Proverbs 30 Cross References - DSV_Strongs

  1 H1697 De woorden H94 van Agur H1121 , den zoon H3348 van Jake H4853 ; een last H1397 . De man H5002 H8803 spreekt H384 tot Ithiel H384 , tot Ithiel H401 en Uchal.
  2 H1198 Voorwaar, ik ben onvernuftiger H376 dan iemand H998 H120 ; en ik heb geen mensenverstand;
  3 H2451 En ik heb geen wijsheid H3925 H8804 geleerd H1847 , noch de wetenschap H6918 der heiligen H3045 H8799 gekend.
  4 H8064 Wie is ten hemel H5927 H8804 opgeklommen H3381 H8799 , en nedergedaald H7307 ? Wie heeft den wind H2651 in Zijn vuisten H622 H8804 verzameld H4325 ? Wie heeft de wateren H8071 in een kleed H6887 H8804 gebonden H657 ? Wie heeft al de einden H776 der aarde H6965 H8689 gesteld H8034 ? Hoe is Zijn Naam H8034 , en hoe is de Naam H1121 Zijns Zoons H3045 H8799 , zo gij het weet?
  5 H565 Alle rede H433 Gods H6884 H8803 is doorlouterd H4043 ; Hij is een Schild H2620 H8802 dengenen, die op Hem betrouwen.
  6 H3254 H8686 Doe niet tot H1697 Zijn woorden H3198 H8686 , opdat Hij u niet bestraffe H3576 H8738 , en gij leugenachtig bevonden wordt.
  7 H8147 Twee H7592 H8804 dingen heb ik van U begeerd H4513 H8799 , onthoud H4191 H8799 ze mij niet, eer ik sterve;
  8 H7723 Ijdelheid H1697 H3577 en leugentaal H7368 H8685 doe verre H7389 van mij; armoede H6239 of rijkdom H5414 H8799 geef H2963 H8685 mij niet; voed H3899 mij met het brood H2706 mijns bescheiden deels;
  9 H7646 H8799 Opdat ik, zat zijnde H3584 H8765 , [U] dan niet verloochene H559 H8804 , en zegge H3068 : Wie is de HEERE H3423 H8735 ? of dat ik, verarmd zijnde H1589 H8804 , dan niet stele H8034 , en den Naam H430 mijns Gods H8610 H8804 aantaste.
  10 H3960 H8686 Achterklap H5650 niet van den knecht H113 bij zijn heer H7043 H8762 , opdat hij u niet vloeke H816 H8804 , en gij schuldig wordt.
  11 H1755 Daar is een geslacht H1 , dat zijn vader H7043 H8762 vervloekt H517 , en zijn moeder H1288 H8762 niet zegent;
  12 H1755 Een geslacht H2889 , dat rein H5869 in zijn ogen H6675 is, en van zijn drek H7364 H8795 niet gewassen is;
  13 H1755 Een geslacht H5869 , welks ogen H7311 H8804 hoog zijn H6079 , en welks oogleden H5375 H8735 verheven zijn;
  14 H1755 Een geslacht H8127 , welks tanden H2719 zwaarden H4973 , en welks baktanden H3979 messen H6041 zijn, om de ellendigen H776 van de aarde H34 en de nooddruftigen H120 van onder de mensen H398 H8800 te verteren.
  15 H5936 De bloedzuiger H8147 heeft twee H1323 dochters H3051 H8798 : Geef H3051 H8798 , geef H7969 ! Deze drie H7646 H8799 dingen worden niet verzadigd H702 ; [ja], vier H559 H8804 zeggen H1952 niet: Het is genoeg!
  16 H7585 Het graf H6115 , de gesloten H7356 baarmoeder H776 , de aarde H4325 , [die] van water H7646 H8804 niet verzadigd wordt H784 , en het vuur H559 H8804 zegt H1952 niet: Het is genoeg!
  17 H5869 Het oog H1 , [dat] den vader H3932 H8799 bespot H3349 , of de gehoorzaamheid H517 der moeder H936 H8799 veracht H6158 , dat zullen de raven H5158 der beek H5365 H8799 uitpikken H5404 , en des arends H1121 jongen H398 H8799 zullen het eten.
  18 H7969 Deze drie H6381 H8738 dingen zijn voor mij te wonderlijk H702 , ja, vier H3045 H8804 , die ik niet weet:
  19 H1870 De weg H5404 eens arends H8064 in den hemel H1870 ; de weg H5175 ener slang H6697 op een rotssteen H1870 ; de weg H591 van een schip H3820 in het hart H3220 der zee H1870 ; en de weg H1397 eens mans H5959 bij een maagd.
  20 H1870 Alzo is de weg H5003 H8764 ener overspelige H802 vrouw H398 H8804 ; zij eet H4229 H8804 en wist H6310 haar mond H559 H8804 , en zegt H205 : Ik heb geen ongerechtigheid H6466 H8804 gewrocht!
  21 H7969 Om drie H7264 H8804 dingen ontroert zich H776 de aarde H702 , ja, om vier H5375 H8800 , [die] zij niet dragen H3201 H8799 kan:
  22 H5650 Om een knecht H4427 H8799 , als hij regeert H5036 ; en een dwaas H3899 , als hij van brood H7646 H8799 verzadigd is;
  23 H8130 H8803 Om een hatelijke H1166 H8735 [vrouw], als zij getrouwd wordt H8198 ; en een dienstmaagd H3423 H8799 , als zij erfgenaam H1404 is van haar vrouw.
  24 H702 Deze vier H6996 zijn van de kleinste H776 der aarde H2450 ; doch dezelve zijn wijs H2449 H8794 , met wijsheid wel voorzien.
  25 H5244 De mieren H5794 zijn een onsterk H5971 volk H3559 H8686 ; evenwel bereiden zij H7019 in de zomer H3899 haar spijs.
  26 H8227 De konijnen H6099 zijn een machteloos H5971 volk H7760 H8799 ; nochtans stellen zij H1004 hun huis H5553 in den rotssteen.
  27 H697 De sprinkhanen H4428 hebben geen koning H3318 H8799 ; nochtans gaan zij H2686 H8802 allen uit, zich verdelende [in] [hopen].
  28 H8079 De spinnekop H8610 H8762 grijpt H3027 met de handen H1964 , en is in de paleizen H4428 der koningen.
  29 H7969 Deze drie H3190 H8688 maken een goeden H6806 tred H702 ; ja, vier H2895 H8688 zijn er, die een goeden H3212 H8800 gang maken;
  30 H3918 De oude leeuw H1368 geweldig H929 onder de gedierten H6440 , die voor H7725 H8799 niemand zal wederkeren;
  31 H2223 Een windhond H4975 van goede lenden H176 , of H8495 een bok H4428 ; en een koning H510 , die niet tegen te staan is.
  32 H5034 H8804 Zo gij dwaselijk gehandeld hebt H5375 H8692 , met u te verheffen H2161 H8804 , en zo gij kwaad bedacht hebt H3027 , de hand H6310 op den mond!
  33 H4330 Want de drukking H2461 der melk H3318 H0 brengt H2529 boter H3318 H8686 voort H4330 , en de drukking H639 van den neus H3318 H0 brengt H1818 bloed H3318 H8686 voort H4330 , en de drukking H639 des toorns H3318 H0 brengt H7379 twist H3318 H8686 voort.

Proverbs 31:1

  1 H1697 De woorden H4428 van den koning H3927 Lemuel H4853 ; de last H517 , maarmede zijn moeder H3256 H8765 hem onderwees.

2 Peter 1:19-21

  19 G2532 En G2192 G5719 wij hebben G4397 het profetische G3056 woord G949 , dat zeer vast G4160 G5719 is, en gij doet G2573 wel G3739 , dat gij daarop G4337 G5723 acht hebt G5613 , als G3088 op een licht G5316 G5730 , schijnende G1722 in G850 een duistere G5117 plaats G2193 , totdat G2250 de dag G1306 G5661 aanlichte G2532 , en G5459 de morgenster G393 G5661 opga G1722 in G5216 uw G2588 harten.
  20 G5124 Dit G4412 eerst G1097 G5723 wetende G3754 , dat G3756 G3956 geen G4394 profetie G1124 der Schrift G1096 G5736 is G2398 van eigen G1955 uitlegging;
  21 G1063 Want G4394 de profetie G4218 is voortijds G3756 niet G5342 G5681 voortgebracht G2307 door de wil G444 eens mensen G235 , maar G40 de heilige G444 mensen G2316 Gods G5259 , van G40 den Heiligen G4151 Geest G5342 G5746 gedreven zijnde G2980 G5656 , hebben [ze] gesproken.

Job 42:3-6

  3 H4310 Wie H2088 is hij H6098 , [zegt] [Gij], die den raad H5956 H8688 verbergt H1097 zonder H1847 wetenschap H3651 ? Zo H5046 H8689 heb ik dan verhaald H3808 , hetgeen ik niet H995 H8799 verstond H4480 , dingen, die voor H6381 H8737 mij te wonderbaar waren H3808 , die ik niet H3045 H8799 wist.
  4 H8085 H8798 Hoor H4994 toch H595 , en ik H1696 H8762 zal spreken H7592 H8799 ; ik zal U vragen H3045 H8685 , en onderricht Gij mij.
  5 H8088 Met het gehoor H241 des oors H8085 H8804 heb ik U gehoord H6258 ; maar nu H7200 H8804 ziet H5869 U mijn oog.
  6 H5921 H3651 Daarom H3988 H8799 verfoei ik H5162 H8738 [mij], en ik heb berouw H5921 in H6083 stof H665 en as.

Psalms 49:10

  10 H7200 H8799 [049:11] Want hij ziet H2450 , dat de wijzen H4191 H8799 sterven H3162 , dat te zamen H3684 een dwaas H1198 en een onvernuftige H6 H8799 omkomen H2428 , en hun goed H312 anderen H5800 H8804 nalaten.

Psalms 73:22

  22 H1198 Toen was ik onvernuftig H3045 H8799 , en wist niets H929 ; ik was een groot beest bij U.

Psalms 92:6

  6 H1198 [092:7] Een onvernuftig H376 man H3045 H8799 weet H3684 er niet van, en een dwaas H995 H8799 verstaat ditzelve niet;

Proverbs 5:12

  12 H559 H8804 En zegt H4148 : Hoe heb ik de tucht H8130 H8804 gehaat H3820 , en mijn hart H8433 de bestraffing H5006 H8804 versmaad!

Isaiah 6:5

  5 H559 H8799 Toen zeide ik H188 : Wee H1820 H8738 mij, want ik verga H376 ! dewijl ik een man H2931 van onreine H8193 lippen H3427 H8802 ben, en ik woon H8432 in het midden H5971 eens volks H2931 , dat onrein H8193 van lippen H5869 is; want mijn ogen H4428 hebben den Koning H3068 , den HEERE H6635 der heirscharen H7200 H8804 gezien.

Jeremiah 10:14

  14 H120 Een ieder mens H1197 H8738 is onvernuftig geworden H1847 , zodat hij geen wetenschap H6884 H8802 heeft, een ieder goudsmid H3001 H8689 is beschaamd H6459 van het gesneden beeld H5262 ; want zijn gegoten beeld H8267 is leugen H7307 ; en er is geen geest in hen.

Romans 11:25

  25 G1063 Want G2309 G5719 ik wil G3756 niet G80 , broeders G5209 , dat u G5124 deze G3466 verborgenheid G50 G5721 onbekend zij G3363 (opdat gij niet G5429 wijs G5600 G5753 zijt G3844 , bij G1438 uzelven G3754 ), dat G4457 de verharding G575 voor G3313 een deel G2474 over Israel G1096 G5754 gekomen is G891 G3739 , totdat G4138 de volheid G1484 der heidenen G1525 G5632 zal ingegaan zijn.

1 Corinthians 3:18

  18 G3367 Niemand G1818 G5720 bedriege G1438 zichzelven G1536 . Zo iemand G1722 onder G5213 u G1380 G5719 dunkt G4680 , dat hij wijs G1511 G5750 is G1722 in G5129 deze G165 wereld G1096 G5634 , die worde G3474 dwaas G2443 , opdat G4680 hij wijs G1096 G5638 moge worden.

1 Corinthians 8:2

  2 G1161 En G1536 zo iemand G1380 G5719 meent G5100 iets G1492 G5760 te weten G3764 , die heeft nog G3762 niets G1097 G5758 gekend G2531 , gelijk G1163 G5748 men behoort G1097 G5629 te kennen.

James 1:5

  5 G1161 En G1536 indien iemand G5216 van u G4678 wijsheid G3007 G5743 ontbreekt G3844 , dat hij [ze] van G2316 God G154 G5720 begere G3956 , Die een iegelijk G574 mildelijk G1325 G5723 geeft G2532 , en G3361 niet G3679 G5723 verwijt G2532 ; en G846 zij zal hem G1325 G5701 gegeven worden.

2 Peter 2:12-16

  12 G1161 Maar G3778 deze G5613 , als G249 onredelijke G2226 dieren G5446 , die de natuur volgen G1080 G5772 , en voortgebracht zijn G1519 om G259 gevangen G2532 en G5356 gedood te worden G987 G5723 , dewijl zij lasteren G1722 G3739 , hetgeen G50 G5719 zij niet verstaan G1722 , zullen in G846 hun G5356 verdorvenheid G2704 G5691 verdorven worden;
  13 G2865 G5697 En zullen verkrijgen G3408 het loon G93 der ongerechtigheid G1722 G2250 , als die de dagelijkse G5172 weelde G2237 [hun] vermaak G2233 G5740 achten G4696 , zijnde vlekken G2532 en G3470 smetten G1792 G5723 , en zijn weelderig G1722 in G846 hun G539 bedriegerijen G4910 G , als zij in de maaltijden G5213 met u G4910 G5740 zijn;
  14 G2192 G5723 Hebbende G3788 de ogen G3324 vol G3428 overspel G2532 , en G180 die niet ophouden van G266 zondigen G1185 G5723 ; verlokkende G793 de onvaste G5590 zielen G2192 G5723 , hebbende G2588 het hart G1128 G5772 geoefend G4124 in gierigheid G5043 , kinderen G2671 der vervloeking;
  15 G2117 Die den rechten G3598 weg G2641 G5631 verlaten hebbende G4105 G5681 , zijn verdwaald G1811 G5660 , en volgen G3598 den weg G903 van Balaam G1007 , den [zoon] van Bosor G3739 , die G3408 het loon G93 der ongerechtigheid G25 G5656 liefgehad heeft;
  16 G1161 Maar G1649 hij heeft de bestraffing G2398 zijner G3892 ongerechtigheid G2192 G5627 gehad G5268 ; [want] het jukdragende G880 stomme G5350 G5674 [dier], sprekende G1722 met G444 G5456 mensenstem G4396 , heeft des profeten G3913 dwaasheid G2967 G5656 verhinderd.

Job 11:7-9

  7 H2714 Zult gij de onderzoeking H433 Gods H4672 H8799 vinden H518 ? H5704 Zult gij tot H8503 de volmaaktheid H7706 toe den Almachtige H4672 H8799 vinden?
  8 H1363 [Zij] [is] [als] de hoogten H8064 der hemelen H4100 , wat H6466 H8799 kunt gij doen H6013 ? Dieper H7585 dan de hel H4100 , wat H3045 H8799 kunt gij weten?
  9 H752 Langer H4480 dan H776 de aarde H4055 is haar maat H7342 , en breder H4480 dan H3220 de zee.

Proverbs 9:10

  10 H3374 De vreze H3068 des HEEREN H8462 is het beginsel H2451 der wijsheid H1847 , en de wetenschap H6918 der heiligen H998 is verstand.

Isaiah 6:3

  3 H7121 H8804 En de een riep H559 H8804 tot den ander, en zeide H6918 : Heilig H6918 , heilig H6918 , heilig H3068 is de HEERE H6635 der heirscharen H776 ! De ganse aarde H3519 is van Zijn heerlijkheid H4393 vol!

Isaiah 6:10

  10 H3820 Maak het hart H5971 dezes volks H8080 H8685 vet H241 , en maak hun oren H3513 H8685 zwaar H8173 H8685 , en sluit H5869 hun ogen H7200 H8799 , opdat het niet zie H5869 met zijn ogen H241 , noch met zijn oren H8085 H8799 hore H3824 , noch met zijn hart H995 H8799 versta H7725 H8802 , noch zich bekere H7495 H8804 , en Hij het geneze.

Isaiah 30:11

  11 H5493 H8798 Wijkt af H1870 van den weg H5186 H8685 , maakt u van H734 de baan H6918 ; laat den Heilige H3478 Israels H6440 van H7673 H8685 ons ophouden!

Isaiah 57:15

  15 H559 H8804 Want alzo zegt H7311 H8802 de Hoge H5375 H8737 en Verhevene H5703 , Die in de eeuwigheid H7931 H8802 woont H8034 , en Wiens Naam H6918 heilig H7931 H8799 is: Ik woon H4791 [in] de hoogte H6918 en [in] het heilige H1793 , en bij dien, die van een verbrijzelden H8217 en nederigen H7307 geest H2421 H8687 is, opdat Ik levend make H7307 den geest H8217 der nederigen H2421 H8687 , en opdat Ik levend make H3820 het hart H1792 H8737 der verbrijzelden.

Amos 7:14-15

  14 H6030 H8799 Toen antwoordde H5986 Amos H559 H8799 , en zeide H413 tot H558 Amazia H595 : Ik H3808 was geen H5030 profeet H3808 , en ik was geen H5030 H1121 profetenzoon H3588 ; maar H595 ik H951 was een ossenherder H1103 H8802 , en las H8256 wilde vijgen af.
  15 H3068 Maar de HEERE H3947 H8799 nam H4480 mij van H310 achter H6629 de kudde H3068 ; en de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H3212 H8798 mij: Ga henen H5012 H8734 , profeteer H413 tot H5971 Mijn volk H3478 Israel.

Matthew 11:27

  27 G3956 Alle dingen G3427 zijn Mij G3860 G5681 overgegeven G5259 van G3450 Mijn G3962 Vader G2532 ; en G3762 niemand G1921 G5719 kent G5207 den Zoon G1508 dan G3962 de Vader G3761 , noch G5100 iemand G1921 G5719 kent G3962 den Vader G1508 dan G5207 de Zoon G2532 , en G3739 G1437 dien G5207 het de Zoon G1014 G5741 wil G601 G5658 openbaren.

Matthew 16:17

  17 G2532 En G2424 Jezus G611 G5679 , antwoordende G2036 G5627 , zeide G846 tot hem G3107 : Zalig G1488 G5748 zijt gij G4613 , Simon G920 , Bar-jona G3754 ! want G4561 vlees G2532 en G129 bloed G4671 heeft u G3756 [dat] niet G601 G5656 geopenbaard G235 , maar G3450 Mijn G3962 Vader G3588 , Die G1722 in G3772 de hemelen is.

John 17:3

  3 G1161 En G3778 dit G2076 G5748 is G166 het eeuwige G2222 leven G2443 , dat G4571 zij U G1097 G5725 kennen G3441 , den enigen G228 waarachtigen G2316 God G2532 , en G2424 Jezus G5547 Christus G3739 , Dien G649 G5656 Gij gezonden hebt.

Romans 11:33

  33 G5599 O G899 diepte G4149 des rijkdoms G2532 , beide G4678 der wijsheid G2532 en G1108 der kennis G2316 Gods G5613 , hoe G419 ondoorzoekelijk G846 zijn Zijn G2917 oordelen G2532 , en G421 onnaspeurlijk G846 Zijn G3598 wegen!

Ephesians 3:18-19

  18 G1840 G5661 Opdat gij ten volle kondet G2638 G5641 begrijpen G4862 met G3956 al G40 de heiligen G5101 , welke G4114 de breedte G2532 , en G3372 lengte G2532 , en G899 diepte G2532 , en G5311 hoogte zij,
  19 G5037 En G1097 G5629 bekennen G26 de liefde G5547 van Christus G1108 , die de kennis G5235 G5723 te boven gaat G2443 , opdat G4137 G5686 gij vervuld wordt G1519 tot G3956 al G4138 de volheid G2316 Gods.

Revelation 3:7

  7 G2532 En G1125 G5657 schrijf G32 aan den engel G1577 der Gemeente G1722 , die in G5359 Filadelfia G3592 is: Dit G3004 G5719 zegt G40 de Heilige G228 , de Waarachtige G2807 , Die den sleutel G1138 Davids G2192 G5723 heeft G455 G5723 ; Die opent G2532 , en G3762 niemand G2808 G5719 sluit G2532 , en G2808 G5719 Hij sluit G2532 , en G3762 niemand G455 G5719 opent:

Revelation 4:8

  8 G2532 En G5064 de vier G2226 dieren G2192 G5707 hadden G1520 G2596 elkeen G1438 voor zichzelven G303 G1803 zes G4420 vleugelen G2943 rondom G2532 , en G2081 waren van binnen G1073 G5723 vol G3788 ogen G2532 ; en G2192 G5719 hebben G3756 geen G372 rust G2250 dag G2532 en G3571 nacht G3004 G5723 , zeggende G40 : Heilig G40 , heilig G40 , heilig G2962 is de Heere G2316 God G3841 , de Almachtige G3588 , Die G2258 G5713 G3801 was G2532 , en G3801 Die is G2532 , en G2064 G5740 G3801 Die komen zal.

Genesis 32:29

  29 H3290 En Jakob H7592 H8799 vraagde H559 H8799 , en zeide H4994 : Geef toch H8034 Uw naam H5046 H8685 te kennen H559 H8799 . En Hij zeide H4100 : Waarom H2088 is het H8034 , dat gij naar Mijn naam H7592 H8799 vraagt H1288 H8762 ? En Hij zegende H853 hem H8033 aldaar.

Exodus 3:13-15

  13 H559 H8799 Toen zeide H4872 Mozes H430 tot God H935 H8802 : Zie, wanneer ik kom H1121 tot de kinderen H3478 Israels H559 H8804 , en zeg H430 tot hen: De God H1 uwer vaderen H7971 H8804 heeft mij tot ulieden gezonden H559 H8804 ; en zij mij zeggen H8034 : Hoe is Zijn naam H559 H8799 ? wat zal ik tot hen zeggen?
  14 H430 En God H559 H8799 zeide H413 tot H4872 Mozes H1961 H8799 : IK ZAL ZIJN H834 , Die H1961 H8799 IK ZIJN ZAL H559 H8799 ! Ook zeide Hij H3541 : Alzo H1121 zult gij tot de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeggen H1961 H8799 : IK ZAL ZIJN H413 heeft mij tot H7971 H8804 ulieden gezonden!
  15 H559 H8799 Toen zeide H430 God H5750 verder H4872 tot Mozes H1121 : Aldus zult gij tot de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeggen H3068 : De HEERE H430 , de God H1 uwer vaderen H430 , de God H85 van Abraham H430 , de God H3327 van Izak H430 , en de God H3290 van Jakob H7971 H8804 , heeft mij tot ulieden gezonden H8034 ; dat is Mijn Naam H5769 eeuwiglijk H2143 , en dat is Mijn gedachtenis H1755 van geslacht H1755 tot geslacht.

Exodus 6:3

  3 H85 [06:2] En Ik ben aan Abraham H3327 , Izak H3290 , en Jakob H7200 H8735 verschenen H410 , als God H7706 de Almachtige H8034 ; doch met Mijn Naam H3068 HEERE H3045 H8738 ben Ik hun niet bekend geweest.

