Job 26 Cross References - DSV_Strongs

  1 H347 Maar Job H6030 H8799 antwoordde H559 H8799 en zeide:
  2 H4100 Hoe H5826 H8804 hebt gij geholpen H3808 dien, die zonder H3581 kracht H3467 H8689 is, [en] behouden H2220 den arm H3808 , [die] zonder H5797 sterkte is?
  3 H4100 Hoe H3289 H8804 hebt gij hem geraden H3808 , die geen H2451 wijsheid H8454 heeft, en de zaak H7230 , alzo zij is, ten volle H3045 H8689 bekend gemaakt?
  4 H4310 Aan wien H4405 hebt gij [die] woorden H5046 H8689 verhaald H4310 ? En wiens H5397 geest H4480 is van H3318 H8804 u uitgegaan?
  5 H7496 De doden H2342 H8787 zullen geboren worden H4480 van H8478 onder H4325 de wateren H7931 H8802 , en hun inwoners.
  6 H7585 De hel H6174 is naakt H5048 voor H369 H0 Hem, en geen H3682 deksel H369 is H11 er voor het verderf.
  7 H5186 H0 Hij breidt H6828 het noorden H5186 H8802 uit H5921 over H8414 het woeste H8518 H8802 ; Hij hangt H776 de aarde H5921 aan H1099 een niet.
  8 H6887 H8802 Hij bindt H4325 de wateren H5645 in Zijn wolken H1234 H8738 ; nochtans scheurt H6051 de wolk H8478 daaronder H3808 niet.
  9 H270 H0 Hij houdt H6440 het vlakke H3678 [Zijns] troons H270 H8764 vast H6576 H8768 ; Hij spreidt H6051 Zijn wolk H5921 daarover.
  10 H2706 Hij heeft een gezet perk H5921 over H6440 het vlakke H4325 der wateren H2328 H8804 rondom afgetekend H5704 , tot aan H8503 de voleinding H216 toe des lichts H5973 met H2822 de duisternis.
  11 H5982 De pilaren H8064 des hemels H7322 H8787 sidderen H8539 H8799 , en ontzetten zich H4480 voor H1606 Zijn schelden.
  12 H3581 Door Zijn kracht H7280 H8804 klieft Hij H3220 de zee H8394 H8675 H8394 , en door Zijn verstand H4272 H8804 verslaat Hij H7293 [haar] verheffing.
  13 H7307 Door Zijn Geest H8064 heeft Hij de hemelen H8235 H8765 versierd H3027 ; Zijn hand H1281 heeft de langwemelende H5175 slang H2342 H8790 geschapen.
  14 H2005 Ziet H428 , dit H7098 zijn [maar] uiterste einden H1870 Zijner wegen H4100 ; en wat H8102 een klein stukje H1697 der zaak H8085 H8738 hebben wij van Hem gehoord H4310 ? Wie H7482 zou dan den donder H1369 Zijner mogendheden H995 H8709 verstaan?

1 Kings 18:27

  27 H1961 H8799 En het geschiedde H6672 op den middag H452 , dat Elia H2048 H8762 met hen spotte H559 H8799 , en zeide H7121 H8798 : Roept H1419 met luider H6963 stem H3588 , want H1931 hij H430 is een god H3588 ; omdat H7879 hij in gepeins H3588 is, of omdat H7873 hij wat te doen H3588 heeft, of omdat H1870 hij een reize H194 heeft; misschien H3463 slaapt H1931 hij H3364 H8799 en zal wakker worden.

Job 4:3-4

  3 H2009 Zie H7227 , gij hebt velen H3256 H8765 onderwezen H7504 , en gij hebt slappe H3027 handen H2388 H8762 gesterkt;
  4 H4405 Uw woorden H3782 H8802 hebben den struikelende H6965 H8686 opgericht H3766 H8802 , en de krommende H1290 knieen H553 H8762 hebt gij vastgesteld;

Job 6:12

  12 H518   H3581 Is mijn kracht H68 stenen H3581 kracht H518 ? H1320 Is mijn vlees H5153 staal?

Job 6:25

  25 H4100 O, hoe H4834 H8738 krachtig zijn H3476 de rechte H561 redenen H4100 ! Maar wat H3198 H8687 bestraft H3198 H8686 het bestraffen H4480 , [dat] van ulieden is?

Job 12:2

  2 H551 Trouwens H3588 , omdat H859 gijlieden H5971 het volk H2451 zijt, zo zal de wijsheid H5973 met H4191 H8799 ulieden sterven!

Job 16:4-5

  4 H595 Zou ik H1571 ook H1696 H8762 , als gijlieden, spreken H3863 , indien H5315 uw ziel H3426 ware H5315 in mijner ziele H8478 plaats H4405 ? Zou ik woorden H5921 tegen H2266 H8686 u samenhopen H5921 , en zou ik over H1119 u met H7218 mijn hoofd H5128 H8686 schudden?
  5 H553 H8762 Ik zou u versterken H1119 met H6310 mijn mond H5205 , en de beweging H8193 mijner lippen H2820 H8799 zou zich inhouden.

Psalms 71:9

  9 H7993 H8686 Verwerp H6256 mij niet in den tijd H2209 des ouderdoms H5800 H8799 ; verlaat H3581 mij niet, terwijl mijn kracht H3615 H8800 vergaat.

Isaiah 35:3-4

  3 H2388 H8761 Versterkt H7504 de slappe H3027 handen H553 H0 , en stelt H3782 H8802 de struikelende H1290 knieen H553 H8761 vast.
  4 H559 H8798 Zegt H4116 H8737 den onbedachtzamen H3820 van harte H2388 H8798 : Weest sterk H3372 H8799 , en vreest H430 niet; ziet, ulieder God H5359 zal [ter] wrake H935 H8799 komen H1576 [met] de vergelding H430 Gods H935 H8799 . Hij zal komen H3467 H8686 en ulieden verlossen.

Isaiah 40:14

  14 H3289 H8738 Met wien heeft Hij raad gehouden H995 H8799 , die Hem verstand zou geven H3925 H8762 , en Hem zou leren H734 van het pad H4941 des rechts H1847 , en Hem wetenschap H3925 H8762 zou leren H3045 H8686 , en Hem zou bekend maken H1870 den weg H8394 des veelvoudigen verstands?

Isaiah 41:5-7

  5 H339 De eilanden H7200 H8804 zagen H3372 H8799 het, en zij vreesden H7098 ; de einden H776 der aarde H2729 H8799 beefden H7126 H8804 ; zij naderden H857 H8799 en kwamen toe;
  6 H376 De een H5826 H8799 hielp H7453 den ander H559 H8799 , en zeide H251 tot zijn metgezel H2388 H8798 : Wees sterk!
  7 H2796 En de werkmeester H2388 H8762 versterkte H6884 H8802 den goudsmid H6360 ; die met den hamer H2505 H8688 glad maakt H6471 , dien, die op het aambeeld H1986 H8802 slaat H559 H8802 , zeggende H1694 van het soldeersel H2896 : Het is goed H2388 H8762 ; daarna maakt hij het vast H4548 met nagelen H4131 H8735 , dat het niet wankele.

Job 6:13

  13 H518   H369 H0 Is H5833 dan mijn hulp H369 niet H8454 in mij, en is de wijsheid H4480 uit H5080 H8738 mij verdreven?

Job 12:3

  3 H1571 Ik heb ook H3824 een hart H3644 even als H595 gijlieden, ik H5307 H8802 zwicht H3808 niet H4480 voor H4310 u; en bij wien H369 zijn niet H3644 H428 dergelijke dingen?

Job 13:5

  5 H4310 H5414 H8799 Och, of H2790 H8687 gij gans H2790 H8686 stilzweegt H2451 ! Dat zou ulieden voor wijsheid H1961 H8799 wezen.

Job 15:8-10

  8 H5475 Hebt gij den verborgen raad H433 Gods H8085 H8799 gehoord H2451 , en hebt gij de wijsheid H413 naar H1639 H8799 u getrokken?
  9 H4100 Wat H3045 H8804 weet gij H3808 , dat wij niet H3045 H8799 weten H995 H8799 ? [Wat] verstaat gij H1931 , dat H5978 bij H3808 ons niet is?
  10 H1571 Onder ons is ook H7867 H8802 een grijze H1571 , ja H3453 , een stokoude H3524 , meerder H3117 van dagen H4480 dan H1 uw vader.

