15
H136
En nu, o Heere
H430
, onze God
H5971
! Die Uw volk
H776 H4714
uit Egypteland
H3318 H8689
gevoerd hebt
H2389
, met een sterke
H3027
hand
H8034
, en hebt U een Naam
H6213 H8799
gemaakt
H3117
, gelijk hij is te dezen dage
H2398 H8804
; wij hebben gezondigd
H7561 H8804
, wij zijn goddeloos geweest.
Daniel 9:15 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 6:1
1
H559 H8799
[05:24] Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H7200 H8799
: Nu zult gij zien
H6547
, wat Ik aan Farao
H6213 H8799
doen zal
H2389
; want door een machtige
H3027
hand
H7971 H8762
zal hij hen laten trekken
H2389
, ja, door een machtige
H3027
hand
H776
zal hij hen uit zijn land
H1644 H8762
drijven.
Exodus 6:6
6
H3651
[06:5] Derhalve
H559 H8798
zeg
H1121
tot de kinderen
H3478
Israels
H3068
: Ik ben de HEERE
H3318 H8689
! en Ik zal ulieden uitleiden
H5450
van onder de lasten
H4714
der Egyptenaren
H5337 H8689
, en Ik zal u redden
H5656
uit hun dienstbaarheid
H1350 H8804
, en zal u verlossen
H5186 H8803
door een uitgestrekten
H2220
arm
H1419
, en door grote
H8201
gerichten;
Exodus 9:16
Exodus 14:1-15
2
H1696 H8761
Spreek
H1121
tot de kinderen
H3478
Israels
H7725 H8799
, dat zij wederkeren
H2583 H8799
, en zich legeren
H6440
voor
H6367
Pi-hachiroth
H4024
, tussen Migdol
H3220
en tussen de zee
H6440
, voor
H1189
Baal-zefon
H5226
; daar tegenover
H2583 H8799
zult gij u legeren
H3220
aan de zee.
3
H6547
Farao
H559 H8804
dan zal zeggen
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H943 H8737
: Zij zijn verward
H776
in het land
H4057
; die woestijn
H5462 H8804
heeft hen besloten.
4
H6547
En Ik zal Farao's
H3820
hart
H2388 H8765
verstokken
H7291 H8804 H310
, dat hij hen najage
H6547
; en Ik zal aan Farao
H2428
en aan al zijn heir
H3513 H8735
verheerlijkt worden
H4714
, alzo dat de Egyptenaars
H3045 H8804
zullen weten
H3068
, dat Ik de HEERE
H6213 H8799
ben. En zij deden alzo.
5
H4428
Toen nu den koning
H4714
van Egypte
H5046 H8714
werd geboodschapt
H5971
, dat het volk
H1272 H8804
vluchtte
H3824
, zo is het hart
H6547
van Farao
H5650
en van zijn knechten
H2015 H8735
veranderd
H5971
tegen het volk
H559 H8799
, en zij zeiden
H6213 H8804
: Waarom hebben wij dat gedaan
H3478
, dat wij Israel
H7971 H8765
hebben laten trekken
H5647 H8800
, dat zij ons niet dienden?
7
H3947 H8799
En hij nam
H8337 H3967
zeshonderd
H977 H8803
uitgelezene
H7393
wagens
H7393
, ja, al de wagens
H4714
van Egypte
H7991
, en de hoofdlieden over die allen.
8
H3068
Want de HEERE
H2388 H8762
verstokte
H3820
het hart
H6547
van Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H1121
, dat hij de kinderen
H3478
Israels
H7291 H8799 H310
najaagde
H1121
; doch de kinderen
H3478
Israels
H7311 H8802
waren door een hoge
H3027
hand
H3318 H8802
uitgegaan.
9
H4714
En de Egyptenaars
H7291 H8799
jaagden
H310
hen na
H5381 H8686
, en achterhaalden
H2583 H8802
hen, daar zij zich gelegerd hadden
H3220
aan de zee
H5483
; al de paarden
H7393
, de wagens
H6547
van Farao
H6571
en zijn ruiters
H2428
, en zijn heir
H6367
; nevens Pi-hachiroth
H6440
, voor
H1189
Baal-zefon.
10
H6547
Als Farao
H7126 H8689
nabij gekomen was
H5375 H8799
, zo hieven
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H5869
hun ogen
H4714
op, en ziet, de Egyptenaars
H5265 H8802
togen
H310
achter
H3372 H8799
hen; en zij vreesden
H3966
zeer
H6817 H8799
; toen riepen
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H3068
tot den HEERE.