Exodus 34:5-7

  5 H3068 De HEERE H3381 H8799 nu kwam nederwaarts H6051 in een wolk H3320 H8691 , en stelde Zich H7121 H8799 aldaar bij hem; en Hij riep uit H8034 den Naam H3068 des HEEREN.
  6 H3068 Als nu de HEERE H6440 voor zijn aangezicht H5674 H8799 voorbijging H7121 H8799 , zo riep Hij H3068 : HEERE H3068 , HEERE H410 , God H7349 , barmhartig H2587 en genadig H750 H639 , lankmoedig H7227 en groot H2617 van weldadigheid H571 en waarheid.
  7 H2617 Die de weldadigheid H5341 H8802 bewaart H505 aan vele duizenden H5771 , Die de ongerechtigheid H6588 , en overtreding H2403 , en zonde H5375 H8802 vergeeft H5352 H8763 ; Die [den] [schuldige] geenszins H5352 H8762 onschuldig houdt H6485 H8802 , bezoekende H5771 de ongerechtigheid H1 der vaderen H1121 aan de kinderen H1121 , en aan de kindskinderen H8029 , in het derde H7256 en vierde [lid].

Deuteronomy 28:58

  58 H8104 H8799 Indien gij niet zult waarnemen H6213 H8800 te doen H1697 al de woorden H8451 dezer wet H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven zijn H3372 H8800 , om te vrezen H3513 H8737 dezen heerlijken H3372 H8737 en vreselijken H8034 Naam H3068 , den HEERE H430 , uw God;

Deuteronomy 30:12

  12 H8064 Het is niet in den hemel H559 H8800 , om te zeggen H8064 : Wie zal voor ons ten hemel H5927 H8799 varen H3947 H8799 , dat hij het voor ons hale H8085 H8686 , en ons hetzelve horen late H6213 H8799 , dat wij het doen?

Judges 13:18

  18 H4397 En de Engel H3068 des HEEREN H559 H8799 zeide H4100 H2088 tot hem: Waarom H7592 H8799 vraagt gij H8034 dus naar Mijn naam H1931 ? Die H6383 H8675 H6383 is toch Wonderlijk.

Job 26:8

  8 H6887 H8802 Hij bindt H4325 de wateren H5645 in Zijn wolken H1234 H8738 ; nochtans scheurt H6051 de wolk H8478 daaronder H3808 niet.

Job 38:4-41

  4 H375 Waar H1961 H8804 waart gij H776 , toen Ik de aarde H3245 H8800 grondde H5046 H8685 ? Geef het te kennen H518 , indien H3045 H0 gij kloek H998 van verstand H3045 H8804 zijt.
  5 H4310 Wie H4461 heeft haar maten H7760 H8804 gezet H3588 , want H3045 H8799 gij weet H176 het; of H4310 wie H5921 heeft over H6957 haar een richtsnoer H5186 H8804 getrokken?
  6 H5921 H4100 Waarop H134 zijn haar grondvesten H2883 H8717 nedergezonken H176 , of H4310 wie H6438 H68 heeft haar hoeksteen H3384 H8804 gelegd?
  7 H1242 H3556 Toen de morgensterren H3162 te zamen H7442 H8800 vrolijk zongen H3605 , en al H1121 de kinderen H430 Gods H7321 H8686 juichten.
  8 H3220 Of [wie] heeft de zee H1817 met deuren H5526 H8686 toegesloten H1518 H8800 , toen zij uitbrak H4480 , [en] uit H7358 de baarmoeder H3318 H8799 voortkwam?
  9 H6051 Toen Ik de wolk H3830 [tot] haar kleding H7760 H8800 stelde H6205 , en de donkerheid H2854 [tot] haar windeldoek;
  10 H5921 Toen Ik voor H2706 haar [met] Mijn besluit H7665 H8799 [de] [aarde] doorbrak H7760 H8799 , en zette H1280 grendel H1817 en deuren;
  11 H559 H8799 En zeide H5704 : Tot H6311 hiertoe H935 H8799 zult gij komen H3808 , en niet H3254 H8686 verder H6311 , en hier H7896 H8799 zal hij zich stellen H1347 tegen den hoogmoed H1530 uwer golven.
  12 H4480 Hebt gij van H3117 uw dagen H1242 den morgenstond H6680 H8765 geboden H7837 ? Hebt gij den dageraad H4725 zijn plaats H3045 H8765 gewezen;
  13 H3671 Opdat hij de einden H776 der aarde H270 H8800 vatten zou H7563 ; en de goddelozen H4480 uit H5287 H8735 haar uitgeschud zouden worden?
  14 H2015 H8691 Dat zij veranderd zou worden H2563 H2368 gelijk zegelleem H3320 H8691 , en zij gesteld worden H3644 als H3830 een kleed?
  15 H4480 En dat van H7563 de goddelozen H216 hun licht H4513 H8735 geweerd worde H7311 H8802 , en de hoge H2220 arm H7665 H8735 worde gebroken?
  16 H935 H8804 Zijt gij gekomen H5704 tot aan H5033 de oorsprongen H3220 der zee H2714 , en hebt gij in het onderste H8415 des afgronds H1980 H8694 gewandeld?
  17 H8179 Zijn u de poorten H4194 des doods H1540 H8738 ontdekt H7200 H8799 , en hebt gij gezien H8179 de poorten H6757 van de schaduw des doods?
  18 H995 H8712 Zijt gij met uw verstand gekomen H5704 tot aan H7338 de breedte H776 der aarde H5046 H8685 ? Geef het te kennen H518 , indien H3605 gij dit alles H3045 H8804 weet.
  19 H335 H2088 Waar H1870 is de weg H216 , [daar] het licht H7931 H8799 woont H2822 ? En de duisternis H335 H2088 , waar H4725 is haar plaats?
  20 H3588 Dat H3947 H8799 gij dat brengen zoudt H413 tot H1366 zijn pale H3588 , en dat H995 H8799 gij merken zoudt H5410 de paden H1004 zijns huizes?
  21 H3045 H8804 Gij weet H3588 het, want H227 gij waart toen H3205 H8735 geboren H3117 , en uw dagen H7227 zijn veel H4557 in getal.
  22 H935 H8804 Zijt gij gekomen H413 tot H214 de schatkameren H7950 der sneeuw H214 , en hebt gij de schatkameren H1259 des hagels H7200 H8799 gezien?
  23 H834 Dien H2820 H8804 Ik ophoude H6256 tot den tijd H6862 der benauwdheid H3117 , tot den dag H7128 des strijds H4421 en des oorlogs!
  24 H335 H2088 Waar H1870 is de weg H216 , [daar] het licht H2505 H8735 verdeeld wordt H6921 , [en] de oostenwind H6327 H8686 zich verstrooit H5921 op H776 de aarde?
  25 H518 Wie H6385 H0 deelt H8585 voor den stortregen H7858 een waterloop H6385 H8765 uit H1870 , en een weg H2385 voor het weerlicht H6963 der donderen?
  26 H4305 H8687 Om te regenen H5921 op H776 het land H3808 H376 , [waar] niemand H4057 is, [op] de woestijn H3808 , waarin geen H120 mens is;
  27 H7722 Om het woeste H4875 en het verwoeste H7646 H8687 te verzadigen H4161 , en om het uitspruitsel H1877 der grasscheutjes H6779 H8687 te doen wassen.
  28 H3426 Heeft H4306 de regen H1 een vader H176 , of H4310 wie H3205 H8689 baart H96 de druppelen H2919 des dauws?
  29 H4480 Uit H4310 wiens H990 buik H3318 H0 komt H7140 het ijs H3318 H8804 voort H4310 , en wie H3205 H8804 baart H3713 den rijm H8064 des hemels?
  30 H68 Als met een steen H2244 H8691 verbergen zich H4325 de wateren H6440 , en het vlakke H8415 des afgrond H3920 H8691 wordt omvat.
  31 H4575 Kunt gij de liefelijkheden H3598 van het Zevengesternte H7194 H8762 binden H176 , of H4189 de strengen H3685 des Orions H6605 H8762 losmaken?
  32 H4216 Kunt gij de Mazzaroth H3318 H8686 voortbrengen H6256 op haar tijd H5906 , en den Wagen H5921 met H1121 zijn kinderen H5148 H8686 leiden?
  33 H3045 H8804 Weet gij H2708 de verordeningen H8064 des hemels H518 , of H4896 kunt gij deszelfs heerschappij H776 op de aarde H7760 H8799 bestellen?
  34 H6963 Kunt gij uw stem H5645 tot de wolken H7311 H8686 opheffen H8229 , opdat een overvloed H4325 van water H3680 H8762 u bedekke?
  35 H1300 Kunt gij de bliksemen H7971 H8762 uitlaten H3212 H8799 , dat zij henenvaren H559 H8799 , en tot u zeggen H2009 : Zie, [hier] zijn wij?
  36 H4310 Wie H2451 heeft de wijsheid H2910 in het binnenste H7896 H8804 gezet H176 ? Of H4310 wie H7907 heeft den zin H998 het verstand H5414 H8804 gegeven?
  37 H4310 Wie H7834 kan de wolken H2451 met wijsheid H5608 H8762 tellen H4310 , en wie H5035 kan de flessen H8064 des hemels H7901 H8686 nederleggen?
  38 H6083 Als het stof H3332 H8800 doorgoten is H4165 tot vastigheid H7263 , en de kluiten H1692 H8792 samenkleven?
  39 H3833 [039:1] Zult gij voor den ouden leeuw H2964 roof H6679 H8799 jagen H2416 , of de graagheid H3715 der jonge leeuwen H4390 H8762 vervullen?
  40 H3588 [039:2] Als H7817 H8799 zij nederbukken H4585 in de holen H5521 , [en] in den kuil H3427 H8799 zitten H3926 , ter H695 loering?
  41 H4310 [039:3] Wie H3559 H8686 bereidt H6158 de raaf H6718 haar kost H3588 , als H3206 haar jongen H413 tot H410 God H7768 H8762 schreeuwen H8582 H8799 , [als] zij dwalen H1097 , omdat er geen H400 eten is?

Psalms 2:7

  7 H413 Ik zal van H2706 het besluit H5608 H8762 verhalen H3068 : de HEERE H413 heeft tot H559 H8804 Mij gezegd H859 : Gij H1121 zijt Mijn Zoon H3117 , heden H3205 H8804 heb Ik U gegenereerd.

Psalms 22:27

  27 H657 [022:28] Alle einden H776 der aarde H2142 H8799 zullen het gedenken H3068 , en zich tot den HEERE H7725 H8799 bekeren H4940 ; en alle geslachten H1471 der heidenen H6440 zullen voor Uw aangezicht H7812 H8691 aanbidden.

Psalms 24:2

  2 H3245 H8804 Want Hij heeft ze gegrond H3220 op de zeeen H3559 H8787 , en heeft ze gevestigd H5104 op de rivieren.

Psalms 68:18

  18 H5927 H8804 [068:19] Gij zijt opgevaren H4791 in de hoogte H7617 H8804 ; Gij hebt de gevangenis H7628 gevankelijk gevoerd H4979 ; Gij hebt gaven H3947 H8804 genomen H120 [om] [uit] [te] [delen] onder de mensen H5637 H8802 ; ja, ook de wederhorigen H7931 H8800 om [bij] [U] te wonen H3050 , o HEERE H430 God!

Psalms 104:2-35

  2 H5844 H8802 Hij bedekt Zich H216 met het licht H8008 , als met een kleed H5186 H8802 ; Hij rekt H8064 den hemel H3407 uit als een gordijn.
  3 H5944 Die Zijn opperzalen H7136 H8764 zoldert H4325 in de wateren H5645 , Die van de wolken H7398 Zijn wagen H7760 H8802 maakt H3671 , Die op de vleugelen H7307 des winds H1980 H8764 wandelt.
  4 H6213 H8802 Hij maakt H4397 Zijn engelen H7307 geesten H8334 H8764 , Zijn dienaars H3857 H8802 tot een vlammend H784 vuur.
  5 H776 Hij heeft de aarde H3245 H8804 gegrond H4349 op haar grondvesten H5769 ; zij zal nimmermeer H5703 noch eeuwiglijk H4131 H8735 wankelen.
  6 H8415 Gij hadt ze met den afgrond H3830 als een kleed H3680 H8765 overdekt H4325 ; de wateren H5975 H8799 stonden H2022 boven de bergen.
  7 H4480 Van H1606 Uw schelden H5127 H8799 vloden zij H2648 H8735 , zij haastten zich H6963 weg voor de stem H7482 Uws donders.
  8 H2022 De bergen H5927 H8799 rezen op H1237 , de dalen H3381 H8799 daalden H4725 , ter plaatse H2088 , die H3245 H8804 Gij voor hen gegrond hadt.
  9 H1366 Gij hebt een paal H7760 H8804 gesteld H5674 H8799 , dien zij niet overgaan zullen H776 ; zij zullen de aarde H7725 H8799 niet weder H3680 H8763 bedekken.
  10 H4599 Die de fonteinen H7971 H8764 uitzendt H5158 door de dalen H2022 , dat zij tussen de gebergten H1980 H8762 henen wandelen.
  11 H8248 H8686 Zij drenken H2416 al het gedierte H7704 des velds H6501 ; de woudezels H7665 H8799 breken H6772 er hun dorst [mede].
  12 H7931 H8799 Bij dezelve woont H5775 het gevogelte H8064 des hemels H6963 , een stem H5414 H8799 gevende H996 van tussen H6073 de takken.
  13 H8248 H8688 Hij drenkt H2022 de bergen H5944 uit Zijn opperzalen H776 ; de aarde H7646 H8799 wordt verzadigd H6529 van de vrucht H4639 Uwer werken.
  14 H2682 Hij doet het gras H6779 H8688 uitspruiten H929 voor de beesten H6212 , en het kruid H5656 tot dienst H120 des mensen H3899 , doende het brood H776 uit de aarde H3318 H8687 voortkomen.
  15 H3196 En den wijn H3824 , die het hart H582 des mensen H8055 H8762 verheugt H6440 , doende het aangezicht H6670 H8687 blinken H8081 van olie H3899 ; en het brood H3824 , dat het hart H582 des mensen H5582 H8799 sterkt.
  16 H6086 De bomen H3068 des HEEREN H7646 H8799 worden verzadigd H730 , de cederbomen H3844 van Libanon H5193 H8804 , die Hij geplant heeft;
  17 H6833 Alwaar de vogeltjes H7077 H8762 nestelen H2624 ; des ooievaars H1004 huis H1265 zijn de dennebomen.
  18 H1364 De hoge H2022 bergen H3277 zijn voor de steenbokken H5553 ; de steenrotsen H4268 zijn een vertrek H8227 voor de konijnen.
  19 H3394 Hij heeft de maan H6213 H8804 gemaakt H4150 tot de gezette tijden H8121 , de zon H3045 H8804 weet H3996 haar ondergang.
  20 H7896 H8799 Gij beschikt H2822 de duisternis H3915 , en het wordt nacht H2416 , in denwelken al het gedierte H3293 des wouds H7430 H8799 uittreedt:
  21 H3715 De jonge leeuwen H7580 H8802 , briesende H2964 om een roof H400 , en om hun spijs H410 van God H1245 H8763 te zoeken.
  22 H8121 De zon H2224 H8799 opgaande H622 H8735 , maken zij zich weg H7257 H8799 , en liggen neder H4585 in hun holen.
  23 H120 De mens H3318 H8799 gaat [dan] uit H6467 tot zijn werk H5656 , en naar zijn arbeid H6153 tot den avond toe.
  24 H7231 H8804 Hoe groot H4639 zijn Uw werken H3068 , o HEERE H2451 ! Gij hebt ze alle met wijsheid H6213 H8804 gemaakt H776 ; het aardrijk H4390 H8804 is vol H7075 van Uw goederen.
  25 H3220 Deze zee H1419 , die groot H7342 en wijd H3027 van ruimte H7431 is, daarin is het wriemelende gedierte H4557 , en dat zonder getal H6996 , kleine H2416 gedierten H1419 met grote.
  26 H1980 H8762 Daar wandelen H591 de schepen H3882 , [en] de Leviathan H3335 H8804 , dien Gij geformeerd hebt H7832 H8763 , [om] daarin te spelen.
  27 H7663 H8762 Zij allen wachten H400 op U, dat Gij [hun] hun spijze H5414 H8800 geeft H6256 te zijner tijd.
  28 H5414 H8799 Geeft Gij H3950 H8799 ze hun, zij vergaderen H3027 ze; doet Gij Uw hand H6605 H8799 open H2896 , zij worden met goed H7646 H8799 verzadigd.
  29 H5641 H8686 Verbergt Gij H6440 Uw aangezicht H926 H8735 , zij worden verschrikt H7307 ; neemt Gij hun adem H622 H8799 weg H1478 H8799 , zij sterven H7725 H8799 , en zij keren weder H6083 tot hun stof.
  30 H7971 H8762 Zendt Gij H7307 Uw Geest H1254 H8735 uit, zo worden zij geschapen H2318 H8762 , en Gij vernieuwt H6440 het gelaat H127 des aardrijks.
  31 H3519 De heerlijkheid H3068 des HEEREN H5769 zij tot in der eeuwigheid H3068 ; de HEERE H8055 H8799 verblijde Zich H4639 in Zijn werken.
  32 H776 Als Hij de aarde H5027 H8688 aanschouwt H7460 H8799 , zo beeft zij H2022 ; als Hij de bergen H5060 H8799 aanroert H6225 H8799 , zo roken zij.
  33 H3068 Ik zal den HEERE H7891 H8799 zingen H2416 in mijn leven H430 ; ik zal mijn God H2167 H8762 psalmzingen H5750 , terwijl ik nog ben.
  34 H7879 Mijn overdenking H6149 H8799 van Hem zal zoet zijn H3068 ; ik zal mij in den HEERE H8055 H8799 verblijden.
  35 H2400 De zondaars H776 zullen van de aarde H8552 H8735 verdaan worden H7563 , en de goddelozen H1288 H8761 zullen niet meer zijn. Loof H3068 den HEERE H5315 , mijn ziel H1984 H8761 H3050 ! Hallelujah!

Isaiah 7:14

  14 H136 Daarom zal de Heere H226 Zelf ulieden een teken H5414 H8799 geven H5959 ; ziet, een maagd H2030 zal zwanger worden H1121 , en zij zal een Zoon H3205 H8802 baren H8034 , en Zijn naam H410 H6005 IMMANUEL H7121 H8804 heten.

Isaiah 9:6

  6 H3206 [09:5] Want een Kind H3205 H8795 is ons geboren H1121 , een Zoon H5414 H8738 is ons gegeven H4951 , en de heerschappij H7926 is op Zijn schouder H7121 H8799 ; en men noemt H8034 Zijn naam H6382 Wonderlijk H3289 H8802 , Raad H1368 , Sterke H410 God H1 , Vader H5703 der eeuwigheid H8269 H7965 , Vredevorst;

Isaiah 40:12-31

  12 H4325 Wie heeft de wateren H8168 met Zijn vuist H4058 H8804 gemeten H8064 , en van de hemelen H2239 met de span H8505 H8765 de maat genomen H7991 , en heeft met een drieling H6083 het stof H776 der aarde H3557 H8804 begrepen H2022 , en de bergen H8254 H8804 gewogen H6425 in een waag H1389 , en de heuvelen H3976 in een weegschaal?
  13 H7307 Wie heeft den Geest H3068 des HEEREN H8505 H8765 bestierd H376 H6098 , en [wie] heeft Hem [als] Zijn raadsman H3045 H8686 onderwezen?
  14 H3289 H8738 Met wien heeft Hij raad gehouden H995 H8799 , die Hem verstand zou geven H3925 H8762 , en Hem zou leren H734 van het pad H4941 des rechts H1847 , en Hem wetenschap H3925 H8762 zou leren H3045 H8686 , en Hem zou bekend maken H1870 den weg H8394 des veelvoudigen verstands?
  15 H1471 Ziet, de volken H2803 H8738 zijn geacht H4752 als een druppel H1805 van een emmer H7834 , en als een stofje H3976 van de weegschaal H5190 H0 ; ziet, Hij werpt H339 de eilanden H5190 H8799 henen H1851 als dun stof!
  16 H3844 En de Libanon H369 is niet H1767 genoegzaam H1197 H8763 om te branden H2416 , en zijn gedierte H1767 is niet genoegzaam H5930 ten brandoffer.
  17 H1471 Alle volken H2803 H8738 zijn als niets voor Hem; en zij worden bij Hem geacht H657 minder dan niet H8414 , en ijdelheid.
  18 H410 Bij wien dan zult gij God H1819 H8762 vergelijken H1823 , of wat gelijkenis H6186 H8799 zult gij op Hem toepassen?
  19 H2796 De werkmeester H5258 H8804 giet H6459 een beeld H6884 H8802 , en de goudsmid H7554 H8762 overtrekt H2091 het met goud H6884 H8802 , en giet H3701 er zilveren H7577 ketenen [toe].
  20 H5533 H8794 H8676 H5534 H8765 Die verarmd is H8641 , dat hij niet te offeren H977 H8799 heeft, die kiest H6086 een hout H7537 H8799 uit, [dat] niet verrotte H1245 H8762 ; hij zoekt zich H2450 een wijzen H2796 werkmeester H6459 , om een beeld H3559 H8687 te bereiden H4131 H8735 , [dat] niet wankele.
  21 H3045 H8799 Weet gijlieden H8085 H8799 niet? Hoort gij H7218 niet? Is het u van den beginne H5046 H8717 aan niet bekend gemaakt H4146 ! Hebt gij op de grondvesten H776 der aarde H995 H8689 niet gelet?
  22 H3427 H8802 Hij is het, Die daar zit H2329 boven den kloot H776 der aarde H3427 H8802 , en derzelver inwoners H2284 zijn als sprinkhanen H8064 ; Hij is het, Die de hemelen H5186 H8802 uitspant H1852 als een dunnen doek H4969 H8799 , en breidt ze uit H168 als een tent H3427 H8800 , om te bewonen;
  23 H7336 H8802 Die de vorsten H5414 H8802 te niet maakt H8199 H8802 ; de richters H776 der aarde H6213 H8804 maakt Hij H8414 tot ijdelheid.
  24 H5193 H8738 Ja, zij worden niet geplant H2232 H8795 , ja, zij worden niet gezaaid H1503 , ja, hun afgehouwen stam H8327 H8782 wortelt H776 niet in de aarde H5398 H8804 ; ook als Hij op hen blazen zal H3001 H8799 , zo zullen zij verdorren H5591 , en een stormwind H7179 zal hen als een stoppel H5375 H8799 wegnemen.
  25 H1819 H8762 Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken H7737 H8799 , dien Ik gelijk zij H559 H8799 ? zegt H6918 de Heilige.
  26 H5375 H8798 Heft H5869 uw ogen H4791 op omhoog H7200 H8798 , en ziet H1254 H8804 , Wie deze dingen geschapen heeft H4557 ; Die in getal H6635 hun heir H3318 H8688 voortbrengt H8034 ; Die ze alle bij name H7121 H8799 roept H7230 , vanwege de grootheid H202 [Zijner] krachten H533 , en [omdat] Hij sterk H3581 van vermogen H376 is; er wordt er niet een H5737 H8738 gemist.
  27 H559 H8799 Waarom zegt gij H3290 [dan], o Jakob H1696 H8762 ! en spreekt H3478 , o Israel H1870 ! mijn weg H3068 is voor den HEERE H5641 H8738 verborgen H4941 , en mijn recht H5674 H0 gaat H430 van mijn God H5674 H8799 voorbij?
  28 H3045 H8804 Weet gij H8085 H8804 het niet? Hebt gij niet gehoord H5769 , dat de eeuwige H430 God H3068 , de HEERE H1254 H8802 , de Schepper H7098 van de einden H776 der aarde H3286 H8799 , noch moede H3021 H8799 noch mat wordt H2714 ? Er is geen doorgronding H8394 van Zijn verstand.
  29 H5414 H8802 Hij geeft H3287 den moeden H3581 kracht H7235 H8686 , en Hij vermenigvuldigt H6109 de sterkte H202 dien, die geen krachten heeft.
  30 H5288 De jongen H3286 H8799 zullen moede H3021 H8799 en mat worden H970 , en de jongelingen H3782 H8800 zullen gewisselijk H3782 H8735 vallen;
  31 H3068 Maar dien den HEERE H6960 H8802 verwachten H3581 , zullen de kracht H2498 H8686 vernieuwen H5927 H8799 ; zij zullen opvaren H83 met vleugelen H5404 , gelijk de arenden H7323 H8799 ; zij zullen lopen H3021 H8799 , en niet moede worden H3212 H8799 ; zij zullen wandelen H3286 H8799 , en niet mat worden.