Job 17:10

  10 H199 Maar H3605 toch gij allen H7725 H8799 , keert weder H935 H8798 , en komt H4994 nu H4672 H8799 ; want ik vind H3808 onder u geen H2450 wijze.

Job 32:11-13

  11 H2005 Ziet H3176 H8689 , ik heb gewacht H1697 op ulieder woorden H238 H8686 ; ik heb het oor gewend H5704 tot H8394 ulieder aanmerkingen H5704 , totdat H4405 gij redenen H2713 H8799 uitgezocht hadt.
  12 H5704 Als ik nu acht op H995 H8709 u gegeven heb H2009 , ziet H369 , er is niemand H347 , die Job H3198 H8688 overreedde H4480 , die uit H561 ulieden zijn redenen H6030 H8802 beantwoordde;
  13 H6435 Opdat gij niet H559 H8799 zegt H2451 : Wij hebben de wijsheid H4672 H8804 gevonden H410 ; God H5086 H8799 heeft hem nedergestoten H3808 , geen H376 mens.

Job 33:3

  3 H561 Mijn redenen H3476 zullen de oprechtigheid H3820 mijns harten H1847 , en de wetenschap H8193 mijner lippen H1305 H8803 , wat zuiver H4448 H8765 is, uitspreken.

Job 33:33

  33 H518 Zo H369 niet H8085 H8798 , hoor H589 naar mij H2790 H8685 ; zwijg H2451 , en ik zal u wijsheid H502 H8762 leren.

Job 38:2

  2 H3410 Wie H2088 is hij H6098 , die den raad H2821 H8688 verduistert H4405 met woorden H1097 zonder H1847 wetenschap?

Psalms 49:1-4

  1 H4210 Een psalm H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H1121 , onder de kinderen H7141 van Korach H8085 H8798 . [049:2] Hoort H5971 dit, alle gij volken H238 H8685 ! neemt ter ore H3427 H8802 , alle inwoners H2465 der wereld,
  2 H1121 H120 [049:3] Zowel slechten H1121 H376 als aanzienlijken H3162 , te zamen H6223 rijk H34 en arm!
  3 H6310 [049:4] Mijn mond H2454 zal enkel wijsheid H1696 H8762 spreken H1900 , en de overdenking H3820 mijns harten H8394 zal vol verstand zijn.
  4 H241 [049:5] Ik zal mijn oor H5186 H8686 neigen H4912 tot een spreuk H2420 ; ik zal mijn verborgene rede H6605 H8799 openen H3658 op de harp.

Psalms 71:15-18

  15 H6310 Mijn mond H6666 zal Uw gerechtigheid H5608 H8762 vertellen H3117 , den gansen dag H8668 Uw heil H5615 ; hoewel ik de getallen H3045 H8804 niet weet.
  16 H935 H8799 Ik zal heengaan H1369 in de mogendheden H136 des Heeren H3069 HEEREN H6666 ; ik zal Uw gerechtigheid H2142 H8686 vermelden, de Uwe alleen.
  17 H430 O God H3925 H8765 ! Gij hebt mij geleerd H5271 van mijn jeugd H5046 H8686 aan, en tot nog toe verkondig ik H6381 H8737 Uw wonderen.
  18 H5704 Daarom ook, terwijl H2209 de ouderdom H7872 en grijsheid H5800 H8799 daar is, verlaat H430 mij niet, o God H1755 , totdat ik [dezen] geslachte H5046 H8686 verkondige H2220 Uw arm H935 H8799 , allen nakomelingen H1369 Uw macht.

Proverbs 8:6-9

  6 H8085 H8798 Hoort H5057 , want ik zal vorstelijke dingen H1696 H8762 spreken H4669 , en de opening H8193 Mijner lippen H4339 zal enkel billijkheid zijn.
  7 H2441 Want Mijn gehemelte H571 zal de waarheid H1897 H8799 bedachtelijk uitspreken H7562 , en de goddeloosheid H8193 is Mijn lippen H8441 een gruwel.
  8 H561 Al de redenen H6310 Mijns monds H6664 zijn in gerechtigheid H6617 H8737 ; er is niets verdraaids H6141 , noch verkeerds in.
  9 H5228 Zij zijn alle recht H995 H8688 voor dengene, die verstandig is H3477 , en rechtmatig H1847 voor degenen, die wetenschap H4672 H8802 vinden.

Acts 20:20

  20 G5613 Hoe G3762 ik niets G5288 G5668 achtergehouden heb G4851 G5723 van hetgeen nuttig was G5213 , dat ik u G3361 niet G312 G5658 zou verkondigd G2532 en G5209 u G1321 G5658 geleerd hebben G1219 , in het openbaar G2532 en G2596 bij G3624 de huizen;

Acts 20:27

  27 G1063 Want G3756 ik heb niet G5288 G5668 achtergehouden G5213 , dat ik u G3361 niet G312 G5658 zou verkondigd hebben G3956 al G1012 den raad G2316 Gods.

1 Kings 22:23-24

  23 H6258 Nu dan H2009 , zie H3068 , de HEERE H8267 H7307 heeft een leugengeest H6310 in den mond H3605 van al H428 deze H5030 uw profeten H5414 H8804 gegeven H3068 ; en de HEERE H7451 heeft kwaad H5921 over H1696 H8765 u gesproken.
  24 H5066 H0 Toen trad H6667 Zedekia H1121 , de zoon H3668 van Kenaana H5066 H8799 , toe H5221 H8686 , en sloeg H4321 Micha H5921 op H3895 het kinnebakken H559 H8799 ; en hij zeide H335 H2088 : Door wat H7307 [weg] is de geest H3068 des HEEREN H4480 van H854 mij H5674 H8804 doorgegaan H854 , om u H1696 H8763 aan te spreken?

Job 20:3

  3 H8085 H8799 Ik heb aangehoord H4148 een bestraffing H3639 , die mij schande aandoet H7307 ; maar de geest H4480 zal uit H998 mijn verstand H6030 H8799 voor mij antwoorden.

Job 32:18

  18 H3588 Want H4390 H0 ik ben H4405 der woorden H4390 H8804 vol H7307 ; de geest H990 mijns buiks H6693 H8689 benauwt mij.

Ecclesiastes 12:7

  7 H6083 En dat het stof H7725 H0 wederom H776 tot aarde H7725 H8799 keert H7307 , als het geweest is; en de geest H7725 H0 weder H430 tot God H7725 H8799 keert H5414 H8804 , Die hem gegeven heeft.

1 Corinthians 12:3

  3 G1352 Daarom G1107 G maak ik G5213 u G1107 G5719 bekend G3754 , dat G3762 niemand G1722 , die door G4151 den Geest G2316 Gods G2980 G5723 spreekt G2424 , Jezus G331 een vervloeking G3004 G5719 noemt G2532 ; en G3762 niemand G1410 G5736 kan G2036 G5629 zeggen G2424 , Jezus G2962 den Heere G1508 [te] [zijn], dan G1722 door G40 den Heiligen G4151 Geest.

1 John 4:1-3

  1 G27 Geliefden G4100 G5720 , gelooft G3361 niet G3956 een iegelijken G4151 geest G235 , maar G1381 G5720 beproeft G4151 de geesten G1487 , of G1537 zij uit G2316 God G2076 G5748 zijn G3754 ; want G4183 vele G5578 valse profeten G1831 G5758 zijn uitgegaan G1519 in G2889 de wereld.
  2 G1722 G5129 Hieraan G1097 G5719 G5720 kent gij G4151 den Geest G2316 van God G3956 : alle G4151 geest G3670 G5719 , die belijdt G2424 , dat Jezus G5547 Christus G1722 in G4561 het vlees G2064 G5756 gekomen is G2076 G5748 , die is G1537 uit G2316 God;
  3 G2532 En G3956 alle G4151 geest G3739 , die G3361 niet G3670 G5719 belijdt G2424 , dat Jezus G5547 Christus G1722 in G4561 het vlees G2064 G5756 gekomen is G2076 G5748 , die is G1537 uit G2316 God G3756 niet G2532 ; maar G5124 dit G2076 G5748 is G500 [de] [geest] van den antichrist G3739 , welken G191 G5754 [geest] gij gehoord hebt G3754 , dat G2064 G5736 komen zal G2532 , en G2076 G5748 is G3568 nu G2235 alrede G1722 in G2889 de wereld.

