DSV_Strongs(i)
1
H3034 H8685
Looft
H3068
den HEERE
H2896
, want Hij is goed
H2617
; want Zijn goedertierenheid
H5769
is in der eeuwigheid.
2
H3478
Dat Israel
H559 H8799
nu zegge
H2617
, dat Zijn goedertierenheid
H5769
in der eeuwigheid is.
3
H1004
Het huis
H175
van Aaron
H559 H8799
zegge
H2617
nu, dat Zijn goedertierenheid
H5769
in der eeuwigheid is.
4
H3068
Dat degenen, die den HEERE
H3373
vrezen
H559 H8799
, nu zeggen
H2617
, dat Zijn goedertierenheid
H5769
in der eeuwigheid is.
5
H4712
Uit de benauwdheid
H3050
heb ik den HEERE
H7121 H8804
aangeroepen
H3050
; de HEERE
H6030 H8804
heeft mij verhoord
H4800
, [stellende] [mij] in de ruimte.
6
H3068
De HEERE
H3372 H8799
is bij mij, ik zal niet vrezen
H120
; wat zal mij een mens
H6213 H8799
doen?
7
H3068
De HEERE
H5826 H8802
is bij mij onder degenen, die mij helpen
H7200 H8799
; daarom zal ik [mijn] [lust] zien
H8130 H8802
aan degenen, die mij haten.
8
H2896
Het is beter
H3068
tot den HEERE
H2620 H8800
toevlucht te nemen
H120
, dan op den mens
H982 H8800
te vertrouwen.
9
H2896
Het is beter
H3068
tot den HEERE
H2620 H8800
toevlucht te nemen
H5081
, dan op prinsen
H982 H8800
te vertrouwen.
10
H1471
Alle heidenen
H5437 H8804
hadden mij omringd
H8034
; het is in den Naam
H3068
des HEEREN
H4135 H8686
, dat ik ze verhouwen heb.
11
H5437 H8804
Zij hadden mij omringd
H5437 H8804
, ja, zij hadden mij omringd
H8034
; het is in den Naam
H3068
des HEEREN
H4135 H8686
, dat ik ze verhouwen heb.
12
H5437 H8804
Zij hadden mij omringd
H1682
als bijen
H1846 H8795
; zij zijn uitgeblust
H784 H6975
als een doornenvuur
H8034
; het is in den Naam
H3068
des HEEREN
H4135 H8686
, dat ik ze verhouwen heb.
13
H1760 H8800
Gij hadt mij zeer hard
H1760 H8804
gestoten
H5307 H8800
, tot vallens toe
H3068
, maar de HEERE
H5826 H8804
heeft mij geholpen.
15
H168
In de tenten
H6662
der rechtvaardigen
H6963
is een stem
H7440
des gejuichs
H3444
en des heils
H3225
; de rechterhand
H3068
des HEEREN
H6213 H8802
doet
H2428
krachtige daden.
16
H3225
De rechterhand
H3068
des HEEREN
H7426 H8802
is verhoogd
H3225
; de rechterhand
H3068
des HEEREN
H6213 H8802
doet
H2428
krachtige daden.
17
H4191 H8799
Ik zal niet sterven
H2421 H8799
, maar leven
H4639
; en ik zal de werken
H3050
des HEEREN
H5608 H8762
vertellen.
18
H3050
De HEERE
H3256 H8763
heeft mij wel hard
H3256 H8765
gekastijd
H4194
; maar Hij heeft mij ter dood
H5414 H8804
niet overgegeven.
19
H8179
Doet mij de poorten
H6664
der gerechtigheid
H6605 H8798
open
H935 H8799
, ik zal daardoor ingaan
H3050
, ik zal den HEERE
H3034 H8686
loven.
20
H8179
Dit is de poort
H3068
des HEEREN
H6662
, door dewelke de rechtvaardigen
H935 H8799
zullen ingaan.
21
H3034 H8686
Ik zal U loven
H6030 H8804
, omdat Gij mij verhoord hebt
H3444
, en mij tot heil geweest zijt.
22
H68
De steen
H1129 H8802
, [dien] de bouwlieden
H3988 H8804
verworpen hadden
H7218
, is tot een hoofd
H6438
des hoeks geworden.
24
H3117
Dit is de dag
H3068
, [dien] de HEERE
H6213 H8804
gemaakt heeft
H1523 H8799
; laat ons op denzelven ons verheugen
H8055 H8799
, en verblijd zijn.
25
H577
Och
H3068
HEERE
H3467 H8685
! geef nu heil
H577
; och
H3068
HEERE
H6743 H8685
! geef nu voorspoed.
26
H1288 H8803
Gezegend
H935 H8802
zij hij, die daar komt
H8034
in den Naam
H3068
des HEEREN
H1288 H8765
! Wij zegenen
H1004
ulieden uit het huis
H3068
des HEEREN.
27
H3068
De HEERE
H410
is God
H215 H8686
, Die ons licht gegeven heeft
H631 H8798
. Bindt
H2282
het feest
H5688
[offer] met touwen
H7161
tot aan de hoornen
H4196
van het altaar.