Psalms 136:7 Cross References - DSV

7 Dien, Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Genesis 1:14-19

14 En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren! 15 En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde! En het was alzo. 16 God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren. 17 En God stelde ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde. 18 En om te heersen op den dag, en in den nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis. En God zag, dat het goed was. 19 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vierde dag.

Deuteronomy 4:19

19 Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient; dewelke de HEERE, uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld.

Psalms 74:16-17

16 De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid. 17 Gij hebt al de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd.

Psalms 104:19

19 Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.