Revelation 16:13-14

  13 G2532 En G1492 G5627 ik zag G1537 uit G4750 den mond G1404 des draaks G2532 , en G1537 uit G4750 den mond G2342 van het beest G2532 , en G1537 uit G4750 den mond G5578 des valsen profeets G5140 , drie G169 onreine G4151 geesten G944 [gaan], den vorsen G3664 gelijk;
  14 G1063 Want G1526 G5748 het zijn G4151 geesten G1142 der duivelen G4160 G5723 , en zij doen G4592 tekenen G1607 G5738 G5625 G1607 G5736 , welke uitgaan G1909 tot G935 de koningen G1093 der aarde G2532 en G3650 der gehele G3625 wereld G846 , om die G4863 G5629 te vergaderen G1519 tot G4171 den krijg G1565 van dien G3173 groten G2250 dag G3841 des almachtigen G2316 Gods.

Genesis 6:4

  4 H1992 In die H3117 dagen H1961 H8804 waren H5303 er reuzen H776 op de aarde H1571 , en ook H3651 H310 daarna H834 , als H430 Gods H1121 zonen H413 tot H1323 de dochteren H120 der mensen H935 H8799 ingegaan waren H1992 , en zich H3205 H8804 [kinderen] gewonnen hadden H1992 ; deze H1368 zijn de geweldigen H834 , die H4480 van H5769 ouds H582 geweest zijn, mannen H8034 van name.

Job 41:1-34

  1 H3882 [040:20] Zult gij den Leviathan H2443 met den angel H4900 H8799 trekken H3956 , of zijn tong H2256 met een koord H8257 H8686 , [dat] gij laat nederzinken?
  2 H100 [040:21] Zult gij hem een bieze H639 in den neus H7760 H8799 leggen H2336 , of met een doorn H3895 zijn kaak H5344 H8799 doorboren?
  3 H413 [040:22] Zal hij aan H8469 u veel smekingen H7235 H8686 maken H518 ? H7390 Zal hij zachtjes H413 tot H1696 H8762 u spreken?
  4 H1285 [040:23] Zal hij een verbond H5973 met H3772 H8799 u maken H3947 H8799 ? Zult gij hem aannemen H5769 tot een eeuwigen H5650 slaaf?
  5 H7832 H8762 [040:24] Zult gij met hem spelen H6833 gelijk [met] een vogeltje H7194 H8799 , of zult gij hem binden H5291 voor uw jonge dochters?
  6 H2271 [040:25] Zullen de metgezellen H5921 over H3739 H8799 hem een maaltijd bereiden H2673 H8799 ? Zullen zij hem delen H996 onder H3669 de kooplieden?
  7 H5785 [040:26] Zult gij zijn huis H7905 met haken H4390 H8762 vullen H1709 H6767 , of met een visserskrauwel H7218 zijn hoofd?
  8 H7760 H8798 [040:27] Leg H3709 uw hand H5921 op H2142 H8798 hem, gedenk H4421 des strijds H3254 H0 , doe H408 het niet H3254 H8686 meer.
  9 H2005 [040:28] Zie H8431 , zijn hoop H3576 H8738 zal feilen H1571 ; zal hij ook H413 voor H4758 zijn gezicht H2904 H8714 nedergeslagen worden?
  10 H3808 [041:1] Niemand H393 is [zo] koen H3588 , dat H5782 H8799 H8675 H5782 H8686 hij hem opwekken zou H4310 ; wie H1931 is dan hij H6440 , die zich voor Mijn aangezicht H3320 H8691 stellen zou?
  11 H4310 [041:2] Wie H6923 H8689 heeft Mij voorgekomen H7999 H8762 , dat Ik [hem] zou vergelden H8478 ? Wat onder H3605 den gansen H8064 hemel H1931 is, is het Mijne.
  12 H907 [041:3] Ik zal zijn leden H3808 niet H2790 H8686 verzwijgen H1697 , noch het verhaal H1369 [zijner] sterkte H2433 , noch de bevalligheid H6187 zijner gestaltenis.
  13 H4310 [041:4] Wie H6440 zou het opperste H3830 zijns kleeds H1540 H8765 ontdekken H4310 ? Wie H3718 zou met zijn dubbelen H7448 breidel H935 H8799 [hem] aankomen?
  14 H4310 [041:5] Wie H1817 zou de deuren H6440 zijns aangezichts H6605 H8765 opendoen H5439 ? Rondom H8127 zijn tanden H367 is verschrikking.
  15 H1346 [041:6] Zeer uitnemend H650 zijn zijn sterke H4043 schilden H5462 H8803 , elkeen gesloten H6862 [als] met een nauwdrukkend H2368 zegel.
  16 H259 [041:7] Het een H5066 H8799 is [zo] na H259 aan het andere H7307 , dat de wind H3808 daar niet H996 kan tussen H935 H8799 komen.
  17 H1692 H8792 [041:8] Zij kleven H376 H251 aan elkander H3920 H8691 , zij vatten zich samen H3808 , dat zij zich niet H6504 H8691 scheiden.
  18 H5846 [041:9] Elk een zijner niezingen H216 doet een licht H1984 H8686 schijnen H5869 ; en zijn ogen H6079 zijn als de oogleden H7837 des dageraads.
  19 H4480 [041:10] Uit H6310 zijn mond H1980 H8799 gaan H3940 fakkelen H784 , vurige H3590 vonken H4422 H8691 raken er uit.
  20 H4480 [041:11] Uit H5156 zijn neusgaten H3318 H0 komt H6227 rook H3318 H8799 voort H5301 H8803 , als [uit] een ziedenden H1731 pot H100 en ruimen ketel.
  21 H5315 [041:12] Zijn adem H1513 zou kolen H3857 H8762 doen vlammen H3851 , en een vlam H3318 H0 komt H4480 uit H6310 zijn mond H3318 H8799 voort.
  22 H6677 [041:13] In zijn hals H3885 H8799 herbergt H5797 de sterkte H6440 ; voor H1750 H0 hem springt H1670 zelfs de droefheid H1750 H8799 van vreugde op.
  23 H4651 [041:14] De stukken H1320 van zijn vlees H1692 H8804 kleven samen H3332 H8803 ; elkeen is vast H5921 in H1077 hem, het wordt niet H4131 H8735 bewogen.
  24 H3820 [041:15] Zijn hart H3332 H8803 is vast H3644 gelijk H68 een steen H3332 H8803 ; ja, vast H6400 gelijk een deel H8482 van den ondersten [molensteen].
  25 H4480 [041:16] Van H7613 zijn verheffen H1481 H8799 schromen H352 de sterken H4480 ; om H7667 [zijner] doorbrekingen H2398 H8691 wille ontzondigen zij zich.
  26 H5381 H8688 [041:17] Raakt H2719 hem iemand met het zwaard H1097 , dat zal niet H6965 H8799 bestaan H2595 , spies H4551 , schicht H8302 noch pantsier.
  27 H2803 H8799 [041:18] Hij acht H1270 het ijzer H8401 voor stro H5154 , en het staal H7539 voor verrot H6086 hout.
  28 H1121 H7198 [041:19] De pijl H3808 zal hem niet H1272 H8686 doen vlieden H68 H7050 , de slingerstenen H7179 worden hem in stoppelen H2015 H8738 veranderd.
  29 H8455 [041:20] De werpstenen H2803 H8738 worden [van] [hem] geacht H7179 als stoppelen H7832 H8799 , en hij belacht H7494 de drilling H3591 der lans.
  30 H8478 [041:21] Onder H2303 hem zijn scherpe H2789 scherven H7502 H8799 ; hij spreidt zich H2742 op het puntachtige H5921 , [als] op H2916 slijk.
  31 H4688 [041:22] Hij doet de diepte H7570 H8686 zieden H5518 gelijk een pot H7760 H8799 ; hij stelt H3220 de zee H4841 als een apothekerskokerij.
  32 H310 [041:23] Achter H215 H8686 zich verlicht H5410 hij het pad H8415 ; men zou den afgrond H7872 voor grijzigheid H2803 H8799 houden.
  33 H5921 [041:24] Op H6083 de aarde H369 is niets H4915 met hem te vergelijken H6213 H8803 , die gemaakt is H1097 om zonder H2844 schrik te wezen.
  34 H7200 H8799 [041:25] Hij aanziet H3605 alles H1364 , wat hoog H1931 is, hij H4428 is een koning H5921 over H3605 alle H1121 jonge H7830 hoogmoedige dieren.

