Bible verses about "humble" | DSV

Leviticus 19:18

18 Gij zult niet wreken, noch toorn behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE!

Romans 3:23

23 Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods;

1 John 1:8

8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet.

2 Chronicles 7:14

14 En Mijn volk, over dewelken Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit den hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land genezen.

Daniel 4:37

37 Nu prijs ik, Nebukadnezar, en verhoog, en verheerlijk den Koning des hemels, omdat al Zijn werken waarheid, en Zijn paden gerichten zijn; en Hij is machtig te vernederen degenen, die in hoogmoed wandelen.

Luke 18:10-14

10 Twee mensen gingen op in den tempel om te bidden, de een was een Farizeër, en de ander een tollenaar. 11 De Farizeër, staande, bad dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de andere mensen, rovers, onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles, wat ik bezit. 13 En de tollenaar, van verre staande, wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: O God! wees mij zondaar genadig! 14 Ik zeg ulieden: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want een ieder, die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden.

Romans 12:10

10 Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een den ander voorgaande.

Proverbs 16:18-19

18 Hovaardigheid is voor de verbreking, en hoogheid des geestes voor den val. 19 Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen.

Luke 14:8-11

8 Wanneer gij van iemand ter bruiloft genood zult zijn, zo zet u niet in de eerste zitplaats; opdat niet misschien een waardiger dan gij van hem genood zij; 9 En hij, komende, die u en hem genood heeft, tot u zegge: Geef dezen plaats; en gij alsdan zoudt beginnen met schaamte de laatste plaats te houden. 10 Maar wanneer gij genood zult zijn, ga heen en zet u in de laatste plaats; opdat, wanneer hij komt, die u genood heeft, hij tot u zegge: Vriend, ga hoger op. Alsdan zal het u eer zijn voor degenen, die met u aanzitten. 11 Want een iegelijk, die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden; en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden.

James 4:10

10 Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen.

Ephesians 2:8-9

8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; 9 Niet uit de werken, opdat niemand roeme.

Psalms 25:9

9 Jod. Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen Zijn weg leren.

James 4:6

6 Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt de Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.