Psalms 18

DSV_Strongs(i)
  1 H5329 H8764 Voor den opperzangmeester H1732 , [een] [psalm] van David H5650 , den knecht H3068 des HEEREN H1697 , die de woorden H7892 dezes lieds H3068 tot den HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H3117 , ten dage H3068 , als hem de HEERE H5337 H8689 gered had H3709 uit de hand H341 H8802 van al zijn vijanden H3027 , en uit de hand H7586 van Saul H559 H8799 . [018:2] Hij zeide H7355 H8799 dan: Ik zal U hartelijk liefhebben H3068 , HEERE H2391 , mijn Sterkte!
  2 H3068 [018:3] De HEERE H5553 is mijn Steenrots H4686 , en mijn Burg H6403 H8764 , en mijn Uithelper H410 ; mijn God H6697 , mijn Rots H2620 H8799 , op Welken ik betrouw H4043 ; mijn Schild H7161 , en de Hoorn H3468 mijns heils H4869 , mijn Hoog Vertrek.
  3 H7121 H8799 [018:4] Ik riep H3068 den HEERE H1984 H8794 aan, die te prijzen is H3467 H8735 , en werd verlost H341 H8802 van mijn vijanden.
  4 H2256 [018:5] Banden H4194 des doods H661 H8804 hadden mij omvangen H5158 , en beken H1100 Belials H1204 H8762 verschrikten mij.
  5 H2256 [018:6] Banden H7585 der hel H5437 H8804 omringden H4170 mij, strikken H4194 des doods H6923 H8765 bejegenden mij.
  6 H6862 [018:7] Als mij bange H7121 H8799 was, riep ik H3068 den HEERE H7768 H8762 aan, en riep H430 tot mijn God H8085 H8799 ; Hij hoorde H6963 mijn stem H1964 uit Zijn paleis H7775 , en mijn geroep H6440 voor Zijn aangezicht H935 H8799 kwam H241 in Zijn oren.
  7 H1607 H8799 [018:8] Toen daverde H7493 H8799 en beefde H776 de aarde H4146 , en de gronden H2022 der bergen H7264 H8799 beroerden zich H1607 H8691 en daverden H2734 H8804 , omdat Hij ontstoken was.
  8 H6227 [018:9] Rook H5927 H8804 ging op H639 van Zijn neus H784 , en een vuur H6310 uit Zijn mond H398 H8799 verteerde H1513 ; kolen H1197 H8804 werden daarvan aangestoken.
  9 H5186 H8799 [018:10] En Hij boog H8064 den hemel H3381 H8799 , en daalde neder H6205 , en donkerheid H7272 was onder Zijn voeten.
  10 H7392 H8799 [018:11] En Hij voer H3742 op een cherub H5774 H8799 , en vloog H1675 H8799 ; ja, Hij vloog snellijk H3671 op de vleugelen H7307 des winds.
  11 H2822 [018:12] Duisternis H7896 H8799 zette Hij H5643 tot Zijn verberging H5439 ; rondom H5521 Hem was Zijn tent H2824 , duisterheid H4325 der wateren H5645 , wolken H7834 des hemels.
  12 H5051 [018:13] Van den glans H5674 H8804 , die voor Hem was, dreven H5645 Zijn wolken H1259 daarhenen, hagel H784 en vurige H1513 kolen.
  13 H3068 [018:14] En de HEERE H7481 H8686 donderde H8064 in den hemel H5945 , en de Allerhoogste H5414 H8799 gaf H6963 Zijn stem H1259 , hagel H784 en vurige H1513 kolen.
  14 H7971 H8799 [018:15] En Hij zond H2671 Zijn pijlen H6327 H8686 uit, en verstrooide H7232 H8804 ze; en Hij vermenigvuldigde H1300 de bliksemen H2000 H8799 , en verschrikte ze.