Psalms 88:10

  10 H6382 [088:11] Zult Gij wonder H6213 H8799 doen H4191 H8801 aan de doden H7496 ? Of zullen de overledenen H6965 H8799 opstaan H3034 H8686 , zullen zij U loven H5542 ? Sela.

Psalms 104:25-26

  25 H3220 Deze zee H1419 , die groot H7342 en wijd H3027 van ruimte H7431 is, daarin is het wriemelende gedierte H4557 , en dat zonder getal H6996 , kleine H2416 gedierten H1419 met grote.
  26 H1980 H8762 Daar wandelen H591 de schepen H3882 , [en] de Leviathan H3335 H8804 , dien Gij geformeerd hebt H7832 H8763 , [om] daarin te spelen.

Ezekiel 29:3-5

  3 H1696 H8761 Spreek H559 H8804 en zeg H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6547 : Zie, Ik [wil] aan u, o Farao H4428 , koning H4714 van Egypte H1419 ! dien groten H8577 zeedraak H8432 , die in het midden H2975 zijner rivieren H7257 H8802 ligt H559 H8804 ; die daar zegt H2975 : Mijn rivier H6213 H8804 is de mijne, en ik heb [die] voor mij gemaakt.
  4 H2397 H8676 H2397 Maar Ik zal haken H3895 in uw kaken H5414 H8804 doen H1710 , en den vis H2975 uwer rivieren H7193 aan uw schubben H1692 H8689 doen kleven H8432 ; en Ik zal u uit het midden H2975 uwer rivieren H5927 H8689 optrekken H1710 , en al de vis H2975 uwer rivieren H7193 zal aan uw schubben H1692 H8799 kleven.
  5 H5203 H8804 En Ik zal u verlaten H4057 in de woestijn H1710 , u en al den vis H2975 uwer rivieren H6440 ; op het open H7704 veld H5307 H8799 zult gij vallen H622 H8735 ; gij zult niet verzameld H6908 H8735 noch vergaderd worden H2416 ; aan het gedierte H776 der aarde H5775 en aan het gevogelte H8064 des hemels H402 heb Ik u ter spijze H5414 H8804 gegeven.

Job 11:8

  8 H1363 [Zij] [is] [als] de hoogten H8064 der hemelen H4100 , wat H6466 H8799 kunt gij doen H6013 ? Dieper H7585 dan de hel H4100 , wat H3045 H8799 kunt gij weten?

Job 28:22

  22 H11 Het verderf H4194 en de dood H559 H8804 zeggen H8088 : Haar gerucht H241 hebben wij met onze oren H8085 H8804 gehoord.

Job 41:11

  11 H4310 [041:2] Wie H6923 H8689 heeft Mij voorgekomen H7999 H8762 , dat Ik [hem] zou vergelden H8478 ? Wat onder H3605 den gansen H8064 hemel H1931 is, is het Mijne.

Psalms 139:8

  8 H5266 H8799 Zo ik opvoer H8064 ten hemel H3331 H8686 , Gij zijt daar; of bedde ik H7585 mij in de hel, zie, Gij zijt [daar].

Psalms 139:11

  11 H559 H8799 Indien ik zeide H2822 : De duisternis H7779 H8799 zal mij immers bedekken H3915 ; dan is de nacht H216 een licht H1157 om mij.

Proverbs 15:11

  11 H7585 De hel H11 en het verderf H3068 zijn voor den HEERE H3826 ; hoeveel te meer de harten H120 van des mensen H1121 kinderen?

Isaiah 14:9

  9 H7585 De hel H7264 H8804 van onderen was beroerd H7125 H8800 om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan H935 H8800 , als gij kwaamt H5782 H0 ; zij wekt H7496 om uwentwil de doden H5782 H8790 op H6260 , al de bokken H776 der aarde H4428 ; zij doet al de koningen H1471 der heidenen H3678 van hun tronen H6965 H8689 opstaan.

Amos 9:2

  2 H518 Al H2864 H8799 groeven zij H7585 [tot] in de hel H3027 , zo zal Mijn hand H4480 ze van H8033 daar H3947 H8799 halen H518 , en al H5927 H8799 klommen zij H8064 in den hemel H4480 , zo zal Ik ze van H8033 daar H3381 H8686 doen nederdalen.

Hebrews 4:13

  13 G2532 En G2076 G5748 er is G3756 geen G2937 schepsel G852 onzichtbaar G1799 voor G846 Hem G1161 ; maar G3956 alle dingen G1131 zijn naakt G2532 en G5136 G5772 geopend G3788 voor de ogen G846 Desgenen G4314 , met G3739 Welken G2254 wij G3056 te doen hebben.

Genesis 1:1-2

  1 H7225 In den beginne H1254 H8804 schiep H430 God H853 den H8064 hemel H853 en de H776 aarde.
  2 H776 De aarde H1961 H8804 nu was H8414 woest H922 en ledig H2822 , en duisternis H5921 H6440 [was] op H8415 den afgrond H7307 ; en de Geest H430 Gods H7363 H8764 zweefde H5921 H6440 op H4325 de wateren.

Job 9:8

  8 H909 Die alleen H8064 de hemelen H5186 H8802 uitbreidt H1869 H8802 , en treedt H5921 op H1116 de hoogten H3220 der zee;

Psalms 24:2

  2 H3245 H8804 Want Hij heeft ze gegrond H3220 op de zeeen H3559 H8787 , en heeft ze gevestigd H5104 op de rivieren.

Psalms 104:2-5

  2 H5844 H8802 Hij bedekt Zich H216 met het licht H8008 , als met een kleed H5186 H8802 ; Hij rekt H8064 den hemel H3407 uit als een gordijn.
  3 H5944 Die Zijn opperzalen H7136 H8764 zoldert H4325 in de wateren H5645 , Die van de wolken H7398 Zijn wagen H7760 H8802 maakt H3671 , Die op de vleugelen H7307 des winds H1980 H8764 wandelt.
  4 H6213 H8802 Hij maakt H4397 Zijn engelen H7307 geesten H8334 H8764 , Zijn dienaars H3857 H8802 tot een vlammend H784 vuur.
  5 H776 Hij heeft de aarde H3245 H8804 gegrond H4349 op haar grondvesten H5769 ; zij zal nimmermeer H5703 noch eeuwiglijk H4131 H8735 wankelen.

Proverbs 8:23-27

  23 H5769 Ik ben van eeuwigheid H5258 H8738 af gezalfd geweest H7218 ; van den aanvang H6924 , van de oudheden H776 der aarde aan.
  24 H2342 H8797 Ik was geboren H8415 , als de afgronden H4599 nog niet waren, als nog geen fonteinen H3513 H8737 waren, zwaar H4325 van water;
  25 H2022 Aleer de bergen H2883 H8717 ingevest waren H6440 , voor H1389 de heuvelen H2342 H8797 was Ik geboren.
  26 H776 Hij had de aarde H6213 H8804 nog niet gemaakt H2351 , noch de velden H7218 , noch de aanvang H6083 van de stofjes H8398 der wereld.
  27 H8064 Toen Hij de hemelen H3559 H8687 bereidde H2329 , was Ik daar; toen Hij een cirkel H6440 over het vlakke H8415 des afgronds H2710 H8800 beschreef;

Isaiah 40:22

  22 H3427 H8802 Hij is het, Die daar zit H2329 boven den kloot H776 der aarde H3427 H8802 , en derzelver inwoners H2284 zijn als sprinkhanen H8064 ; Hij is het, Die de hemelen H5186 H8802 uitspant H1852 als een dunnen doek H4969 H8799 , en breidt ze uit H168 als een tent H3427 H8800 , om te bewonen;

Isaiah 40:26

  26 H5375 H8798 Heft H5869 uw ogen H4791 op omhoog H7200 H8798 , en ziet H1254 H8804 , Wie deze dingen geschapen heeft H4557 ; Die in getal H6635 hun heir H3318 H8688 voortbrengt H8034 ; Die ze alle bij name H7121 H8799 roept H7230 , vanwege de grootheid H202 [Zijner] krachten H533 , en [omdat] Hij sterk H3581 van vermogen H376 is; er wordt er niet een H5737 H8738 gemist.

