17 H430 En God H5414 H8799 stelde H853 ze H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde.
13 H7198 Mijn boog H5414 H8804 heb Ik gegeven H6051 in de wolken H1961 H8804 ; die zal zijn H226 tot een teken H1285 des verbonds H996 tussen H996 Mij en tussen H776 de aarde.
12 H4480 Hebt gij van H3117 uw dagen H1242 den morgenstond H6680 H8765 geboden H7837 ? Hebt gij den dageraad H4725 zijn plaats H3045 H8765 gewezen;
1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H1665 , op de Gitthith H3068 . [08:2] O HEERE H113 , onze Heere H117 ! hoe heerlijk H8034 is Uw Naam H776 op de ganse aarde H1935 ! Gij, die Uw majesteit H5414 H8798 gesteld hebt H8064 boven de hemelen.
3 H8064 [08:4] Als ik Uw hemel H7200 H8799 aanzie H4639 , het werk H676 Uwer vingeren H3394 , de maan H3556 en de sterren H3559 H8790 , die Gij bereid hebt;
47 G1063 Want G3779 alzo G2254 heeft ons G2962 de Heere G1781 G5769 geboden G4571 , [zeggende]: Ik heb u G5087 G5758 gesteld G1519 tot G5457 een licht G1484 der heidenen G4571 , opdat gij G1511 G5750 zoudt zijn G1519 tot G4991 zaligheid G2193 , tot aan G2078 het uiterste G1093 der aarde.