DSV_Strongs(i)
1
H1732
[Een] [psalm] [van] David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H7799
, op Schoschannim
H3467 H8685
. [069:2] Verlos
H430
mij, o God
H4325
! want de wateren
H935 H8804
zijn gekomen
H5315
tot aan de ziel.
2
H2883 H8804
[069:3] Ik ben gezonken
H4688
in grondeloze
H3121
modder
H4613
, waar men niet kan staan
H935 H8804
; ik ben gekomen
H4615
in de diepten
H4325
der wateren
H7641
, en de vloed
H7857 H8804
overstroomt mij.
3
H3021 H8804
[069:4] Ik ben vermoeid
H7121 H8800
van mijn roepen
H1627
, mijn keel
H2787 H8738
is ontstoken
H5869
, mijn ogen
H3615 H8804
zijn bezweken
H3176 H8764
, daar ik ben hopende
H430
op mijn God.
4
H2600
[069:5] Die mij zonder oorzaak
H8130 H8802
haten
H7231 H8804
, zijn meer
H8185
dan de haren
H7218
mijns hoofds
H6789 H8688
; die mij zoeken te vernielen
H8267
, die mij om valse oorzaken
H341 H8802
vijand zijn
H6105 H8804
, zijn machtig geworden
H1497 H8804
; wat ik niet geroofd heb
H7725 H8686
, moet ik alsdan wedergeven.
5
H430
[069:6] O God
H3045 H8804
! Gij weet
H200
van mijn dwaasheid
H819
, en mijn schulden
H3582 H8738
zijn voor U niet verborgen.
6
H954 H8799
[069:7] Laat hen door mij niet beschaamd worden
H6960 H8802
, die U verwachten
H136
, o Heere
H3069
, HEERE
H6635
der heirscharen
H3637 H8735
, laat hen door mij niet te schande worden
H1245 H8764
, die U zoeken
H430
, o God
H3478
Israels!
7
H5375 H8804
[069:8] Want om Uwentwil draag ik
H2781
versmaadheid
H3639
; schande
H6440
heeft mijn aangezicht
H3680 H8765
bedekt.
8
H251
[069:9] Ik ben mijn broederen
H2114 H8716
vreemd geworden
H5237
, en onbekend
H517
aan mijner moeders
H1121
kinderen.
9
H7068
[069:10] Want de ijver
H1004
van Uw huis
H398 H8804
heeft mij verteerd
H2781
; en de smaadheden
H2778 H8802
dergenen, die U smaden
H5307 H8804
, zijn op mij gevallen.
10
H1058 H8799
[069:11] En ik heb geweend
H6685
in het vasten
H5315
mijner ziel
H2781
; maar het is mij geworden tot allerlei smaad.
11
H8242
[069:12] En ik heb een zak
H3830
tot mijn kleed
H5414 H8799
aangedaan
H4912
; maar ik ben hun tot een spreekwoord geworden.
12
H8179
[069:13] Die in de poort
H3427 H8802
zitten
H7878 H8799
, klappen
H5058
van mij; en ik ben een snarenspel
H7941
dergenen, die sterken drank
H8354 H8802
drinken.
13
H8605
[069:14] Maar mij aangaande, mijn gebed
H3068
is tot U, o HEERE
H6256
; er is een tijd
H7522
des welbehagens
H430
, o God
H7230
! door de grootheid
H2617
Uwer goedertierenheid
H6030 H8798
; verhoor
H571
mij door de getrouwheid
H3468
Uws heils.
14
H5337 H8685
[069:15] Ruk
H2916
mij uit het slijk
H2883 H8799
, en laat mij niet verzinken
H5337 H8735
; laat mij gered worden
H8130 H8802
van mijn haters
H4615
, en uit de diepten
H4325
der wateren.
15
H4325 H7641
[069:16] Laat de watervloed
H7857 H8799
mij niet overstromen
H4688
, en laat de diepte
H1104 H8799
mij niet verslinden
H875
; en laat den put
H6310
zijn mond
H332 H8799
over mij niet toesluiten.
