Genesis 24:33 Cross References - DSV

33 Daarna werd hem te eten voorgezet; maar hij zeide: Ik zal niet eten, totdat ik mijn woorden gesproken heb. En hij zeide: Spreek!

Job 23:12

12 Het gebod Zijner lippen heb ik ook niet weggedaan; de redenen Zijns monds heb ik meer dan mijn bescheiden deel weggelegd.

Psalms 132:3-5

3 Zo ik in de tent mijns huizes inga, zo ik op de koets van mijn bed klimme! 4 Zo ik mijn ogen slaap geve, mijn oogleden sluimering; 5 Totdat ik voor den HEERE een plaats gevonden zal hebben, woningen voor den Machtige Jakobs!

Proverbs 22:29

29 Hebt gij een man gezien, die vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der koningen gesteld worden; voor het aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld worden.

Ecclesiastes 9:10

10 Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid in het graf, daar gij heengaat.

John 4:14

14 Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.

John 4:31-34

31 En ondertussen baden Hem de discipelen, zeggende: Rabbi, eet. 32 Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet. 33 Zo zeiden dan de discipelen tegen elkander: Heeft Hem iemand te eten gebracht? 34 Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge.

Ephesians 6:5-8

5 Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam uw heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus; 6 Niet naar ogendienst, als mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den wil van God van harte; 7 Dienende met goedwilligheid den Heere, en niet de mensen; 8 Wetende, dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije.

1 Timothy 6:2

2 En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.