Isaiah 53:8

  8 H6115 Hij is uit den angst H4941 en uit het gericht H3947 H8795 weggenomen H1755 ; en wie zal Zijn leeftijd H7878 H8787 uitspreken H1504 H8738 ? Want Hij is afgesneden H776 uit het land H2416 der levenden H6588 ; om de overtreding H5971 Mijns volks H5061 is de plage op Hem geweest.

Jeremiah 23:6

  6 H3117 In Zijn dagen H3063 zal Juda H3467 H8735 verlost worden H3478 , en Israel H983 zeker H7931 H8799 wonen H8034 ; en dit zal Zijn naam H7121 H8799 zijn, waarmede men Hem zal noemen H3072 : De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID.

Matthew 1:21-23

  21 G1161 En G5207 zij zal een Zoon G5088 G5695 baren G2532 , en G846 gij zult Zijn G3686 naam G2564 G5692 heten G2424 JEZUS G1063 ; want G846 Hij zal Zijn G2992 volk G4982 G5692 zalig maken G575 van G846 hun G266 zonden.
  22 G1161 En G5124 dit G3650 alles G1096 G5754 is geschied G2443 , opdat G4137 G5686 vervuld zou worden G3588 , hetgeen G5259 van G2962 den Heere G4483 G5685 gesproken is G1223 , door G4396 den profeet G3004 G5723 , zeggende:
  23 G2400 G5628 Ziet G3933 , de maagd G1722 G1064 G2192 G5692 zal zwanger worden G2532 , en G5207 een Zoon G5088 G5695 baren G2532 , en G846 gij zult Zijn G3686 naam G2564 G5692 heten G1694 Emmanuel G3739 ; hetwelk G2076 G5748 is G3177 G5746 , overgezet zijnde G2316 , God G3326 met G2257 ons.

Luke 10:22

  22 G3956 Alle dingen G3427 zijn Mij G5259 van G3450 Mijn G3962 Vader G3860 G5681 overgegeven G2532 ; en G3762 niemand G1097 G5719 weet G5101 , wie G5207 de Zoon G2076 G5748 is G1508 , dan G3962 de Vader G2532 ; en G5101 wie G3962 de Vader G2076 G5748 is G1508 , dan G5207 de Zoon G2532 , en G3739 G1437 dien G5207 het de Zoon G1014 G5741 zal willen G601 G5658 openbaren.

John 3:13

  13 G2532 En G3762 niemand G305 G5758 is opgevaren G1519 in G3772 den hemel G1508 , dan G1537 Die uit G3772 den hemel G2597 G5631 nedergekomen is G5207 , [namelijk] de Zoon G444 des mensen G3588 , Die G1722 in G3772 den hemel G5607 G5752 is.

Romans 10:6

  6 G1161 Maar G1343 de rechtvaardigheid G1537 , die uit G4102 het geloof G3004 G5719 is, spreekt G3779 aldus G2036 G5632 : Zeg G3361 niet G1722 in G4675 uw G2588 hart G5101 : Wie G1519 zal in G3772 den hemel G305 G5695 opklimmen G5124 ? Hetzelve G5123 G5748 is G5547 Christus G2609 G5629 [van] [boven] afbrengen.

Ephesians 4:8-10

  8 G1352 Daarom G3004 G5719 zegt Hij G305 G5631 : Als Hij opgevaren is G1519 in G5311 de hoogte G161 , heeft Hij de gevangenis G162 G5656 gevangen genomen G2532 , en G444 heeft den mensen G1390 gaven G1325 G5656 gegeven.
  9 G1161 Nu dit G305 G5627 : Hij is opgevaren G5101 ; wat G2076 G5748 is het G1508 , dan G3754 dat G2532 Hij ook G4412 eerst G2597 G5627 is nedergedaald G1519 in G2737 de nederste G3313 delen G1093 der aarde?
  10 G2597 G5631 Die nedergedaald is G2076 G5748 , is G2532 Dezelfde ook G305 G5631 , Die opgevaren is G5231 verre boven G3956 al G3772 de hemelen G2443 , opdat G3956 Hij alle dingen G4137 G5661 vervullen zou.

Revelation 19:12

  12 G1161 En G846 Zijn G3788 ogen G5613 waren als G5395 een vlam G4442 vuurs G2532 , en G1909 op G846 Zijn G2776 hoofd G4183 waren vele G1238 koninklijke hoeden G2192 G5723 ; en Hij had G3686 een naam G1125 G5772 geschreven G3739 , die G3762 niemand G1492 G5758 wist G1508 , dan G846 Hij Zelf.

Genesis 15:1

  1 H310 Na H428 deze H1697 dingen H1961 H8804 geschiedde H1697 het woord H3068 des HEEREN H413 tot H87 Abram H4236 in een gezicht H559 H8800 , zeggende H3372 H8799 : Vrees H408 niet H87 , Abram H595 ! Ik H4043 [ben] u een Schild H7939 , uw Loon H3966 zeer H7235 H8687 groot.

Psalms 3:3

  3 H859 [03:4] Doch Gij H3068 ,HEERE H4043 ! zijt een Schild H1157 voor mij H3519 , mijn eer H7218 , en Die mijn hoofd H7311 H8688 opheft.

Psalms 12:6

  6 H565 [012:7] De redenen H3068 des HEEREN H2889 zijn reine H565 redenen H3701 , zilver H6884 H8803 , gelouterd H776 in een aarden H5948 smeltkroes H2212 H8794 , gezuiverd H7659 zevenmaal.

Psalms 18:30

  30 H410 [018:31] Gods H1870 weg H8549 is volmaakt H565 ; de rede H3068 des HEEREN H6884 H8803 is doorlouterd H4043 ; Hij is een Schild H2620 H8802 allen, die op Hem betrouwen.

Psalms 19:8

  8 H6490 [019:9] De bevelen H3068 des HEEREN H3477 zijn recht H8055 H8764 , verblijdende H3820 het hart H4687 ; het gebod H3068 des HEEREN H1249 is zuiver H215 H8688 , verlichtende H5869 de ogen.

Psalms 84:11

  11 H430 [084:12] Want God H3068 , de HEERE H8121 , is een Zon H4043 en Schild H3068 ; de HEERE H2580 zal genade H3519 en eer H5414 H8799 geven H2896 ; Hij zal het goede H4513 H8799 niet onthouden H8549 dengenen, die in oprechtheid H1980 H8802 wandelen.

Psalms 91:2

  2 H3068 Ik zal tot den HEERE H559 H8799 zeggen H4268 : Mijn Toevlucht H4686 en mijn Burg H430 ! mijn God H982 H8799 , op Welken ik vertrouw!

Psalms 115:9-11

  9 H3478 Israel H982 H8798 ! vertrouw gij H3068 op den HEERE H5828 ; Hij is hun Hulp H4043 en hun Schild.
  10 H1004 Gij huis H175 van Aaron H982 H8798 ! vertrouw H3068 op den HEERE H5828 ; Hij is hun Hulp H4043 en hun Schild.
  11 H3068 Gijlieden, die den HEERE H3373 vreest H982 H8798 ! vertrouwt H3068 op den HEERE H5828 ; Hij is hun Hulp H4043 en hun Schild.

Psalms 119:140

  140 H565 Uw woord H3966 is zeer H6884 H8803 gelouterd H5650 , en Uw knecht H157 H8804 heeft het lief.

Psalms 144:2

  2 H2617 Mijn Goedertierenheid H4686 en mijn Burg H4869 , mijn Hoog Vertrek H6403 H8764 en mijn Bevrijder H4043 voor mij, mijn Schild H2620 H8804 , en op Wien ik mij betrouwe H5971 ; Die mijn volk H7286 H8802 aan mij onderwerpt!

Romans 7:12

  12 G5620 Alzo G3303 is dan G3551 de wet G40 heilig G2532 , en G1785 het gebod G40 is heilig G2532 , en G1342 rechtvaardig G2532 , en G18 goed.

James 3:17

  17 G1161 Maar G4678 de wijsheid G509 , die van boven G2076 G5748 is, die is G4412 ten eerste G3303 G53 zuiver G1899 , daarna G1516 vreedzaam G1933 , bescheiden G2138 , gezeggelijk G3324 , vol G1656 van barmhartigheid G2532 en G18 van goede G2590 vruchten G87 , niet partijdig oordelende G2532 , en G505 ongeveinsd.

Deuteronomy 4:2

  2 H1697 Gij zult tot dit woord H6680 H8764 , dat ik u gebiede H3254 H8686 , niet toedoen H1639 H8799 , ook daarvan niet afdoen H8104 H8800 ; opdat gij bewaart H4687 de geboden H3068 van den HEERE H430 , uw God H6680 H8764 , die ik u gebiede.

Deuteronomy 12:32

  32 H1697 Al dit woord H6680 H8764 , hetwelk ik ulieden gebiede H8104 H8799 , zult gij waarnemen H6213 H8800 om te doen H3254 H8686 ; gij zult daar niet toedoen H1639 H8799 , en daarvan niet afdoen.

Job 13:7-9

  7 H410 Zult gij voor God H5766 onrecht H1696 H8762 spreken H7423 , en zult gij voor Hem bedriegerij H1696 H8762 spreken?
  8 H6440 Zult gij Zijn aangezicht H5375 H8799 aannemen H518 ? H410 Zult gij voor God H7378 H8799 twisten?
  9 H2895 H8804 Zal het goed zijn H3588 , als H853 Hij u H2713 H8799 zal onderzoeken H518 ? H2048 H8762 Zult gij met Hem spotten H582 , gelijk men met een mens H2048 H8763 spot?

1 Corinthians 15:15

  15 G1161 En G2532 zo worden wij ook G2147 G5743 bevonden G5575 valse getuigen G2316 Gods G3754 ; want G2596 wij hebben van G2316 God G3140 G5656 getuigd G3754 , dat G5547 Hij Christus G1453 G5656 opgewekt heeft G3739 , Dien G3756 Hij niet G1453 G5656 heeft opgewekt G1512 , zo G686 namelijk G3498 de doden G3756 niet G1453 G5743 opgewekt worden.

Revelation 22:18-19

  18 G1063 Want G4828 G5736 ik betuig G3956 aan een iegelijk G3056 , die de woorden G4394 der profetie G5127 dezes G975 boeks G191 G5723 hoort G1437 : Indien G5100 iemand G4314 tot G5023 deze dingen G2007 G5725 toedoet G2316 , God G1909 G846 zal hem G2007 G5692 toedoen G4127 de plagen G1722 , die in G5129 dit G975 boek G1125 G5772 geschreven zijn.
  19 G2532 En G1437 indien G5100 iemand G851 G5725 afdoet G575 van G3056 de woorden G976 des boeks G5129 dezer G4394 profetie G2316 , God G846 zal zijn G3313 deel G851 G5692 afdoen G575 uit G976 het boek G2222 des levens G2532 , en G1537 uit G40 de heilige G4172 stad G2532 , en G1722 [uit] hetgeen in G5026 dit G975 boek G1125 G5772 geschreven is.

1 Kings 3:5-9

  5 H1391 Te Gibeon H7200 H8738 verscheen H3068 de HEERE H413 aan H8010 Salomo H2472 in een droom H3915 des nachts H430 en God H559 H8799 zeide H7592 H8798 : Begeer H4100 wat H5414 H8799 Ik u geven zal.
  6 H8010 En Salomo H559 H8799 zeide H859 : Gij H5973 hebt aan H5650 Uw knecht H1732 David H1 , mijn vader H1419 , grote H2617 weldadigheid H6213 H8804 gedaan H834 , gelijk als H6440 hij voor Uw aangezicht H1980 H8804 gewandeld heeft H571 , in waarheid H6666 , en in gerechtigheid H3483 , en in oprechtheid H3824 des harten H5973 met H2088 U; en Gij hebt hem deze H1419 grote H2617 weldadigheid H8104 H8799 gehouden H5414 H8799 , dat Gij hem gegeven hebt H1121 een zoon H3427 H8802 , zittende H5921 op H3678 zijn troon H2088 , als te dezen H3117 dage.
  7 H6258 Nu dan H3068 , HEERE H430 , mijn God H859 ! Gij H5650 hebt Uw knecht H4427 H8689 koning gemaakt H8478 in de plaats H1 van mijn vader H1732 David H595 ; en ik H6996 ben een klein H5288 jongeling H3045 H8799 , ik weet H3808 niet H3318 H8800 uit te gaan H935 H8800 noch in te gaan.
  8 H5650 En Uw knecht H8432 is in het midden H5971 van Uw volk H977 H8804 , dat Gij verkoren hebt H7227 , een groot H5971 volk H834 , hetwelk H3808 niet H4487 H8735 kan geteld H3808 noch H5608 H8735 gerekend worden H4480 , vanwege H7230 de menigte.
  9 H5414 H8804 Geef H5650 dan Uw knecht H8085 H8802 een verstandig H3820 hart H5971 , om Uw volk H8199 H8800 te richten H995 H8687 , verstandelijk onderscheidende H2896 tussen goed H7451 en kwaad H3588 ; want H4310 wie H2088 zou dit H3515 Uw zwaar H5971 volk H3201 H8799 kunnen H8199 H8800 richten?

2 Kings 2:9

  9 H1961 H8799 Het geschiedde H5674 H8800 nu, als zij overgekomen waren H452 , dat Elia H559 H8804 zeide H413 tot H477 Elisa H7592 H8798 : Begeer H4100 wat H6213 H8799 ik u doen zal H2962 , eer H4480 ik van H5973 bij H3947 H8735 u weggenomen worde H477 . En Elisa H559 H8799 zeide H4994 : Dat toch H8147 twee H6310 delen H7307 van uw geest H413 op H1961 H8799 mij zijn!

Psalms 21:2

  2 H3820 [021:3] Gij hebt hem zijns harten H8378 wens H5414 H8804 gegeven H782 , en de uitspraak H8193 zijner lippen H4513 H8804 hebt Gij niet geweerd H5542 . Sela.

Psalms 27:4

  4 H259 Een H3068 ding heb ik van den HEERE H7592 H8804 begeerd H1245 H8762 , dat zal ik zoeken H3117 : dat ik al de dagen H2416 mijns levens H3427 H8800 mocht wonen H1004 in het huis H3068 des HEEREN H5278 , om de liefelijkheid H3068 des HEEREN H2372 H8800 te aanschouwen H1239 H8763 , en te onderzoeken H1964 in Zijn tempel.

Luke 10:42

  42 G1161 Maar G1520 een ding G2076 G5748 is G5532 nodig G1161 ; doch G3137 Maria G18 heeft het goede G3310 deel G1586 G5668 uitgekozen G3748 , hetwelk G575 van G846 haar G3756 niet G851 G5701 zal weggenomen worden.

Genesis 28:20

  20 H3290 En Jakob H5087 H8799 beloofde H5088 een gelofte H559 H8800 , zeggende H518 : Wanneer H430 God H5978 met H1961 H8799 mij geweest zal zijn H8104 H8804 , en mij behoed zal hebben H2088 op dezen H1870 weg H834 , dien H595 ik H1980 H8802 reize H5414 H8804 , en mij gegeven zal hebben H3899 brood H398 H8800 om te eten H899 , en klederen H3847 H8800 om aan te trekken;

Genesis 48:15-16

  15 H1288 H8762 En hij zegende H3130 Jozef H559 H8799 , en zeide H430 : De God H834 , voor Wiens H6440 aangezicht H1 mijn vaders H85 , Abraham H3327 en Izak H1980 H8694 , gewandeld hebben H430 , die God H853 , Die mij H7462 H8802 gevoed heeft H4480 , van H5750 dat ik was H5704 , tot H2088 op dezen H3117 dag;
  16 H4397 Die Engel H853 , Die mij H1350 H8802 verlost heeft H4480 van H3605 alle H7451 kwaad H1288 H8762 , zegene H5288 deze jongeren H8034 , en dat in hen mijn naam H7121 H8735 genoemd worde H8034 , en de naam H1 mijner vaderen H85 , Abraham H3327 en Izak H1711 H8799 , en dat zij vermenigvuldigen als vissen H7230 in menigte H7130 , in het midden H776 des lands!

Exodus 16:15

  15 H1121 Toen het de kinderen H3478 Israels H7200 H8799 zagen H559 H8799 , zo zeiden zij H376 , de een H251 tot den ander H4478 : Het is Man H3045 H8804 , want zij wisten H4872 niet wat het was. Mozes H559 H8799 dan zeide H3899 tot hen: Dit is het brood H3068 , hetwelk de HEERE H402 ulieden te eten H5414 H8804 gegeven heeft.

Exodus 16:18

  18 H6016 Doch als zij het met den gomer H4058 H8799 maten H7235 H8688 , zo had hij, die veel verzameld had H5736 H8689 , niets over H4591 H8688 , en dien, die weinig verzameld had H2637 H8689 , ontbrak niet H376 ; een iegelijk H3950 H8804 verzamelde H6310 zoveel, als H400 hij eten mocht.

Exodus 16:21-22

  21 H3950 H8799 Zij nu verzamelden H1242 het allen morgen H376 , een iegelijk H6310 naardat H400 hij eten H8121 mocht; want als de zon H2552 H8804 heet werd H4549 H8738 , zo versmolt het.
  22 H8345 En het geschiedde op den zesden H3117 dag H4932 , dat zij dubbel H3899 brood H3950 H8804 verzamelden H8147 , twee H6016 gomers H259 voor een H5387 ; en al de oversten H5712 der vergadering H935 H8799 kwamen H5046 H8686 en verkondigden H4872 het aan Mozes.

Exodus 16:29

  29 H7200 H8798 Ziet H3068 , omdat de HEERE H7676 ulieden den sabbat H5414 H8804 gegeven heeft H5414 H8802 , daarom geeft Hij H8345 u aan den zesden H3117 dag H3117 voor twee dagen H3899 brood H376 ; een ieder H3427 H8798 blijve H376 in zijn plaats! dat niemand H4725 uit zijn plaats H3318 H8799 ga H7637 op den zevenden H3117 dag!

Exodus 16:35

  35 H1121 En de kinderen H3478 Israels H398 H8804 aten H4478 Man H705 veertig H8141 jaren H3427 H8737 , totdat zij in een bewoond H776 land H935 H8800 kwamen H398 H8804 ; zij aten H4478 Man H935 H8800 , totdat zij kwamen H7097 aan de pale H776 van het land H3667 Kanaan.

2 Kings 25:30

  30 H737 En aangaande zijn tering H8548 , een gedurige H737 tering H4480 werd hem van H4428 den koning H5414 H8738 gegeven H3117 , elk dagelijks H1697 bestemde deel H3117 op zijn dag H3605 , al H3117 de dagen H2416 zijns levens.

Job 23:12

  12 H4687 Het gebod H8193 Zijner lippen H3808 heb ik ook niet H4185 H8686 weggedaan H561 ; de redenen H6310 Zijns monds H4480 heb ik meer dan H2706 mijn bescheiden deel H6845 H8804 weggelegd.

Psalms 62:9-10

  9 H1121 [062:10] Immers zijn de gemene H120 lieden H1892 ijdelheid H376 H1121 , de grote lieden H3577 zijn leugen H3976 ; in de weegschaal H5927 H8800 opgewogen H3162 , zouden zij samen H1892 [lichter] zijn dan de ijdelheid.
  10 H982 H8799 [062:11] Vertrouwt H6233 niet op onderdrukking H1498 , noch op roverij H1891 H8799 ; wordt niet ijdel H2428 , als het vermogen H5107 H8799 overvloedig aanwast H7896 H8799 , en zet H3820 er het hart niet op.

Psalms 119:29

  29 H5493 H8685 Wend H1870 van mij den weg H8267 der valsheid H2603 H8798 , en verleen mij genadiglijk H8451 Uw wet.

Psalms 119:37

  37 H5674 H0 Wend H5869 mijn ogen H5674 H8685 af H7723 , dat zij geen ijdelheid H7200 H8800 zien H2421 H8761 ; maak mij levend H1870 door Uw wegen.

Proverbs 21:6

  6 H6467 Te arbeiden H214 om schatten H8267 met een valse H3956 tong H5086 H8737 , is een voortgedrevene H1892 ijdelheid H4194 dergenen, die den dood H1245 H8764 zoeken.

Proverbs 22:8

  8 H5766 Die onrecht H2232 H8802 zaait H205 , zal moeite H7114 H8799 maaien H7626 ; en de roede H5678 zijner verbolgenheid H3615 H8799 zal een einde nemen.

Proverbs 23:5

  5 H5869 Zult gij uw ogen H5774 H8686 H8675 H5774 H8799 laten vliegen H6213 H8800 op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk H3671 vleugelen H6213 H8799 maken H5404 gelijk een arend H8064 , die naar den hemel H5774 H8799 H8675 H5774 H8687 vliegt.

Ecclesiastes 1:2

  2 H1892 Ijdelheid H1892 der ijdelheden H559 H8804 , zegt H6953 de prediker H1892 ; ijdelheid H1892 der ijdelheden H1892 , het is al ijdelheid.

Isaiah 5:18

  18 H1945 Wee H5771 dengenen, die de ongerechtigheid H4900 H8802 trekken H2256 met koorden H7723 der ijdelheid H2403 , en de zonde H5699 H5688 als [met] dikke wagenzelen!

Isaiah 59:4

  4 H6664 Er is niemand, die voor de gerechtigheid H7121 H8802 roept H530 , en niemand, die voor de waarheid H8199 H8737 in het gericht zich begeeft H982 H8800 ; zij vertrouwen H8414 op ijdelheid H1696 H8763 , en spreken H7723 leugen H5999 ; met moeite H2029 H8800 zijn zij zwanger H3205 H8687 , en zij baren H205 ongerechtigheid.

Jeremiah 37:21

  21 H6680 H0 Toen gaf H4428 de koning H6667 Zedekia H6680 H8762 bevel H6485 H8686 ; en zij bestelden H3414 Jeremia H2691 in het voorhof H4307 der bewaring H5414 H8800 , en men gaf H3117 hem des daags H3603 een bol H3899 broods H644 H8802 H2351 uit de Bakkerstraat H3899 , totdat al het brood H5892 van de stad H8552 H8800 op was H3427 H8799 . Alzo bleef H3414 Jeremia H2691 in het voorhof H4307 der bewaring.

Jeremiah 52:34

  34 H737 En aangaande zijn tering H8548 , een gedurige H737 tering H4428 werd hem van den koning H894 van Babel H5414 H8738 gegeven H3117 , elk dagelijks H1697 bestemde deel H3117 op zijn dag H3117 , tot op den dag H4194 zijns doods H3117 , al de dagen H2416 zijns levens.