Isaiah 42:5

  5 H559 H8804 Alzo zegt H410 God H3068 , de HEERE H8064 , Die de hemelen H1254 H8802 geschapen H5186 H8802 , en dezelve uitgebreid heeft H776 , Die de aarde H7554 H8802 uitgespannen heeft H6631 , en wat daaruit voortkomt H5971 ; Die den volke H5397 , [dat] daarop is, den adem H5414 H8802 geeft H7307 , en den geest H1980 H8802 dengenen, die daarop wandelen:

Genesis 1:6-7

  6 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H7549 een uitspansel H8432 in het midden H4325 der wateren H1961 H8799 ; en dat make H914 H8688 scheiding H996 tussen H4325 wateren H4325 en wateren!
  7 H430 En God H6213 H8799 maakte H7549 dat uitspansel H914 H8686 , en maakte scheiding H996 tussen H4325 de wateren H834 , die H8478 onder H7549 het uitspansel H996 [zijn], en tussen H4325 de wateren H834 , die H5921 boven H7549 het uitspansel H1961 H8799 [zijn]. En het was H3651 alzo.

Job 36:29

  29 H518   H637 Kan men ook H995 H8799 verstaan H4666 de uitbreidingen H5645 der wolken H8663 , [en] de krakingen H5521 Zijner hutte?

Job 37:11-16

  11 H637 Ook H2959 H8686 vermoeit Hij H5645 de dikke wolken H7377 [door] klaarheid H6327 H8686 ; Hij verstrooit H6051 de wolk H216 Zijns lichts.
  12 H1931 Die H2015 H8693 keert zich H8458 dan naar Zijn wijzen raad H4524 [door] ommegangen H6467 , dat zij doen H3605 al H834 wat H6680 H8762 Hij ze gebiedt H5921 , op H6440 het vlakke H8398 der wereld H776 , op de aarde.
  13 H518 Hetzij H7626 dat Hij die tot een roede H518 , of H776 tot Zijn land H518 , of H2617 tot weldadigheid H4672 H8686 beschikt.
  14 H238 H0 Neem H2063 dit H347 , o Job H238 H8685 , ter ore H5975 H8798 ; sta H995 H8708 , en aanmerk H6381 H8737 de wonderen H410 Gods.
  15 H3045 H8799 Weet gij H433 , wanneer God H5921 over H7760 H8800 dezelve orde stelt H216 , en het licht H6051 Zijner wolk H3313 H8689 laat schijnen?
  16 H3045 H8799 Hebt gij wetenschap H5921 van H4657 de opwegingen H5645 der dikke wolken H4652 ; de wonderheden H8549 Desgenen, Die volmaakt H1843 is in wetenschappen?

Job 38:9

  9 H6051 Toen Ik de wolk H3830 [tot] haar kleding H7760 H8800 stelde H6205 , en de donkerheid H2854 [tot] haar windeldoek;

Job 38:37

  37 H4310 Wie H7834 kan de wolken H2451 met wijsheid H5608 H8762 tellen H4310 , en wie H5035 kan de flessen H8064 des hemels H7901 H8686 nederleggen?

Psalms 18:10-11

  10 H7392 H8799 [018:11] En Hij voer H3742 op een cherub H5774 H8799 , en vloog H1675 H8799 ; ja, Hij vloog snellijk H3671 op de vleugelen H7307 des winds.
  11 H2822 [018:12] Duisternis H7896 H8799 zette Hij H5643 tot Zijn verberging H5439 ; rondom H5521 Hem was Zijn tent H2824 , duisterheid H4325 der wateren H5645 , wolken H7834 des hemels.

Psalms 135:7

  7 H5387 Hij doet dampen H5927 H8688 opklimmen H7097 van het einde H776 der aarde H6213 H8804 ; Hij maakt H1300 de bliksemen H4306 met den regen H3318 H0 ; Hij brengt H7307 den wind H214 uit Zijn schatkameren H3318 H8688 voort.

Proverbs 30:4

  4 H8064 Wie is ten hemel H5927 H8804 opgeklommen H3381 H8799 , en nedergedaald H7307 ? Wie heeft den wind H2651 in Zijn vuisten H622 H8804 verzameld H4325 ? Wie heeft de wateren H8071 in een kleed H6887 H8804 gebonden H657 ? Wie heeft al de einden H776 der aarde H6965 H8689 gesteld H8034 ? Hoe is Zijn Naam H8034 , en hoe is de Naam H1121 Zijns Zoons H3045 H8799 , zo gij het weet?

Isaiah 5:6

  6 H1326 En Ik zal hem [tot] woestheid H7896 H8799 maken H2168 H8735 ; hij zal niet besnoeid H5737 H8735 , noch omgehakt worden H8068 , maar distelen H7898 en doornen H5927 H8804 zullen [daarin] opgaan H5645 ; en Ik zal den wolken H6680 H8762 gebieden H4306 , dat zij geen regen H4305 H8687 daarop regenen.

Jeremiah 10:13

  13 H6963 Als Hij Zijn stem H5414 H8800 geeft H1995 , zo is er een gedruis H4325 van wateren H8064 in den hemel H5387 , en Hij doet de dampen H5927 H8686 opklimmen H7097 van het einde H776 der aarde H6213 H8804 ; Hij maakt H1300 de bliksemen H4306 met den regen H7307 , en doet den wind H3318 H8686 voortkomen H214 uit Zijn schatkameren.

Exodus 20:21

  21 H5971 En het volk H5975 H8799 stond H7350 van verre H4872 ; maar Mozes H5066 H8738 naderde H6205 tot de donkerheid H430 , alwaar God was.

Exodus 33:20-23

  20 H559 H8799 Hij zeide H6440 verder: Gij zoudt Mijn aangezicht H3201 H8799 niet kunnen H7200 H8800 zien H120 ; want Mij zal geen mens H7200 H8799 zien H2425 H8804 , en leven.
  21 H3068 De HEERE H559 H8799 zeide H4725 verder: Zie, er is een plaats H6697 bij Mij; daar zult gij u op de steenrots H5324 H8738 stellen.
  22 H3519 En het zal geschieden, wanneer Mijn heerlijkheid H5674 H8800 voorbij zal gaan H5366 , zo zal Ik u in een kloof H6697 der steenrots H7760 H8804 zetten H3709 ; en Ik zal u met Mijn hand H5526 H8804 overdekken H5704 , totdat H5674 H8800 Ik zal voorbijgegaan zijn.
  23 H3709 En wanneer Ik Mijn hand H5493 H8689 zal weggenomen hebben H268 , zo zult gij Mijn achterste delen H7200 H8804 zien H6440 ; maar Mijn aangezicht H7200 H8735 zal niet gezien worden!

Exodus 34:3

  3 H376 En niemand H5927 H8799 zal met u opklimmen H408 ; dat er ook H376 niemand H7200 H8735 gezien worde H2022 op den gansen berg H6629 ; ook het kleine vee H1241 , noch runderen H4136 zullen tegenover H2022 dezen berg H7462 H8799 niet weiden.

1 Kings 8:12

  12 H227 Toen H559 H8804 zeide H8010 Salomo H3068 : De HEERE H559 H8804 heeft gezegd H6205 , dat Hij in donkerheid H7931 H8800 zou wonen.

Job 22:14

  14 H5645 De wolken H5643 zijn Hem een verberging H3808 , dat Hij niet H7200 H8799 ziet H1980 H8691 ; en Hij bewandelt H2329 den omgang H8064 der hemelen.

Psalms 97:2

  2 H5439 Rondom H6051 Hem zijn wolken H6205 en donkerheid H6664 , gerechtigheid H4941 en gericht H4349 zijn de vastigheid H3678 Zijns troons.

Habakkuk 3:3-5

  3 H433 God H935 H8799 kwam H4480 van H8487 Theman H6918 , en de Heilige H4480 van H2022 den berg H6290 Paran H5542 . Sela H1935 . Zijn heerlijkheid H3680 H8765 bedekte H8064 de hemelen H776 , en het aardrijk H4390 H8804 was vol H8416 van Zijn lof.
  4 H1961 H8799 En er was H5051 een glans H216 als des lichts H7161 , Hij had hoornen H4480 aan H3027 Zijn hand H8033 , en aldaar H5797 was Zijn sterkte H2253 verborgen.
  5 H6440 Voor Zijn aangezicht H3212 H8799 ging H1698 de pestilentie H7565 , en de vurige kool H3318 H0 ging H7272 voor Zijn voeten H3318 H8799 henen.

