Isaiah 26:8 Cross References - DSV

8 Wij hebben ook in den weg Uwer gerichten, U, o HEERE! verwacht; tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is de begeerte onzer ziel.

Exodus 3:15

15 Toen zeide God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: De HEERE, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht.

Numbers 36:13

13 Dat zijn de geboden en de rechten, die de HEERE door de dienst van Mozes aan de kinderen Israëls geboden heeft, in de vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho.

2 Samuel 23:5

5 Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd en bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil, en alle lust, hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten.

Job 23:10-12

10 Doch Hij kent den weg, die bij mij is; Hij beproeve mij; als goud zal ik uitkomen. 11 Aan Zijn gang heeft mijn voet vastgehouden; Zijn weg heb ik bewaard, en ben niet afgeweken. 12 Het gebod Zijner lippen heb ik ook niet weggedaan; de redenen Zijns monds heb ik meer dan mijn bescheiden deel weggelegd.

Psalms 13:1-2

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. 2 Hoe lang, HEERE, zult Gij mij steeds vergeten? Hoe lang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen?

Psalms 18:23

23 Want al Zijn rechten waren voor mij, en Zijn inzettingen deed ik niet van mij weg.

Psalms 37:3-7

3 Beth. Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; bewoon de aarde, en voed u met getrouwigheid. 4 En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten. 5 Gimel. Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken; 6 En zal uw gerechtigheid doen voortkomen als het licht, en uw recht als den middag. 7 Daleth. Zwijg den HEERE, en verbeid Hem; ontsteek u niet over dengene, wiens weg voorspoedig is; over een man, die listige aanslagen uitvoert.

Psalms 44:17-18

17 Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige. 18 Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij U niet vergeten, noch valselijk gehandeld tegen Uw verbond.

Psalms 63:1-3

1 Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda. 2 O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water. 3 Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkheid en Uw eer;

Psalms 65:6

6 Vreselijke dingen zult Gij ons in gerechtigheid antwoorden, o God onzes heils! o Vertrouwen aller einden der aarde, en der verre gelegenen aan de zee!

Psalms 73:25

25 Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!

Psalms 77:10-12

10 Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten? Sela. 11 Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; maar de rechterhand des Allerhoogsten verandert. 12 Ik zal de daden des HEEREN gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her;

Psalms 84:2

2 Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen!

Psalms 106:3

3 Welgelukzalig zijn zij, die het recht onderhouden, die te aller tijd gerechtigheid doet.

Psalms 143:5-6

5 Ik gedenk aan de dagen van ouds; ik overleg al Uw daden; ik spreek bij mijzelven van de werken Uwer handen. 6 Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela.

Song of Songs 1:2-4

2 Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want Uw uitnemende liefde is beter dan wijn. 3 Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief. 4 Trek mij, wij zullen U nalopen! De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren; wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben U lief.

Song of Songs 2:3-5

3 Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. 4 Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij. 5 Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben krank van liefde.

Song of Songs 5:8

8 Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem! indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde.

Isaiah 12:4

4 En zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is.

Isaiah 25:9

9 En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid.

Isaiah 30:18

18 En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten.

Isaiah 33:2

2 HEERE, wees ons genadig, wij hebben op U gewacht; wees hun arm allen morgen, daartoe onze behoudenis ten tijde der benauwdheid.

Isaiah 56:1

1 Alzo zegt de HEERE: Bewaart het recht, en doet gerechtigheid; want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid om geopenbaard te worden.

Isaiah 64:4-5

4 Ja, van ouds heeft men het niet gehoord, noch met oren vernomen, en geen oog heeft het gezien, behalve Gij, o God! wat Hij doen zal dien, die op Hem wacht. 5 Gij ontmoet den vrolijke, en die gerechtigheid doet dengenen, die Uwer gedenken op Uw wegen; zie, Gij waart verbolgen, omdat wij gezondigd hebben; in dezelve is de eeuwigheid, opdat wij behouden wierden.

Micah 7:7

7 Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils; mijn God zal mij horen.

Malachi 4:4

4 Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan gans Israël, der inzettingen en rechten.

Luke 1:6

6 En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.

Acts 1:4

4 En als Hij met hen vergaderd was, beval Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord hebt.

Romans 8:25

25 Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.

2 Thessalonians 3:5

5 Doch de Heere richte uw harten tot de liefde van God, en tot de lijdzaamheid van Christus.

James 5:7-11

7 Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen. 8 Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt. 9 Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur. 10 Mijn broeders, neemt tot een voorbeeld des lijdens, en der lankmoedigheid de profeten, die in den Naam des Heeren gesproken hebben. 11 Ziet, wij houden hen gelukzalig, die verdragen; gij hebt de verdraagzaamheid van Job gehoord, en gij hebt het einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.