Psalms 38:3 Cross References - DSV

3 Want Uw pijlen zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald.

2 Chronicles 26:19

19 Toen werd Uzzia toornig, en het reukwerk was in zijn hand, om te roken; als hij nu toornig werd tegen de priesteren, rees de melaatsheid op aan zijn voorhoofd, voor het aangezicht der priesteren in het huis des HEEREN, van boven het reukaltaar.

Job 2:7-8

7 Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe. 8 En hij nam zich een potscherf, om zich daarmede te schrabben, en hij zat neder in het midden der as.

Job 33:19-22

19 Ook wordt hij gestraft met smart op zijn leger, en de sterke menigte zijner beenderen; 20 Zodat zijn leven het brood zelf verfoeit, en zijn ziel de begeerlijke spijze; 21 Dat zijn vlees verdwijnt uit het gezicht, en zijn beenderen, die niet gezien werden, uitsteken; 22 En zijn ziel nadert ten verderve, en zijn leven tot de dingen, die doden.

Psalms 6:2

2 O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid!

Psalms 31:9-10

9 En mij niet hebt overgeleverd in de hand des vijands; Gij hebt mijn voeten doen staan in de ruimte. 10 Wees mij genadig, HEERE! want mij is bange; van verdriet is doorknaagd mijn oog, mijn ziel en mijn buik.

Psalms 51:8

8 Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.

Psalms 90:7-8

7 Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt. 8 Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht Uws aanschijns.

Psalms 102:3

3 Verberg Uw aangezicht niet voor mij, neig Uw oor tot mij ten dage mijner benauwdheid; ten dage als ik roep, verhoor mij haastelijk.

Psalms 102:5

5 Mijn hart is geslagen en verdord als gras, zodat ik vergeten heb mijn brood te eten.

Isaiah 1:5-6

5 Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. 6 Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht.

Lamentations 3:40-42

40 Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot den HEERE. 41 Nun. Laat ons onze harten opheffen, mitsgaders de handen, tot God in den hemel, zeggende: 42 Nun. Wij hebben overtreden, en wij zijn wederspannig geweest, daarom hebt Gij niet gespaard.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.