DSV_Strongs(i)
1
H5414 H8799
Och, dat
H251
Gij mij als een Broeder
H3243 H8802
waart, zuigende
H7699
de borsten
H517
mijner moeder
H2351
! dat ik U op de straat
H4672 H8799
vond
H5401 H8799
, ik zou U kussen
H936 H8799
, ook zouden zij mij niet verachten.
2
H5090 H8799
Ik zou U leiden
H935 H8686
, ik zou U brengen
H517
in mijner moeders
H1004
huis
H3925 H8762
, Gij zoudt mij leren
H7544 H3196
; ik zou U van specerijwijn
H8248 H8686
te drinken geven
H6071
, en van het sap
H7416
van mijn granaatappelen.
3
H8040
Zijn linkerhand
H7218
zij onder mijn hoofd
H3225
, en Zijn rechterhand
H2263 H8762
omhelze mij.
4
H7650 H8689
Ik bezweer
H1323
u, gij dochteren
H3389
van Jeruzalem
H160
! dat gij die liefde
H5782 H8686
niet opwekt
H5782 H8787
, noch wakker maakt
H2654 H8799
, totdat het [dezelve] lust!
5
H5927 H8802
Wie is zij, die daar opklimt
H4057
uit de woestijn
H7514 H8693
, en liefelijk leunt
H1730
op haar Liefste
H8598
? Onder den appelboom
H5782 H8790
heb ik u opgewekt
H517
, daar heeft u uw moeder
H2254 H8765
met smart voortgebracht
H2254 H8765
, daar heeft zij [u] met smart voortgebracht
H3205 H8804
, [die] u gebaard heeft.
6
H7760 H8798
Zet
H2368
mij als een zegel
H3820
op Uw hart
H2368
, als een zegel
H2220
op Uw arm
H160
; want de liefde
H5794
is sterk
H4194
als de dood
H7068
; de ijver
H7186
is hard
H7585
als het graf
H7565
; haar kolen
H784
zijn vurige
H7565
kolen
H7957
, vlammen des HEEREN.
7
H7227
Vele
H4325
wateren
H160
zouden deze liefde
H3201 H8799
niet kunnen
H3518 H8763
uitblussen
H5104
; ja, de rivieren
H7857 H8799
zouden ze niet verdrinken
H5414 H8799
; al gaf
H376
iemand
H1952
al het goed
H1004
van zijn huis
H160
voor deze liefde
H936 H8800
, men zou hem te enenmale
H936 H8799
verachten.
8
H6996
Wij hebben een kleine
H269
zuster
H7699
, die nog geen borsten
H269
heeft; wat zullen wij onze zuster
H6213 H8799
doen
H3117
in dien dag
H1696 H8792
, als men van haar spreken zal?
9
H2346
Zo zij een muur
H2918
is, wij zullen een paleis
H3701
van zilver
H1129 H8799
op haar bouwen
H1817
; en zo zij een deur
H6696 H8799
is, wij zullen haar rondom bezetten
H730
met cederen
H3871
planken.
10
H2346
Ik ben een muur
H7699
en mijn borsten
H4026
zijn als torens
H5869
. Toen was ik in Zijn ogen
H7965
als een, die vrede
H4672 H8802
vindt.
11
H8010
Salomo
H3754
had een wijngaard
H1174
, te Baal-hamon
H5414 H8804
; hij gaf
H3754
dezen wijngaard
H5201 H8802
aan de hoeders
H376
, een ieder
H935 H8686
bracht
H6529
voor deszelfs vrucht
H505
duizend
H3701
zilverlingen.
12
H3754
Mijn wijngaard
H6440
, dien ik heb, is voor mijn aangezicht
H505
; de duizend
H8010
[zilverlingen] zijn voor u, o Salomo
H3967
! maar tweehonderd
H5201 H8802
zijn voor de hoeders
H6529
van deszelfs vrucht.