Matthew 6:11

  11 G1325 G5628 Geef G2254 ons G4594 heden G2257 ons G1967 dagelijks G740 brood.

Matthew 6:33

  33 G1161 Maar G2212 G5720 zoekt G4412 eerst G932 het Koninkrijk G2316 Gods G2532 en G846 Zijn G1343 gerechtigheid G2532 , en G3956 al G5023 deze dingen G5213 zullen u G4369 G5701 toegeworpen worden.

Luke 11:3

  3 G1325 G5720 Geef G2254 ons G2596 elken G2250 dag G2257 ons G1967 dagelijks G740 brood.

John 2:8

  8 G2532 En G3004 G5719 Hij zeide G846 tot hen G501 G5657 : Schept G3568 nu G2532 , en G5342 G5720 draagt G755 het tot den hofmeester G2532 ; en G5342 G5656 zij droegen het.

Acts 14:15

  15 G2532 En G3004 G5723 zeggende G435 : Mannen G5101 , waarom G4160 G5719 doet gij G5130 deze dingen G2249 ? Wij G2070 G5748 zijn G2532 ook G444 mensen G3663 van gelijke bewegingen G5213 als gij G2097 G5734 , en verkondigen G5209 ulieden G575 , dat gij u zoudt van G5023 deze G3152 ijdele G1994 G5721 [dingen] bekeren G1909 tot G2198 G5723 den levenden G2316 God G3739 , Die G4160 G5656 gemaakt heeft G3772 den hemel G2532 , en G1093 de aarde G2532 , en G2281 de zee G2532 , en G3956 al G1722 hetgeen in G846 dezelve is;

1 Timothy 6:6-8

  6 G1161 Doch G2150 de godzaligheid G2076 G5748 is G3173 een groot G4200 gewin G3326 met G841 vergenoeging.
  7 G1063 Want G3762 wij hebben niets G1519 in G2889 de wereld G1533 G5656 gebracht G1212 , het is openbaar G3754 , dat G3761 G wij ook niet G1410 G5736 kunnen G3761 G5100 iets G1627 G5629 daaruit dragen.
  8 G1161 Maar G1305 als wij voedsel G2532 en G4629 deksel G2192 G5723 hebben G5125 , wij zullen daarmede G714 G5701 vergenoegd zijn.

Exodus 5:2

  2 H6547 Maar Farao H559 H8799 zeide H3068 : Wie is de HEERE H6963 , Wiens stem H8085 H8799 ik gehoorzamen zou H3478 , om Israel H7971 H8763 te laten trekken H3045 H8804 ? Ik ken H3068 den HEERE H3478 niet, en ik zal ook Israel H7971 H8762 niet laten trekken.

Exodus 20:7

  7 H8034 Gij zult den naam H3068 des HEEREN H430 uws Gods H7723 niet ijdellijk H5375 H8799 gebruiken H3068 ; want de HEERE H5352 H8762 zal niet onschuldig houden H8034 , die Zijn naam H7723 ijdellijk H5375 H8799 gebruikt.

Leviticus 5:1

  1 H5315 Als nu een mens H2398 H8799 zal gezondigd hebben H8085 H8804 , dat hij gehoord heeft H6963 een stem H423 des vloeks H5707 , waarvan hij getuige H176 is, hetzij H7200 H8804 dat hij het gezien H3045 H8804 of geweten heeft H5046 H8686 ; indien hij het niet te kennen geeft H5771 , zo zal hij zijn ongerechtigheid H5375 H8804 dragen.

Deuteronomy 6:10-12

  10 H3068 Als het dan zal geschied zijn, dat de HEERE H430 , uw God H935 H8686 , u zal hebben ingebracht H776 in dat land H1 , dat Hij uw vaderen H85 , Abraham H3327 , Izak H3290 en Jakob H7650 H8738 , gezworen heeft H5414 H8800 , u te zullen geven H1419 ; grote H2896 en goede H5892 steden H1129 H8804 , die gij niet gebouwd hebt,
  11 H1004 En huizen H4392 , vol H2898 van alle goeds H4390 H8765 , die gij niet gevuld hebt H2672 H8803 , en uitgehouwen H953 bornputten H2672 H8804 , die gij niet uitgehouwen hebt H3754 , wijngaarden H2132 en olijfgaarden H5193 H8804 , die gij niet geplant hebt H398 H8804 , en gij gegeten hebt H7646 H8804 en verzadigd zijt;
  12 H8104 H8734 Zo wacht u H3068 , dat gij den HEERE H7911 H8799 niet vergeet H776 H4714 , Die u uit Egypteland H1004 H5650 , uit het diensthuis H3318 H8689 heeft uitgevoerd.

Deuteronomy 8:10-14

  10 H398 H8804 Als gij dan zult gegeten hebben H7646 H8804 , en verzadigd zijn H3068 , zo zult gij den HEERE H430 , uw God H1288 H8765 , loven H2896 over dat goede H776 land H5414 H8804 , dat Hij u zal hebben gegeven.
  11 H8104 H8734 Wacht u H3068 , dat gij den HEERE H430 , uw God H7911 H8799 , niet vergeet H8104 H8800 , dat gij niet zoudt houden H4687 Zijn geboden H4941 , en Zijn rechten H2708 , en Zijn inzettingen H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede;
  12 H398 H8799 Opdat niet misschien, als gij zult gegeten hebben H7646 H8804 , en verzadigd zijn H2896 , en goede H1004 huizen H1129 H8799 gebouwd hebben H3427 H8804 , en die bewonen,
  13 H1241 En uw runderen H6629 en uw schapen H7235 H8799 zullen vermeerderd zijn H3701 , ook zilver H2091 en goud H7235 H8799 u zal vermeerderd zijn H7235 H8799 , ja, al wat gij hebt vermeerderd zal zijn;
  14 H3824 Uw hart H7311 H8804 zich alsdan verheffe H7911 H8804 , dat gij vergeet H3068 den HEERE H430 , uw God H776 H4714 , Die u uit Egypteland H1004 H5650 , uit het diensthuis H3318 H8688 , uitgevoerd heeft;

Deuteronomy 31:20

  20 H935 H8686 Want Ik zal dit [volk] inbrengen H127 in het land H1 , dat Ik zijn vaderen H7650 H8738 gezworen heb H2100 H8802 , vloeiende H2461 van melk H1706 en honig H398 H8804 , en het zal eten H7646 H8804 , en verzadigd H1878 H8804 , en vet worden H6437 H8804 ; dan zal het zich wenden H312 tot andere H430 goden H5647 H8804 , en hen dienen H5006 H8765 , en zij zullen Mij tergen H1285 , en Mijn verbond H6565 H8689 vernietigen.

Deuteronomy 32:15

  15 H3484 Als nu Jeschurun H8080 H8799 vet werd H1163 H8799 , zo sloeg hij achteruit H8080 H8804 (gij zijt vet H5666 H8804 , gij zijt dik H3780 H8804 , [ja], [met] [vet] overdekt geworden H433 !); en hij liet God H5203 H8799 varen H6213 H8804 , Die hem gemaakt heeft H5034 H8762 , en versmaadde H6697 den Rotssteen H3444 zijns heils.

Joshua 24:27

  27 H3091 En Jozua H559 H8799 zeide H413 tot H3605 het ganse H5971 volk H2009 : Ziet H2063 , deze H68 steen H5713 zal ons tot een getuigenis H1961 H8799 zijn H3588 ; want H1931 hij H8085 H8804 heeft gehoord H3605 al H561 de redenen H3068 des HEEREN H834 , die H5973 Hij tot H1696 H8765 ons gesproken heeft H5713 ; ja, hij zal tot een getuigenis H1961 H8804 tegen ulieden zijn H6435 H0 , opdat H430 gij uw God H6435 niet H3584 H8762 liegt.

2 Chronicles 32:15-17

  15 H6258 Nu dan H2396 , dat Jehizkia H853 ulieden H408 niet H5377 H8686 bedriege H853 , en dat hij u H2063 op zulk een wijze H408 niet H5496 H8686 opruie H539 H8686 , en gelooft H408 hem niet H3588 ; want H3808 H3605 geen H433 god H3605 van enige H1471 natie H4467 en koninkrijk H5971 heeft zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H1 en mijner vaderen H3027 hand H3201 H8799 kunnen H5337 H8687 redden H637 H3588 ; hoeveel H3808 te min H430 zal uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8686 kunnen redden?
  16 H1696 H8765 Daartoe spraken H5650 zijn knechten H5750 nog meer H5921 tegen H430 God H3068 , den HEERE H5921 , en tegen H5650 Zijn knecht H3169 Jehizkia.
  17 H3789 H8804 Ook schreef hij H5612 brieven H3068 , om den HEERE H430 den God H3478 Israels H2778 H8763 , te honen H5921 en om tegen H559 H8800 Hem te spreken H559 H8800 , zeggende H430 : Gelijk de goden H1471 van de natien H776 der landen H834 , die H5971 hun volk H3027 uit mijn hand H3808 niet H5337 H8689 gered hebben H3651 , alzo H430 zal de God H3169 van Jehizkia H5971 Zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H3808 niet H5337 H8686 redden.

Nehemiah 9:25-26

  25 H1219 H8803 En zij hebben vaste H5892 steden H8082 en een vet H127 land H3920 H8799 ingenomen H3423 H8799 , en erfelijk bezeten H1004 , huizen H4392 , vol H3605 van alle H2898 goed H2672 H8803 , uitgehouwen H953 bornputten H3754 , wijngaarden H2132 , olijfgaarden H6086 en bomen H3978 van spijze H7230 , in menigte H398 H8799 ; en zij hebben gegeten H7646 H8799 , en zijn zat H8080 H8686 en vet geworden H5727 H8691 , en hebben in wellust geleefd H1419 , door Uw grote H2898 goedigheid.
  26 H4784 H8686 Maar zij zijn wederspannig geworden H4775 H8799 , en hebben tegen U gerebelleerd H8451 , en Uw wet H310 achter H1458 hun rug H7993 H8686 geworpen H5030 , en Uw profeten H2026 H8804 gedood H834 die H5749 H8689 tegen hen betuigden H7725 H8687 , om hen te doen wederkeren H413 tot H1419 U; alzo hebben zij grote H5007 lasteren H6213 H8799 gedaan.

Job 31:24-28

  24 H518 Zo H2091 ik het goud H3689 tot mijn hoop H7760 H8804 gezet heb H3800 , of tot het fijn goud H559 H8804 gezegd heb H4009 : Gij zijt mijn vertrouwen;
  25 H518 Zo H8055 H8799 ik blijde ben geweest H3588 , omdat H2428 mijn vermogen H7227 groot H3588 was, en omdat H3027 mijn hand H3524 geweldig veel H4672 H8804 verkregen had;
  26 H518 Zo H216 ik het licht H7200 H8799 aangezien heb H3588 , wanneer H1984 H8686 het scheen H3394 , of de maan H3368 heerlijk H1980 H8802 voortgaande;
  27 H3820 En mijn hart H6601 H8799 verlokt is geweest H5643 in het verborgen H3027 , dat mijn hand H6310 mijn mond H5401 H8799 gekust heeft;
  28 H1931 Dat H1571 ware ook H5771 een misdaad H6416 [bij] den rechter H3588 ; want H410 ik zou den God H4480 van H4605 boven H3584 H8765 verzaakt hebben.

Psalms 125:3

  3 H7626 Want de scepter H7562 der goddeloosheid H5117 H8799 zal niet rusten H1486 op het lot H6662 der rechtvaardigen H4616 ; opdat H6662 de rechtvaardigen H3027 hun handen H3808 niet H7971 H8799 uitstrekken H5766 tot onrecht.

Proverbs 6:30-31

  30 H1590 Men doet een dief H936 H8799 geen verachting aan H1589 H8799 , als hij steelt H5315 om zijn ziel H4390 H8763 te vullen H7456 H8799 , dewijl hij honger heeft;
  31 H4672 H8738 En gevonden zijnde H7999 H8762 , vergeldt hij H7659 het zevenvoudig H5414 H8799 ; hij geeft H1952 al het goed H1004 van zijn huis.

Proverbs 29:24

  24 H1590 Die met een dief H2505 H8802 deelt H8130 H8802 , haat H5315 zijn ziel H8085 H8799 ; hij hoort H423 een vloek H5046 H8686 , en hij geeft het niet te kennen.

Jeremiah 2:31

  31 H1755 O geslacht H7200 H8798 , aanmerkt [toch] gijlieden H3068 des HEEREN H1697 woord H3478 ! Ben Ik Israel H4057 een woestijn H776 geweest, of een land H3991 der uiterste donkerheid H559 H8804 ? Waarom zegt H5971 [dan] Mijn volk H7300 H8804 : Wij zijn heren H935 H8799 , wij zullen niet meer tot U komen?

Ezekiel 16:14-15

  14 H3318 H0 Daartoe ging H8034 van u een naam H3318 H8799 uit H1471 onder de heidenen H3308 om uw schoonheid H3632 ; want die was volmaakt H1926 door Mijn heerlijkheid H7760 H8804 , die Ik op u gelegd had H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  15 H982 H8799 Maar gij hebt vertrouwd H3308 op uw schoonheid H2181 H8799 , en hebt gehoereerd H8034 vanwege uw naam H8457 ; ja, hebt uw hoererijen H8210 H8799 uitgestort H5674 H8802 aan een ieder, die voorbijging; voor hem was zij.

Ezekiel 16:49-50

  49 H5771 Ziet, dit was de ongerechtigheid H269 uwer zuster H5467 Sodom H1347 ; hoogmoed H7653 , zatheid H3899 van brood H8252 H8687 en stille H7962 gerustheid H1323 had zij en haar dochteren H2388 H8689 ; maar zij sterkte H3027 de hand H6041 des armen H34 en nooddruftigen niet.
  50 H1361 H8799 En zij verhieven zich H6213 H8799 , en deden H8441 gruwelijkheid H6440 voor Mijn aangezicht H5493 H8686 ; daarom deed Ik ze weg H7200 H8804 , nadat Ik het gezien had.

Daniel 4:17

  17 H6600 Deze zaak H1510 is in het besluit H5894 der wachters H7595 , en deze begeerte H3983 is in het woord H6922 der heiligen H5705 H1701 ; opdat H2417 de levenden H3046 H8748 bekennen H5943 , dat de Allerhoogste H7990 heerschappij heeft H4437 over de koninkrijken H606 der mensen H5415 H8748 , en geeft H4479 ze aan wien H6634 H8748 Hij wil H6966 H8681 , ja, zet H5922 daarover H8215 den laagste H606 onder de mensen.

Daniel 4:30

  30 H6032 H8750 Sprak H4430 de koning H560 H8750 , en zeide H1932 H1668 : Is dit H3809 niet H7229 het grote H895 Babel H576 , dat ik H1124 H8754 gebouwd heb H1005 tot een huis H4437 des koninkrijks H8632 , door de sterkte H2632 mijner macht H3367 , en ter ere H1923 mijner heerlijkheid!

Hosea 13:6

  6 H4830 Daarna zijn zij, naardat hunlieder weide H7646 was, zat geworden H7646 ; als zij zat zijn geworden H3820 , heeft zich hun hart H7311 verheven H7911 ; daarom hebben zij Mij vergeten.

Matthew 26:72

  72 G2532 En G720 G5662 hij loochende G3825 het wederom G3326 met G3727 een eed G3754 , [zeggende]: G1492 G5758 Ik ken G444 den Mens G3756 niet.

Matthew 26:74

  74 G5119 Toen G756 G5662 begon hij G2653 G5721 [zich] te vervloeken G2532 , en G3660 G5721 te zweren G3754 : G1492 G5758 Ik ken G444 den Mens G3756 niet.

Acts 12:22-23

  22 G1161 En G1218 het volk G2019 G5707 riep G5456 [hem] toe: Een stem G2316 Gods G2532 , en G3756 niet G444 eens mensen!
  23 G1161 En G3916 van stonde aan G3960 G5656 sloeg G846 hem G32 een engel G2962 des Heeren G473 , daarom G3739 dat G2316 hij Gode G1391 de eer G3756 niet G1325 G5656 gaf G2532 ; en G1096 G5637 hij werd G4662 van de wormen gegeten G1634 G5656 , en gaf den geest.

Deuteronomy 15:9

  9 H8104 H8734 Wacht u H3824 , dat in uw hart H1697 H1100 geen Belialswoord H559 H8800 zij, om te zeggen H7651 : Het zevende H8141 jaar H8141 , het jaar H8059 der vrijlating H7126 H8804 , naakt H5869 ; dat uw oog H7489 H8804 boos zij H251 tegen uw broeder H34 , die arm H5414 H8799 is, en dat gij hem niet gevet H7121 H8804 ; en hij over u roepe H3068 tot den HEERE H2399 , en zonde in u zij.

Deuteronomy 23:15

  15 H5650 Gij zult een knecht H113 aan zijn heer H5462 H8686 niet overleveren H113 , die van zijn heer H5337 H8735 tot u ontkomen zal zijn.

1 Samuel 22:9-10

  9 H6030 H8799 Toen antwoordde H1673 Doeg H130 , de Edomiet H1931 , die H5921 bij H5650 de knechten H7586 van Saul H5324 H8737 stond H559 H8799 , en zeide H7200 H8804 : Ik zag H1121 den zoon H3448 van Isai H935 H8802 , komende H5011 te Nob H413 , tot H288 Achimelech H1121 , den zoon H285 van Ahitub;
  10 H3068 Die den HEERE H7592 H8799 voor hem vraagde H5414 H8804 , en gaf H6720 hem teerkost H5414 H8804 ; hij gaf H2719 hem ook het zwaard H1555 van Goliath H6430 , den Filistijn.

1 Samuel 24:9

  9 H1732 [024:10] En David H559 H8799 zeide H7586 tot Saul H4100 : Waarom H8085 H8799 hoort gij H1697 de woorden H120 der mensen H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H1732 , David H1245 H8764 zoekt H7451 uw kwaad?

1 Samuel 26:19

  19 H6258 En nu H113 , mijn heer H4428 de koning H8085 H8799 hore H4994 toch H1697 naar de woorden H5650 zijns knechts H518 . Indien H3068 de HEERE H5496 H8689 u tegen mij aanport H4503 , laat Hem het spijsoffer H7306 H8686 rieken H518 ; maar indien H1121 H120 het mensenkinderen H1992 zijn, zo zijn zij H779 H8803 vervloekt H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H3588 , dewijl H3117 zij mij heden H1644 H8765 verstoten H4480 , dat ik niet H5596 H8692 mag vastgehecht blijven H5159 in het erfdeel H3068 des HEEREN H559 H8800 , zeggende H3212 H8798 : Ga heen H5647 H8798 , dien H312 andere H430 goden.

1 Samuel 30:15

  15 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H413 tot H3381 H8686 hem: Zoudt gij mij wel henen afleiden H413 tot H2088 deze H1416 bende H559 H8799 ? Hij dan zeide H7650 H8734 : Zweer H430 mij bij God H518 H0 , dat H518 gij mij niet H4191 H8686 zult doden H518 H0 , en dat H518 gij mij niet H5462 H8686 zult overleveren H3027 in de hand H113 mijns heren H413 ! Zo zal ik u tot H2088 deze H1416 bende H3381 H8686 afleiden.

2 Samuel 16:1-4

  1 H1732 Als nu David H4592 een weinig H4480 van H7218 de hoogte H5674 H8804 was voortgegaan H2009 , ziet H7125 H8800 , toen ontmoette H6717 hem Ziba H4648 , Mefiboseths H5288 jongen H6776 , met een paar H2280 H8803 gezadelde H2543 ezelen H5921 , en daarop H3967 tweehonderd H3899 broden H3967 , met honderd H6778 stukken rozijnen H3967 , en honderd H7019 [stukken] zomervruchten H5035 , en een lederen zak H3196 wijns.
  2 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H413 tot H6717 Ziba H4100 : Wat H428 zult gij daarmede H6717 ? En Ziba H559 H8799 zeide H2543 : De ezels H1004 zijn voor het huis H4428 des konings H7392 H8800 , om op te rijden H3899 en het brood H7019 en de zomervruchten H398 H8800 , om te eten H5288 voor de jongens H3196 ; en de wijn H3287 , opdat de moeden H4057 in de woestijn H8354 H8800 drinken.
  3 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H346 : Waar H1121 is dan de zoon H113 uws heren H6717 ? En Ziba H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H2009 : Zie H3427 H8802 , hij blijft H3389 te Jeruzalem H3588 , want H559 H8804 hij zeide H3117 : Heden H1004 zal mij het huis H3478 Israels H1 mijns vaders H4468 koninkrijk H7725 H8686 wedergeven.
  4 H559 H8799 Zo zeide H4428 de koning H6717 tot Ziba H2009 : Zie H3605 , het zal het uwe zijn alles H834 wat H4648 Mefiboseth H6717 heeft. En Ziba H559 H8799 zeide H7812 H8694 : Ik buig mij neder H2580 , laat mij genade H4672 H8799 vinden H5869 in uw ogen H113 , mijn heer H4428 koning!

2 Samuel 19:26-27

  26 H559 H8799 En hij zeide H113 : Mijn heer H4428 koning H5650 , mijn knecht H7411 H8765 heeft mij bedrogen H3588 ; want H5650 uw knecht H559 H8804 zeide H2543 : Ik zal mij een ezel H2280 H8799 zadelen H5921 , en daarop H7392 H8799 rijden H4428 , en tot den koning H3212 H8799 trekken H3588 , want H5650 uw knecht H6455 is kreupel.
  27 H5650 Daartoe heeft hij uw knecht H413 bij H113 mijn heer H4428 den koning H7270 H8762 valselijk aangedragen H113 ; doch mijn heer H4428 de koning H4397 is als een engel H430 Gods H6213 H8798 ; doe H2896 dan, wat goed H5869 is in uw ogen.

2 Chronicles 24:22-24

  22 H2142 H8804 Zo gedacht H4428 de koning H3101 Joas H3808 niet H2617 der weldadigheid H834 , die H1 zijn vader H3077 Jojada H5973 aan H6213 H8804 hem gedaan had H2026 H8799 , maar doodde H1121 zijn zoon H4194 ; dewelke, als hij stierf H559 H8804 , zeide H3068 : De HEERE H7200 H8799 zal het zien H1875 H8799 en zoeken!
  23 H1961 H8799 Daarom geschiedde H8622 het met den omgang H8141 des jaars H2428 , dat de heirkracht H758 van Syrie H5921 tegen H5927 H8804 hem optoog H935 H8799 , en zij kwamen H413 tot H3063 Juda H3389 en Jeruzalem H7843 H8686 , en verdierven H4480 uit H5971 het volk H3605 al H8269 de vorsten H5971 des volks H7971 H8765 ; en zij zonden H3605 al H7998 hun roof H4428 tot den koning H1834 van Damaskus.
  24 H3588 Hoewel H2428 de heirkracht H758 van Syrie H4705 met weinig H582 mannen H935 H8804 kwam H5414 H8804 , evenwel gaf H3068 de HEERE H3027 in hun hand H2428 een heirkracht H3966 van grote H7230 menigte H3588 , dewijl H3068 zij den HEERE H430 , den God H1 hunner vaderen H5800 H8804 , verlaten hadden H6213 H0 ; alzo voerden zij H8201 de oordelen H6213 H8804 uit H3101 tegen Joas.

Proverbs 11:26

  26 H1250 Wie koren H4513 H8802 inhoudt H5344 H8799 , dien vloekt H3816 het volk H1293 ; maar zegening H7218 zal zijn over het hoofd H7666 H8688 des verkopers.

