DSV_Strongs(i)
1
H1732
[Een] [psalm] van David
H2734 H8691
. [Aleph]. Ontsteek u
H7489 H8688
niet over de boosdoeners
H7065 H8762
; benijd
H5766
hen niet, die onrecht
H6213 H8802
doen.
2
H2682
Want als gras
H4120
zullen zij haast
H5243 H8799
worden afgesneden
H3418
, en als de groene
H1877
grasscheutjes
H5034 H8799
zullen zij afvallen.
3
H982 H8798
[Beth]. Vertrouw
H3068
op den HEERE
H6213 H8798
, en doe
H2896
het goede
H7931 H8798
; bewoon
H776
de aarde
H7462 H8798
, en voed u
H530
[met] getrouwigheid.
4
H6026 H8690
En verlustig u
H3068
in den HEERE
H5414 H8799
, zo zal Hij u geven
H4862
de begeerten
H3820
uws harten.
5
H1556 H8798
[Gimel]. Wentel
H1870
uw weg
H3068
op den HEERE
H982 H8798
, en vertrouw
H6213 H8799
op Hem; Hij zal het maken;
6
H6664
En zal uw gerechtigheid
H3318 H8689
doen voortkomen
H216
als het licht
H4941
, en uw recht
H6672
als den middag.
7
H1826 H8798
[Daleth]. Zwijg
H3068
den HEERE
H2342 H8708
, en verbeid
H2734 H8691
Hem; ontsteek u
H1870
niet over dengene, wiens weg
H6743 H8688
voorspoedig is
H376
; over een man
H4209
, die listige aanslagen
H6213 H8802
uitvoert.
8
H7503 H8685
[He]. Laat af
H639
van toorn
H5800 H8798
, en verlaat
H2534
de grimmigheid
H2734 H8691
; ontsteek u
H389
niet, immers
H7489 H8687
[niet], om kwaad te doen.
9
H7489 H8688
Want de boosdoeners
H3772 H8735
zullen uitgeroeid worden
H3068
, maar die den HEERE
H6960 H8802
verwachten
H776
, die zullen de aarde
H3423 H8799
erfelijk bezitten.
10
H4592
[Vau]. En nog een weinig
H7563
, en de goddeloze
H995 H8712
zal er niet zijn; en gij zult acht nemen
H4725
op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen.
11
H6035
De zachtmoedigen
H776
daarentegen zullen de aarde
H3423 H8799
erfelijk bezitten
H6026 H8694
, en zich verlustigen
H7230
over groten
H7965
vrede.
12
H7563
[Zain]. De goddeloze
H2161 H8802
bedenkt listige aanslagen
H6662
tegen den rechtvaardige
H2786 H8802
, en hij knerst
H8127
over hem met zijn tanden.
13
H136
De HEERE
H7832 H8799
belacht
H7200 H8804
hem, want Hij ziet
H3117
, dat zijn dag
H935 H8799
komt.
14
H7563
[Cheth]. De goddelozen
H2719
hebben het zwaard
H6605 H8804
uitgetrokken
H7198
, en hun boog
H1869 H8804
gespannen
H6041
, om den ellendige
H34
en nooddruftige
H5307 H8687
neder te vellen
H2873 H8800
, om te slachten
H3477
, die oprecht
H1870
van weg zijn.
15
H2719
[Maar] hun zwaard
H3820
zal in hunlieder hart
H935 H8799
gaan
H7198
; en hun bogen
H7665 H8735
zullen verbroken worden.
16
H4592
[Teth]. Het weinige
H6662
, dat de rechtvaardige
H2896
heeft, is beter
H1995
dan de overvloed
H7227
veler
H7563
goddelozen.
17
H2220
Want de armen
H7563
der goddelozen
H7665 H8735
zullen verbroken worden
H3068
; maar de HEERE
H5564 H8802
ondersteunt
H6662
de rechtvaardigen.
18
H3068
[Jod]. De HEERE
H3045 H8802
kent
H3117
de dagen
H8549
der oprechten
H5159
; en hun erfenis
H5769
zal in eeuwigheid blijven.
19
H954 H8799
Zij zullen niet beschaamd worden
H7451
in den kwaden
H6256
tijd
H3117
, en in de dagen
H7459
des hongers
H7646 H8799
zullen zij verzadigd worden.