1 Timothy 6:16

  16 G3588 Die G3441 alleen G110 onsterfelijkheid G2192 G5723 heeft G676 , en een ontoegankelijk G5457 licht G3611 G5723 bewoont G3739 ; Denwelken G3762 geen G444 mens G1492 G5627 gezien heeft G3761 , noch G1492 G5629 zien G1410 G5736 kan G3739 ; Welken G5092 zij eer G2532 en G166 eeuwige G2904 kracht G281 . Amen.

Genesis 8:22

  22 H5750 Voortaan H3605 al H3117 de dagen H776 der aarde H2233 zullen zaaiing H7105 en oogst H7120 , en koude H2527 en hitte H7019 , en zomer H2779 en winter H3117 , en dag H3915 en nacht H3808 , niet H7673 H8799 ophouden.

Job 38:8-11

  8 H3220 Of [wie] heeft de zee H1817 met deuren H5526 H8686 toegesloten H1518 H8800 , toen zij uitbrak H4480 , [en] uit H7358 de baarmoeder H3318 H8799 voortkwam?
  9 H6051 Toen Ik de wolk H3830 [tot] haar kleding H7760 H8800 stelde H6205 , en de donkerheid H2854 [tot] haar windeldoek;
  10 H5921 Toen Ik voor H2706 haar [met] Mijn besluit H7665 H8799 [de] [aarde] doorbrak H7760 H8799 , en zette H1280 grendel H1817 en deuren;
  11 H559 H8799 En zeide H5704 : Tot H6311 hiertoe H935 H8799 zult gij komen H3808 , en niet H3254 H8686 verder H6311 , en hier H7896 H8799 zal hij zich stellen H1347 tegen den hoogmoed H1530 uwer golven.

Psalms 33:7

  7 H3664 H8802 Hij vergadert H4325 de wateren H3220 der zee H5067 als op een hoop H5414 H8802 ; Hij stelt H8415 den afgronden H214 schatkameren.

Psalms 104:6-9

  6 H8415 Gij hadt ze met den afgrond H3830 als een kleed H3680 H8765 overdekt H4325 ; de wateren H5975 H8799 stonden H2022 boven de bergen.
  7 H4480 Van H1606 Uw schelden H5127 H8799 vloden zij H2648 H8735 , zij haastten zich H6963 weg voor de stem H7482 Uws donders.
  8 H2022 De bergen H5927 H8799 rezen op H1237 , de dalen H3381 H8799 daalden H4725 , ter plaatse H2088 , die H3245 H8804 Gij voor hen gegrond hadt.
  9 H1366 Gij hebt een paal H7760 H8804 gesteld H5674 H8799 , dien zij niet overgaan zullen H776 ; zij zullen de aarde H7725 H8799 niet weder H3680 H8763 bedekken.

Proverbs 8:29

  29 H3220 Toen Hij der zee H2706 haar perk H7760 H8800 zette H4325 , opdat de wateren H6310 Zijn bevel H5674 H8799 niet zouden overtreden H4144 ; toen Hij de grondvesten H776 der aarde H2710 H8800 stelde;

Isaiah 54:9-10

  9 H4325 Want dat zal Mij zijn [als] de wateren H5146 van Noach H7650 H8738 , toen Ik zwoer H4325 , dat de wateren H5146 van Noach H776 niet meer over de aarde H5674 H8800 zouden gaan H7650 H8738 ; alzo heb Ik gezworen H7107 H8800 , dat Ik niet [meer] op u toornen H1605 H8800 , noch u schelden zal.
  10 H2022 Want bergen H4185 H8799 zullen wijken H1389 , en heuvelen H4131 H8799 wankelen H2617 ; maar Mijn goedertierenheid H4185 H8799 zal van u niet wijken H1285 , en het verbond H7965 Mijns vredes H4131 H8799 zal niet wankelen H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H7355 H8764 , uw Ontfermer.

Jeremiah 5:22

  22 H3372 H8799 Zult gijlieden Mij niet vrezen H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE H6440 ; zult gij voor Mijn aangezicht H2342 H8799 niet beven H3220 ? Die der zee H2344 het zand H1366 tot een paal H7760 H8804 gesteld heb H5769 , met een eeuwige H2706 inzetting H5674 H8799 , dat zij daarover niet zal gaan H1530 ; ofschoon haar golven H1607 H8691 zich bewegen H3201 H8799 , zo zullen zij toch niet vermogen H1993 H8804 , ofschoon zij bruisen H5674 H8799 , zo zullen zij toch daarover niet gaan.

1 Samuel 2:8

  8 H6965 H8688 Hij verheft H1800 den geringe H4480 uit H6083 het stof H34 , [en] den nooddruftige H7311 H8686 verhoogt Hij H4480 uit H830 den drek H3427 H8687 , om te doen zitten H5973 bij H5081 de vorsten H3678 , dat Hij hen den stoel H3519 der ere H5157 H8686 doe beerven H3588 ; want H4690 de grondvesten H776 des aardrijks H3068 zijn des HEEREN H8398 , en Hij heeft de wereld H5921 daarop H7896 H8799 gezet.

Job 15:15

  15 H2005 Zie H6918 , op Zijn heiligen H3808 zou Hij niet H539 H8686 vertrouwen H8064 , en de hemelen H2141 H0 zijn H3808 niet H2141 H8804 zuiver H5869 in Zijn ogen.

Psalms 18:7

  7 H1607 H8799 [018:8] Toen daverde H7493 H8799 en beefde H776 de aarde H4146 , en de gronden H2022 der bergen H7264 H8799 beroerden zich H1607 H8691 en daverden H2734 H8804 , omdat Hij ontstoken was.

Haggai 2:21

  21 H559 H8798 [02:22] Spreek H413 tot H2216 Zerubbabel H6346 , den vorst H3063 van Juda H559 H8800 , zeggende H589 : Ik H853 zal de H8064 hemelen H853 en de H776 aarde H7493 H8688 bewegen.

Hebrews 12:26-27

  26 G3739 Wiens G5456 stem G5119 toen G1093 de aarde G4531 G5656 bewoog G1161 ; maar G3568 nu G1861 G5766 heeft Hij verkondigd G3004 G5723 , zeggende G2089 : Nog G530 eenmaal G1473 zal Ik G4579 G5719 bewegen G3756 niet G3440 alleen G1093 de aarde G235 , maar G2532 ook G3772 den hemel.
  27 G1161 En G2089 dit [woord]: Nog G530 eenmaal G1213 G5719 , wijst aan G3331 de verandering G4531 G5746 der bewegelijke dingen G5613 , als G4160 G5772 welke gemaakt waren G2443 , opdat G3306 G5661 blijven zouden G3361 de dingen, die niet G4531 G5746 bewegelijk zijn.

2 Peter 3:10

  10 G1161 Maar G2250 de dag G2962 des Heeren G2240 G5692 zal komen G5613 als G2812 een dief G1722 in G3571 den nacht G1722 , in G3739 welken G3772 de hemelen G4500 met een gedruis G3928 G5695 zullen voorbijgaan G1161 , en G4747 de elementen G2741 G5746 branden zullen G3089 G5701 en vergaan G2532 , en G1093 de aarde G2532 en G2041 de werken G1722 , die daarin G2618 G5691 zijn, zullen verbranden.

Revelation 20:11

  11 G2532 En G1492 G5627 ik zag G3173 een groten G3022 witten G2362 troon G2532 , en G1909 G846 Dengene, Die daarop G2521 G5740 zat G575 , van G3739 Wiens G4383 aangezicht G1093 de aarde G2532 en G3772 de hemel G5343 G5627 wegvloden G2532 , en G3756 geen G5117 plaats G846 is voor die G2147 G5681 gevonden.