Proverbs 24:23-24

  23 H2450 Deze [spreuken] zijn ook van de wijzen H6440 . Het aangezicht H4941 in het gericht H5234 H8687 te kennen H2896 , is niet goed.
  24 H7563 Die tot den goddeloze H559 H8802 zegt H6662 : Gij zijt rechtvaardig H5971 ; dien zullen de volken H5344 H8799 vervloeken H3816 , de natien H2194 H8799 zullen hem gram zijn.

Proverbs 28:27

  27 H7326 H8802 Die den armen H5414 H8802 geeft H4270 , zal geen gebrek H5869 hebben; maar die zijn ogen H5956 H8688 verbergt H7227 , zal veel H3994 vervloekt worden.

Ecclesiastes 7:21

  21 H5414 H8799 Geef H3820 ook uw hart H1697 niet tot alle woorden H1696 H8762 , die men spreekt H8085 H8799 , opdat gij niet hoort H5650 , dat uw knecht H7043 H8764 u vloekt.

Daniel 3:8-18

  8 H6903 H3606 Daarom H7127 H8754 naderden H1836 even ter zelfder H2166 tijd H3779 Chaldeeuwse H1400 mannen H3062 , die de Joden H399 H8754 openlijk H7170 beschuldigden;
  9 H6032 H8754 Zij antwoordden H560 H8750 en zeiden H4430 tot den koning H5020 Nebukadnezar H4430 : O koning H2418 H8747 ! leef H5957 in der eeuwigheid!
  10 H607 Gij H4430 , o koning H2942 ! hebt een bevel H7761 H8754 gegeven H3606 , dat alle H606 mensen H8086 H8748 , die horen zouden H7032 het geluid H7162 des hoorns H4953 , der pijp H7030 H8675 H7030 , der citer H5443 , der vedel H6460 , der psalteren H5481 H8675 H5481 , en des akkoordgezangs H3606 , en allerlei H2178 soorten H2170 van muziek H5308 H8748 , nedervallen H1722 , en het gouden H6755 beeld H5457 H8748 aanbidden zouden;
  11 H4479 En wie H3809 niet H5308 H8748 nederviel H5457 H8748 , en aanbad H1459 , die zou in het midden H861 van den oven H3345 H8751 des brandenden H5135 vuurs H7412 H8729 geworpen worden.
  12 H383 Er zijn H3062 Joodse H1400 mannen H3487 , die H5922 gij over H5673 de bediening H4083 van het landschap H895 van Babel H4483 H8745 gesteld hebt H7715 , Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H479 ; deze H1400 mannen H4430 hebben, o koning H5922 ! op u H3809 geen H2942 acht H7761 H8754 gesteld H426 ; uw goden H6399 H8750 eren zij H3809 niet H5457 H0 , en zij bidden H1722 het gouden H6755 beeld H3809 niet H5457 H8750 aan H6966 H8684 , hetwelk gij opgericht hebt.
  13 H116 Toen H560 H8754 zeide H5020 Nebukadnezar H7266 in toorn H2528 en grimmigheid H7715 , dat men Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H858 H8682 voorbrengen zou H116 ; toen H479 werden die H1400 mannen H6925 voor H4430 den koning H858 H8717 gebracht.
  14 H5020 Nebukadnezar H6032 H8750 antwoordde H560 H8750 en zeide H6656 tot hen: Is het met opzet H7715 , Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H383 , dat gijlieden H426 mijn goden H3809 niet H6399 H8750 eert H1722 , en het gouden H6755 beeld H6966 H8684 , dat ik opgericht heb H3809 , niet H5457 H8750 aanbidt?
  15 H3705 Nu dan H2006 , zo H6263 gijlieden gereed H383 zijt H5732 , dat gij ten tijde H8086 H8748 , als gij horen zult H7032 het geluid H7162 des hoorns H4953 , der pijp H7030 H8675 H7030 , der citer H5443 , der vedel H6460 , der psalteren H5481 , en des akkoordgezangs H3606 , en allerlei H2178 soort H2170 der muziek H5308 H8748 , nedervalt H5457 H8748 , en aanbidt H6755 het beeld H5648 H8754 , dat ik gemaakt heb H2006 , [zo] [is] [het] [wel]; maar zo H3809 gijlieden het niet H5457 H8748 aanbidt H8160 ; ter zelfder ure H7412 H8729 zult gijlieden geworpen worden H1459 in het midden H861 van den oven H3345 H8751 des brandenden H5135 vuurs H4479 ; en wie H426 is de God H4481 , Die ulieden uit H3028 mijn handen H7804 H8755 verlossen zou?
  16 H7715 Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H6032 H8754 antwoordden H560 H8750 en zeiden H4430 tot den koning H5020 Nebukadnezar H586 : Wij H2818 H0 hebben H3809 niet H2818 H8750 nodig H5922 u op H1836 deze H6600 zaak H8421 H8682 te antwoorden.
  17 H2006 Zal het zo H426 zijn, onze God H586 , Dien wij H6399 H8750 eren H383 , is H3202 H8750 machtig H7804 H8756 ons te verlossen H4481 uit H861 den oven H3345 H8751 des brandenden H5135 vuurs H4481 , en Hij zal [ons] uit H3028 uw hand H4430 , o koning H7804 H8755 ! verlossen.
  18 H2006 Maar zo H3809 niet H1934 H8748 , u zij H3046 H8752 bekend H4430 , o koning H426 ! dat wij uw goden H3809 niet H383 zullen H6399 H8750 eren H3809 , noch H1722 het gouden H6755 beeld H6966 H8684 , dat gij hebt opgericht H5457 H8748 , zullen aanbidden.

Daniel 6:13

  13 H116 [06:14] Toen H6032 H8754 antwoordden zij H560 H8750 , en zeiden H6925 voor H4430 den koning H1841 : Daniel H4481 , een van H1123 H1547 de gevankelijk weggevoerden H3061 uit Juda H4430 heeft, o koning H5922 ! op u H3809 geen H2942 acht H7761 H8754 gesteld H633 , noch op het gebod H7560 H8754 dat gij getekend hebt H1156 H8750 ; maar hij bidt H8532 op drie H2166 tijden H3118 's daags H1159 zijn gebed.

Daniel 6:24

  24 H560 H8754 [06:25] Toen beval H4430 de koning H858 H8684 , en zij brachten H479 die H1400 mannen H1841 voor, die Daniel H7170 overluid H399 H8754 beschuldigd hadden H7412 H8754 , en zij wierpen H1358 in den kuil H744 der leeuwen H581 hen H1123 , hun kinderen H5389 , en hun vrouwen H4291 H8754 ; en zij kwamen H3809 niet H773 op den grond H1358 des kuils H744 , of de leeuwen H5705 H7981 H8754 heersten H1855 H8684 over hen, zij vermorzelden H3606 ook al H1635 hun beenderen.

Romans 14:4

  4 G5101 Wie G1488 G5748 zijt G4771 gij G245 , die eens anderen G3610 huisknecht G2919 G5723 oordeelt G4739 G5719 ? Hij staat G2228 , of G4098 G5719 hij valt G2398 zijn eigen G2962 heer G1161 ; doch G2476 G5701 hij zal vastgesteld worden G1063 , want G2316 God G2076 G5748 is G1415 machtig G846 hem G2476 G5658 vast te stellen.

Exodus 21:17

  17 H1 Wie ook zijn vader H517 of zijn moeder H7043 H8764 vloekt H4191 H8800 , die zal zekerlijk H4191 H8714 gedood worden.

Leviticus 20:9

  9 H376 H376 Als er iemand H1 is, die zijn vader H517 of zijn moeder H7043 H8762 zal gevloekt hebben H4191 H8800 , die zal zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H1 ; hij heeft zijn vader H517 of zijn moeder H7043 H8765 gevloekt H1818 ; zijn bloed is op hem!

Deuteronomy 21:20-21

  20 H559 H8804 En zij zullen zeggen H2205 tot de oudsten H5892 zijner stad H1121 : Deze onze zoon H5637 H8802 is afwijkende H4784 H8802 en wederspannig H6963 , hij is onze stem H8085 H8802 niet gehoorzaam H2151 H8802 ; hij is een brasser H5433 H8802 en zuiper.
  21 H582 Dan zullen alle lieden H5892 zijner stad H68 hem met stenen H7275 H8804 overwerpen H4191 H8804 , dat hij sterve H7451 ; en gij zult het boze H7130 uit het midden H1197 H8765 van u wegdoen H3478 ; dat het gans Israel H8085 H8799 hore H3372 H8799 , en vreze.

Deuteronomy 27:16

  16 H779 H8803 Vervloekt H1 zij, die zijn vader H517 of zijn moeder H7034 H8688 veracht H5971 ! En al het volk H559 H8804 zal zeggen H543 : Amen.

Proverbs 20:20

  20 H1 Wie zijn vader H517 of zijn moeder H7043 H8764 vloekt H5216 , diens lamp H1846 H8799 zal uitgeblust worden H380 H8676 H380 in zwarte H2822 duisternis.

Proverbs 30:12-14

  12 H1755 Een geslacht H2889 , dat rein H5869 in zijn ogen H6675 is, en van zijn drek H7364 H8795 niet gewassen is;
  13 H1755 Een geslacht H5869 , welks ogen H7311 H8804 hoog zijn H6079 , en welks oogleden H5375 H8735 verheven zijn;
  14 H1755 Een geslacht H8127 , welks tanden H2719 zwaarden H4973 , en welks baktanden H3979 messen H6041 zijn, om de ellendigen H776 van de aarde H34 en de nooddruftigen H120 van onder de mensen H398 H8800 te verteren.

Proverbs 30:17

  17 H5869 Het oog H1 , [dat] den vader H3932 H8799 bespot H3349 , of de gehoorzaamheid H517 der moeder H936 H8799 veracht H6158 , dat zullen de raven H5158 der beek H5365 H8799 uitpikken H5404 , en des arends H1121 jongen H398 H8799 zullen het eten.

Matthew 3:7

  7 G1161 Hij dan G1492 G5631 , ziende G4183 velen G5330 van de Farizeen G2532 en G4523 Sadduceen G1909 tot G846 zijn G908 doop G2064 G5740 komen G2036 G5627 , sprak G846 tot hen G1081 G2191 : Gij adderengebroedsels G5101 ! wie G5213 heeft u G5263 G5656 aangewezen G5343 G5629 te vlieden G575 van G3195 G5723 den toekomenden G3709 toorn?

Matthew 15:4-6

  4 G1063 Want G2316 God G1781 G5662 heeft geboden G3004 G5723 , zeggende G5091 G5720 : Eert G4675 uw G3962 vader G2532 en G3384 moeder G2532 , en G3962 : Wie vader G2228 of G3384 moeder G2551 G5723 vloekt G2288 , die zal den dood G5053 G5720 sterven.
  5 G1161 Maar G5210 gij G3004 G5719 zegt G3739 G302 : Zo wie G3962 tot vader G2228 of G3384 moeder G2036 G5632 zal zeggen G1435 : [Het] [is] een gave G3739 G1437 , zo wat G1537 u van G1700 mij G5623 G5686 zou kunnen ten nutte komen G2532 ; en G846 zijn G3962 vader G2228 of G846 zijn G3384 moeder G3364 geenszins G5091 G5661 zal eren, [die] [voldoet].
  6 G2532 En G2316 gij hebt [alzo] Gods G1785 gebod G208 G5656 krachteloos gemaakt G1223 door G5216 uw G3862 inzetting.

Mark 7:10-13

  10 G1063 Want G3475 Mozes G2036 G5627 heeft gezegd G5091 G5720 : Eer G4675 uw G3962 vader G2532 en G4675 uw G3384 moeder G2532 ; en G3962 : wie vader G2228 of G3384 moeder G2551 G5723 vloekt G5053 G , die zal G2288 den dood G5053 G5720 sterven.
  11 G1161 Maar G5210 gijlieden G3004 G5719 zegt G1437 : Zo G444 een mens G3962 tot vader G2228 of G3384 moeder G2036 G5632 zegt G2878 : [Het] [is] korban G3603 (dat G2076 G5748 is G1435 [te] [zeggen], een gave G1437 ), zo wat G1537 u van G1700 mij G5623 G5686 zou kunnen ten nutte komen, [die] [voldoet].
  12 G2532 En G863 G gij laat G846 hem G3765 niet meer G863 G5719 toe G3762 , iets G846 aan zijn G3962 vader G2228 of G846 zijn G3384 moeder G4160 G5658 te doen;
  13 G208 G Makende G2316 [alzo] Gods G3056 woord G208 G5723 krachteloos G5216 door uw G3862 inzetting G3739 , die G3860 G5656 gij ingezet hebt G2532 ; en G4183 vele G5108 dergelijke G3946 dingen G4160 G5719 doet gij.

1 Timothy 5:4

  4 G1161 Maar G1536 zo enige G5503 weduwe G5043 kinderen G2192 G5719 heeft G2228 , of G1549 kindskinderen G3129 G5720 , dat die leren G4412 eerst G2398 aan hun eigen G3624 huis G2151 G5721 godzaligheid oefenen G2532 , en G4269 den voorouderen G287 G591 G5721 wedervergelding doen G1063 ; want G5124 dat G2076 G5748 is G2570 goed G2532 en G587 aangenaam G1799 voor G2316 God.

1 Timothy 5:8

  8 G1161 Doch G1536 zo iemand G2398 de zijnen G2532 , en G3122 voornamelijk G3609 [zijn] huisgenoten G3756 , niet G4306 G5719 verzorgt G4102 , die heeft het geloof G720 G5763 verloochend G2532 , en G2076 G5748 is G5501 erger dan G571 een ongelovige.

1 Peter 2:9

  9 G1161 Maar G5210 gij G1588 zijt een uitverkoren G1085 geslacht G934 , een koninklijk G2406 priesterdom G40 , een heilig G1484 volk G1519 G4047 , een verkregen G2992 volk G3704 ; opdat G1804 G5661 gij zoudt verkondigen G703 de deugden G5209 Desgenen, Die u G1537 uit G4655 de duisternis G2564 G5660 geroepen heeft G1519 tot G846 Zijn G2298 wonderbaar G5457 licht;

Judges 17:5

  5 H376 En de man H4318 Micha H1004 H430 had een godshuis H6213 H8799 ; en hij maakte H646 een efod H8655 , en terafim H4390 H8762 , en vulde H3027 de hand H259 van een H4480 uit H1121 zijn zonen H3548 , dat hij hem tot een priester H1961 H8799 ware.

Judges 17:13

  13 H559 H8799 Toen zeide H4318 Micha H6258 : Nu H3045 H8804 weet ik H3588 , dat H3068 de HEERE H3190 H8686 mij weldoen zal H3588 , omdat H3881 ik dezen Leviet H3548 tot een priester H1961 H8804 heb.

1 Samuel 15:13-14

  13 H8050 Samuel H935 H8799 nu kwam H413 tot H7586 Saul H7586 , en Saul H559 H8799 zeide H1288 H8803 tot hem: Gezegend H859 zijt gij H3068 den HEERE H3068 ! Ik heb des HEEREN H1697 woord H6965 H8689 bevestigd.
  14 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H4100 : Wat H2088 is dan dit H6963 voor een stem H6629 der schapen H241 in mijn oren H6963 , en een stem H1241 der runderen H834 , die H595 ik H8085 H8802 hoor?

Job 33:9

  9 H589 Ik H2134 ben rein H1097 , zonder H6588 overtreding H595 ; ik H2643 ben zuiver H3808 , en heb geen H5771 misdaad.

Psalms 36:2

  2 H2505 H8689 [036:3] Want hij vleit H5869 zichzelven in zijn ogen H5771 , als men zijn ongerechtigheid H4672 H8800 bevindt H8130 H8800 , [die] te haten is.

Psalms 51:2

  2 H3526 H8761 [051:4] Was H7235 H8685 mij wel H5771 van mijn ongerechtigheid H2891 H8761 , en reinig H2403 mij van mijn zonde.

Psalms 51:7

  7 H2398 H8762 [051:9] Ontzondig H231 mij met hysop H2891 H8799 , en ik zal rein zijn H3526 H8762 ; was H3835 H8686 mij, en ik zal witter zijn H7950 dan sneeuw.

Proverbs 16:2

  2 H1870 Alle wegen H376 des mans H2134 zijn zuiver H5869 in zijn ogen H3068 ; maar de HEERE H8505 H8802 weegt H7307 de geesten.

Proverbs 21:2

  2 H1870 Alle weg H376 des mensen H3477 is recht H5869 in zijn ogen H3068 ; maar de HEERE H8505 H8802 weegt H3826 de harten.

Isaiah 1:16

  16 H7364 H8798 Wast u H2135 H8690 , reinigt u H5493 H0 , doet H7455 de boosheid H4611 uwer handelingen H5048 van voor H5869 Mijn ogen H5493 H8685 weg H2308 H8798 , laat af H7489 H8687 van kwaad te doen.

Isaiah 65:5

  5 H559 H8802 Die daar zeggen H7126 H8798 : Houd u H5066 H8799 tot uzelven, en naak H6942 H8804 tot mij niet, want ik ben heiliger H6227 dan gij. Deze zijn een rook H639 in Mijn neus H784 , een vuur H3117 , den gansen dag H3344 H8802 brandende.

Jeremiah 2:22-24

  22 H3526 H8762 Want, al wiest gij u H5427 met salpeter H7235 H8686 , en naamt u veel H1287 zeep H5771 , zo is [toch] uw ongerechtigheid H6440 voor Mijn aangezicht H3799 H8737 getekend H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  23 H559 H8799 Hoe zegt gij H2930 H8738 : Ik ben niet verontreinigd H1168 , ik heb de Baals H1980 H8804 H310 niet nagewandeld H7200 H8798 ? Zie H1870 uw weg H1516 in het dal H3045 H8798 , ken H6213 H8804 , wat gij gedaan hebt H7031 , gij lichte, snelle H1072 kemelin H1870 , die haar wegen H8308 H8764 verdraait!
  24 H6501 Zij is een woudezelin H3928 , gewend H4057 in de woestijn H185 , naar den lust H5315 harer ziel H7602 H8804 schept zij H7307 den wind H8385 , wie zou haar ontmoeting H7725 H8686 afkeren H1245 H8764 ? Allen, die haar zoeken H3286 H8799 , zullen niet moede worden H2320 , in haar maand H4672 H8799 zullen zij haar vinden.

Jeremiah 2:35

  35 H559 H8799 Nog zegt gij H5352 H8738 : Zeker, ik ben onschuldig H639 ; Zijn toorn H7725 H8804 is immers van mij afgekeerd H8199 H8737 . Ziet, Ik zal met u rechten H559 H8800 , omdat gij zegt H2398 H8804 : Ik heb niet gezondigd.

Jeremiah 4:14

  14 H3526 H8761 Was H3820 uw hart H7451 van boosheid H3389 , o Jeruzalem H3467 H8735 ! opdat gij behouden wordt H4284 ; hoe lang zult gij de gedachten H205 uwer ijdelheid H7130 in het binnenste H3885 H8686 van u laten vernachten?

Ezekiel 36:25

  25 H2889 Dan zal Ik rein H4325 water H2236 H8804 op u sprengen H2891 H8804 , en gij zult rein worden H2932 ; van al uw onreinigheden H1544 en van al uw drekgoden H2891 H8762 zal Ik u reinigen.

Zechariah 13:1

  1 H1931 Te dien H3117 dage H4726 zal er een Fontein H6605 H8737 geopend H1961 H8799 zijn H1004 voor het huis H1732 Davids H3427 H8802 , en voor de inwoners H3389 van Jeruzalem H2403 , tegen de zonde H5079 en tegen de onreinigheid.

Luke 11:39-40

  39 G1161 En G2962 de Heere G2036 G5627 zeide G4314 tot G846 hem G3568 : Nu G5210 gij G5330 Farizeen G2511 G5719 , gij reinigt G1855 het buitenste G4221 des drinkbekers G2532 en G4094 des schotels G1161 ; maar G2081 het binnenste G5216 van u G1073 G5719 is vol G724 van roof G2532 en G4189 boosheid.
  40 G878 Gij onverstandigen G3588 ! Die het G1855 buitenste G4160 G5660 heeft gemaakt G2532 , heeft Hij ook G3756 niet G3588 het G2081 binnenste G4160 G5656 gemaakt?

Luke 16:15

  15 G2532 En G2036 G5627 Hij zeide G846 tot hen G5210 : Gij G2075 G5748 zijt G1438 [het], die uzelven G1344 G5723 rechtvaardigt G1799 voor G444 de mensen G1161 ; maar G2316 God G1097 G5719 kent G5216 uw G2588 harten G3754 ; want G5308 dat hoog is G1722 onder G444 de mensen G2076 G5748 , is G946 een gruwel G1799 voor G2316 God.

Luke 18:11

  11 G5330 De Farizeer G2476 G5685 , staande G4336 G5711 , bad G5023 dit G4314 bij G1438 zichzelven G2316 : O God G2168 G5719 ! ik dank G4671 U G3754 , dat G3756 ik niet G1510 G5748 ben G5618 gelijk G3062 de andere G444 mensen G727 , rovers G94 , onrechtvaardigen G3432 , overspelers G2228 ; of G2532 ook G5613 gelijk G3778 deze G5057 tollenaar.

1 Corinthians 6:11

  11 G2532 En G5023 dit G2258 G5713 waart gij G5100 sommigen G235 ; maar G628 G5668 gij zijt afgewassen G235 , maar G37 G5681 gij zijt geheiligd G235 , maar G1344 G5681 gij zijt gerechtvaardigd G1722 , in G3686 den Naam G2962 van den Heere G2424 Jezus G2532 , en G1722 door G4151 den Geest G2257 onzes G2316 Gods;

2 Timothy 3:5

  5 G2192 G5723 Hebbende G3446 een gedaante G2150 van godzaligheid G1161 , maar G1411 die de kracht G846 derzelve G720 G5768 verloochend hebben G2532 . Heb ook G665 G5732 een afkeer G5128 van deze.

Titus 1:15-16

  15 G3956 Alle dingen G3303 zijn wel G2513 rein G2513 den reinen G1161 , maar G3392 G5772 den bevlekten G2532 en G571 ongelovigen G3762 is geen ding G2513 rein G235 , maar G2532 beide G846 hun G3563 verstand G2532 en G4893 geweten G3392 G5769 zijn bevlekt.
  16 G3670 G5719 Zij belijden G2316 , dat zij God G1492 G5760 kennen G1161 , maar G720 G5736 zij verloochenen G2041 [Hem] met de werken G947 , alzo zij gruwelijk G5607 G5752 zijn G2532 en G545 ongehoorzaam G2532 , en G4314 tot G3956 alle G18 goed G2041 werk G96 ongeschikt.