  15 H650 [018:16] En de diepe kolken H4325 der wateren H7200 H8735 werden gezien H4146 , en de gronden H8398 der wereld H1540 H8735 werden ontdekt H1606 , van Uw schelden H3068 , o HEERE H5397 ! van het geblaas H7307 des winds H639 van Uw neus.
  16 H7971 H8799 [018:17] Hij zond H4791 van de hoogte H3947 H8799 , Hij nam H4871 H8686 mij, Hij trok H7227 mij op uit grote H4325 wateren.
  17 H5337 H8686 [018:18] Hij verloste H5794 mij van mijn sterken H341 H8802 vijand H8130 H8802 , en van mijn haters H553 H8804 , omdat zij machtiger waren dan ik.
  18 H6923 H8762 [018:19] Zij hadden mij bejegend H3117 ten dage H343 mijns ongevals H3068 ; maar de HEERE H4937 was mij tot een Steunsel.
  19 H3318 H8686 [018:20] En Hij voerde H4800 mij uit in de ruimte H2502 H8762 , Hij rukte H2654 H8804 mij uit, want Hij had lust aan mij.
  20 H3068 [018:21] De HEERE H1580 H8799 vergold H6664 mij naar mijn gerechtigheid H7725 H8686 , Hij gaf mij weder H1252 naar de reinigheid H3027 mijner handen.
  21 H3068 [018:22] Want ik heb des HEEREN H1870 wegen H8104 H8804 gehouden H430 , en ben van mijn God H7561 H8804 niet goddelooslijk afgegaan.
  22 H4941 [018:23] Want al Zijn rechten H2708 waren voor mij, en Zijn inzettingen H5493 H8686 deed ik niet van mij weg.
  23 H8549 [018:24] Maar ik was oprecht H8104 H8691 bij Hem, en ik wachtte mij H5771 voor mijn ongerechtigheid.
  24 H7725 H0 [018:25] Zo gaf H3068 mij de HEERE H7725 H8686 weder H6664 naar mijn gerechtigheid H1252 , naar de reinigheid H3027 mijner handen H5869 , voor Zijn ogen.
  25 H2623 [018:26] Bij den goedertierene H2616 H8691 houdt Gij U goedertieren H8549 , bij den oprechten H1399 man H8552 H8691 houdt Gij U oprecht.
  26 H1305 H8737 [018:27] Bij den reine H1305 H8691 houdt Gij U rein H6141 , maar bij den verkeerde H6617 H8691 bewijst Gij U een Worstelaar.
  27 H3467 H8686 [018:28] Want Gij verlost H6041 het bedrukte H5971 volk H7311 H8802 , maar de hoge H5869 ogen H8213 H8686 vernedert Gij.
  28 H5216 [018:29] Want Gij doet mijn lamp H215 H8686 lichten H3068 ; de HEERE H430 , mijn God H2822 , doet mijn duisternis H5050 H8686 opklaren.
  29 H7323 H8799 [018:30] Want met U loop ik H1416 door een bende H430 , en met mijn God H1801 H8762 spring ik H7791 over een muur.
  30 H410 [018:31] Gods H1870 weg H8549 is volmaakt H565 ; de rede H3068 des HEEREN H6884 H8803 is doorlouterd H4043 ; Hij is een Schild H2620 H8802 allen, die op Hem betrouwen.
  31 H433 [018:32] Want wie is God H1107 , behalve H3068 de HEERE H6697 ? En wie is een Rotssteen H2108 , dan alleen H430 onze God?
  32 H410 [018:33] Het is God H2428 , die mij met kracht H247 H8764 omgordt H1870 ; en Hij heeft mijn weg H8549 volkomen H5414 H8799 gemaakt.
  33 H7737 H8764 [018:34] Hij maakt H7272 mijn voeten H355 gelijk als der hinden H5975 H8686 , en Hij stelt H1116 mij op mijn hoogten.