Exodus 14:21-31

  21 H4872 Toen Mozes H3027 zijn hand H5186 H8799 uitstrekte H3220 over de zee H3068 , zo deed de HEERE H3220 de zee H3212 H8686 weggaan H5794 , door een sterken H6921 H7307 oostenwind H3915 , dien gansen nacht H7760 H8799 , en maakte H3220 de zee H2724 droog H4325 , en de wateren H1234 H8735 werden gekliefd.
  22 H1121 En de kinderen H3478 Israels H935 H8799 zijn ingegaan H8432 in het midden H3220 van de zee H3004 , op het droge H4325 ; en de wateren H2346 waren hun een muur H3225 , aan hun rechter H8040 [hand] en aan hun linkerhand.
  23 H4714 En de Egyptenaars H7291 H8799 vervolgden H935 H8799 hen, en gingen in H310 , achter H5483 hen, al de paarden H6547 van Farao H7393 , zijn wagenen H6571 en zijn ruiteren H8432 , in het midden H3220 van de zee.
  24 H1242 H821 En het geschiedde in dezelfde morgenwake H3068 , dat de HEERE H5982 , in de kolom H784 des vuurs H6051 en der wolk H8259 H8686 , zag H4264 op het leger H4714 der Egyptenaren H2000 H8799 ; en Hij verschrikte H4264 het leger H4714 der Egyptenaren.
  25 H5493 H0 En Hij stiet H212 de raderen H4818 hunner wagenen H5493 H8686 weg H3517 , en deed ze zwaarlijk H5090 H8762 voortvaren H559 H8799 . Toen zeiden H4714 de Egyptenaars H5127 H8799 : Laat ons vlieden H6440 van het aangezicht H3478 van Israel H3068 , want de HEERE H3898 H8737 strijdt H4714 voor hen tegen de Egyptenaars.
  26 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H5186 H8798 : Strek H3027 uw hand H3220 uit over de zee H4325 , dat de wateren H7725 H8799 wederkeren H4714 over de Egyptenaars H7393 , over hun wagenen H6571 en over hun ruiters.
  27 H5186 H8799 Toen strekte H4872 Mozes H3027 zijn hand H3220 uit over de zee H3220 ; en de zee H7725 H8799 kwam weder H6437 H8800 , tegen het naken H1242 van den morgenstond H386 , tot haar kracht H4714 ; en de Egyptenaars H5127 H8801 vluchtten H7125 H8800 die tegemoet H3068 ; en de HEERE H5287 H8762 stortte H4714 de Egyptenaars H8432 in het midden H3220 der zee.
  28 H4325 Want als de wateren H7725 H8799 wederkeerden H3680 H8762 , zo bedekten zij H7393 de wagenen H6571 en de ruiters H2428 van het ganse heir H6547 van Farao H935 H8802 H310 , dat hen nagevolgd was H3220 in de zee H7604 H8738 ; er bleef H259 niet een H5704 van hen over.
  29 H1121 Maar de kinderen H3478 Israels H1980 H8804 gingen H3004 op het droge H8432 , in het midden H3220 der zee H4325 ; en de wateren H2346 waren hun een muur H3225 , aan hun rechter H8040 [hand] en aan hun linkerhand.
  30 H3467 H8686 Alzo verloste H3068 de HEERE H3478 Israel H3117 aan dien dag H3027 uit de hand H4714 der Egyptenaren H3478 ; en Israel H7200 H8799 zag H4714 de Egyptenaren H4191 H8801 dood H8193 aan den oever H3220 der zee.
  31 H7200 H8799 Ook zag H3478 Israel H1419 de grote H3027 hand H3068 , die de HEERE H4714 aan de Egyptenaren H6213 H8804 bewezen had H5971 ; en het volk H3372 H8799 vreesde H3068 den HEERE H539 H8686 , en geloofde H3068 in den HEERE H4872 , en aan Mozes H5650 , Zijn knecht.

Job 9:13

  13 H433 God H639 zal Zijn toorn H3808 niet H7725 H8686 afkeren H8478 ; onder H7817 H8804 Hem worden gebogen H7293 de hovaardige H5826 H8802 helpers.

Job 12:13

  13 H5973 Bij H2451 Hem is wijsheid H1369 en macht H6098 ; Hij heeft raad H8394 en verstand.

Job 40:11-12

  11 H6327 H0 [040:6] Strooi H5678 de verbolgenheden H639 uws toorns H6327 H8685 uit H7200 H8798 , en zie H3605 allen H1343 hoogmoedige H8213 H8685 , en verneder hem!
  12 H7200 H8798 [040:7] Zie H3605 allen H1343 hoogmoedige H3665 H8685 , [en] breng hem ten onder H1915 H8798 ; en verpletter H7563 de goddelozen in hun plaats!

Psalms 29:10

  10 H3068 De HEERE H3427 H8804 heeft gezeten H3999 over den watervloed H3068 ; ja, de HEERE H3427 H8799 zit H4428 , Koning H5769 in eeuwigheid.

Psalms 74:13

  13 H5797 Gij hebt door Uw sterkte H3220 de zee H6565 H8782 gespleten H7218 ; Gij hebt de koppen H8577 der draken H4325 in de wateren H7665 H8765 verbroken.

Psalms 89:9-10

  9 H4910 H8802 [089:10] Gij heerst H1348 over de opgeblazenheid H3220 der zee H1530 ; wanneer haar baren H7721 H8800 zich verheffen H7623 H8762 , zo stilt Gij ze.
  10 H7294 [089:11] Gij hebt Rahab H1792 H8765 verbrijzeld H2491 als een verslagene H341 H8802 ; Gij hebt Uw vijanden H6340 H8765 verstrooid H2220 met den arm H5797 Uwer sterkte.

Psalms 93:3-4

  3 H5104 De rivieren H5375 H8804 verheffen H3068 , o HEERE H5104 ! de rivieren H5375 H8804 verheffen H6963 haar bruisen H5104 ; de rivieren H5375 H8799 verheffen H1796 haar aanstoting.
  4 H3068 [Doch] de HEERE H4791 in de hoogte H117 is geweldiger H6963 dan het bruisen H7227 van grote H4325 wateren H117 , [dan] de geweldige H4867 baren H3220 der zee.

Psalms 114:2-7

  2 H3063 Zo werd Juda H6944 tot Zijn heiligdom H3478 , Israel H4475 Zijn volkomene heerschappij.
  3 H3220 De zee H7200 H8804 zag H5127 H8799 het, en vlood H3383 ; de Jordaan H5437 H8735 keerde H268 achterwaarts.
  4 H2022 De bergen H7540 H8804 sprongen H352 als rammen H1389 , de heuvelen H1121 H6629 als lammeren.
  5 H3220 Wat was u, gij zee H5127 H8799 ! dat gij vloodt H3383 ? gij Jordaan H268 ! dat gij achterwaarts H5437 H8735 keerdet?
  6 H2022 Gij bergen H7540 H8799 , dat gij opsprongt H352 als rammen H1389 ? gij heuvelen H1121 H6629 ! als lammeren?
  7 H2342 H8798 Beef H776 , gij aarde H6440 ! voor het aangezicht H113 des Heeren H6440 , voor het aangezicht H433 van den God H3290 Jakobs;

Isaiah 2:12

  12 H3117 Want de dag H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H1343 zal zijn tegen allen hovaardige H7311 H8802 en hoge H5375 H8737 , en tegen allen verhevene H8213 H8804 , opdat hij vernederd worde;

Isaiah 51:9

  9 H5782 H8798 Ontwaak H5782 H8798 , ontwaak H3847 H0 , trek H5797 sterkte H3847 H8798 aan H2220 , Gij arm H3068 des HEEREN H5782 H8798 ! ontwaak H6924 als in de verledene H3117 dagen H1755 , [als] [in] de geslachten H5769 van ouds H7294 ; zijt Gij het niet, Die Rahab H2672 H8688 uitgehouwen hebt H8577 , Die den zeedraak H2490 H8781 verwond hebt?

Isaiah 51:15

  15 H3068 Want Ik ben de HEERE H430 , uw God H3220 , Die de zee H7280 H8802 klieft H1530 , dat haar golven H1993 H8799 bruisen H3068 ; HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam.

Jeremiah 31:35

  35 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H8121 , Die de zon H216 ten lichte H5414 H8802 geeft H3119 des daags H2708 , de ordeningen H3394 der maan H3556 en der sterren H216 ten lichte H3915 des nachts H3220 , Die de zee H7280 H8802 klieft H1530 , dat haar golven H1993 H8799 bruisen H3068 , HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam:

Daniel 4:37

  37 H3705 Nu H7624 H8743 prijs H576 ik H5020 , Nebukadnezar H7313 H8751 , en verhoog H1922 H8743 , en verheerlijk H4430 den Koning H8065 des hemels H3606 , omdat al H4567 Zijn werken H7187 waarheid H735 , en Zijn paden H1780 gerichten H3202 H8750 zijn; en Hij is machtig H8214 H8682 te vernederen H1467 degenen, die in hoogmoed H1981 H8683 wandelen.