Titus 3:5

  5 G2248 Heeft Hij ons G4982 G5656 zalig gemaakt G3756 , niet G1537 uit G2041 de werken G1722 der G1343 rechtvaardigheid G3739 , die G2249 wij G4160 G5656 gedaan hadden G235 , maar G2596 naar G846 Zijn G1656 barmhartigheid G1223 , door G3067 het bad G3824 der wedergeboorte G2532 en G342 vernieuwing G40 des Heiligen G4151 Geestes;

1 John 1:7-10

  7 G1161 Maar G1437 indien G1722 wij in G5457 het licht G4043 G5725 wandelen G5613 , gelijk G846 Hij G1722 in G5457 het licht G2076 G5748 is G2192 G5719 , zo hebben wij G2842 gemeenschap G3326 met G240 elkander G2532 , en G129 het bloed G2424 van Jezus G5547 Christus G846 , Zijn G5207 Zoon G2511 G5719 , reinigt G2248 ons G575 van G3956 alle G266 zonde.
  8 G1437 Indien G2036 G5632 wij zeggen G3754 , dat G3756 wij geen G266 zonde G2192 G5719 hebben G4105 G5719 , zo verleiden wij G1438 ons zelven G2532 , en G225 de waarheid G2076 G5748 is G1722 in G2254 ons G3756 niet.
  9 G1437 Indien G2257 wij onze G266 zonden G3670 G5725 belijden G2076 G5748 , Hij is G4103 getrouw G2532 en G1342 rechtvaardig G2443 , dat G2254 Hij ons G266 de zonden G863 G5632 vergeve G2532 , en G2248 ons G2511 G5661 reinige G575 van G3956 alle G93 ongerechtigheid.
  10 G1437 Indien G2036 G5632 wij zeggen G3754 , dat G3756 wij niet G264 G5758 gezondigd hebben G4160 G5719 , zo maken wij G846 Hem G5583 tot een leugenaar G2532 , en G846 Zijn G3056 woord G2076 G5748 is G3756 niet G1722 in G2254 ons.

Revelation 1:5

  5 G2532 En G575 van G2424 Jezus G5547 Christus G4103 , Die de getrouwe G3144 Getuige G4416 is, de Eerstgeborene G1537 uit G3498 de doden G2532 , en G758 de Overste G935 der koningen G1093 der aarde G2248 . Hem, Die ons G25 G5660 heeft liefgehad G2532 , en G2248 ons G575 van G2257 onze G266 zonden G3068 G5660 gewassen heeft G1722 in G846 Zijn G129 bloed.

Psalms 101:5

  5 H7453 Die zijn naaste H5643 in het heimelijke H3960 H8764 H8675 H3960 H8781 achterklapt H6789 H8686 ; dien zal ik verdelgen H1362 ; die hoog H5869 van ogen H7342 is, en trots H3824 van hart H3201 H8799 , die zal ik niet vermogen.

Psalms 131:1

  1 H7892 Een lied H4609 Hammaaloth H1732 , van David H3068 . O HEERE H3820 ! mijn hart H1361 H8804 is niet verheven H5869 , en mijn ogen H7311 H8804 zijn niet hoog H1980 H8765 ; ook heb ik niet gewandeld H1419 in [dingen] mij te groot H6381 H8737 en te wonderlijk.

Proverbs 6:17

  17 H7311 H8802 Hoge H5869 ogen H8267 , een valse H3956 tong H3027 , en handen H5355 , die onschuldig H1818 bloed H8210 H8802 vergieten;

Proverbs 21:4

  4 H7312 Hoogheid H5869 der ogen H7342 , en trotsheid H3820 des harten H5215 , [en] de ploeging H7563 der goddelozen H2403 , zijn zonde.

Isaiah 2:11

  11 H1365 De hoge H5869 ogen H120 der mensen H8213 H8804 zullen vernederd worden H7312 , en de hoogheid H582 der mannen H7817 H8804 zal nedergebogen worden H3068 ; en de HEERE H3117 alleen zal in dien dag H7682 H8738 verheven zijn.

Isaiah 3:16

  16 H559 H8799 Verder zegt H3068 de HEERE H3282 : Daarom dat H1323 de dochteren H6726 van Sion H1361 H8804 zich verheffen H3212 H8799 , en gaan H5186 H8803 met uitgestrekten H1627 hals H8265 H8764 , en lonken H5869 met de ogen H1980 H8800 , al gaande H2952 H8800 en trippelende H3212 H8799 daarhenen treden H7272 , en alsof haar voeten H5913 H8762 gebonden waren.

Ezekiel 28:2-5

  2 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 ! zeg H5057 tot den vorst H6865 van Tyrus H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3820 : Omdat uw hart H1361 H8804 zich verheft H559 H8799 en zegt H410 : Ik ben God H3427 H8804 , ik zit H430 in Godes H4186 stoel H3820 , in het hart H3220 der zeeen H120 ! daar gij een mens H410 en geen God H5414 H8799 zijt, stelt gij H3820 nochtans uw hart H430 , als Gods H3820 hart.
  3 H2450 Zie, gij zijt wijzer H1840 dan Daniel H5640 H8803 ; zij hebben niets toegeslotens H6004 H8804 voor u verborgen.
  4 H2451 Door uw wijsheid H8394 en door uw verstand H2428 , hebt gij vermogen H6213 H8804 voor u verkregen H2091 ; ja, gij hebt goud H3701 en zilver H6213 H8799 verkregen H214 in uw schatten.
  5 H7230 Door de grootheid H2451 uwer wijsheid H7404 in uw koophandel H2428 hebt gij uw vermogen H7235 H8689 vermeerderd H3824 , en uw hart H1361 H8799 verheft zich H2428 vanwege uw vermogen.

Ezekiel 28:9

  9 H559 H8800 Zult gij [dan] enigszins H6440 , voor het aangezicht H2026 H8802 uws doodslagers H559 H8799 , zeggen H430 : Ik ben God H120 ? daar gij een mens H410 zijt en geen God H3027 , in de hand H2490 H8764 desgenen, die u verslaat?

Daniel 11:36-37

  36 H4428 En die koning H6213 H8804 zal doen H7522 naar zijn welgevallen H7311 H8709 , en hij zal zichzelven verheffen H1431 H8691 , en groot maken H410 boven allen God H410 , en hij zal tegen den God H410 der goden H6381 H8737 wonderlijke dingen H1696 H8762 spreken H6743 H8689 ; en hij zal voorspoedig zijn H2195 , totdat de gramschap H3615 H8804 voleind zij H2782 H8737 , want het is vastelijk besloten H6213 H8738 , het zal geschieden.
  37 H430 En op de goden H1 zijner vaderen H995 H8799 zal hij geen acht geven H2532 , noch op de begeerte H802 der vrouwen H433 ; hij zal ook op geen God H995 H8799 acht geven H1431 H8691 , maar hij zal zich boven alles groot maken.

Habakkuk 2:4

  4 H2009 Ziet H5315 , zijn ziel H6075 H8795 verheft zich H3474 H0 , zij is H3808 niet H3474 H8804 recht H6662 in hem; maar de rechtvaardige H530 zal door zijn geloof H2421 H8799 leven.

2 Thessalonians 2:3-4

  3 G5209 Dat u G3361 G5100 niemand G1818 G5661 verleide G2596 op G3367 enigerlei G5158 wijze G3754 ; want G3362 [die] [komt] [niet], tenzij G4412 dat eerst G646 de afval G2064 G5632 gekomen zij G2532 , en G601 G5686 dat geopenbaard zij G444 de mens G266 der zonde G5207 , de zoon G684 des verderfs;
  4 G3588 Die G480 G5740 zich tegenstelt G2532 , en G5229 G5746 verheft G1909 boven G3956 al G2316 wat God G3004 G5746 genaamd G2228 , of G4574 [als] [God] geeerd wordt G5620 , alzo dat G846 hij G1519 in G3485 den tempel G2316 Gods G5613 als G2316 een God G2523 G5658 zal zitten G1438 , zichzelven G584 G5723 vertonende G3754 , dat G2316 hij God G2076 G5748 is.

Job 29:17

  17 H7665 H8762 En ik verbrak H4973 de baktanden H5767 des verkeerden H7993 H8686 , en wierp H2964 den roof H4480 uit H8127 zijn tanden.

Psalms 3:7

  7 H6965 H8798 [03:8] Sta op H3068 , HEERE H3467 H8685 , verlos H430 mij, mijn God H3588 ; want H3605 Gij hebt al H853 mijn H341 H8802 vijanden H3895 op het kinnebakken H5221 H8689 geslagen H8127 ; de tanden H7563 der goddelozen H7665 H8765 hebt Gij verbroken.

Psalms 10:8-9

  8 H3427 H8799 Hij zit H3993 in de achterlage H2691 der hoeven H4565 , in verborgene plaatsen H2026 H8799 doodt hij H5355 den onschuldige H5869 ; zijn ogen H6845 H8799 verbergen zich H2489 tegen den arme.
  9 H693 H8799 Hij legt lagen H4565 in een verborgen plaats H738 , gelijk een leeuw H5520 in zijn hol H693 H8799 ; hij legt lagen H6041 , om den ellendige H2414 H8800 te roven H2414 H8799 ; hij rooft H6041 den ellendige H4900 H8800 , als hij hem trekt H7568 in zijn net.

Psalms 12:5

  5 H7701 [012:6] Om de verwoesting H6041 der ellendigen H603 , om het kermen H34 der nooddruftigen H6965 H8799 , zal Ik nu opstaan H559 H8799 , zegt H3068 de HEERE H3468 ; Ik zal in behoudenis H7896 H8799 zetten H6315 H8686 , dien hij aanblaast.

Psalms 14:4

  4 H6466 H8802 Hebben dan alle werkers H205 der ongerechtigheid H3045 H8804 geen kennis H5971 , die mijn volk H398 H8802 opeten H3899 , [alsof] zij brood H398 H8804 aten H7121 H0 ? Zij roepen H3068 den HEERE H7121 H8804 niet aan.

Psalms 52:2

  2 H3956 [052:4] Uw tong H2803 H8799 denkt H1942 enkel schade H3913 H8794 als een geslepen H8593 scheermes H6213 H8802 , werkende H7423 bedrog.

Psalms 57:4

  4 H5315 [057:5] Mijn ziel H8432 is in het midden H3833 der leeuwen H7901 H8799 , ik lig H3857 H8802 [onder] stokebranden H1121 H120 , mensenkinderen H8127 , welker tanden H2595 spiesen H2671 en pijlen H3956 zijn, en hun tong H2299 een scherp H2719 zwaard.

Psalms 58:6

  6 H430 [058:7] O God H2040 H8798 ! verbreek H8127 hun tanden H6310 in hun mond H5422 H8800 ; breek af H4459 de baktanden H3715 der jonge leeuwen H3068 , o HEERE!

Proverbs 12:18

  18 H3426 Daar is H4094 een, die [woorden] als steken H2719 van een zwaard H981 H8802 onbedachtelijk uitspreekt H3956 ; maar de tong H2450 der wijzen H4832 is medicijn.

Proverbs 22:16

  16 H1800 Die den arme H6231 H8802 verdrukt H7235 H8687 , om het zijne te vermeerderen H6223 , [en] den rijke H5414 H8802 geeft H4270 , [komt] zekerlijk tot gebrek.

Proverbs 28:3

  3 H7326 H8802 Een arm H1397 man H1800 , die de geringen H6231 H8802 verdrukt H5502 H8802 , is een wegvagende H4306 regen H3899 , zodat er geen brood zij.

Ecclesiastes 4:1

  1 H7725 H8804 Daarna wende ik mij H7200 H8799 , en zag aan H6217 al de onderdrukkingen H8121 , die onder de zon H6213 H8737 geschieden H1832 ; en ziet, er waren de tranen H6231 H8803 der verdrukten H5162 H8764 , en dergenen, die geen trooster H3027 hadden; en aan de zijde H6231 H8802 hunner verdrukkers H3581 was macht H5162 H8764 , zij daarentegen hadden geen vertrooster.

Isaiah 32:7

  7 H3596 En eens gierigaards H3627 ganse gereedschap H7451 is kwaad H3289 H8804 ; hij beraadslaagt H2154 schandelijke verdichtselen H6041 H8675 H6035 , om de ellendigen H2254 H8763 te bederven H8267 met valse H561 redenen H4941 , en het recht H34 , als de arme H1696 H8763 spreekt.

Daniel 7:5-7

  5 H718 Daarna, ziet H317 , het andere H2423 dier H8578 , het tweede H1821 H8751 , was gelijk H1678 een beer H6966 H8684 , en stelde zich H2298 aan de ene H7859 zijde H8532 , en het had drie H5967 ribben H6433 in zijn muil H997 tussen H8128 zijn tanden H560 H8750 ; en men zeide H3652 aldus H6966 H8747 tot hetzelve: Sta op H399 H8747 , eet H7690 veel H1321 vlees.
  6 H870 H1836 Daarna H1934 H8754 H2370 H8751 zag ik H718 , en ziet H317 , er was een ander H5245 [dier], gelijk een luipaard H703 , en het had vier H1611 vleugels H5776 eens vogels H5922 op H1355 zijn rug H2423 ; ook had hetzelve dier H703 vier H7217 hoofden H7985 , en aan hetzelve werd de heerschappij H3052 H8753 gegeven.
  7 H870 H1836 Daarna H1934 H8754 H2370 H8751 zag ik H3916 H2376 in de nachtgezichten H718 , en ziet H7244 , het vierde H2423 dier H1763 H8753 was schrikkelijk H574 en gruwelijk H3493 , en zeer H8624 sterk H7260 ; en het had grote H6523 ijzeren H8128 tanden H399 H8750 , het at H1855 H8683 , en verbrijzelde H7512 H8751 , en vertrad H7606 het overige H7271 met zijn voeten H1932 ; en het H8133 H8743 was verscheiden H4481 van H3606 al H2423 de dieren H6925 , die voor H6236 hetzelve geweest waren; en het had tien H7162 hoornen.

Amos 2:7

  7 H5921 Die er naar H7602 H8802 hijgen H6083 , dat het stof H776 der aarde H7218 op het hoofd H1800 der armen H1870 zij, en den weg H6035 der zachtmoedigen H5186 H8686 verkeren H376 ; en de man H1 en zijn vader H3212 H8799 gaan H413 tot H5291 een jonge dochter H4616 om H6944 Mijn heiligen H8034 Naam H2490 H8763 te ontheiligen.

Amos 4:1

  1 H8085 H8798 Hoort H2088 dit H1697 woord H6510 , gij koeien H1316 van Basan H834 ! gij, die H2022 op den berg H8111 van Samaria H1800 zijt, die de armen H6231 H8802 verdrukt H34 , die de nooddruftigen H7533 H8802 verplettert H113 ; gij, die tot hunlieder heren H559 H8802 zegt H935 H8685 : Brengt aan H8354 H8799 , opdat wij drinken.

Amos 8:4

  4 H8085 H8798 Hoort H2063 dit H34 , gij, die den nooddruftige H7602 H8802 opslokt H7673 H8687 ! en dat om te vernielen H6041 H8675 H6035 de ellendigen H776 des lands;

Micah 2:1-2

  1 H1945 Wee H205 dien, die ongerechtigheid H2803 H8802 bedenken H7451 , en kwaad H6466 H8802 werken H5921 op H4904 hun legers H216 ; in het licht H1242 van den morgenstond H6213 H8799 doen zij H3588 het, dewijl H410 het in de macht H3027 van hunlieder hand H3426 is.
  2 H2530 H8804 En zij begeren H7704 akkers H1497 H8804 , en roven H1004 ze, en huizen H5375 H8804 , en nemen ze weg H6231 H8804 ; alzo doen zij geweld H1397 aan den man H1004 en zijn huis H376 , ja, aan een iegelijk H5159 en zijn erfenis.

Micah 3:1-5

  1 H559 H8799 Voorts zeide ik H8085 H8798 : Hoort H4994 nu H7218 , gij hoofden H3290 Jakobs H7101 , en gij oversten H1004 van het huis H3478 Israels H3808 ! Betaamt het ulieden niet H4941 het recht H3045 H8800 te weten?
  2 H8130 H8802 Zij haten H2896 het goede H157 H0 , en hebben H7451 het kwade H157 H8802 lief H1497 H8802 ; zij roven H5785 hun huid H4480 H5921 van H7607 hen af, en hun vlees H4480 H5921 van H6106 hun beenderen.
  3 H834 Ja, zij zijn het, die H7607 het vlees H5971 mijns volks H398 H8804 eten H4480 H5921 , en H5785 hun huid H6584 H8689 afstropen H6106 , en hun beenderen H6476 H8765 verbreken H6566 H8804 ; en vaneen leggen H834 , gelijk als H5518 in een pot H1320 , en als vlees H8432 in het midden H7037 eens ketels.
  4 H227 Alsdan H2199 H8799 zullen zij roepen H413 tot H3068 den HEERE H3808 , doch Hij zal hen niet H6030 H8799 verhoren H6440 ; maar zal Zijn aangezicht H1931 te dier H6256 tijd H4480 voor H5641 H8686 hen verbergen H834 , gelijk als H4611 zij hun handelingen H7489 H8689 kwaad gemaakt hebben.
  5 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 , tegen H5030 de profeten H5971 , die Mijn volk H8582 H8688 verleiden H8127 ; die met hun tanden H5391 H8802 bijten H7121 H8804 , en roepen H7965 vrede H834 uit; maar die H3808 niet H5414 H8799 geeft H5921 in H6310 hun mond H5921 , tegen H6942 H8765 dien zo heiligen zij H4421 een krijg.

Habakkuk 3:14

  14 H5344 H8804 Gij doorboordet H4294 met zijn staven H7218 het hoofd H6518 zijner dorplieden H5590 H8799 ; zij hebben gestormd H6327 H8687 , om mij te verstrooien H5951 ; die zich verheugden H3644 , alsof H6041 zij de ellendigen H4565 in het verborgen H398 H8800 zouden opeten.

Zephaniah 3:3

  3 H8269 Haar vorsten H7580 H8802 zijn brullende H738 leeuwen H7130 in het midden H8199 H8802 van haar; haar rechters H6153 H2061 zijn avondwolven H3808 , die de beenderen niet H1633 H8804 breken H1242 tot aan den morgen.

Matthew 23:13

  13 G1161 Maar G3759 wee G5213 u G1122 , gij Schriftgeleerden G2532 en G5330 Farizeen G5273 , gij geveinsden G3754 ! want G2808 G5719 gij sluit G932 het Koninkrijk G3772 der hemelen G1715 voor G444 de mensen G1063 , overmits G5210 gij G3761 [daar] niet G1525 G5736 ingaat G3756 , noch G1525 G5740 degenen, die ingaan zouden G863 G5719 , laat G1525 G5629 ingaan.

James 5:1-4

  1 G33 G5720 Welaan G3568 nu G4145 , gij rijken G2799 G5657 , weent G3649 G5723 en huilt G1909 over G5216 uw G5004 ellendigheden G1904 G5740 , die over u komen.
  2 G5216 Uw G4149 rijkdom G4595 G5754 is verrot G2532 , en G5216 uw G2440 klederen G1096 G5754 zijn G4598 van de motten gegeten geworden;
  3 G5216 Uw G5557 goud G2532 en G696 zilver G2728 G5769 is verroest G2532 ; en G846 hun G2447 roest G5213 zal u G2071 G5704 zijn G1519 tot G3142 een getuigenis G2532 , en G5216 zal uw G4561 vlees G5613 als G4442 een vuur G5315 G5695 verteren G2343 G5656 ; gij hebt schatten vergaderd G1722 in G2078 de laatste G2250 dagen.
  4 G2400 G5628 Ziet G3408 , het loon G2040 der werklieden G3588 , die G5216 uw G5561 landen G270 G5660 gemaaid hebben G3588 , welke G575 van G5216 u G650 G5772 verkort is G2896 G5719 , roept G2532 ; en G995 het geschrei G2325 G5660 dergenen, die geoogst hebben G1525 G5754 , is gekomen G1519 tot in G3775 de oren G2962 van den Heere G4519 Sebaoth.

Revelation 9:8

  8 G2532 En G2192 G5707 zij hadden G2359 haar G5613 als G2359 haar G1135 der vrouwen G2532 , en G846 hun G3599 tanden G2258 G5713 waren G5613 als G3023 [tanden] van leeuwen.

Proverbs 6:16

  16 H8337 Deze zes H8130 H8804 haat H3068 de HEERE H7651 ; ja, zeven H5315 zijn Zijn ziel H8441 een gruwel:

Proverbs 30:21

  21 H7969 Om drie H7264 H8804 dingen ontroert zich H776 de aarde H702 , ja, om vier H5375 H8800 , [die] zij niet dragen H3201 H8799 kan:

Proverbs 30:24

  24 H702 Deze vier H6996 zijn van de kleinste H776 der aarde H2450 ; doch dezelve zijn wijs H2449 H8794 , met wijsheid wel voorzien.

Proverbs 30:29

  29 H7969 Deze drie H3190 H8688 maken een goeden H6806 tred H702 ; ja, vier H2895 H8688 zijn er, die een goeden H3212 H8800 gang maken;

Isaiah 56:11-12

  11 H3611 En deze honden H5794 zijn sterk H5315 van begeerte H3045 H8804 , zij kunnen H7654 niet verzadigd H7462 H8802 worden, ja, het zijn herders H995 H8687 , die niet verstaan H6437 H8804 kunnen; zij allen keren zich H1870 naar hun weg H376 , elkeen H1215 naar zijn gewin H7097 , [elk] uit zijn einde.
  12 H857 H8798 Komt H3196 herwaarts, [zeggen] [zij]: ik zal wijn H3947 H8799 halen H7941 , en wij zullen sterken drank H5433 H8799 zuipen H3117 ; en de dag H4279 van morgen H1419 zal zijn als deze, [ja], groter H3966 , veel H3499 treffelijker.

Isaiah 57:3

  3 H7126 H8798 Doch nadert gijlieden H1121 hier toe, gij kinderen H6049 H8781 der guichelares H5003 H8764 ! gij overspelig H2233 zaad H2181 H8799 , en gij, die hoererij bedrijft!

Ezekiel 16:44-46

  44 H4911 H8802 Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt H4911 H8799 , zal van u een spreekwoord gebruiken H559 H8800 , zeggende H517 : Zo de moeder H1323 is, is haar dochter.
  45 H1323 Gij zijt de dochter H517 uwer moeder H1602 H8802 , die de walg had H376 van haar man H1121 en van haar kinderen H269 ; en gij zijt de zuster H269 uwer zusteren H1602 H8804 , die de walg gehad hebben H582 van haar mannen H1121 en van haar kinderen H517 ; uw moeder H2850 was een Hethietische H1 , en uw vader H567 een Amoriet.
  46 H1419 Uw grote H269 zuster H8111 nu is Samaria H1323 , zij en haar dochteren H3427 H8802 , dewelke woont H8040 aan uw linkerhand H269 ; maar uw zuster H6996 , die kleiner H3225 is dan gij, die tegen uw rechterhand H3427 H8802 woont H5467 , is Sodom H1323 en haar dochteren.

Hosea 4:18

  18 H5435 Hunlieder zuiperij H5493 is afvallig H2181 ; zij doen niet dan H2181 hoereren H4043 ; hun schilden H7036 (het is een schande!) H157 beminnen H3051 [het] [woord]: Geeft.

Amos 1:3

  3 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 : Om H7969 drie H6588 overtredingen H1834 van Damaskus H5921 , en om H702 vier H3808 zal Ik dat niet H7725 H8686 afwenden H5921 ; omdat H1568 zij Gilead H1270 met ijzeren H2742 dorswagens H1758 H8800 hebben gedorst.

Amos 1:6

  6 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 : Om H7969 drie H6588 overtredingen H5804 van Gaza H5921 , en om H702 vier H3808 zal Ik dat niet H7725 H8686 afwenden H5921 ; omdat H1540 H8687 zij [Mijn] [volk] gevankelijk hebben weggevoerd H8003 met een volkomen H1546 wegvoering H123 , om aan Edom H5462 H8687 over te leveren.

Amos 1:9

  9 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 : Om H7969 drie H6588 overtredingen H6865 van Tyrus H5921 , en om H702 vier H3808 zal Ik dat niet H7725 H8686 afwenden H5921 ; omdat H8003 zij [Mijn] [volk] met een volkomen H1546 wegvoering H5462 H8687 hebben overgeleverd H123 aan Edom H3808 , en niet H2142 H8804 gedacht H1285 aan het verbond H251 der broederen.