20
H7563
[Caph]. Maar de goddelozen
H6 H8799
zullen vergaan
H341 H8802
, en de vijanden
H3068
des HEEREN
H3615 H8804
zullen verdwijnen
H3368
, als het kostelijkste
H3733
der lammeren
H6227
; met den rook
H3615 H8804
zullen zij verdwijnen.
21
H7563
[Lamed]. De goddeloze
H3867 H8801
ontleent
H7999 H8762
en geeft niet weder
H6662
; maar de rechtvaardige
H2603 H8802
ontfermt zich
H5414 H8802
, en geeft.
22
H1288 H8794
Want zijn gezegenden
H776
zullen de aarde
H3423 H8799
erfelijk bezitten
H7043 H8794
; maar zijn vervloekten
H3772 H8735
zullen uitgeroeid worden.
23
H4703
[Mem]. De gangen
H1397
[deszelven] mans
H3068
worden van den HEERE
H3559 H8797
bevestigd
H2654 H8799
; en Hij heeft lust
H1870
aan zijn weg.
24
H5307 H8799
Als hij valt
H2904 H8714
, zo wordt hij niet weggeworpen
H3068
, want de HEERE
H5564 H8802
ondersteunt
H3027
zijn hand.
25
H5288
[Nun]. Ik ben jong
H2204 H8804
geweest, ook ben ik oud geworden
H7200 H8804
, maar heb niet gezien
H6662
den rechtvaardige
H5800 H8737
verlaten
H2233
, noch zijn zaad
H1245 H8764
zoekende
H3899
brood.
26
H3117
Den gansen dag
H2603 H8802
ontfermt hij zich
H3867 H8688
, en leent
H2233
; en zijn zaad
H1293
is tot zegening.
27
H5493 H8798
[Samech]. Wijk af
H7451
van het kwade
H6213 H8798
, en doe
H2896
het goede
H7931 H8798
, en woon
H5769
in eeuwigheid.
28
H3068
Want de HEERE
H157 H0
heeft
H4941
het recht
H157 H8802
lief
H2623
, en zal Zijn gunstgenoten
H5800 H8799
niet verlaten
H5769
; in eeuwigheid
H8104 H8738
worden zij bewaard
H2233
; maar het zaad
H7563
der goddelozen
H3772 H8738
wordt uitgeroeid.
29
H6662
De rechtvaardigen
H776
zullen de aarde
H3423 H8799
erfelijk bezitten
H5703
, en in eeuwigheid
H7931 H8799
daarop wonen.
30
H6310
[Pe]. De mond
H6662
des rechtvaardigen
H1897 H8799
vermeldt
H2451
wijsheid
H3956
, en zijn tong
H1696 H8762
spreekt
H4941
het recht.
31
H8451
De wet
H430
zijns Gods
H3820
is in zijn hart
H838
; zijn gangen
H4571 H8799
zullen niet slibberen.
32
H7563
[Tsade]. De goddeloze
H6822 H8802
loert
H6662
op den rechtvaardige
H1245 H8764
, en zoekt
H4191 H8687
hem te doden.
33
H3068
[Maar] de HEERE
H5800 H8799
laat
H3027
hem niet in zijn hand
H7561 H8686
; en Hij verdoemt
H8199 H8736
hem niet, als hij geoordeeld wordt.
34
H6960 H8761
[Koph]. Wacht
H3068
op den HEERE
H8104 H8798
, en houd
H1870
Zijn weg
H7311 H8787
, en Hij zal u verhogen
H776
, om de aarde
H3423 H8800
erfelijk te bezitten
H7200 H8799
; gij zult zien
H7563
, dat de goddelozen
H3772 H8736
worden uitgeroeid.
35
H7200 H8804
[Resch]. Ik heb gezien
H6184
een gewelddrijvenden
H7563
goddeloze
H6168 H8693
, die zich uitbreidde
H7488
als een groene
H249
inlandse boom.
36
H5674 H8799
Maar hij ging door
H1245 H8762
, en zie, hij was er niet [meer]; en ik zocht
H4672 H8738
hem, maar hij werd niet gevonden.
37
H8104 H8798
[Schin]. Let
H8535
op den vrome
H7200 H8798
, en zie
H3477
naar den oprechte
H319
; want het einde
H376
van [dien] man
H7965
zal vrede zijn.
38
H6586 H8802
Maar de overtreders
H3162
worden te zamen
H8045 H8738
verdelgd
H319
; het einde
H7563
der goddelozen
H3772 H8738
wordt uitgeroeid.