Job 16:3 Cross References - DSV

³ Zal er een einde zijn aan de winderige woorden? Of wat stijft u, dat gij alzo antwoordt?

²⁶ Zult gij, om te bestraffen, woorden bedenken, en zullen de redenen des mismoedigen voor wind zijn?

² Hoe lang zult gij deze dingen spreken, en de redenen uws monds een geweldige wind zijn?

² Zal een wijs man winderige wetenschap voor antwoord geven, en zal hij zijn buik vullen met oostenwind?

³ Ik heb aangehoord een bestraffing, die mij schande aandoet; maar de geest zal uit mijn verstand voor mij antwoorden.

³ Zijn toorn ontstak ook tegen zijn drie vrienden, omdat zij, geen antwoord vindende, nochtans Job verdoemden. ⁴ Doch Elihu had gewacht op Job in het spreken, omdat zij ouder van dagen waren dan hij. ⁵ Als dan Elihu zag, dat er geen antwoord was in den mond van die drie mannen, ontstak zijn toorn. ⁶ Hierom antwoordde Elihu, de zoon van Baracheël, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van dagen, maar gijlieden zijt stokouden; daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen te vertonen.

⁴⁶ En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen.

¹¹ Welken men moet den mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil.

⁸ Het woord gezond en onverwerpelijk, opdat degene, die daartegen is, beschaamd worde, en niets kwaads hebbe van ulieden te zeggen.