1 Samuel 21 Cross References - DSV_Strongs

  1 H935 H8799 Toen kwam H1732 David H5011 te Nob H413 , tot H3548 den priester H288 Achimelech H288 ; en Achimelech H2729 H8799 kwam bevende H1732 David H7125 H8800 tegemoet H559 H8799 , en hij zeide H4069 tot hem: Waarom H859 zijt gij H909 alleen H369 , en geen H376 man H854 met u?
  2 H1732 En David H559 H8799 zeide H3548 tot den priester H288 Achimelech H4428 : De koning H1697 heeft mij een zaak H6680 H8765 bevolen H559 H8799 , en zeide H413 tot H376 H408 mij: Laat niemand H3972 iets H1697 van de zaak H3045 H8799 weten H834 , om dewelke H595 ik H7971 H8802 u gezonden heb H834 , en die H6680 H8765 ik u geboden heb H5288 ; den jongelingen H4725 nu heb ik de plaats H6423 van zulk H492 een H3045 H8776 te kennen gegeven.
  3 H6258 En nu H4100 wat H3426 is er H8478 onder H3027 uw hand H5414 H8798 ? Geef H2568 mij vijf H3899 broden H3027 in mijn hand H176 , of H4672 H8737 wat er gevonden wordt.
  4 H3548 En de priester H6030 H8799 antwoordde H1732 David H559 H8799 , en zeide H369 : Er is geen H2455 gemeen H3899 brood H413 H8478 onder H3027 mijn hand H3588 H518 ; maar H3426 er is H6944 heilig H3899 brood H518 , wanneer H5288 zich de jongelingen H389 slechts H4480 van H802 de vrouwen H8104 H8738 onthouden hebben.
  5 H1732 David H6030 H8799 nu antwoordde H3548 den priester H559 H8799 , en zeide H3588 tot hem: Ja H518 trouwens H802 , de vrouwen H6113 H8803 zijn ons onthouden geweest H8032 gisteren H8543 en eergisteren H3318 H8800 , toen ik uitging H3627 , en de vaten H5288 der jongelingen H1961 H8799 zijn H6944 heilig H1931 ; en het H1870 is enigerwijze H2455 gemeen H637 [brood], te meer H3588 dewijl H3117 heden H3627 [ander] in de vaten H6942 H8799 zal geheiligd worden.
  6 H5414 H8799 Toen gaf H3548 de priester H6944 hem dat heilige H3588 [brood], dewijl H8033 er H3808 geen H3899 brood H1961 H8804 was H3588 H518 dan H3899 H6440 de toonbroden H4480 , die van H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5493 H8716 weggenomen waren H2527 , dat men er warm H3899 brood H7760 H8800 leide H3117 , ten dage H3947 H8736 als dat weggenomen werd.
  7 H8033 Daar H376 was nu een man H4480 van H5650 de knechten H7586 van Saul H1931 , te dienzelven H3117 dage H6113 H8737 opgehouden H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H8034 , en zijn naam H1673 was Doeg H130 , een Edomiet H47 , de machtigste H7462 H8802 onder de herderen H834 , die H7586 Saul had.
  8 H1732 En David H559 H8799 zeide H288 tot Achimelech H3426 : Is H6311 hier H8478 onder H3027 uw hand H371 geen H2595 spies H176 of H2719 zwaard H3588 ? Want H1571 ik heb noch H2719 mijn zwaard H3808 noch H1571 ook H3627 mijn wapenen H3027 in mijn hand H3947 H8804 genomen H3588 , dewijl H1697 de zaak H4428 des konings H5169 H8803 haastig H1961 H8804 was.
  9 H559 H8799 Toen zeide H3548 de priester H2719 : Het zwaard H1555 van Goliath H6430 , den Filistijn H834 , denwelken H5221 H8689 gij sloegt H6010 H425 in het eikendal H2009 , zie H1931 , dat H3874 H8803 is [hier], gewonden H8071 in een kleed H310 , achter H646 den efod H518 ; indien H853 gij u dat H3947 H8799 nemen wilt H3947 H8798 , zo neem H3588 het, want H2088 hier H369 is geen H312 ander H2108 dan H2088 dit H1732 . David H559 H8799 nu zeide H369 : Er is H3644 zijns gelijke H5414 H8798 niet; geef het mij.
  10 H1732 En David H6965 H8799 maakte zich op H1272 H8799 , en vluchtte H1931 te dien H3117 dage H4480 van H6440 het aangezicht H7586 van Saul H935 H8799 ; en hij kwam H413 tot H397 Achis H4428 , den koning H1661 van Gath.
  11 H5650 Doch de knechten H397 van Achis H559 H8799 zeiden H413 tot H2088 hem: Is deze H3808 niet H1732 David H4428 , de koning H776 des lands H6030 H8799 ? Zong men H3808 niet H2088 van dezen H4246 in de reien H559 H8800 , zeggende H7586 : Saul H505 heeft zijn duizenden H5221 H8689 verslagen H1732 , maar David H7233 zijn tienduizenden?
  12 H1732 En David H7760 H8799 leide H428 deze H1697 woorden H3824 in zijn hart H3966 ; en hij was zeer H3372 H8799 bevreesd H4480 voor H6440 het aangezicht H397 van Achis H4428 , den koning H1661 van Gath.
  13 H8138 H8762 Daarom veranderde hij H2940 zijn gelaat H5869 voor hun ogen H1984 H8704 , en hij maakte zichzelven gek H3027 onder hun handen H8427 H8762 ; en hij bekrabbelde H5921 de H1817 deuren H8179 der poort H7388 , en hij liet zijn zever H413 in H2206 zijn baard H3381 H8686 aflopen.
  14 H559 H8799 Toen zeide H397 Achis H413 tot H5650 zijn knechten H2009 : Ziet H7200 H8799 , gij ziet H376 , dat de man H7696 H8693 razende is H4100 , waarom H853 hebt gij hem H413 tot H935 H8686 mij gebracht?
  15 H589 Heb ik H7696 H8794 razenden H2638 gebrek H3588 , dat H2088 gij dezen H935 H8689 gebracht hebt H7696 H8692 , om voor mij te razen H2088 ? Zal deze H413 in H1004 mijn huis H935 H8799 komen?

1 Samuel 14:3

  3 H281 En Ahia H1121 , de zoon H285 van Ahitub H251 , den broeder H350 van Ikabod H1121 , den zoon H6372 van Pinehas H1121 , den zoon H5941 van Eli H3548 , was priester H3068 des HEEREN H7887 , te Silo H5375 H8802 , dragende H646 den efod H5971 ; doch het volk H3045 H8804 wist H3808 niet H3588 , dat H3129 Jonathan H1980 H8804 heengegaan was.

1 Samuel 16:4

  4 H8050 Samuel H6213 H8799 nu deed H834 , hetgeen H3068 de HEERE H1696 H8765 gesproken had H935 H8799 , en hij kwam H1035 te Bethlehem H2205 . Toen kwamen de oudsten H5892 der stad H2729 H8799 bevende H7125 H8800 hem tegemoet H559 H8799 , en zeiden H935 H8800 : Is uw komst H7965 [met] vrede?

