Psalms 37

DSV_Strongs(i)
  1 H1732 [Een] [psalm] van David H2734 H8691 . [Aleph]. Ontsteek u H7489 H8688 niet over de boosdoeners H7065 H8762 ; benijd H5766 hen niet, die onrecht H6213 H8802 doen.
  2 H2682 Want als gras H4120 zullen zij haast H5243 H8799 worden afgesneden H3418 , en als de groene H1877 grasscheutjes H5034 H8799 zullen zij afvallen.
  3 H982 H8798 [Beth]. Vertrouw H3068 op den HEERE H6213 H8798 , en doe H2896 het goede H7931 H8798 ; bewoon H776 de aarde H7462 H8798 , en voed u H530 [met] getrouwigheid.
  4 H6026 H8690 En verlustig u H3068 in den HEERE H5414 H8799 , zo zal Hij u geven H4862 de begeerten H3820 uws harten.
  5 H1556 H8798 [Gimel]. Wentel H1870 uw weg H3068 op den HEERE H982 H8798 , en vertrouw H6213 H8799 op Hem; Hij zal het maken;
  6 H6664 En zal uw gerechtigheid H3318 H8689 doen voortkomen H216 als het licht H4941 , en uw recht H6672 als den middag.
  7 H1826 H8798 [Daleth]. Zwijg H3068 den HEERE H2342 H8708 , en verbeid H2734 H8691 Hem; ontsteek u H1870 niet over dengene, wiens weg H6743 H8688 voorspoedig is H376 ; over een man H4209 , die listige aanslagen H6213 H8802 uitvoert.
  8 H7503 H8685 [He]. Laat af H639 van toorn H5800 H8798 , en verlaat H2534 de grimmigheid H2734 H8691 ; ontsteek u H389 niet, immers H7489 H8687 [niet], om kwaad te doen.
  9 H7489 H8688 Want de boosdoeners H3772 H8735 zullen uitgeroeid worden H3068 , maar die den HEERE H6960 H8802 verwachten H776 , die zullen de aarde H3423 H8799 erfelijk bezitten.
  10 H4592 [Vau]. En nog een weinig H7563 , en de goddeloze H995 H8712 zal er niet zijn; en gij zult acht nemen H4725 op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen.
  11 H6035 De zachtmoedigen H776 daarentegen zullen de aarde H3423 H8799 erfelijk bezitten H6026 H8694 , en zich verlustigen H7230 over groten H7965 vrede.
  12 H7563 [Zain]. De goddeloze H2161 H8802 bedenkt listige aanslagen H6662 tegen den rechtvaardige H2786 H8802 , en hij knerst H8127 over hem met zijn tanden.
  13 H136 De HEERE H7832 H8799 belacht H7200 H8804 hem, want Hij ziet H3117 , dat zijn dag H935 H8799 komt.
  14 H7563 [Cheth]. De goddelozen H2719 hebben het zwaard H6605 H8804 uitgetrokken H7198 , en hun boog H1869 H8804 gespannen H6041 , om den ellendige H34 en nooddruftige H5307 H8687 neder te vellen H2873 H8800 , om te slachten H3477 , die oprecht H1870 van weg zijn.
  15 H2719 [Maar] hun zwaard H3820 zal in hunlieder hart H935 H8799 gaan H7198 ; en hun bogen H7665 H8735 zullen verbroken worden.
  16 H4592 [Teth]. Het weinige H6662 , dat de rechtvaardige H2896 heeft, is beter H1995 dan de overvloed H7227 veler H7563 goddelozen.
  17 H2220 Want de armen H7563 der goddelozen H7665 H8735 zullen verbroken worden H3068 ; maar de HEERE H5564 H8802 ondersteunt H6662 de rechtvaardigen.
  18 H3068 [Jod]. De HEERE H3045 H8802 kent H3117 de dagen H8549 der oprechten H5159 ; en hun erfenis H5769 zal in eeuwigheid blijven.
  19 H954 H8799 Zij zullen niet beschaamd worden H7451 in den kwaden H6256 tijd H3117 , en in de dagen H7459 des hongers H7646 H8799 zullen zij verzadigd worden.
  20 H7563 [Caph]. Maar de goddelozen H6 H8799 zullen vergaan H341 H8802 , en de vijanden H3068 des HEEREN H3615 H8804 zullen verdwijnen H3368 , als het kostelijkste H3733 der lammeren H6227 ; met den rook H3615 H8804 zullen zij verdwijnen.