  34 H3925 H8764 [018:35] Hij leert H3027 mijn handen H4421 ten strijde H5154 , zodat een stalen H7198 boog H2220 met mijn armen H5181 H8765 verbroken is.
  35 H4043 [018:36] Ook hebt Gij mij het schild H3468 Uws heils H5414 H8799 gegeven H3225 , en Uw rechterhand H5582 H8799 heeft mij ondersteund H6037 , en Uw zachtmoedigheid H7235 H8686 heeft mij groot gemaakt.
  36 H6806 [018:37] Gij hebt mijn voetstap H7337 H8686 ruim gemaakt H7166 onder mij, en mijn enkelen H4571 H8804 hebben niet gewankeld.
  37 H7291 H8799 [018:38] Ik vervolgde H341 H8802 mijn vijanden H5381 H8686 , en trof H7725 H8799 hen aan; en ik keerde niet weder H3615 H8763 , totdat ik hen verdaan had.
  38 H4272 H8799 [018:39] Ik doorstak H3201 H8799 hen, dat zij niet weder konden H6965 H8800 opstaan H5307 H8799 ; zij vielen H7272 onder mijn voeten.
  39 H247 H8762 [018:40] Want Gij omgorddet H2428 mij met kracht H4421 ten strijde H3766 H8686 ; Gij deedt onder mij nederbukken H6965 H8801 , die tegen mij opstonden.
  40 H5414 H8804 [018:41] En Gij gaaft H6203 mij den nek H341 H8802 mijner vijanden H8130 H8764 , en mijn haters H6789 H8686 , die vernielde ik.
  41 H7768 H8762 [018:42] Zij riepen H3467 H8688 , maar er was geen verlosser H3068 ; tot den HEERE H6030 H8804 , maar Hij antwoordde hun niet.
  42 H7833 H8799 [018:43] Toen vergruisde ik H6083 hen als stof H6440 voor H7307 den wind H7324 H8686 ; ik ruimde hen weg H2916 als slijk H2351 der straten.
  43 H6403 H8762 [018:44] Gij hebt mij uitgeholpen H7379 van de twisten H5971 des volks H7760 H8799 ; Gij hebt mij gesteld H7218 tot een hoofd H1471 der heidenen H5971 ; het volk H3045 H8804 , [dat] ik niet kende H5647 H8799 , heeft mij gediend.
  44 H241 [018:45] Zo haast als [hun] oor H8088 [van] [mij] hoorde H8085 H8735 , hebben zij mij gehoorzaamd H1121 H5236 ; vreemden H3584 H8762 hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen.
  45 H1121 H5236 [018:46] Vreemden H5034 H8799 zijn vervallen H2727 H8799 , en hebben gesidderd H4526 uit hun sloten.
  46 H3068 [018:47] De HEERE H2416 leeft H1288 H8803 , en geloofd zij H6697 mijn Rotssteen H7311 H8799 , en verhoogd zij H430 de God H3468 mijns heils!
  47 H410 [018:48] De God H5360 , Die mij volkomen wraak H5414 H8802 geeft H5971 , en de volken H1696 H8686 onder mij brengt;
  48 H6403 H8764 [018:49] Die mij uithelpt H341 H8802 van mijn vijanden H7311 H8787 ; ja, Gij verhoogt H6965 H8801 mij boven degenen, die tegen mij opstaan H5337 H8686 ; Gij redt H376 mij van den man H2555 des gewelds.
  49 H3068 [018:50] Daarom zal ik U, o HEERE H3034 H8686 ! loven H1471 onder de heidenen H8034 ; en Uw Naam H2167 H8762 zal ik psalmzingen;
  50 H3444 [018:51] Die de verlossingen H4428 Zijns konings H1431 H8688 groot maakt H2617 , en goedertierenheid H6213 H8802 doet H4899 aan Zijn gezalfde H1732 , aan David H2233 en aan zijn zaad H5704 tot H5769 in eeuwigheid.