James 4:6

  6 G1161 Ja G1325 G5719 , Hij geeft G3187 meerdere G5485 genade G1352 . Daarom G3004 G5719 zegt G2316 [de] [Schrift]: God G498 G5731 wederstaat G5244 de hovaardigen G1161 , maar G5011 den nederigen G1325 G5719 geeft Hij G5485 genade.

Genesis 1:2

  2 H776 De aarde H1961 H8804 nu was H8414 woest H922 en ledig H2822 , en duisternis H5921 H6440 [was] op H8415 den afgrond H7307 ; en de Geest H430 Gods H7363 H8764 zweefde H5921 H6440 op H4325 de wateren.

Psalms 33:6-7

  6 H1697 Door het Woord H3068 des HEEREN H8064 zijn de hemelen H6213 H8738 gemaakt H7307 , en door den Geest H6310 Zijns monds H6635 al hun heir.
  7 H3664 H8802 Hij vergadert H4325 de wateren H3220 der zee H5067 als op een hoop H5414 H8802 ; Hij stelt H8415 den afgronden H214 schatkameren.

Psalms 74:13-14

  13 H5797 Gij hebt door Uw sterkte H3220 de zee H6565 H8782 gespleten H7218 ; Gij hebt de koppen H8577 der draken H4325 in de wateren H7665 H8765 verbroken.
  14 H7218 Gij hebt de koppen H3882 des Leviathans H7533 H8765 verpletterd H3978 ; Gij hebt hem tot spijs H5414 H8799 gegeven H5971 aan het volk H6728 in dorre plaatsen.

Psalms 104:30

  30 H7971 H8762 Zendt Gij H7307 Uw Geest H1254 H8735 uit, zo worden zij geschapen H2318 H8762 , en Gij vernieuwt H6440 het gelaat H127 des aardrijks.

Isaiah 27:1

  1 H3117 Te dien dage H3068 zal de HEERE H7186 met Zijn hard H1419 , en groot H2389 , en sterk H2719 zwaard H6485 H8799 bezoeken H3882 den Leviathan H1281 , de langwemelende H5175 slang H3882 , ja, den Leviathan H6129 , de kromme slomme H5175 slang H8577 ; en Hij zal den draak H3220 , die in de zee H2026 H8804 is, doden.

Revelation 12:9

  9 G2532 En G3173 de grote G1404 draak G906 G5681 is geworpen G744 , [namelijk] de oude G3789 slang G2564 G5746 , welke genaamd wordt G1228 duivel G2532 en G4567 satanas G3588 , die G3650 de gehele G3625 wereld G4105 G5723 verleidt G906 G5681 , hij is, [zeg] [ik], geworpen G1519 op G1093 de aarde G2532 ; en G846 zijn G32 engelen G3326 zijn met G846 hem G906 G5681 geworpen.

1 Samuel 2:10

  10 H3068 Die met den HEERE H7378 H8688 twisten H2865 H8735 , zullen verpletterd worden H8064 ; Hij zal in den hemel H5921 over H7481 H8686 hen donderen H3068 ; de HEERE H657 zal de einden H776 der aarde H1777 H8799 richten H4428 , en zal Zijn Koning H5797 sterkte H5414 H8799 geven H7161 , en den hoorn H4899 Zijns Gezalfden H7311 H8686 verhogen.

Job 4:12

  12 H413 Voorts is tot H1697 mij een woord H1589 H8792 heimelijk gebracht H241 , en mijn oor H8102 heeft een weinigje H4480 daarvan H3947 H8799 gevat;

Job 11:7-9

  7 H2714 Zult gij de onderzoeking H433 Gods H4672 H8799 vinden H518 ? H5704 Zult gij tot H8503 de volmaaktheid H7706 toe den Almachtige H4672 H8799 vinden?
  8 H1363 [Zij] [is] [als] de hoogten H8064 der hemelen H4100 , wat H6466 H8799 kunt gij doen H6013 ? Dieper H7585 dan de hel H4100 , wat H3045 H8799 kunt gij weten?
  9 H752 Langer H4480 dan H776 de aarde H4055 is haar maat H7342 , en breder H4480 dan H3220 de zee.

Job 40:9

  9 H518 [040:4] H2220 Hebt gij een arm H410 gelijk God H3644 ? En kunt gij, gelijk H6963 Hij, met de stem H7481 H8686 donderen?

Psalms 29:3

  3 H6963 De stem H3068 des HEEREN H4325 is op de wateren H410 , de God H3519 der ere H7481 H8689 dondert H3068 ; de HEERE H7227 is op de grote H4325 wateren.

Psalms 139:6

  6 H1847 De kennis H6383 H8675 H6383 is mij te wonderbaar H7682 H8738 , zij is hoog H3201 H8799 , ik kan er niet bij.

Psalms 145:3

  3 H3068 [Gimel]. De HEERE H1419 is groot H3966 en zeer H1984 H8794 te prijzen H1420 , en Zijn grootheid H2714 is ondoorgrondelijk.

Isaiah 40:26-29

  26 H5375 H8798 Heft H5869 uw ogen H4791 op omhoog H7200 H8798 , en ziet H1254 H8804 , Wie deze dingen geschapen heeft H4557 ; Die in getal H6635 hun heir H3318 H8688 voortbrengt H8034 ; Die ze alle bij name H7121 H8799 roept H7230 , vanwege de grootheid H202 [Zijner] krachten H533 , en [omdat] Hij sterk H3581 van vermogen H376 is; er wordt er niet een H5737 H8738 gemist.
  27 H559 H8799 Waarom zegt gij H3290 [dan], o Jakob H1696 H8762 ! en spreekt H3478 , o Israel H1870 ! mijn weg H3068 is voor den HEERE H5641 H8738 verborgen H4941 , en mijn recht H5674 H0 gaat H430 van mijn God H5674 H8799 voorbij?
  28 H3045 H8804 Weet gij H8085 H8804 het niet? Hebt gij niet gehoord H5769 , dat de eeuwige H430 God H3068 , de HEERE H1254 H8802 , de Schepper H7098 van de einden H776 der aarde H3286 H8799 , noch moede H3021 H8799 noch mat wordt H2714 ? Er is geen doorgronding H8394 van Zijn verstand.
  29 H5414 H8802 Hij geeft H3287 den moeden H3581 kracht H7235 H8686 , en Hij vermenigvuldigt H6109 de sterkte H202 dien, die geen krachten heeft.

Romans 11:33

  33 G5599 O G899 diepte G4149 des rijkdoms G2532 , beide G4678 der wijsheid G2532 en G1108 der kennis G2316 Gods G5613 , hoe G419 ondoorzoekelijk G846 zijn Zijn G2917 oordelen G2532 , en G421 onnaspeurlijk G846 Zijn G3598 wegen!

1 Corinthians 13:9-12

  9 G1063 Want G1097 G5719 wij kennen G1537 ten G3313 dele G2532 , en G4395 G5719 wij profeteren G1537 ten G3313 dele;
  10 G1161 Doch G3752 wanneer G5046 het volmaakte G2064 G5632 zal gekomen zijn G5119 , dan G1537 zal hetgeen G3313 ten dele G2673 G5701 is, te niet gedaan worden.
  11 G3753 Toen G3516 ik een kind G2252 G5713 was G2980 G5707 , sprak ik G5613 als G3516 een kind G5426 G5707 , was ik gezind G5613 als G3516 een kind G3049 G5711 , overlegde ik G5613 als G3516 een kind G1161 ; maar G3753 wanneer G435 ik een man G1096 G5754 geworden ben G2673 G5758 , zo heb ik te niet gedaan G3516 hetgeen eens kinds was.
  12 G1063 Want G991 G5719 wij zien G737 nu G1223 door G2072 een spiegel G1722 in G135 een duistere rede G1161 , maar G5119 alsdan G4383 [zullen] [wij] [zien] aangezicht G4314 tot G4383 aangezicht G737 ; nu G1097 G5719 ken ik G1537 ten G3313 dele G1161 , maar G5119 alsdan G1921 G5695 zal ik kennen G2531 , gelijk G2532 ook G1921 G5681 ik gekend ben.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.