  21 H7563 [Lamed]. De goddeloze H3867 H8801 ontleent H7999 H8762 en geeft niet weder H6662 ; maar de rechtvaardige H2603 H8802 ontfermt zich H5414 H8802 , en geeft.
  22 H1288 H8794 Want zijn gezegenden H776 zullen de aarde H3423 H8799 erfelijk bezitten H7043 H8794 ; maar zijn vervloekten H3772 H8735 zullen uitgeroeid worden.
  23 H4703 [Mem]. De gangen H1397 [deszelven] mans H3068 worden van den HEERE H3559 H8797 bevestigd H2654 H8799 ; en Hij heeft lust H1870 aan zijn weg.
  24 H5307 H8799 Als hij valt H2904 H8714 , zo wordt hij niet weggeworpen H3068 , want de HEERE H5564 H8802 ondersteunt H3027 zijn hand.
  25 H5288 [Nun]. Ik ben jong H2204 H8804 geweest, ook ben ik oud geworden H7200 H8804 , maar heb niet gezien H6662 den rechtvaardige H5800 H8737 verlaten H2233 , noch zijn zaad H1245 H8764 zoekende H3899 brood.
  26 H3117 Den gansen dag H2603 H8802 ontfermt hij zich H3867 H8688 , en leent H2233 ; en zijn zaad H1293 is tot zegening.
  27 H5493 H8798 [Samech]. Wijk af H7451 van het kwade H6213 H8798 , en doe H2896 het goede H7931 H8798 , en woon H5769 in eeuwigheid.
  28 H3068 Want de HEERE H157 H0 heeft H4941 het recht H157 H8802 lief H2623 , en zal Zijn gunstgenoten H5800 H8799 niet verlaten H5769 ; in eeuwigheid H8104 H8738 worden zij bewaard H2233 ; maar het zaad H7563 der goddelozen H3772 H8738 wordt uitgeroeid.
  29 H6662 De rechtvaardigen H776 zullen de aarde H3423 H8799 erfelijk bezitten H5703 , en in eeuwigheid H7931 H8799 daarop wonen.
  30 H6310 [Pe]. De mond H6662 des rechtvaardigen H1897 H8799 vermeldt H2451 wijsheid H3956 , en zijn tong H1696 H8762 spreekt H4941 het recht.
  31 H8451 De wet H430 zijns Gods H3820 is in zijn hart H838 ; zijn gangen H4571 H8799 zullen niet slibberen.
  32 H7563 [Tsade]. De goddeloze H6822 H8802 loert H6662 op den rechtvaardige H1245 H8764 , en zoekt H4191 H8687 hem te doden.
  33 H3068 [Maar] de HEERE H5800 H8799 laat H3027 hem niet in zijn hand H7561 H8686 ; en Hij verdoemt H8199 H8736 hem niet, als hij geoordeeld wordt.
  34 H6960 H8761 [Koph]. Wacht H3068 op den HEERE H8104 H8798 , en houd H1870 Zijn weg H7311 H8787 , en Hij zal u verhogen H776 , om de aarde H3423 H8800 erfelijk te bezitten H7200 H8799 ; gij zult zien H7563 , dat de goddelozen H3772 H8736 worden uitgeroeid.
  35 H7200 H8804 [Resch]. Ik heb gezien H6184 een gewelddrijvenden H7563 goddeloze H6168 H8693 , die zich uitbreidde H7488 als een groene H249 inlandse boom.
  36 H5674 H8799 Maar hij ging door H1245 H8762 , en zie, hij was er niet [meer]; en ik zocht H4672 H8738 hem, maar hij werd niet gevonden.
  37 H8104 H8798 [Schin]. Let H8535 op den vrome H7200 H8798 , en zie H3477 naar den oprechte H319 ; want het einde H376 van [dien] man H7965 zal vrede zijn.
  38 H6586 H8802 Maar de overtreders H3162 worden te zamen H8045 H8738 verdelgd H319 ; het einde H7563 der goddelozen H3772 H8738 wordt uitgeroeid.
  39 H8668 [Thau]. Doch het heil H6662 der rechtvaardigen H3068 is van den HEERE H4581 ; hun Sterkte H6256 ter tijd H6869 van benauwdheid.
  40 H3068 En de HEERE H5826 H8799 zal hen helpen H6403 H8762 , en zal hen bevrijden H6403 H8762 ; Hij zal ze bevrijden H7563 van de goddelozen H3467 H8686 , en zal ze behouden H2620 H8804 ; want zij betrouwen op Hem.