Amos 1:11

  11 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 : Om H7969 drie H6588 overtredingen H123 van Edom H5921 , en om H702 vier H3808 zal Ik dat niet H7725 H8686 afwenden H5921 ; omdat H251 hij zijn broederen H2719 met het zwaard H7291 H8800 heeft vervolgd H7356 , en zijn barmhartigheden H7843 H8765 verdorven H639 ; en dat zijn toorn H5703 eeuwiglijk H2963 H8799 verscheurt H5678 , en hij zijn verbolgenheid H5331 altoos H8104 H8804 behoudt.

Amos 1:13

  13 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 : Om H7969 drie H6588 overtredingen H1121 der kinderen H5983 Ammons H5921 , en om H702 vier H3808 zal Ik dat niet H7725 H8686 afwenden H5921 ; omdat H2030 zij de zwangere H1568 [vrouwen] van Gilead H1234 H8800 hebben opengesneden H4616 , om H1366 hun landpale H7337 H8687 te verwijden.

Amos 2:1

  1 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 : Om H7969 drie H6588 overtredingen H4124 van Moab H5921 , en om H702 vier H3808 zal Ik dat niet H7725 H8686 afwenden H5921 ; omdat H6106 hij de beenderen H4428 des konings H123 van Edom H7875 tot kalk H8313 H8800 verbrand heeft.

Amos 2:4

  4 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 : Om H7969 drie H6588 overtredingen H3063 van Juda H5921 , en om H702 vier H3808 zal Ik dat niet H7725 H8686 afwenden H5921 ; omdat H8451 zij de wet H3068 des HEEREN H3988 H8800 verworpen H2706 , en Zijn inzettingen H3808 niet H8104 H8804 bewaard hebben H3577 ; en hun leugenen H8582 H8686 hen verleid hebben H834 , die H1 hun vaders H310 H1980 H8804 hebben nagewandeld.

Micah 7:3

  3 H5921 Om H3709 [met] beide handen H3190 H0 wel dapper H7451 kwaad H3190 H8687 te doen H7592 H8802 , zo eist H8269 de vorst H8199 H8802 , en de rechter H7966 [oordeelt] om vergelding H1419 ; en de grote H1696 H8802 spreekt H1942 de verderving H5315 H1931 zijner ziel H5686 H8762 , en zij draaien ze dicht ineen.

Matthew 23:32

  32 G5210 Gij G2532 [dan] ook G4137 G5657 , vervult G3358 de mate G5216 uwer G3962 vaderen!

John 8:39

  39 G611 G5662 Zij antwoordden G2532 en G2036 G5627 zeiden G846 tot Hem G11 : Abraham G2076 G5748 is G2257 onze G3962 vader G2424 . Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot hen G1487 : Indien G11 gij Abrahams G5043 kinderen G2258 G5713 waart G302 , zo zoudt G2041 gij de werken G11 van Abraham G4160 G5707 doen.

John 8:44

  44 G5210 Gij G2075 G5748 zijt G1537 uit G3962 den vader G1228 den duivel G2532 , en G2309 G5719 wilt G1939 de begeerten G5216 uws G3962 vaders G4160 G5721 doen G1565 ; die G2258 G5713 was G443 een mensenmoorder G575 van G746 den beginne G2532 , en G1722 is in G225 de waarheid G3756 niet G2476 G5707 G5758 staande gebleven G3754 ; want G3756 geen G225 waarheid G2076 G5748 is G1722 in G846 hem G3752 . Wanneer G5579 hij de leugen G2980 G5725 spreekt G2980 G5719 , zo spreekt hij G1537 uit G2398 zijn eigen G3754 ; want G2076 G5748 hij is G5583 een leugenaar G2532 , en G3962 de vader G846 derzelve [leugen].

Romans 16:18

  18 G1063 Want G5108 dezulken G1398 G5719 dienen G2257 onzen G2962 Heere G2424 Jezus G5547 Christus G3756 niet G235 , maar G1438 hun G2836 buik G2532 ; en G1818 G5719 verleiden G1223 door G5542 schoonspreken G2532 en G2129 prijzen G2588 de harten G172 der eenvoudigen.

2 Peter 2:3

  3 G2532 En G1722 zij zullen door G4124 gierigheid G4112 , met gemaakte G3056 woorden G5209 , van u G1710 G5695 een koopmanschap maken G3739 ; over welke G2917 het oordeel G1597 van over lang G3756 niet G691 G5719 ledig is G2532 , en G846 hun G684 verderf G3573 G5719 sluimert G3756 niet.

2 Peter 2:13-15

  13 G2865 G5697 En zullen verkrijgen G3408 het loon G93 der ongerechtigheid G1722 G2250 , als die de dagelijkse G5172 weelde G2237 [hun] vermaak G2233 G5740 achten G4696 , zijnde vlekken G2532 en G3470 smetten G1792 G5723 , en zijn weelderig G1722 in G846 hun G539 bedriegerijen G4910 G , als zij in de maaltijden G5213 met u G4910 G5740 zijn;
  14 G2192 G5723 Hebbende G3788 de ogen G3324 vol G3428 overspel G2532 , en G180 die niet ophouden van G266 zondigen G1185 G5723 ; verlokkende G793 de onvaste G5590 zielen G2192 G5723 , hebbende G2588 het hart G1128 G5772 geoefend G4124 in gierigheid G5043 , kinderen G2671 der vervloeking;
  15 G2117 Die den rechten G3598 weg G2641 G5631 verlaten hebbende G4105 G5681 , zijn verdwaald G1811 G5660 , en volgen G3598 den weg G903 van Balaam G1007 , den [zoon] van Bosor G3739 , die G3408 het loon G93 der ongerechtigheid G25 G5656 liefgehad heeft;

Jude 1:11-12

  11 G3759 Wee G846 hun G3754 , want G3598 zij zijn den weg G2535 van Kain G4198 G5675 ingegaan G2532 , en G4106 door de verleiding G3408 van het loon G903 van Balaam G1632 G5681 zijn zij henengestort G2532 , en G485 zijn door de tegenspreking G2879 van Korach G622 G5639 vergaan.
  12 G3778 Dezen G1526 G5748 zijn G4694 vlekken G1722 in G5216 uw G26 liefdemaaltijden G5213 , [en] als zij met u G4910 G5740 ter maaltijd zijn G4165 G5723 , weiden zij G1438 zichzelven G870 zonder vreze G504 ; zij zijn waterloze G3507 wolken G5259 , die van G417 de winden G4064 G5746 omgedreven worden G1186 ; zij zijn als bomen G5352 in het afgaan van den herfst G175 , onvruchtbaar G1364 , tweemaal G599 G5631 verstorven G1610 G5685 , [en] ontworteld;

Genesis 30:1

  1 H7354 Als nu Rachel H7200 H8799 zag H3588 , dat H3290 zij Jakob H3808 niet H3205 H8804 baarde H7065 H8762 , zo benijdde H7354 Rachel H269 haar zuster H559 H8799 ; en zij zeide H413 tot H3290 Jakob H3051 H8798 : Geef H1121 mij kinderen H518 ! of indien H369 niet H595 , zo ben ik H4191 H8801 dood.

Proverbs 27:20

  20 H7585 De hel H11 H8675 H10 en het verderf H3808 worden niet H7646 H8799 verzadigd H5869 ; alzo worden de ogen H120 des mensen H7646 H8799 niet verzadigd.

Habakkuk 2:5

  5 H637 En ook H3588 dewijl H898 H8802 hij trouwelooslijk handelt H3196 bij den wijn H3093 , een trots H1397 man H3808 is, en in zijn woning niet H5115 H8799 blijft H834 ; die H5315 zijn ziel H7337 H8689 wijd opendoet H7585 als het graf H4194 , en gelijk de dood H1931 is H3808 , die niet H7646 H8799 zat wordt H413 , en tot H622 H8799 zich verzamelt H3605 al H1471 de heidenen H6908 H8799 , en vergadert H413 tot H3605 zich alle H5971 volken.

Genesis 9:21-27

  21 H8354 H8799 En hij dronk H4480 van H3196 dien wijn H7937 H8799 , en werd dronken H1540 H8691 ; en hij ontblootte zich H8432 in het midden H168 zijner tent.
  22 H2526 En Cham H3667 , Kanaans H1 vader H7200 H8799 , zag H1 zijns vaders H6172 naaktheid H5046 H0 , en hij gaf H8147 het zijn beiden H251 broederen H2351 daar buiten H5046 H8686 te kennen.
  23 H3947 H8799 Toen namen H8035 Sem H3315 en Jafeth H8071 een kleed H7760 H8799 , en zij leiden H5921 het op H8147 hun beider H7926 schouderen H3212 H8799 , en gingen H322 achterwaarts H3680 H8762 , en bedekten H6172 de naaktheid H1 huns vaders H6440 ; en hun aangezichten H322 waren achterwaarts H6172 [gekeerd], zodat zij de naaktheid H1 huns vaders H3808 niet H7200 H8804 zagen.
  24 H5146 En Noach H3364 H8799 ontwaakte H3196 van zijn wijn H3045 H8799 ; en hij merkte H834 wat H6996 zijn kleinste H1121 zoon H6213 H8804 hem gedaan had.
  25 H559 H8799 En hij zeide H779 H8803 : Vervloekt zij H3667 Kanaan H5650 ; een knecht H5650 der knechten H1961 H8799 zij hij H251 zijn broederen!
  26 H559 H8799 Voorts zeide hij H1288 H8803 : Gezegend zij H3068 de HEERE H430 , de God H8035 van Sem H3667 ; en Kanaan H1961 H8799 zij H5650 hem een knecht!
  27 H430 God H6601 H0 breide H3315 Jafeth H6601 H8686 uit H7931 H8799 , en hij wone H8035 in Sems H168 tenten H3667 ! en Kanaan H1961 H8799 zij H5650 hem een knecht!

Deuteronomy 21:18-21

  18 H376 Wanneer iemand H5637 H8802 een moedwilligen H4784 H8802 en wederspannigen H1121 zoon H6963 heeft, die de stem H1 zijns vaders H6963 en de stem H517 zijner moeder H8085 H8802 niet gehoorzaam is H3256 H8765 ; en zij hem gekastijd zullen hebben H8085 H8799 , en hij naar hen niet horen zal,
  19 H1 Zo zullen zijn vader H517 en zijn moeder H8610 H8804 hem grijpen H3318 H8689 , en zij zullen hem uitbrengen H2205 tot de oudsten H5892 zijner stad H8179 , en tot de poorte H4725 zijner plaats.

Deuteronomy 28:26

  26 H5038 En uw dood lichaam H5775 zal aan alle gevogelte H8064 des hemels H929 , en aan de beesten H776 der aarde H3978 tot spijze H2729 H8688 zijn; en niemand zal ze afschrikken.

1 Samuel 17:44

  44 H559 H8799 Daarna zeide H6430 de Filistijn H413 tot H1732 David H3212 H8798 : Kom H413 tot H1320 mij, zo zal ik uw vlees H5775 aan de vogelen H8064 des hemels H5414 H8799 geven H929 , en aan de dieren H7704 des velds.

2 Samuel 18:9-10

  9 H53 Absalom H7122 H8735 nu ontmoette H6440 voor het aangezicht H5650 der knechten H1732 Davids H53 ; en Absalom H7392 H8802 reed H5921 op H6505 een muildier H6505 ; en als het muildier H935 H8799 kwam H8478 onder H7730 de dichte takken H1419 van een groten H424 eik H2388 H0 , zo werd H7218 zijn hoofd H2388 H8799 vast H424 aan den eik H5414 H8714 , dat hij hangen bleef H996 tussen H8064 den hemel H996 en tussen H776 de aarde H6505 , en het muildier H834 , dat H8478 onder H5674 H8804 hem was, ging door.
  10 H259 Als dat een H376 man H7200 H8799 zag H5046 H0 , zo gaf hij H3097 het Joab H5046 H8686 te kennen H559 H8799 , en zeide H2009 : Zie H53 , ik heb Absalom H7200 H8804 zien H8518 H8803 hangen H424 aan een eik.

2 Samuel 18:14-17

  14 H559 H8799 Toen zeide H3097 Joab H6440 : Ik zal hier bij u H3651 alzo H3808 niet H3176 H8686 vertoeven H3947 H8799 ; en hij nam H7969 drie H7626 H3709 pijlen H8628 H8799 , en stak H53 ze in Absaloms H3820 hart H5750 , daar hij nog H2416 levend was H424 in het midden van den eik.
  15 H6235 En tien H5288 jongens H5375 H8802 H3627 , wapendragers H3097 van Joab H5437 H8799 , omringden H5221 H8686 [hem], en zij sloegen H53 Absalom H4191 H8686 , en doodden hem.
  16 H8628 H8799 Toen blies H3097 Joab H7782 met de bazuin H5971 , en al het volk H7725 H8799 keerde af H4480 van H3478 Israel H310 achterna H7291 H8800 te jagen H3588 , want H3097 Joab H2820 H0 hield H5971 het volk H2820 H8804 terug.
  17 H3947 H8799 En zij namen H53 Absalom H7993 H8686 , en wierpen H853 hem H3293 in het woud H413 , in H1419 een groten H6354 kuil H5324 H8686 , en stelden H5921 op H3966 hem een zeer H1419 groten H1530 H68 steenhoop H3605 ; en gans H3478 Israel H5127 H8804 vluchtte H376 , een iegelijk H168 naar zijn tent.

2 Samuel 21:10

  10 H3947 H8799 Toen nam H7532 Rizpa H1323 , de dochter H345 van Aja H8242 , een zak H5186 H8686 , en spande H413 dien voor zich uit op H6697 een rotssteen H4480 , van H8462 het begin H7105 van den oogst H5704 , totdat H4325 er water H5921 op H5413 H8738 hen drupte H4480 van H8064 den hemel H5414 H8804 ; en zij liet H5775 het gevogelte H8064 des hemels H5921 op H3808 hen niet H5117 H8800 rusten H3119 des daags H2416 , noch het gedierte H7704 van het veld H3915 des nachts.

Proverbs 23:22

  22 H8085 H8798 Hoor H1 naar uw vader H3205 H8804 , die u gewonnen heeft H936 H8799 ; en veracht H517 uw moeder H2204 H8804 niet, als zij oud geworden is.

Proverbs 30:11

  11 H1755 Daar is een geslacht H1 , dat zijn vader H7043 H8762 vervloekt H517 , en zijn moeder H1288 H8762 niet zegent;

Job 42:3

  3 H4310 Wie H2088 is hij H6098 , [zegt] [Gij], die den raad H5956 H8688 verbergt H1097 zonder H1847 wetenschap H3651 ? Zo H5046 H8689 heb ik dan verhaald H3808 , hetgeen ik niet H995 H8799 verstond H4480 , dingen, die voor H6381 H8737 mij te wonderbaar waren H3808 , die ik niet H3045 H8799 wist.

Psalms 139:6

  6 H1847 De kennis H6383 H8675 H6383 is mij te wonderbaar H7682 H8738 , zij is hoog H3201 H8799 , ik kan er niet bij.

Exodus 22:16

  16 H376 Wanneer nu iemand H1330 een maagd H6601 H8762 verlokt H781 H8795 , die niet ondertrouwd is H7901 H8804 , en hij ligt H4117 H8800 bij haar, die zal haar zonder uitstel H4117 H8799 een bruidschat geven H802 , dat zij hem ter vrouwe zij.

Job 39:27

  27 H518 [039:30] H5921 Is het naar H6310 uw bevel H5404 , dat de arend H1361 H8686 zich omhoog verheft H3588 , en dat H7064 hij zijn nest H7311 H8686 in de hoogte maakt?

Isaiah 40:31

  31 H3068 Maar dien den HEERE H6960 H8802 verwachten H3581 , zullen de kracht H2498 H8686 vernieuwen H5927 H8799 ; zij zullen opvaren H83 met vleugelen H5404 , gelijk de arenden H7323 H8799 ; zij zullen lopen H3021 H8799 , en niet moede worden H3212 H8799 ; zij zullen wandelen H3286 H8799 , en niet mat worden.

Numbers 5:11-30

  11 H1696 H8762 Wijders sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  12 H1696 H8761 Spreek H1121 tot de kinderen H3478 Israels H559 H8804 , en zeg H376 H376 tot hen: Wanneer van iemand H802 zijn huisvrouw H7847 H8799 zal afgeweken zijn H4604 , en door overtreding H4603 H8804 tegen hem overtreden zal hebben;
  13 H376 Dat een man H7902 bij haar door bijligging H2233 des zaads H7901 H8804 zal gelegen hebben H5869 , en het voor de ogen H376 haars mans H5956 H8738 zal verborgen zijn H5641 H8738 , en zij zich verheeld zal hebben H2930 H8738 , zijnde nochtans onrein geworden H5707 ; en geen getuige H8610 H8738 tegen haar is, en zij niet betrapt is;
  14 H7307 H7068 En de ijvergeest H5674 H8804 over hem gekomen is H7065 H8765 , dat hij ijvert H802 over zijn huisvrouw H2930 H8738 , dewijl zij onrein geworden is H7307 H7068 ; of dat over hem de ijvergeest H5674 H8804 gekomen is H802 , dat hij over zijn huisvrouw H7065 H8765 ijvert H2930 H8738 , hoewel zij niet onrein geworden is;
  15 H376 Dan zal die man H802 zijn huisvrouw H3548 tot den priester H935 H8689 brengen H7133 , en zal haar offerande H935 H8689 voor haar medebrengen H6224 , een tiende H374 deel van een efa H8184 H7058 gerstemeel H8081 ; hij zal geen olie H3332 H8799 daarop gieten H3828 , noch wierook H5414 H8799 daarop leggen H4503 , dewijl het een spijsoffer H7068 der ijveringen H4503 is, een spijsoffer H2146 der gedachtenis H5771 , dat de ongerechtigheid H2142 H8688 in gedachtenis brengt.
  16 H3548 En de priester H7126 H8689 zal haar doen naderen H5975 H8689 ; hij zal haar stellen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  17 H3548 En de priester H6918 zal heilig H4325 water H2789 in een aarden H3627 vat H3947 H8804 nemen H6083 ; en van het stof H7172 , hetwelk op den vloer H4908 des tabernakels H3548 is, zal de priester H3947 H8799 nemen H4325 , en in het water H5414 H8804 doen.
  18 H3548 Daarna zal de priester H802 de vrouw H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5975 H8689 stellen H7218 , en zal het hoofd H802 van de vrouw H6544 H8804 ontbloten H4503 , en zal het spijsoffer H2146 der gedachtenis H3709 op haar handen H5414 H8804 leggen H4503 , hetwelk het spijsoffer H7068 der ijveringen H3027 is; en in de hand H3548 des priesters H4751 zal dat bitter H4325 water H779 H8764 zijn, hetwelk den vloek medebrengt.
  19 H3548 En de priester H7650 H8689 zal haar beedigen H802 , en zal tot die vrouw H559 H8804 zeggen H376 : Indien iemand H7901 H8804 bij u gelegen heeft H376 , en indien gij, onder uw man H7847 H8804 zijnde, niet afgeweken zijt H2932 tot onreinigheid H5352 H8734 , wees vrij H4751 van dit bitter H4325 water H779 H8764 , hetwelk den vloek medebrengt!
  20 H376 Maar zo gij, onder uw man H7847 H8804 zijnde, afgeweken zijt H2930 H8738 , en zo gij onrein geworden zijt H376 , dat een man H7903 bij u gelegen H5414 H8799 heeft H1107 , behalve H376 uw man:
  21 H3548 (Dan zal de priester H802 die vrouw H7621 met den eed H423 der vervloeking H7650 H8689 beedigen H3548 , en de priester H802 zal tot die vrouw H559 H8804 zeggen H3068 :) De HEERE H5414 H8799 zette H423 u tot een vloek H7621 , en tot een eed H8432 , in het midden H5971 uws volks H3068 , mits dat de HEERE H3409 uw heup H5307 H8802 vervallende H990 , en uw buik H6639 zwellende H5414 H8800 make;
  22 H4325 Dat ditzelve water H779 H8764 , hetwelk de vervloeking medebrengt H4578 , in uw ingewand H935 H8804 inga H990 , om den buik H6638 H8687 te doen zwellen H3409 , en de heup H5307 H8687 te doen vervallen H802 ! Dan zal die vrouw H559 H8804 zeggen H543 : Amen H543 , amen!
  23 H3548 Daarna zal de priester H423 deze zelfde vloeken H5612 op een cedeltje H3789 H8804 schrijven H4751 , en hij zal het met het bitter H4325 water H4229 H8804 uitdoen.
  24 H802 En hij zal die vrouw H4751 dat bitter H4325 water H779 H8764 , hetwelk de vervloeking medebrengt H8248 H8689 , te drinken geven H4325 , dat het water H779 H8764 , hetwelk de vervloeking medebrengt H4751 , in haar tot bitterheden H935 H8804 inga.
  25 H3548 En de priester H3027 zal uit de hand H802 van die vrouw H4503 het spijsoffer H7068 der ijveringen H3947 H8804 nemen H4503 , en hij zal datzelve spijsoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5130 H8689 bewegen H4196 , en zal dat op het altaar H7126 H8689 offeren.
  26 H3548 De priester H4503 zal ook van dat spijsoffer H234 , deszelfs gedenkoffer H7061 H8804 , een handvol grijpen H4196 , en zal het op het altaar H6999 H8689 aansteken H310 ; en daarna H4325 zal hij dat water H802 die vrouw H8248 H8686 te drinken geven.
  27 H4325 Als hij haar nu dat water H8248 H8689 zal te drinken gegeven hebben H2930 H8738 , het zal geschieden, indien zij onrein geworden is H376 , en tegen haar man H4604 door overtreding H4603 H8799 zal overtreden hebben H4325 , dat het water H779 H8764 , hetwelk vervloeking medebrengt H4751 , tot bitterheid H935 H8804 in haar ingaan zal H990 , en haar buik H6638 H8804 zwellen H3409 , en haar heup H5307 H8804 vervallen zal H802 ; en die vrouw H7130 zal in het midden H5971 van haar volk H423 tot een vloek zijn.
  28 H802 Doch indien de vrouw H2930 H8738 niet onrein geworden is H2889 , maar rein H5352 H8738 is, zo zal zij vrij zijn H2233 , en zal met zaad H2232 H8738 bezadigd worden.
  29 H8451 Dit is de wet H7068 der ijveringen H802 , als een vrouw H376 , onder haar man H7847 H8799 zijnde, zal afgeweken H2930 H8738 en onrein geworden zijn;
  30 H376 Of als over een man H7307 H7068 die ijvergeest H5674 H8799 zal gekomen zijn H802 , en hij over zijn huisvrouw H7065 H8765 zal geijverd hebben H802 , dat hij de vrouw H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5975 H8689 stelle H3548 , en de priester H8451 aan haar deze ganse wet H6213 H8804 volbrenge.

Proverbs 5:6

  6 H734 Opdat gij het pad H2416 des levens H6424 H8762 niet zoudt wegen H4570 , zijn haar gangen H5128 H8804 ongestadig H3045 H8799 , [dat] gij het niet merkt.