1 Samuel 22:9-19

  9 H6030 H8799 Toen antwoordde H1673 Doeg H130 , de Edomiet H1931 , die H5921 bij H5650 de knechten H7586 van Saul H5324 H8737 stond H559 H8799 , en zeide H7200 H8804 : Ik zag H1121 den zoon H3448 van Isai H935 H8802 , komende H5011 te Nob H413 , tot H288 Achimelech H1121 , den zoon H285 van Ahitub;
  10 H3068 Die den HEERE H7592 H8799 voor hem vraagde H5414 H8804 , en gaf H6720 hem teerkost H5414 H8804 ; hij gaf H2719 hem ook het zwaard H1555 van Goliath H6430 , den Filistijn.
  11 H7971 H8799 Toen zond H4428 de koning H3548 heen, om den priester H288 Achimelech H1121 , den zoon H285 van Ahitub H7121 H8800 , te roepen H1 , en zijns vaders H3605 ganse H1004 huis H3548 , de priesters H834 , die H5011 te Nob H935 H8799 waren; en zij kwamen H3605 allen H4428 tot den koning.
  12 H7586 En Saul H559 H8799 zeide H8085 H8798 : Hoor H4994 nu H1121 , gij, zoon H285 van Ahitub H559 H8799 ! En hij zeide H2009 : Zie H113 , [hier] ben ik, mijn heer!
  13 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H413 tot H4100 hem: Waarom H7194 H0 hebt gijlieden samen u H5921 tegen H7194 H8804 mij verbonden H859 , gij H1121 en de zoon H3448 van Isai H5414 H8800 , mits dat gij hem gegeven hebt H3899 brood H2719 en het zwaard H430 , en God H413 voor H7592 H8800 hem gevraagd H6965 H8800 , dat hij zou opstaan H693 H8802 tegen mij tot een lagenlegger H2088 , gelijk het te dezen H3117 dage is?
  14 H288 En Achimelech H6030 H8799 antwoordde H4428 den koning H559 H8799 en zeide H4310 : Wie H3605 is toch onder al H5650 uw knechten H539 H8737 getrouw H1732 als David H4428 , en des konings H2860 schoonzoon H5493 H8804 , en voortgaande H413 in H4928 uw gehoorzaamheid H3513 H8737 , en is eerlijk H1004 in uw huis?
  15 H3117 Heb ik heden H2490 H8689 begonnen H430 God H7592 H8800 voor hem te vragen H2486 ? Dat zij verre van mij H4428 , de koning H7760 H8799 legge H5650 op zijn knecht H408 geen H1697 ding H3605 , [noch] op het ganse H1004 huis H1 mijns vader H3588 ; want H5650 uw knecht H3605 heeft van al H2063 deze H1697 dingen H3808 niet H3045 H8804 geweten H6996 , klein H176 noch H1419 groot.
  16 H4428 Doch de koning H559 H8799 zeide H288 : Achimelech H859 , gij H4191 H8800 moet den dood H4191 H8799 sterven H3605 , gij en het ganse H1004 huis H1 uws vaders.
  17 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H7323 H8801 tot de trawanten H5921 , die bij H5324 H8737 hem stonden H5437 H8798 : Wendt u H4191 H8685 , en doodt H3548 de priesters H3068 des HEEREN H3588 , omdat H3027 hun hand H1571 ook H5973 met H1732 David H3588 is, en omdat H3045 H8804 zij geweten hebben H3588 , dat H1931 hij H1272 H8802 vluchtte H241 , en hebben het voor mijn oren H3808 niet H1540 H8804 geopenbaard H5650 . Doch de knechten H4428 des konings H14 H8804 wilden H3027 hun hand H3808 niet H7971 H8800 uitsteken H3548 , om op de priesters H3068 des HEEREN H6293 H8800 aan te vallen.
  18 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H1673 tot Doeg H859 : Wend gij H5437 H8798 u H6293 H8798 , en val aan H3548 op de priesters H5437 H8735 . Toen wendde zich H1673 Doeg H130 , de Edomiet H1931 , en hij H6293 H8799 viel aan H3548 op de priesters H4191 H8686 , en doodde H1931 te dien H3117 dage H2568 vijf H8084 en tachtig H376 mannen H906 , die den linnen H646 lijfrok H5375 H8802 droegen.
  19 H5221 H8689 Hij sloeg H5011 ook Nob H5892 , de stad H3548 dezer priesters H6310 , met de scherpte H2719 des zwaards H4480 , van H376 den man H5704 tot H802 de vrouw H4480 , van H5768 de kinderen H5704 tot H3243 H8802 de zuigelingen H7794 , zelfs de ossen H2543 en ezels H7716 , en de schapen H6310 , [sloeg] [hij] met de scherpte H2719 des zwaards.

Nehemiah 11:32

  32 H6068 Anathoth H5011 , Nob H6055 , Ananja,

Isaiah 10:32

  32 H3117 Nog een dag H5975 H8800 blijft hij H5011 te Nob H3027 ; hij zal er zijn hand H5130 H8787 bewegen H2022 [tegen] den berg H1323 H8675 H1004 der dochter H6726 van Sion H1389 , den heuvel H3389 van Jeruzalem.

Mark 2:26

  26 G4459 Hoe G1525 G5627 hij ingegaan is G1519 in G3624 het huis G2316 Gods G1909 , ten tijde G8 van Abjathar G749 , den hogepriester G2532 , en G740 G4286 de toonbroden G5315 G5627 gegeten heeft G3739 , die G3756 niemand G1832 G5748 zijn geoorloofd G5315 G5629 te eten G1508 , dan G2409 den priesteren G2532 , en G2532 ook G1325 G5656 gegeven heeft G4862 dengenen, die met G846 hem G5607 G5752 waren?

Genesis 27:20

  20 H559 H8799 Toen zeide H3327 Izak H413 tot H1121 zijn zoon H4100 : Hoe H2088 is dit H4116 H8765 , [dat] gij het zo haast H4672 H8800 gevonden hebt H1121 , mijn zoon H559 H8799 ? En hij zeide H3588 : Omdat H3068 de HEERE H430 uw God H7136 H8689 [dat] heeft doen ontmoeten H6440 voor mijn aangezicht.

Genesis 27:24

  24 H559 H8799 En hij zeide H859 : Zijt gij H1121 mijn zoon H6215 Ezau H2088 zelf H559 H8799 ? En hij zeide H589 : Ik [ben het]!

1 Samuel 19:17

  17 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H413 tot H4324 Michal H4100 : Waarom H3602 hebt gij mij alzo H7411 H8765 bedrogen H341 H8802 en hebt mijn vijand H7971 H8762 laten gaan H4422 H8735 , dat hij ontkomen is H4324 ? Michal H559 H8799 nu zeide H413 tot H7586 Saul H1931 : Hij H559 H8804 zeide H413 tot H7971 H8761 mij: Laat mij gaan H4100 , waarom H4191 H8686 zou ik u doden?

