5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
Genesis 1:5 Cross References - DSV
Genesis 1:8
8 En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag.
Genesis 1:13
13 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de derde dag.
Genesis 1:19
19 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vierde dag.
Genesis 1:23
23 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vijfde dag.
Genesis 1:31
31 En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag.
Genesis 8:22
22 Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden.
Psalms 19:2
2 De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.
Psalms 74:16
16 De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid.
Psalms 104:20
20 Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt:
Isaiah 45:7
7 Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen.
Jeremiah 33:20
20 Alzo zegt de HEERE: Indien gijlieden Mijn verbond van den dag; en Mijn verbond van den nacht kondt vernietigen, zodat dag en nacht niet zijn op hun tijd;
1 Corinthians 3:13
13 Eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven.
Ephesians 5:13
13 Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht.
1 Thessalonians 5:5
5 Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.