16
H6030 H8798
[069:17] Verhoor
H3068
mij, o HEERE
H2617
, want Uw goedertierenheid
H2896
is goed
H6437 H8798
; zie mij aan
H7230
naar de grootheid
H7356
Uwer barmhartigheden.
17
H5641 H8686
[069:18] En verberg
H6440
Uw aangezicht
H5650
niet van Uw knecht
H6887 H8804
, want mij is bange
H4118
; haast U
H6030 H8798
, verhoor mij.
18
H7126 H8798
[069:19] Nader
H5315
tot mijn ziel
H1350 H8798
, bevrijd
H6299 H8798
ze; verlos
H341 H8802
mij om mijner vijanden wil.
19
H3045 H8804
[069:20] Gij weet
H2781
mijn versmaadheid
H1322
, en mijn schaamte
H3639
, en mijn schande
H6887 H8802
; al mijn benauwers zijn voor U.
20
H2781
[069:21] De versmaadheid
H3820
heeft mijn hart
H7665 H8804
gebroken
H5136 H8799
, en ik ben zeer zwak
H6960 H8762
; en ik heb gewacht
H5110 H8800
naar medelijden
H5162 H8764
, maar er is geen; en naar vertroosters
H4672 H8804
, maar heb ze niet gevonden.
21
H7219
[069:22] Ja, zij hebben mij gal
H1267
tot mijn spijs
H5414 H8799
gegeven
H6772
; en in mijn dorst
H2558
hebben zij mij edik
H8248 H8686
te drinken gegeven.
22
H7979
[069:23] Hun tafel
H6440
worde voor hun aangezicht
H6341
tot een strik
H7965
, en tot volle vergelding
H4170
tot een valstrik.
23
H5869
[069:24] Laat hun ogen
H2821 H8799
duister worden
H7200 H8800
, dat zij niet zien
H4975
; en doe hun lenden
H8548
gedurig
H4571 H8685
waggelen.
24
H8210 H8798
[069:25] Stort
H2195
over hen Uw gramschap
H2740
uit; en de hittigheid
H639
Uws toorns
H5381 H8686
grijpe hen aan.
25
H2918
[069:26] Hun paleis
H8074 H8737
zij verwoest
H168
; in hun tenten
H3427 H8802
zij geen inwoner.
26
H7291 H8804
[069:27] Want zij vervolgen
H5221 H8689
, dien Gij geslagen hebt
H5608 H8762
; en maken een praat
H4341
van de smart
H2491
Uwer verwonden.
27
H5414 H0
[069:28] Doe
H5771
misdaad
H5414 H8798
tot
H5771
hun misdaad
H935 H8799
, en laat hen niet komen
H6666
tot Uw gerechtigheid.
28
H4229 H8735
[069:29] Laat hen uitgedelgd worden
H5612
uit het boek
H2416
des levens
H6662
, en met de rechtvaardigen
H3789 H8735
niet aangeschreven worden.
29
H6041
[069:30] Doch ik ben ellendig
H3510 H8802
en in smart
H3444
; Uw heil
H430
, o God
H7682 H8762
! zette mij in een hoog vertrek.
30
H430
[069:31] Ik zal Gods
H8034
Naam
H1984 H8762
prijzen
H7892
met gezang
H8426
, en Hem met dankzegging
H1431 H8762
grootmaken.
31
H3068
[069:32] En het zal den HEERE
H3190 H8799
aangenamer zijn
H7794
dan een os
H7160 H8688
, [of] een gehoornde
H6499
var
H6536 H8688
, die [de] [klauwen] verdeelt.
32
H6035
[069:33] De zachtmoedigen
H7200 H8804
, dit gezien hebbende
H8055 H8799
, zullen zich verblijden
H430
; en gij, die God
H1875 H8802
zoekt
H3824
, ulieder hart
H2421 H8799
zal leven.
33
H3068
[069:34] Want de HEERE
H8085 H8802
hoort
H34
de nooddruftigen
H959 H8804
, en Hij veracht
H615
Zijn gevangenen niet.
34
H1984 H8762
[069:35] Dat Hem prijzen
H8064
de hemel
H776
en de aarde
H3220
, de zeeen
H7430 H8802
, en al wat daarin wriemelt.