1 Samuel 22:22

  22 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H54 tot Abjathar H3045 H8804 : Ik wist H1931 wel te dien H3117 dage H3588 , toen H1673 Doeg H130 , de Edomiet H8033 , daar H3588 was, dat H5046 H8687 hij het voorzeker H7586 Saul H5046 H8686 zou te kennen geven H595 ; ik H5437 H8804 heb oorzaak gegeven H3605 tegen al H5315 de zielen H1 van uws vaders H1004 huis.

1 Kings 13:18

  18 H559 H8799 En hij zeide H589 tot hem: Ik H1571 ben ook H5030 een profeet H3644 , gelijk H4397 gij, en een engel H413 heeft tot H1696 H8765 mij gesproken H1697 door het woord H3068 des HEEREN H559 H8800 , zeggende H7725 H8685 : Breng hem weder H854 met H413 u in H1004 uw huis H3899 , dat hij brood H398 H8799 ete H4325 en water H8354 H8799 drinke H3584 H8765 . [Doch] hij loog hem.

Psalms 119:29

  29 H5493 H8685 Wend H1870 van mij den weg H8267 der valsheid H2603 H8798 , en verleen mij genadiglijk H8451 Uw wet.

Galatians 2:12

  12 G1063 Want G4253 eer G5100 sommigen G575 van G2385 Jakobus G2064 G5629 gekomen waren G4906 G5707 , at hij mede G3326 met G1484 de heidenen G1161 ; maar G3753 toen G2064 G5627 zij gekomen waren G5288 G5707 , onttrok hij [zich G2532 ] en G873 G5707 scheidde G1438 zichzelven G5399 G5740 af, vrezende G1537 degenen, die uit G4061 de besnijdenis waren.

Colossians 3:9

  9 G5574 G5732 Liegt G3361 niet G1519 tegen G240 elkander G554 G5666 , dewijl gij uitgedaan hebt G3820 den ouden G444 mens G4862 met G846 zijn G4234 werken,

Judges 9:29

  29 H4310 H5414 H8799 Och, dat H2088 dit H5971 volk H3027 in mijn hand H40 ware! ik zoude Abimelech H5493 H8686 wel verdrijven H40 . En tot Abimelech H559 H8799 zeide hij H7235 H8761 : Vermeerder H6635 uw heir H3318 H8798 , en trek uit.

1 Samuel 21:4

  4 H3548 En de priester H6030 H8799 antwoordde H1732 David H559 H8799 , en zeide H369 : Er is geen H2455 gemeen H3899 brood H413 H8478 onder H3027 mijn hand H3588 H518 ; maar H3426 er is H6944 heilig H3899 brood H518 , wanneer H5288 zich de jongelingen H389 slechts H4480 van H802 de vrouwen H8104 H8738 onthouden hebben.

Isaiah 3:6

  6 H376 Wanneer iemand H251 zijn broeder H1004 uit het huis H1 zijns vaders H8610 H8799 zal aangrijpen H8071 , [zeggende]: Gij hebt een kleed H7101 , wees ons ten overste H4384 , laat toch dezen aanstoot H3027 onder uw hand wezen;

Exodus 19:15

  15 H559 H8799 En hij zeide H5971 tot het volk H1961 H8798 : Weest H3559 H8737 gereed H7969 tegen den derden H3117 dag H5066 H8799 , en nadert H802 niet tot de vrouw.

Exodus 25:30

  30 H7979 En gij zult op deze tafel H8548 altijd H3899 het toonbrood H6440 voor Mijn aangezicht H5414 H8804 leggen.

Leviticus 24:5-9

  5 H5560 Gij zult ook meelbloem H3947 H8804 nemen H6240 , en twaalf H2471 koeken H644 H8804 daarvan bakken H8147 ; van twee H6241 tienden H259 zal een H2471 koek zijn.
  6 H8147 En gij zult ze in twee H4634 rijen H7760 H8804 leggen H8337 , zes H4635 in een rij H2889 , op de reine H7979 tafel H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  7 H4635 En op elke rij H2134 zult gij zuiveren H3828 wierook H5414 H8804 leggen H3899 , welke het brood H234 ten gedenkoffer H801 zal zijn; het is een vuuroffer H3068 den HEERE.
  8 H3117 H7676 Op elken sabbatdag H8548 gedurig H6440 zal men dat voor het aangezicht H3068 des HEEREN H6186 H8799 toerichten H1121 , vanwege de kinderen H3478 Israels H5769 , tot een eeuwig H1285 verbond.
  9 H175 En het zal voor Aaron H1121 en zijn zonen H6918 zijn, die dat in de heilige H4725 plaats H398 H8804 zullen eten H6944 ; want het is voor hem een heiligheid H6944 der heiligheden H801 uit de vuurofferen H3068 des HEEREN H5769 , een eeuwige H2706 inzetting.

1 Samuel 21:6

  6 H5414 H8799 Toen gaf H3548 de priester H6944 hem dat heilige H3588 [brood], dewijl H8033 er H3808 geen H3899 brood H1961 H8804 was H3588 H518 dan H3899 H6440 de toonbroden H4480 , die van H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5493 H8716 weggenomen waren H2527 , dat men er warm H3899 brood H7760 H8800 leide H3117 , ten dage H3947 H8736 als dat weggenomen werd.

Zechariah 7:3

  3 H559 H8800 Zeggende H413 tot H3548 de priesters H834 , die H1004 in het huis H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H413 waren, en tot H5030 de profeten H559 H8800 , zeggende H1058 H8799 : Moet ik wenen H2549 in de vijfde H2320 maand H5144 H8736 , mij afzonderende H834 , gelijk als H6213 H8804 ik gedaan heb H2088 nu H4100 zo vele H8141 jaren?

Matthew 12:3-4

  3 G1161 Maar G2036 G5627 Hij zeide G846 tot hen G3756 : Hebt gij niet G314 G5627 gelezen G5101 , wat G1138 David G4160 G5656 gedaan heeft G3753 , toen G3983 G5656 hem hongerde G2532 , en G3326 hun, die met G846 hem [waren]?
  4 G4459 Hoe G1525 G5627 hij gegaan is G1519 in G3624 het huis G2316 Gods G2532 , en G740 G4286 de toonbroden G5315 G5627 gegeten heeft G3739 , die G846 hem G3756 niet G1832 G5752 geoorloofd G2258 G5713 waren G5315 G5629 te eten G3761 , noch G3326 ook hun, die met G846 hem G1508 [waren], maar G2409 den priesteren G3441 alleen.

1 Corinthians 7:5

  5 G650 G5720 Onttrekt u G240 elkander G3361 niet G1509 G302 , tenzij G5100 dan G1537 met G4859 [beider] toestemming G4314 voor G2540 een tijd G2443 , opdat G3521 gij u tot vasten G2532 en G4335 bidden G4980 G5725 moogt verledigen G2532 ; en G4905 G5741 komt G3825 wederom G1909 G846 bijeen G2443 , opdat G5209 u G4567 de satan G3361 niet G3985 G5725 verzoeke G1223 , omdat G5216 gij u G192 niet kunt onthouden.

