H7725 H8689
vergelden
H6467
naar zijn werk.
13
H398 H8798
Eet
H1706
honig
H1121
, mijn zoon
H2896
! want hij is goed
H5317
, en honigzeem
H4966
is zoet
H2441
voor uw gehemelte.
14
H3045 H8798
Zodanig is de kennis
H2451
der wijsheid
H5315
voor uw ziel
H4672 H8804
; als gij ze vindt
H3426 H0
, zo zal er
H319
beloning
H3426
wezen
H8615
, en uw verwachting
H3772 H8735
zal niet afgesneden worden.
15
H693 H8799
Loer
H7563
niet, o goddeloze
H5116
! op de woning
H6662
des rechtvaardigen
H7703 H8762
; verwoest
H7258
zijn legerplaats niet.
16
H6662
Want de rechtvaardige
H7651
zal zevenmaal
H5307 H8799
vallen
H6965 H8804
, en opstaan
H7563
; maar de goddelozen
H7451
zullen in het kwaad
H3782 H8735
nederstruikelen.
17
H8055 H8799
Verblijd u
H341 H8802
niet, als uw vijand
H5307 H8800
valt
H3782 H8736
; en als hij nederstruikelt
H3820
, laat uw hart
H1523 H8799
zich niet verheugen;
18
H3068
Opdat het de HEERE
H7200 H8799
niet zie
H7489 H8804
, en het kwaad zij
H5869
in Zijn ogen
H639
en Hij Zijn toorn
H7725 H8689
van hem afkere.
19
H2734 H8691
Ontsteek u
H7489 H8688
niet over de boosdoeners
H7065 H8762
; zijt niet nijdig
H7563
over de goddelozen.
20
H7451
Want de kwade
H319
zal geen beloning
H5216
hebben, de lamp
H7563
der goddelozen
H1846 H8799
zal uitgeblust worden.
21
H1121
Mijn zoon
H3372 H8798
! vrees
H3068
den HEERE
H4428
en den koning
H6148 H8691
; vermeng u
H8138 H8802
niet met hen, die naar verandering staan;
22
H343
Want hun verderf
H6597
zal haastelijk
H6965 H8799
ontstaan
H3045 H8802
; en wie weet
H8147
hun beider
H6365
ondergang?
23
H2450
Deze [spreuken] zijn ook van de wijzen
H6440
. Het aangezicht
H4941
in het gericht
H5234 H8687
te kennen
H2896
, is niet goed.
24
H7563
Die tot den goddeloze
H559 H8802
zegt
H6662
: Gij zijt rechtvaardig
H5971
; dien zullen de volken
H5344 H8799
vervloeken
H3816
, de natien
H2194 H8799
zullen hem gram zijn.
25
H3198 H8688
Maar voor degenen, die [hem] bestraffen
H5276 H8799
, zal liefelijkheid zijn
H1293
; en de zegen
H2896
des goeds
H935 H8799
zal op hen komen.
26
H8193
Men zal de lippen
H5401 H8799
kussen
H5228
desgenen, die rechte
H1697
woorden
H7725 H8688
antwoordt.
27
H3559 H8685
Beschik
H4399
uw werk
H2351
daarbuiten
H6257 H8761
, en bereid
H7704
het voor u op den akker
H1129 H8804
, en bouw
H310
daarna
H1004
uw huis.
28
H2600
Wees niet zonder oorzaak
H5707
getuige
H7453
tegen uw naaste
H6601 H8765
; want zoudt gij verleiden
H8193
met uw lip?
29
H559 H8799
Zeg
H6213 H8804
niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft
H6213 H8799
, zo zal ik hem doen
H376
; ik zal een ieder
H7725 H8686
vergelden
H6467
naar zijn werk.
30
H5674 H8804
Ik ging
H7704
voorbij den akker
H376 H6102
eens luiaards
H3754
, en voorbij den wijngaard
H2638 H3820
van een verstandeloos
H120
mens;
31
H5927 H8804
En ziet, hij was gans opgeschoten
H7063
van distelen
H6440
; zijn gedaante
H2738
was [met] netelen
H3680 H8795
bedekt
H68
, en zijn stenen
H1444
scheidsmuur
H2040 H8738
was afgebroken.
32
H2372 H8799
Als ik dat aanschouwde
H7896 H8799
, nam ik
H3820
het ter harte
H7200 H8804
; ik zag
H3947 H0
het, [en] nam
H4148
onderwijzing
H3947 H8804
aan;