Proverbs 7:13-23

  13 H2388 H8689 En zij greep hem aan H5401 H8804 , en kuste H5810 H8689 hem; zij sterkte H6440 haar aangezicht H559 H8799 , en zeide tot hem:
  14 H8002 H2077 Dankoffers H3117 zijn bij mij, ik heb heden H5088 mijn geloften H7999 H8765 betaald;
  15 H3318 H8804 Daarom ben ik uitgegaan H7125 H8800 u tegemoet H6440 , om uw aangezicht H7836 H8763 naarstiglijk te zoeken H4672 H8799 , en ik heb u gevonden.
  16 H6210 Ik heb mijn bedstede H4765 met tapijtsieraad H7234 H8804 toegemaakt H2405 , met uitgehouwen H330 werken, met fijn linnen H4714 van Egypte;
  17 H4904 Ik heb mijn leger H4753 met mirre H174 , aloe H7076 en kaneel H5130 H8804 welriekende gemaakt;
  18 H3212 H8798 Kom H7301 H8799 , laat ons dronken worden H1730 van minnen H1242 tot den morgen H5965 H8691 toe; laat ons ons vrolijk maken H159 in grote liefde.
  19 H376 Want de man H1004 is niet in zijn huis H7350 , hij is een verren H1870 weg H1980 H8804 getogen;
  20 H6872 Hij heeft een bundel H3701 gelds H3027 in zijn hand H3947 H8804 genomen H3677 ; ten bestemden H3117 dage H1004 zal hij naar zijn huis H935 H8799 komen.
  21 H5186 H8689 Zij bewoog H7230 hem door de veelheid H3948 van haar onderricht H5080 H8686 , zij dreef hem aan H2506 door het gevlei H8193 harer lippen.
  22 H1980 H8802 Hij ging H6597 haar straks H310 achterna H7794 , gelijk een os H2874 ter slachting H935 H8799 gaat H191 , en gelijk een dwaas H4148 tot de tuchtiging H5914 der boeien.
  23 H2671 Totdat hem de pijl H3516 zijn lever H6398 H8762 doorsneed H6833 ; gelijk een vogel H4116 H8763 zich haast H6341 naar den strik H3045 H8804 , en niet weet H5315 , dat dezelve tegen zijn leven is.

1 Samuel 25:3

  3 H8034 En de naam H376 des mans H5037 was Nabal H8034 , en de naam H802 zijner huisvrouw H26 was Abigail H802 ; en de vrouw H2896 was goed H7922 van verstand H3303 , en schoon H8389 van gedaante H376 ; maar de man H7186 was hard H7451 en boos H4611 van daden H1931 , en hij H3614 was een Kalebiet.

1 Samuel 25:10-11

  10 H5037 En Nabal H6030 H8799 antwoordde H5650 den knechten H1732 van David H559 H8799 , en zeide H4310 : Wie H1732 is David H4310 , en wie H1121 is de zoon H3448 van Isai H3117 ? Er zijn heden H7231 H8804 vele H5650 knechten H6555 H8693 , die zich afscheuren H376 , elk H4480 H6440 van H113 zijn heer.
  11 H3899 Zou ik dan mijn brood H4325 , en mijn water H2878 , en mijn geslacht H3947 H8804 [vlees] nemen H834 , dat H1494 H8802 ik voor mijn scheerders H2873 H8804 geslacht heb H582 , en zou ik het den mannen H5414 H8804 geven H834 , die H3808 ik niet H3045 H8804 weet H4480 H2088 , van H335 waar H1992 zij zijn?

1 Samuel 25:25

  25 H113 Mijn heer H7760 H8799 stelle H4994 toch H3820 zijn hart H408 niet H413 aan H2088 dezen H1100 Belials H376 man H5921 , aan H5037 Nabal H3588 ; want H8034 gelijk zijn naam H3651 is, alzo H1931 is hij H8034 ; zijn naam H5037 is Nabal H5039 , en dwaasheid H5973 is bij H589 hem; en ik H519 , uw dienstmaagd H5288 , heb de jongelingen H113 van mijn heer H3808 niet H7200 H8804 gezien H834 , die H7971 H8804 gij gezonden hebt.

1 Samuel 25:36-38

  36 H26 Toen nu Abigail H413 tot H5037 Nabal H935 H8799 kwam H2009 , ziet H4960 , zo had hij een maaltijd H1004 in zijn huis H4428 , als eens konings H4960 maaltijd H3820 ; en het hart H5037 van Nabal H2896 was vrolijk H5921 op H1931 denzelven, en hij H5704 H3966 was zeer H7910 dronken H5046 H0 ; daarom gaf zij H3808 hem niet H1697 een woord H6996 , klein H1419 noch groot H5046 H8689 , te kennen H5704 , tot H1242 H216 aan het morgenlicht.
  37 H1961 H8799 Het geschiedde H1242 nu in den morgen H3196 , toen de wijn H4480 van H5037 Nabal H3318 H8800 gegaan was H5046 H0 , zo gaf H802 hem zijn huisvrouw H428 die H1697 woorden H5046 H8686 te kennen H4191 H8799 . Toen bestierf H3820 zijn hart H7130 in het binnenste H1931 van hem, en hij H1961 H8804 werd H68 als een steen.
  38 H1961 H8799 En het geschiedde H6235 omtrent [na] tien H3117 dagen H5062 H8799 , zo sloeg H3068 de HEERE H5037 Nabal H4191 H8799 , dat hij stierf.

1 Samuel 30:16

  16 H3381 H8686 En hij leidde hem af H2009 , en ziet H5203 H8803 , zij lagen verstrooid H5921 H6440 over H3605 de ganse H776 aarde H398 H8802 , etende H8354 H8802 , en drinkende H2287 H8802 , en dansende H3605 , om al H1419 den groten H7998 buit H834 , dien H3947 H8804 zij genomen hadden H4480 uit H776 het land H6430 der Filistijnen H4480 , en uit H776 het land H3063 van Juda.

Proverbs 19:10

  10 H8588 De weelde H3684 staat een zot H5000 niet wel H5650 ; hoeveel te min een knecht H4910 H8800 te heersen H8269 over vorsten!

Ecclesiastes 10:7

  7 H5650 Ik heb knechten H5483 te paard H7200 H8804 gezien H8269 , en vorsten H1980 H8802 , gaande H5650 als knechten H776 op de aarde.

Isaiah 3:4-5

  4 H5288 En Ik zal jongelingen H5414 H8804 stellen H8269 [tot] hun vorsten H8586 , en kinderen H4910 H8799 zullen over hen heersen;
  5 H5971 En het volk H5065 H8738 zal gedrongen worden H376 , de een H376 zal zijn tegen den ander H376 , en een iegelijk H7453 tegen zijn naaste H5288 ; de jongeling H7292 H8799 zal stout zijn H2205 tegen den oude H7034 H8737 , de verachte H3513 H8737 tegen den eerlijke.

Proverbs 19:13

  13 H3684 Een zotte H1121 zoon H1 is zijn vader H1942 grote ellende H4079 ; en de kijvingen H802 ener vrouw H2956 H8802 [als] een gestadig H1812 druipen.

Proverbs 21:9

  9 H2896 Het is beter H3427 H8800 te wonen H6438 op een hoek H1406 van het dak H4079 H8675 H4066 , dan met een kijfachtige H802 huisvrouw H1004 , en dat [in] een huis H2267 van gezelschap.

Proverbs 21:19

  19 H2896 Het is beter H3427 H8800 te wonen H4057 in een woest H776 land H4079 H8675 H4066 , dan bij een zeer kijfachtige H3708 en toornige H802 huisvrouw.

Proverbs 27:15

  15 H2956 H8802 Een gedurige H1812 druiping H3117 ten dage H5464 des slagregens H4079 H8675 H4066 en een kijfachtige H802 huisvrouw H7737 H8739 zijn even gelijk.

Proverbs 29:21

  21 H5650 Als men zijn knecht H5290 van jongs H6445 H8764 op weeldig houdt H319 , hij zal in zijn laatste H4497 een zoon [willen] zijn.

Job 12:7

  7 H199 En waarlijk H7592 H8798 , vraag H4994 toch H929 de beesten H3384 H8686 , en elkeen van die zal het u leren H5775 ; en het gevogelte H8064 des hemels H5046 H8686 , dat zal het u te kennen geven.

Proverbs 6:6-8

  6 H3212 H8798 Ga H5244 tot de mier H6102 , gij luiaard H7200 H8798 ! zie H1870 haar wegen H2449 H8798 , en word wijs;
  7 H7101 Dewelke, geen overste H7860 H8802 , ambtman H4910 H8802 noch heerser hebbende,
  8 H3899 Haar brood H3559 H8686 bereidt H7019 in den zomer H3978 , haar spijs H103 H8804 vergadert H7105 in den oogst.

Leviticus 11:5

  5 H8227 En het konijntje H5927 H8688 H1625 , want het herkauwt H6536 H8686 wel, maar verdeelt H6541 den klauw H2931 niet; dat zal u onrein zijn;

Psalms 104:18

  18 H1364 De hoge H2022 bergen H3277 zijn voor de steenbokken H5553 ; de steenrotsen H4268 zijn een vertrek H8227 voor de konijnen.

Exodus 10:4-6

  4 H3588 Want H3986 indien gij weigert H5971 Mijn volk H7971 H8763 te laten trekken H4279 , zie, zo zal Ik morgen H697 sprinkhanen H1366 in uw landpale H935 H8688 brengen.
  5 H5869 En zij zullen het gezicht H776 des lands H3680 H8765 bedekken H776 , alzo dat men de aarde H3201 H8799 niet zal kunnen H7200 H8800 zien H398 H8804 ; en zij zullen afeten H3499 het overige H6413 van hetgeen ontkomen is H7604 H8737 , hetgeen ulieden overgebleven was H1259 van den hagel H6086 ; zij zullen ook al het geboomte H398 H8804 afeten H7704 , dat ulieden uit het veld H6779 H8802 voortkomt.
  6 H4390 H8804 En zij zullen vervullen H1004 uw huizen H1004 , en de huizen H5650 van al uw knechten H1004 , en de huizen H4714 van alle Egyptenaren H1 ; dewelke uw vaders H1 , noch de vaderen H1 uwer vaders H7200 H8804 gezien hebben H3117 , van dien dag H127 af, dat zij op den aardbodem H3117 geweest zijn, tot op dezen dag H6437 H8799 . En hij keerde zich om H3318 H8799 , en ging uit H6547 van Farao.

Exodus 10:13-15

  13 H5186 H8799 Toen strekte H4872 Mozes H4294 zijn staf H776 H4714 over Egypteland H3068 , en de HEERE H5090 H8765 bracht H6921 H7307 een oostenwind H776 in dat land H3117 , dien gehele dag H3915 en dien gansen nacht H1242 ; het geschiedde des morgens H6921 H7307 , dat de oostenwind H697 de sprinkhanen H5375 H8804 opbracht.
  14 H697 En de sprinkhanen H5927 H8799 kwamen op H776 H4714 over het ganse Egypteland H5117 H8799 , en lieten zich neder H1366 aan al de palen H4714 der Egyptenaren H3966 , zeer H3515 zwaar H6440 ; voor H3651 dezen zijn dergelijke H697 sprinkhanen H310 , als deze, nooit geweest, en na dezen zullen er zulke niet wezen;
  15 H3680 H8762 Want zij bedekten H5869 het gezicht H776 des gansen lands H776 , alzo dat het land H2821 H8799 verduisterd werd H398 H8799 ; en zij aten H6212 al het kruid H776 des lands H6529 op, en al de vruchten H6086 der bomen H1259 , die de hagel H3498 H8689 had over gelaten H3498 H8738 ; en er bleef H3418 niets groens H6086 aan de bomen H6212 , noch aan de kruiden H7704 des velds H776 H4714 , in het ganse Egypteland.

Psalms 105:34

  34 H559 H8804 Hij sprak H935 H8799 , en er kwamen H697 sprinkhanen H3218 en kevers H4557 , en dat zonder getal;

Joel 1:4

  4 H1501 Wat de rups H3499 heeft overgelaten H697 , heeft de sprinkhaan H398 H8804 afgegeten H697 , en wat de sprinkhaan H3499 heeft overgelaten H3218 , heeft de kever H398 H8804 afgegeten H3218 , en wat de kever H3499 heeft overgelaten H2625 , heeft de kruidworm H398 H8804 afgegeten.

Joel 1:6-7

  6 H3588 Want H1471 een volk H5927 H8804 is opgekomen H5921 over H776 mijn land H6099 , machtig H369 en zonder H4557 getal H8127 ; zijn tanden H8127 H738 zijn leeuwentanden H4973 , en het heeft baktanden H3833 eens ouden leeuws.
  7 H1612 Het heeft mijn wijnstok H7760 H8804 gesteld H8047 tot een verwoesting H8384 , en mijn vijgeboom H7111 tot schuim H2834 H8800 ; het heeft hem ganselijk H2834 H8804 ontbloot H7993 H8689 en nedergeworpen H8299 , zijn ranken H3835 H8689 zijn wit geworden.

Joel 2:7-11

  7 H1368 Als helden H7323 H8799 zullen zij lopen H582 H4421 , als krijgslieden H2346 zullen zij de muren H5927 H8799 beklimmen H3212 H8799 ; en zij zullen daarhenen trekken H376 , een iegelijk H1870 in zijn wegen H734 , en zullen hun paden H3808 niet H5670 H8762 verdraaien.
  8 H376 Ook zullen zij de een H251 den ander H3808 niet H1766 H8799 dringen H3212 H8799 ; zij zullen daarhenen trekken H1397 elk H4546 in zijn baan H5307 H8799 ; en al vielen zij H1157 op H7973 een geweer H3808 , zij zouden niet H1214 H8799 verwond worden.
  9 H5892 Zij zullen in de stad H8264 H8799 omlopen H7323 H8799 , zij zullen lopen H2346 op de muren H5927 H8799 , zij zullen klimmen H1004 in de huizen H1157 ; zij zullen door H2474 de vensteren H935 H8799 inkomen H1590 als een dief.
  10 H776 De aarde H7264 H8804 is beroerd H6440 voor deszelfs aangezicht H8064 , de hemel H7493 H8804 beeft H8121 ; de zon H3394 en maan H6937 H8804 worden zwart H3556 , en de sterren H622 H0 trekken H5051 haar glans H622 H8804 in.
  11 H3068 En de HEERE H5414 H8804 verheft H6963 Zijn stem H6440 voor H2428 Zijn heir H3588 henen; want H4264 Zijn leger H3966 is zeer H7227 groot H3588 , want H6099 Hij is machtig H6213 H8802 , doende H1697 Zijn woord H3588 ; want H3117 de dag H3068 des HEEREN H1419 is groot H3966 en zeer H3372 H8737 vreselijk H3557 H8686 , en wie zal hem verdragen?

Joel 2:25

  25 H8141 Alzo zal Ik ulieden de jaren H7999 H8765 vergelden H834 , die H697 de sprinkhaan H3218 , de kever H2625 , en de kruidworm H1501 , en de rups H398 H8804 heeft afgegeten H1419 ; Mijn groot H2428 heir H834 , dat H7971 H8765 Ik onder u gezonden heb.

Revelation 9:3-11

  3 G2532 En G1537 uit G2586 den rook G1831 G5627 kwamen G200 sprinkhanen G1519 op G1093 de aarde G2532 , en G846 hun G1849 werd macht G1325 G5681 gegeven G5613 , gelijk G4651 de schorpioenen G1093 der aarde G1849 macht G2192 G5719 hebben.
  4 G2532 En G846 hun G4483 G5681 werd gezegd G5528 , dat zij het gras G1093 der aarde G3363 niet G91 G5661 zouden beschadigen G3761 , noch G3956 enige G5515 groente G3761 , noch G3956 enigen G1186 boom G1508 , dan G444 de mensen G3441 alleen G3748 , die G4973 het zegel G2316 Gods G1909 aan G846 hun G3359 voorhoofden G3756 niet G2192 G5719 hebben.
  5 G2532 En G846 hun G1325 G5681 werd [macht] gegeven G3363 , niet dat G846 zij hen G615 G5725 zouden doden G235 , maar G2443 dat G928 G5686 zij zouden [van] [hen] gepijnigd worden G4002 vijf G3376 maanden G2532 ; en G846 hun G929 pijniging G5613 was als G929 de pijniging G4651 van een schorpioen G3752 , wanneer G444 hij een mens G3817 G5661 gestoken heeft.
  6 G2532 En G1722 in G1565 die G2250 dagen G444 zullen de mensen G2288 den dood G2212 G5692 zoeken G2532 , en G846 zullen dien G3756 niet G2147 G5692 vinden G2532 ; en G1937 G5692 zij zullen begeren G599 G5629 te sterven G2532 , en G2288 de dood G575 zal van G846 hen G5343 G5695 vlieden.
  7 G2532 En G3667 de gedaanten G200 der sprinkhanen G2462 waren den paarden G3664 gelijk G1519 , die tot G4171 den oorlog G2090 G5772 bereid zijn G2532 ; en G1909 op G846 hun G2776 hoofden G5613 waren als G4735 kronen G5557 , het goud G3664 gelijk G2532 , en G846 hun G4383 aangezichten G5613 als G4383 aangezichten G444 van mensen.
  8 G2532 En G2192 G5707 zij hadden G2359 haar G5613 als G2359 haar G1135 der vrouwen G2532 , en G846 hun G3599 tanden G2258 G5713 waren G5613 als G3023 [tanden] van leeuwen.
  9 G2532 En G2192 G5707 zij hadden G2382 borstwapenen G5613 als G4603 ijzeren G2382 borstwapenen G2532 ; en G5456 het gedruis G846 hunner G4420 vleugelen G5613 was als G5456 een gedruis G716 der wagens G4183 , wanneer vele G2462 paarden G1519 naar G4171 den strijd G5143 G5723 lopen.
  10 G2532 En G2192 G5719 zij hadden G3769 staarten G4651 den schorpioenen G3664 gelijk G2532 , en G2258 G5713 er waren G2759 angels G1722 in G846 hun G3769 staarten G2532 ; en G846 hun G1849 macht G444 was de mensen G91 G5658 te beschadigen G4002 vijf G3376 maanden.
  11 G2532 En G2192 G5719 zij hadden G1909 over G848 zich G935 tot een koning G32 den engel G12 des afgronds G846 ; zijn G3686 naam G1447 was in het Hebreeuws G3 Abaddon G2532 , en G1722 in G1673 de Griekse G2192 G5719 [taal] had hij G3686 den naam G623 Apollyon.

Numbers 23:24

  24 H5971 Zie, het volk H6965 H8799 zal opstaan H3833 als een oude leeuw H5375 H8691 , en het zal zich verheffen H738 als een leeuw H7901 H8799 ; het zal zich niet neerleggen H2964 , totdat het den roof H398 H8799 gegeten H1818 , en het bloed H2491 der verslagenen H8354 H8799 gedronken zal hebben!

Judges 14:18

  18 H559 H8799 Toen zeiden H582 de mannen H5892 der stad H7637 tot hem, op den zevenden H3117 dag H2962 , eer H2775 de zon H935 H8799 onderging H4100 : Wat H4966 is zoeter H4480 dan H1706 honig H4100 ? en wat H5794 is sterker H4480 dan H738 een leeuw H559 H8799 ? En hij zeide H3884 tot hen: Zo H5697 gij met mijn kalf H2790 H8804 niet hadt geploegd H2420 , gij zoudt mijn raadsel H3808 niet H4672 H8804 hebben uitgevonden.

Proverbs 16:14

  14 H2534 De grimmigheid H4428 des konings H4397 is [als] de boden H4194 des doods H2450 ; maar een wijs H376 man H3722 H8762 zal die verzoenen.

Proverbs 20:2

  2 H367 De schrik H4428 des konings H5099 is als het brullen H3715 eens jongen leeuws H5674 H8693 ; die zich tegen hem vergramt H2398 H8802 , zondigt H5315 tegen zijn ziel.

Job 21:5

  5 H6437 H8798 Ziet H413 mij aan H8074 H8713 , en wordt verbaasd H7760 H8798 , en legt H3027 de hand H5921 op H6310 den mond.

Job 40:4

  4 H2009 [039:37] Zie H7043 H8804 , ik ben te gering H4100 ; wat H7725 H8686 zou ik U antwoorden H7760 H8804 ? Ik leg H3027 mijn hand H3926 op H6310 mijn mond.

Proverbs 17:28

  28 H191 Een dwaas H2790 H8688 zelfs, die zwijgt H2450 , zal wijs H2803 H8735 geacht worden H8193 , [en] die zijn lippen H331 H8801 toesluit H995 H8737 , verstandig.

Proverbs 26:12

  12 H376 Hebt gij een man H7200 H8804 gezien H2450 , die wijs H5869 in zijn ogen H3684 is! Van een zot H8615 is meer verwachting dan van hem.

Ecclesiastes 8:3-4

  3 H926 H8735 Haast u H3212 H8799 niet weg te gaan H6440 van zijn aangezicht H5975 H8799 ; blijf niet staande H7451 in een kwade H1697 zaak H2654 H8799 ; want al wat hem lust H6213 H8799 , doet hij.
  4 H1697 Waar het woord H4428 des konings H7983 is, daar is heerschappij H559 H8799 ; en wie zal tot hem zeggen H6213 H8799 : Wat doet gij?

Micah 7:16-17

  16 H1471 De heidenen H7200 H8799 zullen het zien H954 H8799 , en beschaamd zijn H4480 , vanwege H3605 al H1369 hun macht H3027 ; zij zullen de hand H5921 op H6310 den mond H7760 H8799 leggen H241 ; hun oren H2790 H8799 zullen doof worden.
  17 H6083 Zij zullen het stof H3897 H8762 lekken H5175 , als de slang H2119 H8801 ; als kruipende dieren H776 der aarde H7264 H8799 , zullen zij zich beroeren H4480 uit H4526 hun sloten H6342 H8799 ; zij zullen met vervaardheid komen H413 tot H3068 den HEERE H430 , onzen God H4480 , en zullen voor H3372 H8799 U vrezen.

Romans 3:19

  19 G1492 G5758 Wij weten G1161 nu G3754 , dat G3745 al wat G3551 de wet G3004 G5719 zegt G2980 G5719 , zij dat spreekt G1722 tot degenen, die onder G3551 de wet G2443 zijn; opdat G3956 alle G4750 mond G5420 G5652 gestopt worde G2532 en G3956 de gehele G2889 wereld G2316 [voor] God G5267 verdoemelijk G1096 G5638 zij.

Proverbs 15:18

  18 H2534 Een grimmig H376 man H4066 zal gekijf H1624 H8762 verwekken H750 H639 ; maar de lankmoedige H7379 zal den twist H8252 H8686 stillen.

Proverbs 16:28

  28 H8419 Een verkeerd H376 man H4066 zal krakeel H7971 H8762 inwerpen H5372 ; en een oorblazer H6504 H8688 scheidt H441 den voornaamsten vriend.

Proverbs 17:14

  14 H7225 Het begin H4066 des krakeels H4325 is [gelijk] een, die het water H6362 H8802 opening geeft H5203 H8800 ; daarom verlaat H7379 den twist H6440 , eer H1566 H8694 hij zich vermengt.

Proverbs 26:21

  21 H6352 De dove kool H1513 is om de vurige kool H6086 , en het hout H784 om het vuur H4079 H8675 H4066 ; alzo is een kijfachtig H376 man H7379 , om twist H2787 H8771 te ontsteken.

Proverbs 28:25

  25 H7342 H5315 Die grootmoedig H1624 H8762 is, verwekt H4066 gekijf H3068 ; maar die op den HEERE H982 H8802 vertrouwt H1878 H8792 , zal vet worden.

Proverbs 29:22

  22 H639 Een toornig H376 man H1624 H8762 verwekt H4066 gekijf H2534 H1167 ; en de grammoedige H7227 is veelvoudig H6588 in overtreding.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.