Leviticus 8:26

  26 H3947 H8804 Ook nam hij H5536 uit den korf H4682 van de ongezuurde H6440 [broden], die voor het aangezicht H3068 des HEEREN H259 was, een H4682 ongezuurde H2471 koek H8081 , en een geolieden H2471 H3899 broodkoek H259 , en een H7550 vlade H7760 H8799 ; en hij leide H2459 ze op dat vet H3225 H7785 , en op den rechterschouder.

Leviticus 24:9

  9 H175 En het zal voor Aaron H1121 en zijn zonen H6918 zijn, die dat in de heilige H4725 plaats H398 H8804 zullen eten H6944 ; want het is voor hem een heiligheid H6944 der heiligheden H801 uit de vuurofferen H3068 des HEEREN H5769 , een eeuwige H2706 inzetting.

Acts 9:15

  15 G1161 Maar G2962 de Heere G2036 G5627 zeide G4314 tot G846 hem G4198 G5737 : Ga heen G3754 ; want G3778 deze G2076 G5748 is G3427 Mij G1589 uitverkoren G4632 vat G3450 , om Mijn G3686 Naam G941 G5658 te dragen G1799 voor G1484 de heidenen G2532 , en G935 de koningen G5037 , en G5207 de kinderen G2474 Israels.

1 Thessalonians 4:3-4

  3 G1063 Want G5124 dit G2076 G5748 is G2307 de wil G2316 van God G5216 , uw G38 heiligmaking G5209 : dat gij G567 G5733 u onthoudt G575 van G4202 de hoererij;
  4 G1538 Dat een iegelijk G5216 van u G1492 G5760 wete G1438 zijn G4632 vat G2932 G5738 te bezitten G1722 in G38 heiligmaking G2532 en G5092 eer;

2 Timothy 2:20-21

  20 G1161 Doch G1722 in G3173 een groot G3614 huis G2076 G5748 zijn G3756 niet G3440 alleen G5552 gouden G2532 en G693 zilveren G4632 vaten G235 , maar G2532 ook G3585 houten G2532 en G3749 aarden G2532 [vaten]; en G3739 G3303 sommige G1519 ter G5092 ere G1161 , maar G3739 sommige G1519 ter G819 onere.
  21 G1437 Indien G3767 dan G5100 iemand G1438 zichzelven G575 van G5130 deze G1571 G5661 reinigt G4632 , die zal een vat G2071 G5704 zijn G1519 ter G5092 ere G37 G5772 , geheiligd G2532 en G2173 bekwaam tot gebruik G1203 des Heeren G1519 , tot G3956 alle G18 goed G2041 werk G2090 G5772 toebereid.

1 Peter 3:17

  17 G1063 Want G2909 het is beter G15 G5723 , dat gij, weldoende G1487 , (indien G2307 het de wil G2316 van God G2309 G5719 wil G3958 G5721 ) lijdt G2228 , dan G2554 G5723 kwaad doende.

Mark 2:25-27

  25 G2532 En G3004 G5707 Hij zeide G846 tot hen G3763 : Hebt gij nooit G314 G5627 gelezen G5101 , wat G1138 David G4160 G5656 gedaan heeft G3753 , als G5532 hij nood G2192 G5627 had G2532 , en G846 hem G3983 G5656 hongerde G2532 , en G3326 dengenen, die met G846 hem [waren]?
  26 G4459 Hoe G1525 G5627 hij ingegaan is G1519 in G3624 het huis G2316 Gods G1909 , ten tijde G8 van Abjathar G749 , den hogepriester G2532 , en G740 G4286 de toonbroden G5315 G5627 gegeten heeft G3739 , die G3756 niemand G1832 G5748 zijn geoorloofd G5315 G5629 te eten G1508 , dan G2409 den priesteren G2532 , en G2532 ook G1325 G5656 gegeven heeft G4862 dengenen, die met G846 hem G5607 G5752 waren?
  27 G2532 En G3004 G5707 Hij zeide G846 tot hen G4521 : De sabbat G1096 G5633 is gemaakt G1223 om G444 den mens G3756 , niet G444 de mens G1223 om G4521 den sabbat.

Luke 6:3-4

  3 G2532 En G2424 Jezus G4314 G846 , hun G611 G5679 antwoordende G2036 G5627 , zeide G5124 : Hebt gij ook dat G3761 niet G314 G5627 gelezen G3739 , hetwelk G1138 David G4160 G5656 deed G3698 , wanneer G846 hem G3983 G5656 hongerde G2532 , en G3588 dengenen, die G3326 met G846 hem G5607 G5752 waren?
  4 G5613 Hoe G1525 G5627 hij ingegaan is G1519 in G3624 het huis G2316 Gods G2532 , en G740 G4286 de toonbroden G2983 G5627 genomen G2532 en G5315 G5627 gegeten heeft G2532 , en G2532 ook G1325 G5656 gegeven G3326 dengenen, die met G846 hem G3739 waren, welke G3756 niet G1832 G5748 zijn geoorloofd G5315 G5629 te eten G1508 , dan G3441 alleen G2409 den priesteren.

Genesis 13:7-8

  7 H1961 H8799 En er was H7379 twist H996 tussen H7462 H8802 de herders H87 van Abrams H4735 vee H996 , en tussen H7462 H8802 de herders H3876 van Lots H4735 vee H3427 H8802 . Ook woonden H227 toen H3669 de Kanaanieten H6522 en Ferezieten H776 in dat land.
  8 H87 En Abram H559 H8799 zeide H413 tot H3876 Lot H1961 H0 : Laat H4994 toch H408 geen H4808 twisting H1961 H8799 zijn H996 tussen H996 mij en tussen H996 u, en tussen H7462 H8802 mijn herders H996 en tussen H7462 H8802 uw herders H3588 ; want H587 wij H582 zijn mannen H251 broeders.

Genesis 26:20

  20 H7462 H8802 En de herders H1642 van Gerar H7378 H8799 twistten H5973 met H3327 Izaks H7462 H8802 herders H559 H8800 , zeggende H4325 : Dit water H7121 H8799 hoort ons toe! Daarom noemde hij H8034 den naam H875 van dien put H6230 Esek H3588 , omdat H5973 zij met H6229 H8694 hem gekeven hadden.

1 Samuel 11:5

  5 H2009 En ziet H7586 , Saul H935 H8804 kwam H310 achter H1241 de runderen H4480 uit H7704 het veld H7586 , en Saul H559 H8799 zeide H4100 : Wat H5971 is den volke H3588 , dat H1058 H8799 zij wenen H5608 H8762 ? Toen vertelden zij H1697 hem de woorden H582 der mannen H3003 van Jabes.

1 Samuel 14:47

  47 H3920 H8804 Toen nam H7586 Saul H4410 het koninkrijk H5921 over H3478 Israel H3898 H8735 in; en hij streed H5439 rondom H3605 tegen al H341 H8802 zijn vijanden H4124 , tegen Moab H1121 , en tegen de kinderen H5983 Ammons H123 , en tegen Edom H4428 , en tegen de koningen H6678 van Zoba H6430 , en tegen de Filistijnen H3605 ; en overal H834 , waar H6437 H8799 hij zich wendde H7561 H8686 , oefende hij straf.