11
H559 H8799
En zij zeiden
H4872
tot Mozes
H4714
: Hebt gij ons daarom, omdat er in Egypte
H6913
gans geen graven
H3947 H8804
waren, weggenomen
H4057
, opdat wij in deze woestijn
H4191 H8800
sterven zouden
H2063
? Waarom
H6213 H8804
hebt gij ons dat gedaan
H4714
, dat gij ons uit Egypte
H3318 H8687
uitgevoerd hebt?
12
H1697
Is dit niet het woord
H4714
, dat wij in Egypte
H1696 H8765
tot u spraken
H559 H8800
, zeggende
H2308 H8798
: Houd af
H4714
van ons, en laat ons de Egyptenaren
H5647 H8799
dienen
H2896
? Want het ware ons beter
H4714
geweest de Egyptenaren
H5647 H8800
te dienen
H4057
, dan in deze woestijn
H4191 H8800
te sterven.
13
H4872
Doch Mozes
H559 H8799
zeide
H5971
tot het volk
H3372 H8799
: Vreest
H3320 H8690
niet, staat vast
H7200 H8798
, en ziet
H3444
het heil
H3068
des HEEREN
H3117
, dat Hij heden
H6213 H8799
aan ulieden doen zal
H4714
, want de Egyptenaars
H3117
, die gij heden
H7200 H8804
gezien hebt
H3254 H8686
, zult gij niet weder
H7200 H8800
zien
H5704 H5769
in eeuwigheid.
Exodus 14:18
Exodus 32:11
11
H4872
Doch Mozes
H2470 H8762
aanbad
H6440
het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
zijns Gods
H559 H8799
, en hij zeide
H3068
: O HEERE
H639
! waarom zou Uw toorn
H2734 H8799
ontsteken
H5971
tegen Uw volk
H1419
, hetwelk Gij met grote
H3581
kracht
H2389
, en met een sterke
H3027
hand
H776 H4714
, uit Egypteland
H3318 H8689
uitgevoerd hebt?
1 Kings 8:51
Nehemiah 1:10
Nehemiah 9:10
10
H226
En Gij hebt tekenen
H4159
en wonderen
H5414 H8799
gedaan
H6547
aan Farao
H3605
, en aan al
H5650
zijn knechten
H3605
, en aan al
H5971
het volk
H776
zijns lands
H3588
; want
H3045 H8804
Gij wist
H3588
, dat
H2102 H0
zij trotselijk
H5921
tegen
H2102 H8689
hen handelden
H8034
; en Gij hebt U een Naam
H6213 H8799
gemaakt
H2088
, als het is te dezen
H3117
dage.
Psalms 106:8
Isaiah 55:13
Jeremiah 32:10
Jeremiah 32:20-23
20
H226
Gij, Die tekenen
H4159
en wonderen
H7760 H8804
gesteld hebt
H776 H4714
in Egypteland
H3117
, tot op dezen dag
H3478
, zo in Israel
H120
, als onder [andere] mensen
H8034
, en hebt U een Naam
H6213 H8799
gemaakt
H3117
, als Hij is te dezen dage!
21
H5971
En hebt Uw volk
H3478
Israel
H776 H4714
uit Egypteland
H3318 H8686
uitgevoerd
H226
, door tekenen
H4159
en door wonderen
H2389
, en door een sterke
H3027
hand
H5186 H8803
, en door een uitgestrekten
H248
arm
H1419
, en door grote
H4172
verschrikking.
22
H776
En hebt hun dit land
H5414 H8799
gegeven
H1
, dat Gij hun vaderen
H7650 H8738
gezworen hadt
H5414 H8800
hun te zullen geven
H776
, een land
H2100 H8802
vloeiende
H2461
van melk
H1706
en honig;
23
H935 H8799
Zij zijn er ook ingekomen
H3423 H8799
en hebben het erfelijk bezeten
H6963
, maar hebben Uwer stem
H8085 H8804
niet gehoorzaamd
H8451
, en in Uw wet
H1980 H8804
niet gewandeld
H6213 H8804
; zij hebben niets gedaan
H6680 H8765
van alles, wat Gij hun geboden hadt
H6213 H8800
te doen
H7451
; dies hebt Gij hun al dit kwaad
H7122 H8686
doen bejegenen.
Daniel 9:5
Luke 15:18-19
Luke 15:21
Luke 18:13
13
G2532
En
G5057
de tollenaar
G3113
, van verre
G2476 G5761
staande
G2309 G5707
, wilde
G3761
ook zelfs
G3788
de ogen
G3756
niet
G1869 G5658
opheffen
G1519
naar
G3772
den hemel
G235
, maar
G5180 G5707
sloeg
G1519
op
G846
zijn
G4738
borst
G3004 G5723
, zeggende
G2316
: O God
G2433 G
! wees
G3427
mij
G268
zondaar
G2433 G5682
genadig!