1 Samuel 22:9

  9 H6030 H8799 Toen antwoordde H1673 Doeg H130 , de Edomiet H1931 , die H5921 bij H5650 de knechten H7586 van Saul H5324 H8737 stond H559 H8799 , en zeide H7200 H8804 : Ik zag H1121 den zoon H3448 van Isai H935 H8802 , komende H5011 te Nob H413 , tot H288 Achimelech H1121 , den zoon H285 van Ahitub;

1 Chronicles 27:29

  29 H5921 En over H1241 de runderen H8289 , die in Saron H7462 H8802 weidden H7861 , was Sitrai H8290 , de Saroniet H5921 ; maar over H1241 de runderen H6010 in de laagten H8202 , was Safat H1121 , de zoon H5724 van Adlai.

2 Chronicles 26:10

  10 H1129 H8799 Hij bouwde H4026 ook torens H4057 in de woestijn H2672 H0 , en hieuw H7227 vele H953 putten H2672 H8799 uit H3588 , overmits H7227 hij veel H4735 vee H1961 H8804 had H8219 , beide in de laagten H4334 en in de effene velden H406 ; akkerlieden H3755 en wijngaardeniers H2022 op de bergen H3760 en op de vruchtbare velden H3588 ; want H1961 H8804 hij was H157 H8802 een liefhebber H127 van den land [bouw].

Psalms 52:1-9

  1 H4905 H8688 Een onderwijzing H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H1673 . [052:2] Als Doeg H130 , de Edomiet H935 H8800 , gekomen was H7586 , en Saul H5046 H8686 te kennen gegeven H559 H8799 , en tot hem gezegd had H1732 : David H935 H8804 is gekomen H1004 ten huize H288 van Achimelech H1984 H8691 . [052:3] Wat beroemt gij H7451 u in het kwaad H1368 , o gij geweldige H410 ? Gods H2617 goedertierenheid H3117 [duurt] [toch] den gansen dag.
  2 H3956 [052:4] Uw tong H2803 H8799 denkt H1942 enkel schade H3913 H8794 als een geslepen H8593 scheermes H6213 H8802 , werkende H7423 bedrog.
  3 H157 H0 [052:5] Gij hebt H7451 het kwade H157 H8804 liever H2896 dan het goede H8267 , de leugen H6664 , dan gerechtigheid H1696 H8763 te spreken H5542 . Sela.
  4 H157 H8804 [052:6] Gij hebt lief H1697 alle woorden H1105 van verslinding H3956 , [en] een tong H4820 des bedrogs.
  5 H410 [052:7] God H5422 H8799 zal u ook afbreken H5331 in eeuwigheid H2846 H8799 ; Hij zal u wegrapen H168 en u uit de tent H5255 H8799 uitrukken H8327 H8765 ; ja, Hij zal u uitwortelen H776 uit het land H2416 der levenden H5542 . Sela.
  6 H6662 [052:8] En de rechtvaardigen H7200 H8799 zullen het zien H3372 H8799 , en vrezen H7832 H8799 ; en zij zullen over hem lachen, [zeggende]:
  7 H1397 [052:9] Ziet den man H430 , [die] God H7760 H8799 niet stelde H4581 tot Zijn Sterkte H982 H8799 , maar vertrouwde H7230 op de veelheid H6239 zijns rijkdoms H5810 H8799 ; hij was sterk geworden H1942 door zijn beschadigen.
  8 H7488 [052:10] Maar ik zal zijn als een groene H2132 olijfboom H430 in Gods H1004 huis H982 H8804 ; ik vertrouw H430 op Gods H2617 goedertierenheid H5769 eeuwiglijk H5703 en altoos.
  9 H3034 H8686 [052:11] Ik zal U loven H5769 in eeuwigheid H6213 H8804 , omdat Gij het gedaan hebt H8034 ; en ik zal Uw Naam H6960 H8762 verwachten H2896 ; want hij is goed H2623 voor Uw gunstgenoten.

Jeremiah 7:9-11

  9 H1589 H8800 Zult gij stelen H7523 H8800 , doodslaan H5003 H8800 en overspel bedrijven H8267 , en valselijk H7650 H8736 zweren H1168 , en Baal H6999 H8763 roken H312 , en andere H430 goden H1980 H8800 H310 nawandelen H3045 H8804 , die gij niet kent?
  10 H935 H8804 En [dan] komen H5975 H8804 en staan H6440 voor Mijn aangezicht H1004 in dit huis H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is H559 H8804 , en zeggen H5337 H8738 : Wij zijn verlost H8441 , om al deze gruwelen H6213 H8800 te doen?
  11 H1004 Is dan dit huis H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is H5869 , in uw ogen H4631 een spelonk H6530 der moordenaren H7200 H8804 ? Ziet, Ik heb [het] ook gezien H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Ezekiel 33:31

  31 H935 H8799 En zij komen H5971 tot u, gelijk het volk H3996 pleegt te komen H3427 H8799 , en zitten H6440 voor uw aangezicht H5971 [als] Mijn volk H8085 H8804 , en horen H1697 uw woorden H6213 H8799 , maar zij doen H6213 H8802 ze niet; want zij maken H5690 liefkozingen H6310 met hun mond H3820 , [maar] hun hart H1980 H8802 wandelt H1215 hun gierigheid H310 na.

Amos 8:5

  5 H559 H8800 Zeggende H4970 : Wanneer H2320 zal de nieuwe maan H5674 H8799 overgaan H7668 , dat wij leeftocht H7666 H8686 mogen verkopen H7676 ? en de sabbat H1250 , dat wij koren H6605 H8799 mogen openen H6994 H8687 ? verkleinende H374 de efa H8255 , en den sikkel H1431 H8687 vergrotende H5791 H8763 , en verkeerdelijk handelende H4820 [met] bedrieglijke H3976 weegschalen;

Matthew 15:8

  8 G3778 Dit G2992 volk G1448 G5719 genaakt G3427 Mij G846 met hun G4750 mond G2532 , en G5091 G5719 eert G3165 Mij G5491 met de lippen G1161 , maar G846 hun G2588 hart G568 G5719 houdt zich G4206 verre G575 van G1700 Mij;

Acts 21:26-27

  26 G5119 Toen G3880 G5631 nam G3972 Paulus G435 de mannen G2250 met zich, en den dag G2192 G5746 daaraan G4862 met G846 hen G48 G5685 geheiligd zijnde G1524 G5715 , ging hij G1519 in G2411 den tempel G1229 G5723 , en verkondigde G2250 , dat de dagen G49 der heiliging G1604 vervuld G2193 G3739 G5228 waren, [blijvende] [daar], totdat G1520 G1538 een iegelijk G846 van hen G4376 de offerande G4374 G5681 opgeofferd was.
  27 G5613 G1161 Als G2033 nu de zeven G2250 dagen G4931 G5745 G3195 G5707 zouden voleindigd worden G2300 G5666 , zagen G846 hem G2453 de Joden G575 van G773 Azie G1722 in G2411 den tempel G4797 G5707 , en beroerden G3956 al G3793 het volk G2532 , en G1911 G5627 sloegen G5495 de handen G1909 aan G846 hem,

Exodus 28:6-14

  6 H646 En zullen den efod H6213 H8804 maken H2091 van goud H8504 , hemelsblauw H713 , en purper H8144 H8438 , scharlaken H7806 H8716 en fijn getweernd H8336 linnen H2803 H8802 , van het allerkunstelijkste H4639 werk.
  7 H8147 Hij zal twee H2266 H8802 samenvoegende H3802 schouderbanden H8147 hebben aan zijn beide H7098 einden H2266 H8795 , waarmede hij samengevoegd zal worden.
  8 H2805 En de kunstelijke riem H642 zijns efods H4639 , die op hem is, zal zijn gelijk zijn werk H2091 , van hetzelfde, van goud H8504 , hemelsblauw H713 en purper H8144 H8438 , en scharlaken H7806 H8716 , en fijn getweernd H8336 linnen.
  9 H8147 En gij zult twee H7718 H68 sardonixstenen H3947 H8804 nemen H8034 , en de namen H1121 der zonen H3478 van Israel H6605 H8765 daarop graveren.
  10 H8337 Zes H8034 van hun namen H259 op een H68 steen H8337 , en de zes H3498 H8737 overige H8034 namen H8145 op den anderen H68 steen H8435 , naar hun geboorten;
  11 H4639 H2796 H68 Naar steensnijderswerk H2368 , gelijk men de zegelen H6603 graveert H8147 , zult gij deze twee H68 stenen H6605 H8762 graveren H8034 , met de namen H1121 der zonen H3478 van Israel H6213 H8799 ; gij zult ze maken H4142 H8716 , dat zij omvat zijn H2091 in gouden H4865 kastjes.
  12 H8147 En gij zult de twee H68 stenen H3802 aan de schouderbanden H646 des efods H7760 H8804 zetten H68 , zijnde stenen H2146 ter gedachtenis H1121 voor de kinderen H3478 Israels H175 ; en Aaron H8034 zal hun namen H8147 op zijn beide H3802 schouders H5375 H8804 dragen H2146 , ter gedachtenis H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  13 H2091 Gij zult ook gouden H4865 kastjes H6213 H8804 maken,
  14 H8147 En twee H8333 ketentjes H2889 van louter H2091 goud H4020 ; gelijk-eindigende H6213 H8799 zult gij die maken H5688 , gedraaid H4639 werk H5688 ; en de gedraaide H8333 ketentjes H4865 zult gij aan de kastjes H5414 H8804 hechten.

1 Samuel 17:2

  2 H7586 Doch Saul H376 en de mannen H3478 van Israel H622 H8738 verzamelden zich H2583 H8799 , en legerden zich H6010 H425 in het eikendal H6186 H8799 ; en stelden H4421 de slagorde H7125 H8800 tegen H6430 de Filistijnen aan.

1 Samuel 17:50-54

  50 H2388 H8799 H4480 Alzo overweldigde H1732 David H6430 den Filistijn H7050 met een slinger H68 en met een steen H5221 H8686 ; en hij versloeg H6430 den Filistijn H4191 H8686 , en doodde H1732 hem; doch David H369 had geen H2719 zwaard H3027 in de hand.
  51 H7323 H8799 Daarom liep H1732 David H5975 H8799 , en stond H413 op H6430 den Filistijn H3947 H8799 , en nam H2719 zijn zwaard H8025 H8799 , en hij trok H4480 het uit H8593 zijn schede H4191 H8787 , en hij doodde H3772 H0 hem, en hij hieuw H7218 hem het hoofd H3772 H8799 daarmede af H6430 . Toen de Filistijnen H7200 H8799 zagen H3588 , dat H1368 hun geweldigste H4191 H8804 dood was H5127 H8799 , zo vluchtten zij.
  52 H6965 H0 Toen maakten zich H582 de mannen H3478 van Israel H3063 en van Juda H6965 H8799 op H7321 H8686 , en juichten H7291 H8799 , en vervolgden H6430 de Filistijnen H5704 , tot H935 H8800 daar men komt H1516 aan de vallei H5704 , en tot H8179 aan de poorten H6138 van Ekron H2491 ; en de verwonden H6430 der Filistijnen H5307 H8799 vielen H1870 op den weg H8189 van Saaraim H5704 , en tot H1661 aan Gath H5704 , en tot H6138 aan Ekron.
  53 H7725 H0 Daarna keerden H1121 de kinderen H3478 Israels H7725 H8799 om H4480 , van H1814 H8800 H310 het hittig najagen H6430 der Filistijnen H8155 H8799 , en zij beroofden H4264 hun legers.
  54 H3947 H8799 Daarna nam H1732 David H7218 het hoofd H6430 van den Filistijn H935 H8686 , en bracht H3389 het naar Jeruzalem H3627 ; maar zijn wapenen H7760 H8804 leide hij H168 in zijn tent.

1 Samuel 31:10

  10 H7760 H8799 En zij leiden H3627 zijn wapenen H1004 in het huis H6252 H8677 H1045 van Astharoth H1472 ; en zijn lichaam H8628 H8804 hechtten zij H2346 aan den muur H1052 te Beth-san.

1 Samuel 27:1-2

  1 H1732 David H559 H8799 nu zeide H413 in H3820 zijn hart H6258 : Nu H259 zal ik een H3117 der dagen H7586 door Sauls H3027 hand H5595 H8735 omkomen H369 ; mij is niet H2896 beter H3588 , dan dat H4422 H8736 ik haastelijk H4422 H8735 ontkome H413 in H776 het land H6430 der Filistijnen H7586 , opdat Saul H4480 van H2976 H8738 mij de hoop verlieze H5750 , om mij meer H1245 H8763 te zoeken H3605 in de ganse H1366 landpale H3478 van Israel H4422 H8738 ; zo zal ik ontkomen H4480 uit H3027 zijn hand.
  2 H6965 H0 Toen maakte zich H1732 David H6965 H8799 op H5674 H8799 , en hij ging door H1931 , hij H8337 H3967 en de zeshonderd H376 mannen H834 , die H5973 bij H413 hem waren, tot H397 Achis H1121 , den zoon H4582 van Maoch H4428 , den koning H1661 van Gath.

1 Kings 19:3

  3 H7200 H8799 Toen hij dat zag H6965 H8799 , maakte hij zich op H3212 H8799 , en ging heen H413 , om H5315 zijns levens H935 H8799 wil, en kwam H884 te Ber-seba H834 , dat H3063 in Juda H3240 H8686 is, en liet H5288 zijn jongen H8033 aldaar.

Psalms 34:1-22

  1 H1732 [Een] [psalm] van David H2940 , als hij zijn gelaat H8138 H8763 veranderd had H6440 voor het aangezicht H40 van Abimelech H1644 H8762 , die hem wegjoeg H3212 H8799 , dat hij doorging H3068 . [034:2] [Aleph]. Ik zal den HEERE H1288 H8762 loven H6256 te aller tijd H8416 ; Zijn lof H8548 zal geduriglijk H6310 in mijn mond zijn.
  2 H5315 [034:3] [Beth]. Mijn ziel H1984 H8691 zal zich beroemen H3068 in den HEERE H6035 ; de zachtmoedigen H8085 H8799 zullen het horen H8055 H8799 en verblijd zijn.
  3 H3068 [034:4] [Gimel]. Maakt den HEERE H1431 H8761 met mij groot H8034 , en laat ons Zijn Naam H3162 samen H7311 H8787 verhogen.
  4 H3068 [034:5] [Daleth]. Ik heb den HEERE H1875 H8804 gezocht H6030 H8804 , en Hij heeft mij geantwoord H4035 , en mij uit al mijn vrezen H5337 H8689 gered.
  5 H5027 H8689 [034:6] [He]. [Vau]. Zij hebben op Hem gezien H5102 H8804 , ja, [Hem] als een waterstroom aangelopen H6440 ; en hun aangezichten H2659 H8799 zijn niet schaamrood geworden.
  6 H6041 [034:7] [Zain]. Deze ellendige H7121 H8804 riep H3068 , en de HEERE H8085 H8804 hoorde H3467 H8689 ; en Hij verloste H6869 hem uit al zijn benauwdheden.
  7 H4397 [034:8] [Cheth]. De Engel H3068 des HEEREN H2583 H8802 legert Zich H5439 rondom H3373 degenen, die Hem vrezen H2502 H8762 , en rukt hen uit.
  8 H2938 H8798 [034:9] [Teth]. Smaakt H7200 H8798 en ziet H3068 , dat de HEERE H2896 goed H835 is; welgelukzalig H1397 is de man H2620 H8799 , [die] op Hem betrouwt.
  9 H3372 H8798 [034:10] [Jod]. Vreest H3068 den HEERE H6918 , gij Zijn heiligen H3373 ! want die Hem vrezen H4270 , hebben geen gebrek.
  10 H3715 [034:11] [Caph]. De jonge leeuwen H7326 H8804 lijden armoede H7456 H8804 , en hongeren H3068 ; maar die den HEERE H1875 H8802 zoeken H2637 H8799 , hebben geen gebrek H2896 aan enig goed.
  11 H3212 H8798 [034:12] [Lamed]. Komt H1121 , gij, kinderen H8085 H8798 ! hoort H3068 naar mij! ik zal u des HEEREN H3374 vreze H3925 H8762 leren.
  12 H376 [034:13] [Mem]. Wie is de man H2655 , die lust H2416 heeft ten leven H3117 , die dagen H157 H8802 liefheeft H2896 , om het goede H7200 H8800 te zien?
  13 H5341 H8798 [034:14] [Nun]. Bewaar H3956 uw tong H7451 van het kwaad H8193 , en uw lippen H4820 van bedrog H1696 H8763 te spreken.
  14 H5493 H8798 [034:15] [Samech]. Wijk af H7451 van het kwaad H6213 H8798 , en doe H2896 het goede H1245 H8761 ; zoek H7965 den vrede H7291 H8798 , en jaag dien na.
  15 H5869 [034:16] [Ain]. De ogen H3068 des HEEREN H6662 zijn op de rechtvaardigen H241 , en Zijn oren H7775 tot hun geroep.
  16 H6440 [034:17] [Pe]. Het aangezicht H3068 des HEEREN H7451 is tegen degenen, die kwaad H6213 H8802 doen H2143 , om hun gedachtenis H776 van de aarde H3772 H8687 uit te roeien.
  17 H6817 H8804 [034:18] [Tsade]. Zij roepen H3068 , en de HEERE H8085 H8804 hoort H5337 H8689 , en Hij redt H6869 hen uit al hun benauwdheden.
  18 H3068 [034:19] [Koph]. De HEERE H7138 is nabij H7665 H8737 de gebrokenen H3820 van harte H3467 H8686 , en Hij behoudt H1793 de verslagenen H7307 van geest.
  19 H7227 [034:20] [Resch]. Vele H7451 zijn de tegenspoeden H6662 des rechtvaardigen H5337 H8686 ; maar uit alle die redt H3068 hem de HEERE.
  20 H8104 H8802 [034:21] [Schin]. Hij bewaart H6106 al zijn beenderen H259 ; niet een H2007 van die H7665 H8738 wordt gebroken.
  21 H7451 [034:22] [Thau]. De boosheid H7563 zal den goddeloze H4191 H8787 doden H6662 ; en die den rechtvaardige H8130 H8802 haten H816 H8799 , zullen schuldig verklaard worden.
  22 H3068 [034:23] De HEERE H6299 H8802 verlost H5315 de ziel H5650 Zijner knechten H2620 H8802 ; en allen, die op Hem betrouwen H816 H8799 , zullen niet schuldig verklaard worden.

Jeremiah 26:21

  21 H4428 En als de koning H3079 Jojakim H1368 , mitsgaders al zijn geweldigen H8269 , en al de vorsten H1697 zijn woorden H8085 H8799 hoorden H1245 H8762 , zocht H4428 de koning H4191 H8687 hem te doden H223 ; als Uria H8085 H8799 [dat] hoorde H3372 H8799 , zo vreesde hij H1272 H8799 , en vluchtte H935 H8799 , en kwam H4714 in Egypte;

1 Samuel 16:1

  1 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H413 tot H8050 Samuel H5704 H4970 : Hoe lang H56 H0 draagt H859 gij H56 H8693 leed H413 om H7586 Saul H589 , dien Ik H3988 H8804 toch verworpen heb H4480 , dat hij geen H4427 H8800 koning zij H5921 over H3478 Israel H4390 H8761 ? Vul H7161 uw hoorn H8081 met olie H3212 H8798 , en ga heen H7971 H8799 ; Ik zal u zenden H413 tot H3448 Isai H1022 , den Bethlehemiet H3588 ; want H4428 Ik heb Mij een koning H1121 onder zijn zonen H7200 H8804 uitgezien.

1 Samuel 18:7-8

  7 H802 En de vrouwen H7832 H8764 , spelende H6030 H8799 , antwoordden H559 H8799 [elkander] en zeiden H7586 : Saul H505 heeft zijn duizenden H5221 H8689 verslagen H1732 , maar David H7233 zijn tienduizenden!
  8 H2734 H8799 Toen ontstak H7586 Saul H3966 zeer H2088 , en dat H1697 woord H3415 H8799 was kwaad H5869 in zijn ogen H559 H8799 , en hij zeide H1732 : Zij hebben David H7233 tien duizend H5414 H8804 gegeven H505 , doch mij hebben zij [maar] duizend H5414 H8804 gegeven H389 ; en voorzeker H4410 zal het koninkrijk H5750 nog voor hem zijn.

1 Samuel 29:5

  5 H2088 Is dit H3808 niet H1732 die David H834 , van denwelken H4246 zij in den rei H6030 H8799 [elkander] antwoordden H559 H8800 , zeggende H7586 : Saul H505 heeft zijn duizenden H5221 H8689 geslagen H1732 , maar David H7233 zijn tienduizenden?

Psalms 56:1-13

  1 H4387 Een gouden kleinood H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H3128 , op Jonath Elem Rechokim H6430 ; als de Filistijnen H270 H8800 hem gegrepen hadden H1661 te Gath H2603 H8798 . [056:2] Wees mij genadig H430 , o God H582 ! want de mens H7602 H8804 zoekt mij op te slokken H3117 ; den gansen dag H3905 H8799 dringt H3898 H8802 mij de bestrijder.
  2 H8324 H8802 [056:3] Mijn verspieders H7602 H0 zoeken H3117 [mij] den gansen dag H7602 H8804 op te slokken H7227 ; want ik heb veel H3898 H8802 bestrijders H4791 , o Allerhoogste!
  3 H3117 [056:4] Ten dage H3372 H8799 , [als] ik zal vrezen H982 H8799 , zal ik op U vertrouwen.
  4 H430 [056:5] In God H1697 zal ik Zijn woord H1984 H8762 prijzen H982 H8804 ; ik vertrouw H430 op God H3372 H8799 , ik zal niet vrezen H1320 ; wat zoude mij vlees H6213 H8799 doen?
  5 H3117 [056:6] Den gansen dag H6087 H8762 verdraaien zij H1697 mijn woorden H4284 ; al hun gedachten H7451 zijn tegen mij ten kwade.
  6 H1481 H8799 [056:7] Zij rotten samen H6845 H8799 H8675 H6845 H8686 , zij versteken zich H8104 H8799 , zij passen op H6119 mijn hielen H5315 ; als die op mijn ziel H6960 H8765 wachten.
  7 H205 [056:8] Zouden zij om [hun] ongerechtigheid H6405 vrijgaan H3381 H0 ? Stort H5971 de volken H3381 H8685 neder H639 in toorn H430 , o God!
  8 H5112 [056:9] Gij hebt mijn omzwerven H5608 H8804 geteld H7760 H8798 ; leg H1832 mijn tranen H4997 in uw fles H5612 ; zijn zij niet in Uw register?
  9 H341 H8802 [056:10] Dan zullen mijn vijanden H268 achterwaarts H7725 H8799 keren H3117 , ten dage H7121 H8799 als ik roepen zal H3045 H8804 ; dit weet ik H430 , dat God met mij is.
  10 H430 [056:11] In God H1697 zal ik het woord H1984 H8762 prijzen H3068 ; in den HEERE H1697 zal ik het woord H1984 H8762 prijzen.
  11 H982 H8804 [056:12] Ik vertrouw H430 op God H3372 H8799 , ik zal niet vrezen H120 ; wat zou mij de mens H6213 H8799 doen?
  12 H430 [056:13] O God H5088 ! op mij zijn Uw geloften H8426 ; ik zal U dankzeggingen H7999 H8762 vergelden;
  13 H5315 [056:14] Want Gij hebt mijn ziel H5337 H8689 gered H4194 van den dood H7272 ; ook niet mijn voeten H1762 van aanstoot H430 , om voor Gods H6440 aangezicht H1980 H8692 te wandelen H216 in het licht H2416 der levenden?

Genesis 12:11-13

  11 H1961 H8799 En het geschiedde H834 , als H7126 H8689 hij naderde H4714 , om in Egypte H935 H8800 te komen H559 H8799 , dat hij zeide H413 tot H8297 Sarai H802 , zijn huisvrouw H2009 : Zie H4994 toch H3045 H8804 , ik weet H3588 , dat H859 gij H802 een vrouw H3303 zijt, schoon H4758 van aangezicht.
  12 H1961 H8804 En het zal geschieden H3588 , als H853 u H4713 de Egyptenaars H7200 H8799 zullen zien H559 H8804 , zo zullen zij zeggen H2063 : Dat H802 [is] zijn huisvrouw H853 ; en zij zullen mij H2026 H8804 doden H853 , en u H2421 H8762 in het leven behouden.
  13 H559 H8798 Zeg H4994 toch H859 : Gij H269 [zijt] mijn zuster H4616 ; opdat H3190 H8799 het mij wel ga H5668 om H5315 u, en mijn ziel H1558 om uwentwil H2421 H8804 leve.

Genesis 26:7

  7 H582 En als de mannen H4725 van die plaats H7592 H8799 hem vraagden H802 van zijn huisvrouw H559 H8799 , zeide hij H1931 : Zij H269 [is] mijn zuster H3588 ; want H3372 H8804 hij vreesde H559 H8800 te zeggen H802 , mijn huisvrouw H6435 H0 ; opdat H582 mij misschien, [zeide] [hij] de mannen H4725 dezer plaats H6435 niet H2026 H8799 doden H5921 , om H7259 Rebekka H3588 ; want H1931 zij H2896 [was] schoon H4758 van aangezicht.

1 Samuel 21:10

  10 H1732 En David H6965 H8799 maakte zich op H1272 H8799 , en vluchtte H1931 te dien H3117 dage H4480 van H6440 het aangezicht H7586 van Saul H935 H8799 ; en hij kwam H413 tot H397 Achis H4428 , den koning H1661 van Gath.

Psalms 34:4

  4 H3068 [034:5] [Daleth]. Ik heb den HEERE H1875 H8804 gezocht H6030 H8804 , en Hij heeft mij geantwoord H4035 , en mij uit al mijn vrezen H5337 H8689 gered.

Psalms 56:3

  3 H3117 [056:4] Ten dage H3372 H8799 , [als] ik zal vrezen H982 H8799 , zal ik op U vertrouwen.

Psalms 119:11

  11 H565 Ik heb Uw rede H3820 in mijn hart H6845 H8804 verborgen H2398 H8799 , opdat ik tegen U niet zondigen zou.

Luke 2:19

  19 G1161 Doch G3137 Maria G4933 G5707 bewaarde G5023 deze G4487 woorden G3956 alle G4820 G5723 te zamen, overleggende G1722 [die] in G846 haar G2588 hart.

Luke 2:51

  51 G2532 En G2597 G5627 Hij ging G3326 met G846 hen G2532 af, en G2064 G5627 kwam G1519 te G3478 Nazareth G2532 , en G2258 G5713 was G846 hun G5293 G5746 onderdanig G2532 . En G846 Zijn G3384 moeder G1301 G5707 bewaarde G3956 al G5023 deze G4487 dingen G1722 in G846 haar G2588 hart.

Proverbs 29:25

  25 H2731 De siddering H120 des mensen H5414 H8799 legt H4170 een strik H3068 ; maar die op den HEERE H982 H8802 vertrouwt H7682 H8792 , zal in een hoog vertrek gesteld worden.

Ecclesiastes 7:7

  7 H6233 Voorwaar, de onderdrukking H2450 zou wel een wijze H1984 H8779 dol maken H4979 ; en het geschenk H6 H8762 verderft H3820 het hart.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.